EEN HEILIG POLITICUS DE BEUKENHOF TAVEERNE 26ste Jaargang DINSDAG 2 APRIL 1935 No. 8080 3)e £cid&efo£(Soii/&Mtt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedreigt bg 7oornit',efi'ing: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnè's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.59 V Hoe de politieke strijd niet moet worden gevoerd. In den politieken strijd mogen nooit de eischen van het fatsoen, van de goede ze den, van de verdraagzaamheid worden verwaarloosd. Veroordeelenswaardig is daarom de han delwijze van een werkgever, die, hoewel hij volkomen tevreden was over het werk van een zijner employe's, dezen ontsloeg omdat hy N.S.B.'er was. Wij vonden over dit geval een uitgebreid en klaarblijkelijk ook ge heel waar verhaal in „Volk en Vaderland". En wij keuren mèt „Volk en Vaderland" sterk af het optreden van dien werkgever en van anderen, die op een dergelijke wijze mochten handelen. De bedoelde werkgever was niet Katho liek. Wy, Katholieken, moeten zeker ver en ver verwijderd blijven van een mentaliteit, een geestesgesteldheid, welke naar een der gelijk optreden drijft. Wij zijn van onze „standing" als Katho lieken verplicht, den politieken strijd te strijden fier en loyaal, open en eerlijk, ook daarbij niet vergetend den broeder schap den broederschap, bezien in het wonder-schoone, alles-doordringende licht van ons Christelijk beginsel! Zeker van de zijde der N.S.B.'ers wordt het „volksgenooten" vaak in de practijk wat erg bekrompen-partijdig opgevat; ook wjj hebben er ondervinding van! Maar dat rechtvaardigt natuurlijk geenszins een kleinzielig en onver draagzaam handelen onzerzijds. Wij moeten bovendien bedenken, dat ter reur, dwang, broodroof nog nooit een be weging heeft gebroken, heeft onderdrukt. En bovenal moet vóór ons geschreven staan het: Wat gij niet wilt, dat u ge schiedt. Een v e r g r ij p tegen de goede zeden, die ons Nederlandsche volk moeten beheer- schen, noemen wij het ontslag aan een N.S.B.'er, omdat hij N.S.B.'er is, aan een zaak, die op neutraliteit moet zijn geba seerd. Een vergrijp en een zeer ernstig ver grijp tegen de goede zeden is ook wat nu reeds eenige keeren door de N.S.B. is ge schied: de schending van het briefgeheim. Terecht is in breede kringen groote ver ontwaardiging gewekt door de officieele publicatie in het officieele orgaan van de N.S.B. van een vertrouwelijk schrijven van den directeur van het „Handelsblad" aan een liberalen candidaat voor de Prov. Sta ten, den heer Asscher. De brief was door een vergissing verkeerd bezorgd en bij een N.S.B.'er terecht gekomen, die er het be kende schandelijk misbruik van gemaakt heeft. Wij vernemen, dat de justitie een onderzoek heeft gelast, zoodat een straf rechterlijke vervolging van den schuldige waarschijnlijk is. Het ergste is hier niet, dat een of ander (in dit geval: jeugdig) lid van een partij zoo in zijn politiek optreden tegen de goede zeden misdoet, maar dat een party, of wil men liever: een beweging, een dergelijk op treden heel gewoon schijnt te vinden! Doch nogmaals: voor ons kan hierin nooit een verontschuldiging liggen om in onzen politieken strijd het doel de mid delen te laten heiligen. Middelen, die in zich slecht zijn, die getuigen van liefde loosheid en onverdraagzaamheid, worden nooit geoorloofd voor welk doel dan ook! Laten wy vóór alles, ook in de politiek: waardig blijven, waardig de beginselen, die wij belijden! Sir Thomas More had wat men pleegt te noemen een schitterende carrière achter den rug. Zoon van een Londensch rechter, zou hij dezen volgen op het pad der magi- stratuur. Hoewel tot den ridderstand be- I hoorende, was de familie More toch verre van bemiddeld, wat echter door een hoog- zedelijke levensopvatting, traditioneel - intellectueelen aanleg, gedragen door diep- religieuse beginselen ruimschoots werd ver- goed. Het was voor Thomas' vader een uit komst, toen Lord-Kanselier en aartsbis- j schop van Canterbury, kardinaal Morton, I aanbood den jongen bij zich te nemen als page, en voor zijn opvoeding te zorgen. I Stormenderhand veroverde die nieuwe page, door zijn eerlijk en open karakter, door zijn zuiver hart, door zijn opvallende drang naar wetenschap, en vooral door zijn i verbluffende geestigheid, aller harten. Kar- I dinaal Morton zelf interesseerde zich zeer I in het bijzonder voor zijn pupil en met profetisch en blik in de toekomst verzeker- de hij menigmaal aan zijn voornamen gas ten: wie tijd van leven heeft zal zien, dat deze jonge man groot zal worden als wei nigen. Welnu, die jonge man i s groot geworden als weinigen. GROOT ALS WEINIGEN. Groot was hij reeds als student van ze ventien door zijn verbluffende kennis en wijsgeerigen aanleg, tot uiting gekomen in twee jeugdverzen over ,,'s Wereld ijdel- heid" en „De grillen der Fortuin", met andere gedichten in boekvorm uitgegeven. Voor 't eerst kwam More hierdoor op het toenmalige wereldpodium terecht en voor 't eerst ook was hij het voorwerp van felle en door rivaliteit ingegeven kritiek. Er verscheen een Anti-Morus. Maar Erasmus schreef aan het jonge, aliesbelovende ta lent: „Alle geleerde en rechtschapen men- schen keuren het tegen U uitgegeven pam flet af. En ofsohoon de aanvaller eigenlijk een mijner kennissen is, hoop ik toch, dat U kunt besluiten tot zwijgen, U niet in een pennestrijd te wikkelen met den auteur van het erbarmelijk geknoei". More had echter reeds een antwoord gepubliceerd, maar trok terwille van Erasmus de verdere verspreiding in. More was groot als weinigen. We denken aan zijn spreekwoordelijk geworden rech- vaardigheid in de Engelsche rechtspraak, die hem maakte tot het gepersonifieerde rechtsgevoel der natie. Het kwam tot uiting in zijn glasheldere vonnissen, die beschul diger en aangeklaagde voor onaanvecht- - baar hielden, tijdens zijn rechterlijke loop baan. Het kwam eveneens tot uiting in het parlement, toen de vader van Hendrik VUT, een géboren tyran, van zijn onder danen 40.000 ponden eischte om de huwe- lijksonkosten van zijn dochter te betalen. Vast had de koning op toestemming van het parlement gerekend, maar zijn vertrou wensmannen moesten hem berichten, dat de gloedvolle redevoering van „een baar- delooze jonge afgevaardigde" de verwer ping ten gevolge had. Het was Thomas More, de baardelooze,'die, opkomende voor het volk, de overdreven eischen van den koning afwees, en wist terug te brengen tot 3/4 van het gevraagde. Daar was in die dagen moed voor noodig, zooals spoedig bleek uit de wraak van den koning op den vader van het jonge parlementslid. V Naar de stembus. Woensdag 17 April hebben in Zuid-Hol land plaats de verkiezingen voor de Prov. Staten. Belangrijk om de Staten-zelf. Maar ook belangrijk, omdat de Staten niet alleen zijn de besturende organen der provincies, maar ook het kiescollege voor de Eerste Kamer. De leden der Eerste Kamer hebben 6 jaar fitting en om de 3 jaar treedt de helft af. Dit jaar moeten er verkiezingen voor de Kamer plaats hebben in de provincies Noord-Holland, Friesland, Zeeland, Utrecht en Limburg. Over drie jaar in de andere provincies. Van samenstelling van de Sta ten hangt dus af de samenstelling van Eer ste Kamer. Maar de verkiezingen voor de Prov. Sta ten hebben deze keer een nog belangrijker beteekenis zy staan in het teeken van de algemeene politieke actie. Zij gaan er voor ons, Katholieken, ook speciaal om, of onze organisatorische éénheid op politiek gebied al dan "erzwakt uit den ver kiezingsstrijd zal treden. Wie wil opkomen voor die éénheid stemt op Woensdag 17 April op LIJST 7 in den Kieskring LEIDEN, aanvangende met den naam BOLSIUS, in den Kieskring GOUDA beginnende met den naam (von) I FISENNE. HOE SIR THOMAS MORE UITSCHITTERDE DOOR DEUGD EN WETENSCHAP n. DE RIJKSKANSELIER ALS MISDIENAAR Ja, More was groot als weinigen. Hetzij we hem zien bewierookt door de kopstuk ken van het Europeesch intellect, hetzij we hem zien te midden van zijn familie, als pater familias, die de belangen van de zijnen en het personeel tot zijn eerste zorgen maakt. Hij vereenigt allen iederen dag in de groote eetkamer, bidt zelf aller lei gebeden voor, onderwijst hen in de be ginselen van het geloof, zingt mee in de parochiekerk van Chelsea tusschen de boe ren uit de omgeving en dient, nog als rijks- j kanselier van Engeland, zeer vaak als de eerste de beste misdinaar, de H. Mos. I In More straalt alles uit tot het pheno- i menale, omdat hij i-n alles grijpt naar het i hoogst bereikbare. Als diplomaat gelukt hem zelfs het onmogelijk geachte, hij weet j weder verdragen te bewerken, die Europa verlichting schenken. Als auteur schept hij een werk van onvergankelijke schoonheid in de Utopia, waarin hij de meest reine samenleving ons voor oogen toovert, om. op deze wijze als het ware zijn eigen tijd- genóoten tot nadenken te dwingen over de sociaal-economische wanverhoudingen, die ze liet voortduren. Maar groot vooral was More in zijn ge loof, dat hij met hartstocht verdedigde tegen de aanvallen der hervormers. Hoe weinig is het bekend, dat hij onder het pseudoniem van Rossens niemand minder dan Luther in den hoek dreef met zijn meesterlijk „Ant- j woord aan Luther" op diens meer dan er gerlijken aanval van koning Hendrik's boek i over „De Sacramenten". Hij geeselde de j grenzelooze grofheid van Luther, troefde nog hoonender terug, met het gevolg, zooals Cochleus vertelt, dat Luther zich voelde verpletterd, dat Luther met gretigheid Ros sens werk las, vaak herlas, maar door zoo veel talent als met stomheid werd geslagen. Door de woelingen der tijden op religi eus gebied traden er in die dagen veel geleerde priesters op den voorgrond om de aanvallen op de oude Moederkerk te pa- reeren, met hun schitterend vernuft, maar moeilijk is het een leek aan te wijzen, die in de schaduw kon staan van More's ken nis der theologie. Moeilijk zou bet zelfs zijn onder de geleerde priesters dier dagen er een aan te wijzen, die meer wist van de theologie, van de geschiedenis der dogma's, van de leer der Patristen en Thomisten. DE BAARD, DIE GEEN KWAAD DEED. Tenslotte zien we de grootheid van More als mensch op iederen levensdag, in iedere daad zich kristalliseer en, speciaal als de tegenspoed zijn levenspad kruist, als de wereld zich van hem afkeert, als hij eer en macht, geld en goed, en zelfs het behoud van zijn leven, van zijn dierbaren afwijst, om zijn geweten te redden, omdat zijn God meer beteekende dan zijn koning, omdat zijn eeuwig heil hem dierbaarder was dan zyn tijdelijk welzijn. In de gevangenis be waart hij die verheven grootheid van den martelaar, wiens sterfdag zyn geboortedag 18 VANAF HEDEN DES AVONDS WEER GEOPEND is. Nooit was hij geestiger, diepzinniger, meer vergevingsgezind, zachter in zijn oor deel, dan tijdens zijn verblijf in den Tower. Zelfs op zijn gang naar het schavot is hij van een ongeloofelijk formaat naar geest en hart. Hij betuigt zijn trouw aan den koning, hij betuigt zijn geloof aan de kerk, maar tegen den beul zegt hij vod humor bij het neerleggen van zijn hoofd: „Wacht even, vriend, dan zal ik mijn baard goed- leggen, die heeft toch zeker geen hoogver raad gepleegd". Dat iemand met zulke gaven van geest en hart alle eigenschappen bezat voor een schitterende carrière, spreekt vanzelf. En Sir More slaagde in het leven als voor slechts heel enkelen is weggelegd. De eene onderscheiding was nog niet aanvaard, of een nieuwe werd hem opgedragen. Van daar dan ook, dat het nageslacht in More niet alleen de veelzijdige en fijnzinnige auteur, of de meest belangelooze rechter der natie, of de staatsman en diplomaat van groote allure, of de advocaat van den huwelijkstrouw of de strijdvaardige apo logeet, of de paladijn van het pauselijk recht heeft te waardeeren, maar dit alles te saam, met bovendien, als de kroon op een zoo veelzijdige grootheid, nog de moed van het martelaarschap. En het is vooral door dit martelaar schap, dat Sir Thomas More de onvergan kelijke liefde en vereering der geslachten heeft verworven. We zullen zien, hoe zijn lievelingsdoch ter „Maggy" dat tragisch proces in haar dagboek met felle kleuren heeft opgetee- kend. (Wordt vervolgd). KONINKLIJK BEZOEK AAN DE „FLORA" Een geestdriftige ontvangst Hedenmorgen hebben H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana een bezoek ge bracht aan de internationale bloementen toonstelling „Flora" te Heemstede. Ondanks het feit, dat het weer guur en regenach tig was, waren groote drommen bezoekers gekomen, om de koninklijke gasten te ver welkomen. In Heemstede zelf heerschte een ongewone drukte. Uit particuliere en open bare gebouwen wapperde het Nederland sche dundoek. Hoewel het uur van bezoek niet bekend gemaakt was, behoefden de be langstellenden niet lang te wachten, want eenige minuten over half elf reden de ko ninklijke auto's langs het molentje het ter rein op. Spontaan zong de menigte het Wil helmus, dat door een muziekkapel in de muziektent werd gespeeld, mede en de ontvangst maakte een hartelijken, enthou siasten indruk. De leden van het hoofdbe stuur van de Alg. Ver. voor Bloembollen cultuur en de leden van het uitvoerend co mité der tentoonstelling begroetten H. M. de Koningin en Prinses Juliana. Nadat de verscheidene autoriteiten aan de koninklij ke bezoeksters waren voorgesteld, werd een rondwandeling over het terrein gemaakt, H. M. de Koningin, die geheel in het wit was gekleed, werd begeleid door den heer E. H. Krelage en Prinses Juliana door den heer Th. M. H. v. Waveren. Over het weide- terrein begaf men zich naar het boschge deelte en daarna wandelde men langs het tulpenhof naar het bloemenpaleis. Het ter rein was tijdens het bezoek voor het gewone publiek geopend, doch de paden, waarlangs Koningin en Prinses zich begaven, werden door marechausseés vrij gehouden. In het bloemenpaleis, waar het publiek geen toegang had, lieten de koninklijke be zoeksters zich de verschillende Aalsmeer- sche inzenders voorstellen, evenals ir. Brand, de architect der gebouwen op de „Flora". Vervolgens begaf men zich langs het res taurant, waar een dichte menigte was op gesteld. Bij het secretariaat stond het per soneel van het restaurant, gekleed in kolo niaal costuum en juichte Koningin en Prin ses hartelijk toe. In het gebouw van de di rectie van den landbouw gekomen, werden prof. E. v. Slogteren, directeur van het la boratorium voor bloembollenonderzoek, en ir. Volkersz, directeur van de tuinbouw- winterschool, beide te Lisse, aan de vorste lijke personen voorgesteld. Na afloop sprak de Koningin haar bewondering uit voor deze schitterende expositie, die in dezen moeilijken tijd is georganiseerd. Hulde bracht zij aan de organisatoren. Te onge veer half 1 vertrokken de Koningin en de Prinses in de gereedstaande auto's. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND, Twee canonisaties door den Paus ingeleid. (2de blad). Prijsstijging en nervositeit in België ten gevolge van de devaluatie van de Belga. (2de blad). Ook Luxemburg devalueert met 10 pet. (2de blad). BINNENLAND. Koningin en Prinses brachten heden een bezoek aan de bloemententoonstelling te Heemstede. (1ste blad). Bij een brand te Utrecht is een vrouw met haar 10-jarig zoontje omgekomen. 1ste blad). Relletjes te A'dam tijdens N.S.B.-bijeen- komst. Twee communisten door revolver schoten gewond. (Gem. Ber. 3de blad en lste blad). Nootlottige brand te Utrecht. Vrouw en haar zoontje omgekomen. Etage uitgebrand. Hedenmorgen vroeg is brand uitgebro ken in een perceel gelegen aan de M. P. Lindostraat te Utrecht, tengevolge waar van twee personen om het leven zijn ge komen. De brand is ontstaan op de eerste ver dieping, waar in de voorkamer de 39-ja rige vrouw Th. van S. en haar 10-jarig zoontje, dat ziek was, sliepen. De brand werd door de buren ontdekt. Zij konden zich echter niet spoedig genoeg toegang tot de voorkamer verschaffen, daar voor een der deuren een kast bleek te staan en men slechts via. een andere kamer kon binnen komen. De man van de vrouw en een ander kind sliepen een verdieping hooger. Zij hadden aanvankelijk niets van den brand bemerkt. Beiden wisten zich via het dak in veiligheid te stellen. De brand weer, die door de buren gealarmeerd was en spoedig ter plaatse verscheen, wist het vuur tot de eerste verdieping te beperken. De vrouw en het kind zijn verbrand. Slechts de verkoolde lijken kon men ber gen. Omtrent het ontstaan van den brand is niets bekend. INSTALLATIE VAN MR. HELMSTRIJD ALS SECRETARIS DER GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN. De nieuwe secretaris legt de ambtseed af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1