ZBste Jaargang WUENSDAG 27 MAART 1935 No. 8075 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 B GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur e* verhuur, koop en verkoop: 1 0.5# regel I DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. V In Duitschland en hier. De vervolging der Katholieken in Duitschland is ergerlijk. Hierover zal onder ons, Katholieken in Nederland, geen meeaiingsverschil kunnen bestaan. Ieder onzer doet het leed, ergert het, als wij vernemen, dat de provinciaal van de Franciscanen, van de Redemptoristen, van de Priesters van het H. Hart, en anderen zijn gearresteerd en gevangen gezet. Neen al erkennen wij, Katholieken, onomwonden, dat ook priesters menschen zijn, die fouten hebben en misdaden kun nen plegen, wij gelooven het niet, dat ve len der voornaamste priesters en religieu- sen in -Duitschland, oversten van orden, en anderen zoo misdadig zijn, dat zij moe ten weggerukt uit hun omgeving, uit hun werkkring, om in de gevangenis te wor den gezetDat gelooven wij niet, en dat gelooft geen sterveling, die eerlijk oor- deelen kan en wil! Vele priesters worden in Duitschland schandelijk bejegend. Er is in Duitsch land een Katholieken-vervolging; dat is, helaas, een feit, diep-bedroevend 'ons en alle wéldenkenden mèt ons. Is zulk een voor de Katholieke Kerk on duldbare toestand alleen mogelijk onder een nationaal-socialistisch bewind of on der een dictatuur, hoe dan ook? Neen, zeker niet. Hetzelfde kan ook ge schieden in een parlementair beheerd land; het is meermalen geschied, zooals ieder weet! Maar, dit onomwonden toegegeven, zal ieder met ons moeten erkennen, dat het in een parlementair geregeerd land, als Ne derland, met zijn tot op heden vrijwel één en onverdeelde politieke organisatie der Katholieken, haast ondenkbaar is, dat op een gegeven dag b.v. de provinciaals van de Franciscanen, Redemptoristen enz. als misdadigers zouden worden gearresteerd. En absoluut uitgesloten is het in een parle mentair geregeerd land als Nederland, dat, als zoo iets ergerlijks zou gebeuren, wij, Katholieken, zouden moeten zwijgen, niet met de grootst mogelijke intensiteit zou den mogen protesteeren. Dat laatste zou wij herhalen het absoluut uitgesloten zijn in ons vrije Ne derland. In een nationaal-soci a listisch geregeerd land moet men zwijgen of mag men hoog stens slechts héél „voorzichtig" spreken. Daar toch moet heerschen een geest, welke een inzender in ons blad (de heer P. Pollmann) dezer dagen typeerde als: een kuddegeest. Wat wij hier constateeren, zijn feiten, en de conclusies, welke wij uit die feiten trekken, liggen er allerduidelijkst in. Ontstaat zulk een voor de Katholieke Kerk ondulbare toestand zeker onder een nationaal-socialistisch bewind of onder een dictatuur, van welke structuur dan ook? Neen, natuurlijk niet. Een nationaal-so- cialistisch bewind had in Duitschland óók kunnen bestaan zonder dat anti-katholieke optreden. En daar zijn er, die beweren, dat in Nederland, als de N. S. B. zou regeeren, het Duitsche voorbeeld zeker in dat op zicht niet zou worden gevolgd.... Dege nen, die zulk 'n bewering verkondigen en propageer en, meenen het goed, maar zij zijn hoogst oppervlakkig en zeer gevaarlijk - onvoorzichtig in hun oordeel. Zij moe ten 'ns overwegen deze vermanende woor den van onze Bisschoppen: „Wanneer in een land met gemengde be volking als het onze een ongecontroleerde macht alles bestuurt met miskenning van alle ander recht, kan volstrekt niemand voorzien, waarheen dit wellicht ook tegen de bedoeling der leiders zelve in voeren kan." Men bedenke vooral, dat in ons land de bodem zoo gunstig is voor anti-papisme. dat in zooveele kringen der bevolking, he- Tweede Kamer. Het Zuiderzee fonds De verwachtingen van de heeren Van Voorst tot Voorst en Bongaerts, dat de nieu we Minister van Waterstaat één reeks van klachten te hooren zou krijgen over de houding der regeering ten overstaan van de voorzetting der inpoldering van den N. O. ploder in het IJselmeer is door de feiten bevestigd. Ook gisteren hebben alle sprekers, die nog het woord hebben gevoerd bij de Alge- meene Beschouwingen over de Begrooting van het Zuiderzeefonds, dit punt tot het hoofdthema hunner redevoeringen ge maakt; en de ontstemming over het terug nemen van den post van 2 millioen tot voortzetting der drooglegging was alge meen. Van socialistische zijde kwamen twee sprekers, de heeren Van der Waerden en Albarda, ertegen in verzet; en het feit, dat de socialistische leider zelf ingreep, wees er op, dat men in dien hoek de zaak nogal heel hoog opvatte! Te begTijpen was dit overigens wel; want het uitstel der in poldering beteekent natuurlijk een niet on belangrijk verlies aan werkverruiming. De heer Albarda liet natuurlijk niet na hierop te wijzen, en daarbij de trage gang van za ken bij het 60-millioen-plan nog eens ex tra aan te dikken. De heer van der Waerden dreigde bovendien met het indienen eener motie, als de Regeering geen bevredigende verklaringen gaf. Ook de heer Kr ij ger (C.H.) was verre van tevreden en wees vooral op de groote werkloosheid in de Zuiderzee-plaatsen, waar sinds de drooglegging duizenden uit hun arbeid zijn gestooten. Ook hij dreigde met een motie. Zelfs de heeren Westerman (N.H.) en W ij n k o o p (C.P.) vonden elkaar in de klacht over het uitstellen der inpoldering. De eerste achtte dit uitstel geheel in strijd met de noodzakelijk na te streven autar kische gegdachten; en de ander was na tuurlijk van critiek vervuld op het verlies van werkverruiming, dat van het uitstel len het gevolg zou zijn. De Minister van Waterstaat, de heer van Lidth de Jeude, die zich wel gemakkelijk beweegt en ook geen oogenblik naar zijn woorden behoeft te zoe ken, maar niettemin een vermoeiend spre ker is, slaagde er niet in de Kamer geheel gerust te stellen ten aanzien van de voor nemens der Regeering met de inpoldering. Hij mocht er al op wijzen, dat de heer Co- lijn, die de M. v. T. en de M. v. A. dezer Begrooting onderteekend had, toch zulk een groot voorstander was van de droog legging; hij mocht al cijfers geven over de duurte van de verbetering van andere gronden, waarvan de kosten ad 2406 per H.A. niet zoo ver afwijken van de kosten der inplodering; hij mocht al aantoonen, dat de resultaten op de 11000 HA. in de Wieringermeerpolder behaald, een over schot aanwezen van ƒ250.000; hij moest tenslotte toch erkennen, dat de voortzet ting der inpoldering afhankelijk werd ge maakt van de aanvaarding van het groote bezuinigingsplan der Regeering. Dit was het nu juist, wat de Kamer hee- lemaal niet beviel. De heer Bongaerts (R.K.) verklaarde terecht, dat hij hierin een soort lokaas zag ten behoeve van de be zuinigingsplannen der Regeering. Werden deze verworpen, dan zou de verdere inpol dering stop staan. Maar ook al zou dit niet geschieden, dan nog zou een beslissing over de inpoldering te lang moeten worden uit gesteld; omdat het wel zomer zou worden voordat het betreffende wetsvoorstel der Regeering in deze Kamer zou worden be handeld, en najaar, voordat het in de Eer ste Kamer zou zijn aangenomen. Kondigde de heer K r ij g e r (C.H.) nader aan, dat hij zou afwachten, wat de Regee ring zou doen; de heer van der Waer den (S.D.A.P.) zag niet van het indie nen eener motie af, en wilde de Kamer doen uitspreken, dat zij voor 31 December 1935 een hervatting der werkzaamheden ter inpoldering van de N.O. polder wensch- te. Het hielp niet, dat de Minister dit het intrappen eener open deur achtte; hij laas, maar ial te gemakkelijk kan worden opgewekt! En zeer terecht schrijft mr. Goseling in „De Opmarsch": „Wie de eenheid verbreekt, schakelt den invloed der Katholieken uit. Dat leert het verleden in Nederland, dat leert het heden elders. Wij hebben het onverdiend voor recht uit dat heden te kunnen leeren voor de toekomst van ons land." moest tenslotte verklaren, dat hij geen be zwaar tegen de motie zou hebben, indien daarin zou worden aangedrongen op een hervatting der inpoldering ;,ten spoedigste", en zelfs niet, indien erop zou worden aan gedrongen, dat voor 31 December 1935 de eerste bestekken zijn Departement moesten hebben verlaten. D>e heer van der Waerden bracht toen een kleine wijziging in zijn motie aan. Het is te voorzien, dat deze z. h. s. zal worden aangenomen. De Kamer is daarna nog begonnen met de behandeling der afd. Zuiderzee-steunwet. Eerste sprekers hierover waren de heeren Duymaer van Twist (A.R.) en van der Bilt (R.K.). Beiden beklaagden zich, zooals overigens ieder jaar geschiedt, over de schriele toepassing der Zuiderzee-steun wet, waardoor, aldus de kath. spreker, de geheele visschersbevolking langs de Zuider zee den dag, waarop tot drooglegging werd besloten, nog altijd als een dies ater be schouwt. Waarschijnlijk komt de Kamer heden door deze begrooting heen, waarna zij voor een kleine twee weken uiteen zou gaan. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN MINISTER MAR CHANT OVER REVOLUTIE-POGINGEN. Minister Marchant's opmerkelijke rede in de Eerste Kamer heeft niet alleen om de spelling de aandacht ^getrokken. Zoo vestigt De Nederlander (christ. hist.) de aandacht op „de goede, treffende momenten, welke in zijn vertoogen telkens naar voren springen", in het bijzonder op deze woorden: „Een van de gevaren, die ons bedreigen is dit, dat zelfs intellectueelen, onder den bedrieglijken invloed van allerlei listige sofismen, uit het oog verliezen, dat onze historische constitutioneele Staatsinstel lingen onder den voet kunnen worden ge- loopen in een stormloop, door elke vlag gedekt. Of die vlag rood zal zijn of oranje, rood alleen of rood wit blauw of oranje blanje bleu, maakt in wezen weinig ver schil; of de bestormers van het regeer- kasteel schreeuwen: weg met de Koningin of leve de Koningin, niet dit zal de betee- kenis bepalen van hun welslagen. Onder heide leuzen zal de revolutie onze histori sche Staatsinstellingen, onze nationale cul tuur vernietigen. Het grootste gevaar is in dezen moeilijken tijd, dat het wezen dei- revolutie zelfs door een belangrijk deel van ons intellect niet meer wordt onderkend. De Oranjes, die God over ons volk heeft gesteld, mogen niet uit het regeenkasteel worden verjaagd. Zij mogen daarin ook niet worden opgesloten. Het verschil is al leen, dat in het eene geval de vlag zal wor den neergehaald, die in het andere op het kasteel zal blijven wapperen. Maar niet de vlag bepaalt, wie in het kasteel zal regee ren. En dan zeg ik: in dit kasteel zal regee ren een Oranje en niet een willekeurig avonturier. Men zie toe, dat de laatste zich den weg niet bane naar het kasteel met de oranjevlag in de hand. en uitschreeuwende ons historisch Wilhelmus van Nassaue". BINNENLAND DE RIJWIELBELASTINGWET. Tweede Kamer neemt de wijziging aan. De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp tot wijziging van de Rijwielbelastingwet z. h. s. aangenomen. Dit wetsontwerp be paalt, dat het belastingplaatje voortaan ook op de bovenkleeding zal mogen worden ge dragen, terwijl, teneinde handel in gestolen plaatjes tegen te gaan, de verkoop van be- lastingmerken alleen zal mogen geschieden door daartoe vanwege den minister ge machtigde personen. Ook zal de boete voor wielrijders die zon der belastingmerk rijden niet langer krach- rens rechterlijke uitspraak worden opge legd, maar door de belastingadministratie, die dan gerechtigd is, de maximum-boete te vorderen van vijf gulden. Teneinde misverstand te voorkomen, zij er de aandacht op gevestigd, dat deze nieu we bepalingen uiteraard eerst in werking kunnen treden na bekrachtiging door de Eerste Kamer. Volledigheidshalve moet hieraan worden toegevoegd, dat krachtens een ministerieele aanschrijving het reeds nu is toegestaan belastingmerken op de kleeding te dragen. TEELTVERGUNNINGEN VOOR AARDAPPELEN. Teneinde aan die kweekers, die vol- Igens het Crisis-Tuinbouwbesluit 1935 I een tuinbouwteeltvergunning voor de teelt van vroege aardappelen hebben ontvangen en volgens deze vergunning slechts een zoodanige oppervlakte mogen verbouwen, dat de teelt van pootaardappelen niet vol doende kan worden uitgeoefend tege moet te komen is per persbericht reeds een en ander bekend gemaakt, hetgeen hierbij wordt aangevuld. Onder vroege aardapplen worden ver staan de soorten: Eersteling, Schotsche muis, Paarspetten, Kralen, Opperdoezr ronden, Schoolmeesters, Ideaal, Wilde Due, Ninety Fold, Sutton, Duke of York, Ar- ran Crest, Present. Voor de teelt van poot-aardappelen van deze vroege aardappelen kan een aanvul lende teeltvergunning worden verstrekt tot een maximum van 67 pet. van de in 1933 in totaal met vroege aardappelen be- teelde oppervlakte. Kweekers, die van deze aanvullende ver gunning gebruik wenschen te maken, zul len hun vroege aardappelen ter keuring moeten opgeven bij den Nederlandschen Algemeenen Keuringsdienst, terwijl zij van al him verbouwde vroege aardappelen voor 1 Augustus alleen de maat boven 55 nun. voor consumptie mogen veilen. Uit het maximum toe te kennen percen tage van 67 blijkt, dat kweekers, wier be drijven kleiner zijn dan 8 H.A. geen aan vulde teeltvergunning kunnen ontvangen, aangezien het hun bij tuinbouwteeltver gunning toegewezen percentage boven 66 pet. gelegen is en varieert van 66 tot 94 pet. Kweekers, die niet meer aardappelen verbouwen dan hun bij tuinbouwteeltver - gunning zijn toegewezen, kunnen aan deze aardappelen een bestemming geven die ze zelf verkiezen of geheel of gedeeltelijk voor consumptie of geheel of gedeeltelijk voor poot-aardappelen. Hierdoor is met de positie der kleine be drijven aan welke reeds een hoog percen tage aan vroege aardappelen werd toege wezen, voldoende rekening gehouden, voor al nu deze ten aanzien van de bestem ming volkomen bewegingsvrijheid hebben verkregen. De grootere bedrijven aan welke slechts een percentage werd toegestaan van 25 tot 65 pet. kunnen bij behoefte aan de teelt van poot-aardappelen een aanvullende vergunning bekomen ter grootte van het verschil gelegen tusschen de reeds bij teeltvergunning toegewezen oppervlakte en de oppervlakte die zou zijn toegewezen als het percentage 67 had bedragen. Wanneer een aanvullende vergunning voor de teelt van pootgoed noodig wordt geacht, omdat het bedrijf de teelt van deze pootaardappelen niet kan missen, dient ook de reeds bij tuinbouwteeltvergunning toegestane oppervlakte hiervoor in de eer ste plaats te worden benut. Dientengevolge zullen die kwieekers, die van een aanvullende vergunning gebruik maken, vóór 1 Augustus van al hun vroe ge aardappelen slechts de maat boven 55 m.m. voor consumptie mogen afzetten, ter wijl zij hun velden ter keuring moeten aan bieden. De Landbouw-Crisis-Organisaties in de verschillende provincies, die de tuinbouw- teeltvergunningen hebben uitgereikt, zul len ook de aanvragen voor een aanvullen de vergunning voor poot-aardappelen be handelen. Men gelieve zich tot deze instanties te wenden om nadere inlichtingen of tot de Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale, Laan Copes van Cattenburch 62, Den Haag. UIT DE SIGARENINDUSTRIE. Prof. Aalberse dringt aan op ministerieele beslissing inzake mechanisatie. De Nederlandsche RJK. Tabaksbewerkers- bond hield Maandag 25 dezer een hoofdbe stuursvergadering, naar aanleiding van het voorstel van den rijksbemiddelaar gedaan op 21 dezer. Het hoofdbestuur besloot de beslissing over dit voorstel in handen te leggen van het op 6 April a.s. te Nijmegen te houden buitengewone congres. In verband met deze aangelegenheid ver nemen wij nader, dat Prof. Aalberse in zijn kwaliteit van rijksbemiddelaar aan den minister van Economische Zaken een brief heeft gezonden, waarin hij aandringt op een spoedige beslissing inzake de mechani satie in de sigarenindustrie. H. M. DE KONINGIN NAAR WAGENINGEN. Naar ons ter oore komt ligt het in het voornemen van H. M. de Koningin om op 5 April e.k. een bezoek te brengen aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen en na afloop daarvan tegenwoordig te zijn bij de overdracht van de nieuwgebouwde aula door het aula-comité aan de regeering. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Koele ontvangst van het nieuwe Belgi sche kabinet Vrees voor devaluatie van de Belga. (2de blad). De Britsch-Duitsehe besprekingen te Ber lijn afgeloopen. (2de blad). Het Memel-proces in Litauen (2de blad). Hongarije eischt rechtsgelijkheid. (2de blad). BINNENLAND. De Tweede Kamer heeft wijziging rijwiel belastingwet aangenomen. (1ste blad). Overleden is pastoor J. H. F. Root te 's-Gravenhage. (Kerkn. 3de blad). Het conflict in de sigarenindustrie (1ste blad). Teeltvergunningen voor aardappelen. (lste blad). 17 APRIL is de dag der stemming voor de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Dan moeten alle Katholieken him stem plicht vervullen. Him plicht vervullen als staatsburger en als Katholiek Hun plicht zóó vervullen, dat zij ver antwoord zijn.... Vanwege de R. K. Staatspartij zal vóór den stemmingsdag nog op verscheidene manieren den Katholieken worden uiteen gezet, dat zij hun stem moetx uitbrengen op de lijst van de R.K. Staatspartij, en waarom. Wij wijzen op een vergadering van den Staltenkieskring Leiden Zondag 31 Maart te 10.30 uur in de aula van de R.K. H.B.S., Mariënpoelstraat, Leiden. Spreker de heer dr. P. Kasteel. Voor den Statenkieskring Gouda is er ook een vergadering op Zondag 31 Maart te 3.30 uur in „Concordia", Westhaven, Gouda. Spreker de heer mr. Goseling. Op beide vergaderingen zal de belang stelling groot zijn. In den kieskring Leiden begint de lijst der R.K. Staatspartij met den naam: BOLSIUS (lid van Ged. Staten); in den kieskring Gouda staat no. 1 op de lijst der R.K. Staatspartij de heer VON FISENNE (lid van Ged. Staten). DE TOESTAND IN DE MIJNINDUSTRIE. Verder uitstel der loonsverlaging? In verband met het feit, dat de termijn van uitstel der aangekondigde loonsverla ging op de particuliere mijnen 31 Maart as. eindigt en het nog niet tot een oplossing is gekomen, doordat de rapporten betref fende het Algemeen Mijnwerkersfonds nog niet gereed zijn, zullen morgen 28 dezer de directies der particuliere mijnen en de be sturen der vier mijnwerkersbonden de on derhandelingen met den rijksbemiddelaar, prof. mr. Aalberse, voortzetten. Getracht zal worden, in verband met het verzoek van den Minister van Sociale Zaken, den uitsteltermijn, te doen prolongeeren tot 1 Mei as. Heden zouden de bestuurders der mijn werkersorganisaties met den minister te Den Haag confereeren over de kwestie der werkloozenkassen. ALCOHOLBEREIDING UIT SUIKER BIETEN. Door den Minister van Economische Za ken is een kleine Commissie ingesteld, wel ke zal hebben te rapporteeren over de vraag of de bereiding van alcohol uit in Neder land geteelde suikerbieten onder de hui dige omstandigheden economisch verant woord is. In deze commissie is benoemd tot lid en voorzitter: prof. mr. D. van Blom, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Aanleiding tot de instelling van deze Commissie is geweest de herhaaldelijk be pleite en van andere zijde bestreden wen- schelijkheid om in ons land, althans tijde lijk, andere dan hier voortgebrachte suiker te gebruiken. Aan dien wensch zou even tueel kunnen worden voldaan, wanneer het mogelijk mocht blijken om voor de in ons land geteelde suikerbieten, zij het tijdelijk, een andere bestemming te vinden, waarbij j voornamelijk is gedacht aan de fabricatie van alcohol voor motorbrandstof.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1