STADS NIEUWS 26ste Jaargang VRIJDAG 22 MAART 193i> No. 8071 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week S 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaak bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 regel DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0-5* DE VRIJHEID IN DU1TSCHLAND Naar aanleiding van de arrestatie van den Hoofdredacteur van de Kölnische Zeitung. Dezer dagen werd de hoofdredac teur van de Kölnische Zeitung dr. Schaeffer door de Geheime Staats politie te Keulen gearresteerd, we gens het verspreiden van onjuiste mededeelingen over het aanwerven van dagblad-abonné's door de pro- pagandaleiding der N.S.D.A.P. in de gouw Keulen-Aken. Wij zijn in de gelegenheid, om een gedeelte te publiceeren van de J circulaire der N.S.D.A.P., die be doelde hoofdredacteur in zijn blad had besproken, wat hem de verbol genheid en wraakneming der po litie heeft berokkend. In den aanhef van die circulaire, dat vier pagina's druks beslaat, worden voor de zooveelste maal een reeks verwijten gericht aan het Centrum en Brüning, tijdens wiens regeering aanslagen op kerken en priesters werden verricht. (Men is blijkbaar zoo kort van geheugen, dat men vergeten is, dat er thans tientallen katholieke priesters in de verschillende concentratiekampen zitten en dat het modern-heidendom hoogtij viert, zoodat het jonge geslacht in goddeloosheid opgroeit) Wij laten thans de verdere letterlijke vertaling van genoemd pamflet volgen. Bij verordening van de Rijksperskamer van 13 December 1933 werd de pers van het Centrum, van de Democraten en andere partijen in bescherming genomen en hun verder verschijnen gewaarborgd. De Rijks leiding der N.S.D.A.P. keurde deze veror dening goed. Meer dan een jaar lang heb ben deze kranten tijd gehad om zich te beteren en metterdaad te bewijzen, dat de hen voorgewende gewijzigde mentaliteit ook echt was. Waarmee heeft men thans die grootmoe digheid der Nationaal-Socialistische bewe ging en der regeering beloond? Terwijl men in de eerste weken en maanden na de ge lijkschakeling uit angst en omwille van de smeer heel luid „Heil Hitier!" riep, is men intusschen reeds lang tot bezinning geko men. Het aantal heimelijke aanvallen óp het Nationaal-Socialisme en zijn wereldbe schouwing (het modern heidendom. Red. K.W.P.) wordt met den dag grooter. In steeds driester vorm tracht de heele voor malige partij pers, in haar berichtgeving een bepaalde strekking te leggen, die noodzake lijkerwijze op een vernieling van de jonge Duitsche volksgemeenschap moet leiden. Bij deze negatieve berichtgeving spant vooral de Centrumpers de kroon. De lezers dezer bladen moeten den indruk krijgen, dat ook thans nog de godsdienstige belangen den voorrang hebben boven het belang der na tie. De politieke gebeurtenissen worden niet belicht van het totaal-Duitsche, maar van het eenzijdig-godsdienstige standpunt, zoodat noodzakelij kerwij zé nieuwe confes- sioneele geschillen moeten ontstaan. Syste matisch tracht men de katholieke bevolking voor te praten, dat het Christendom in Duitschland wordt vervolgd. Om dit doel te bereiken worden onbenulligheden op een onjuiste manier uitgebuit, feiten verdraaid of uit hun verband gerukt en een soort journalistiek gepraktiseerd die op den duur een groote onrust onder de bevolking moet teweeg brengen. De Rijksregeering en de N.S.D.A.P. kun nen hierbij niet werkloos toezien. De voor zitter der Rijksperskamer Amann heeft daarom paragraaf 2 van de verordening van 14 December 1933 gewijzigd. De N.S.D.A.P. en al haar instanties heb ben thans uitdrukkelijk het recht om hun leden, alsmede de leden der ambtenaars- vereenigingen te controleeren of ze een Na- tionaal-Socialistisch blad lezen, omdat de meeste bladen der niet-nationaal-socialisti- sche pers de kans die hun geboden werd om blijk te geven van hun veranderde men taliteit ten opzichte van de N.S.DAP. on gebruikt voorbij lieten gaan. w.g. Toni Winkelnkemper M. d. R. N.B. Wie bovenbedoelde kranten leest, bewijst daardoor dat hij geen Nationaal- Socialist is! (Hetgeen een ambtenaar zijn betrekking kost. Red. K.W.P.). De inhoud van de hier afgedrukte circu laire heeft geen commentaar noodig. Zou de N.S.B. hier te lande, als zij de macht in handen zou hebben, ook tot een dergelijke dwingelandij en gewetens- knechting komen? In een vergadering van de N.S.B. te L e i- d e n, waar de heer Nije, no. 1 van de lijst der N.S.B. voor de Staten-verkiezing in Zuid-Holland, een rede hield, zeide deze De N.S.B. wenscht een staat, waar het Christendom beschermd wordt. De N.S.B. aanvaardt het Christelijk le vensbeginsel als basis van de staat; zij erkent de souvereiniteit Gods op ieder gebied. Er zullen wel eens botsingen voorkomen. Maar een krachtige Kerk zal daarvan niet te vreezen hebben, omdat altijd wat hooger is de over winning zal en moet behalen. Wij nemen gaarne aan, dat een blijkbaar kalm man als genoemde spreker eerlijk overtuigd is van de waarheid van wat hij zeide. Maar wij stellen daartegenover het overtuigend woord van onze Bis schoppen, dat men nog 'ns met groote aan dacht leze: Het (fascisme) legt een schier on beperkte macht in handen van enkele menschen, die geen waarborg bieden noch kunnen bieden, dat met de recht vaardige eischen van het katholiek be ginsel ten volle rekening wordt gehou den; het stelt direct of indirect alles in de waagschaal, wat onze Vaderen door harden strijd, dank zij hun on verwoestbaar geloof en hun nooit ver moeiden ijver, onder Gods zichtbaren zegen hebben bereikt. De positie van ons katholiek onderwijs, van onze pers en onze organisaties, de vrijheid voor onze katholieke actie, het werk onzer kloosterorden en vele andere vormen van godsdienstig en kerkelijk leven, dat alles, na eeuwen van verdrukking ver worven, wordt ons door vele volken be nijd, en werd reeds meermalen door Z. H. den Paus zelf met voldoening aan andere landen ten voorbeeld gesteld. Welnu, dat alles kan niet blijven be staan zonder den waarborg van de vrije burgerlijke rechten der onderda nen, zonder aanvaarding van een ge zonde zelfstandigheid van lichamen en individuen. Wanneer in een land met gemengde bevolking, als het onze, een ongecontroleerde macht alles bestuurt, met miskenning van alle ander recht, kan volstrekt niemand voorzien, waar heen dit wellicht ook tegen de bedoe ling der leiders zelve in voeren kan en hoeveel goeds zelfs bij een kort stondig bestuur belemmerd of zelfs voor goed vernietigd kan worden. Tweede Kamer. De wijziging van de Kieswet Als laatste spreker, blijkbaar namens de meerderheid der katholieke fractie, trok gisteren de heer Van Poll te velde tegen het door minister De Wilde voorgestelde wetsontwerp tot herziening van de Kies wet, de Provinciale Wet én de Gemeente wet. Deze spreker had een nieuw argu ment; z.i. had de minister een regeling van het partijwezen moeten voorstellen. De partijen zijn in het volksleven gegroeide politieke organen; maar, terwijl wij de so ciale organen, welke grootendeels nog moeten ontstaan, in de wet trachten op te vangen, is er niets van dien aard gedaan ten opzichte van de politieke organen, die reeds lang gegroeid zijn. Gevolg: de poli tieke jungle! Evenals de meeste andere sprekers bleek de heer van Poll het voorstel in strijd te achten met de Grqpdwet, omdat niet vol te houden is, dat bij opzettelijke uitsluiting van lijsten met minder dan driemaal den kiesdeeler, toch het door de Grondwet ge- eischte evenredigheidsbeginsel in acht zou worden genomen. Ook verzette deze spr. zich tegen de uit sluiting van vrijgestelden en bestuursleden van ambtenarenbonden uit de Provinciale Staten en Gemeenteraden. Het motief voor de uitsluiting van de ambtenaren dier li chamen is niet, dat zij daar al te licht hun eigen belangen zouden behartigen; maar het is, dat zij van den Raad al te zeer af hankelijk zijn. Daarom kan het ook geen anomalie zijn, dat de ambtenaren wèl en l.unne bestuurders, die geroepen zijn hun belangen te behartigen niet uitgesloten werden, daar het motief dezer belangen behartiging niet het motief van de uitslui ting der ambtenaren is geweest. Wil men nu dit motief als niet-motief in de wet gaan brengen, dan moet men het voor an dere categorieën óók doen, anders wordt het inderdaad een hatelijke eenzijdigheid. Minister De Wilde zou dit laatste punt bij het betreffende artikel bespreken en concentreerde nu al zijn polemisch ver mogen op een poging om aan te toonen, dat de Grondwet de toepassing van het Evenredigheidsbeginsel niet eischt. In de Grondwet wordt niet gezegd, dat de leden der Tweede Kamer worden gekozen vol gens het evenredigheidsbeginsel,* maar op den grondslag van Evenredige Vertegen woordiging. Volgens den Minister is dit geheel iets anders. Er is hier van een ma thematische evenredigheid geen sprake; Evenredige Vertegenwoordiging is een po litiek begrip. Men kan haar op allerlei wijzen toepassen; en de toepassing moet zóó zijn, dat het parlementaire stelsel er het best door gediend wordt. Hierop heeft de minister recht aangestuurd. Het vier- districten-stelsel wil hetzelfde bereiken langs een omweg. Het zou nog sterker dan spr.'s stelsel de evenredigheid aantasten; en daarom kwam het den Minister onbe grijpelijk voor, dat de heer De Geer zijn stelsel wèl en vier-districten-systeem niet in strijd had geacht met de Grondwet. Dit alles werd met uitvoerige citaten toege licht, welke echter hier en daar, wat de interpretatie ervan betrof, nogal eens te genspraak uitlokten. Het bleek intusschen wel, dat de minis ter van zijn voorstel geen kwestie van hangen of wurgen maakte. Ik heb het in gediend op verzoek van de Kamer zelf, zeide hij; en wij kunnen het in zeer ge lijkmatige gemoedsstemming behandelen. En toen de replieken hadden plaats ge had menig spr. vond het blijkbaar over bodig te repliceeren voegde de minis ter er zelfs aan toe: zóó als ik het had ge wild, gaat het niet, waarmede hij erkende, dat 't ontwerp niet de minste kans maakte. Eerste Kamer Spellingsdebat geëindigd „Onderwijs" aangenomen De Eerste Kamer, betreurend de invoe ring zonder voorafgaand voldoende over leg met de Staten Generaal van een een zijdig voorbereide nieuwe spelling; overtuigd van de wenschelijkheid, dat de regeering alsnog aan de daaruit voortvloei ende bezwaren tegemoet behoort te komen, gaat over tot de orde van den dag. Zie daar het hoofdgerecht, over welks smaak de Senatoren elkander gisteren heb ben betwist, zoo smakelijk mogelijk opge- discht door den heer de Savornin- L o h m a n (C.H.) en behalve door hem door de heeren van Citters (A.R.), Fock (V.B.) en Polak (SD.AJP.) in triomf de Kamer binnengedragen. Intusschen weet men hoe het deze spijs verloopen is: zij werd door een vrij talrijke meerderheid van de vergadering afgewe zen, 23 tegen 17, hetgeen ongetwijfeld te danken is aan het doortastend optreden van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De heer Lobman (C.H.) motiveerde zijn motie voornamelijk met drie bezwaren, die zi. nog steeds niet of niet voldoende waren weerlegd. Ten eerste, dat het thans niet het oogenblik was deze twistappel te midden van het rustbehoevende Nederland- sche volk te werpen; ten tweede, dat de voorbereiding van de oplossing van het vraagstuk onvoldoende is geweest; ten der de de behandeling van de Volksvertegen woordiging in deze uiterst belangrijke kwestie. Intusschen bedoelde de motie al lerminst het uitlokken van een kabinets crisis, waarvan de waarschijnlijkheid door den heer Kranenburg (V.D.) den voor stemmers werd voorgehouden, en tevens zou verwerping van de motie niet be tee kenen, dat de Kamer de spelling-Marchant aanvaardde. Behalve de onderteekenaars, die het van zelfsprekend met dit betoog eens waren, zette de heer Briët (A.R.) nog eens het ontijdige opwerpen van deze kwestie uit een en spoorde de Kamer en de Regeering aan de motie te aanvaarden; immers dui zenden in den lande ergeren zich en terecht aan den strijd om een spelling, terwijl het leven van de natie op het spel j staat. De heer Me na els (S.D.A.P.) be- j toogde, dat er niets zou worden goedge maakt, als alles nu weer ongedaan zou wor den gemaakt. De kwestie is heusch niet zoo belangrijk, de manier waarop is inderdaad niet geheel juist, maar dat is nu eenmaal geschied. Als de- Kamer den Minister ge brek aan tactiek verwijt, laat zij dan de hand in eigen boezem steken en zich af vragen of het wel tactisch is in dezen tijd dagen lang aan een spellingkwestie te be steden. Minister Marchant begon met te constateeren, dat in een motie duidelijk moet staan wat er wordt bedoeld. De taak van de Regeering is het, zulk een mode kapot te maken. Dat zal spr. dan ook gaan doen. De spelling is nü ingevoerd, omdat de Regeering den toestand wjb. de spelling bij het Onderwijs onhoudbaar achtte. Hand having van de Vries en te Winikel kon men wenschen, maar het was onmogelijk. Deze twee stellingen noodzaken de Regeering de motie bij aanneming naast zich neer te leg gen en er geen gevolg aan te a geven. In trekking van de nieuwe spelling zou een strijd tengevolge hebben, zooals er nog nooit een is geweest. Wat is „voldoend voorafgaand overleg met de Staten-Gene- raal"? Overleg over spelling-technische kwesties in de Kamers is ondenkbaar; waarover moet dan overlegd worden? Wat beteekent „voldoende voorbereiding"? Sinds 1919 is de Regeerdng met de voorbe reiding bezig. Tenslotte: wat moet er ver anderd worden en welke bezwaren zijn er uit de nieuwe spelling voortgevloeid? Geen enkel. Alles gaat uitstekend. Ook de heer Van Lanschot (R.K.) deed nog een poging om den heer de Sa- vornin-Lohman tot intrekking te overreden. Spr. wees hem op het noodelooze van zulk een motie en op het nuttelooze. Het is een slag in de lucht tot nadeel van de Kamer. Velen zullen bovendien verwerping als de overwinning van de spelling-Marchant zien, al is dit onjuist. Het baatte echter niet. De heer Ossendorp (S.DAP.) ver klaarde, dat het meerendeel van zijn frac tie het dispuut een weinig verkwikkelijke geschiedenis vond. Omdat de nieuwe spel ling een voordeel voor het onderwijs en geen schade voor de taal is, zal het meeren deel tegen de motie stemmen. Zoo flapte het hoog-opgeloopen debat uit als een nachtpitje en de motie werd ver worpen. De totaal in de verdrukking geraakte be grooting van Onderwijs werd zli.st. aan vaard. De voorzitter vergat te zeggen, wanneer de Kamer weer bijeen zal komen. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Nieuwe pauselijke encycliek verwacht bij het eindigen van het H. Jaar. (2de blad). Debat in het Lagerhuis over Duitschlands herbewapening en Simons reis naar Ber lijn. (2de blad). Italië neemt voorzorgsmaatregelen. (2de blad.) BINNENLAND. De verdere behandeling van het ontwerp- wijziging van de Kieswet in de Tweede Ka mer. (1ste blad). De Eerste Kamer heeft de begrooting van onderwijs, kunsten en wetenschappen z.h.s. aangenomen. (1ste blad). De uitsluiting in de sigarenindustrie tot 22 April uitgesteld. (2de blad). KRANS VAN N.SJ3. GEWEIGERD. Bij herdenking sterfdag van Koningin Emma. In „De Maasbode" van gistermorgen, werd een photo met onderschrift afgedrukt vermeldende dat een krans, welke door de N.S.B. afd. Baarn zou worden gelegd in de Nieuwe Kerk te Delft bij de herden- ding van Koningin Emma's sterfdag, gewei gerd was. Waar wij van dit bericht geen bevestiging konden krijgen, hebben wij het niet opgenomen. In een gisteravond te Leiden gehouden vergadering van de N. S. B. deelde de heer Nye evenwel mede in antwoord op een drietal gestelde vra gen dat dit bericht inderdaad juist was. Spreker vond deze gebeurtenis pijnlijk en wenschte er niet nader op in te gaan! KATHOLIEKE KINDERUITZENDING IN HET BISDOM HAARLEM Aan het jaarverslag over 1934 van de af- deeling Leiden van de R.K. Kinderuitzen ding in het Bisdom Haarlem, is het vol gende ontleend: In het jaar 1934 werden acht vergade ringen gehouden, waarbij telkens weer, als een verheugend en bemoedigend feit mocht geconstateerd worden, dat deze bij eenkomsten niet te lijden hadden van de kwaal van 't absenteisme. Spr eik de secretaris in het jaarverslag van 1933 de hoop uit, dat de crisisnood in dat jaar wellicht zijn hoogtepunt zou heb ben bereikt, bij schier elke vergadering in 't afgeloopen jaar gehouden, bleek met ontstellende duidelijkheid, dat er nog wei nig aanwijzingen bestaan voor een nabije betere toekomst. Speciaal het mooie maat schappelijk werk van de R.K. Kinderuit zending werd ook dit jaar weer meedoo- genloos aangevreten door den nietsontzien der!, vernielenden tand van de crisistijd. Eenige beangstigende feiten ter illustratie van het bovenstaande mogen hier geme moreerd worden. De netto-opbrengst van den bloempjes dag liep terug van 393.71 in 1933 tot 335.20 in 1934. De donaties verminder den van 588.80 tot f 305.32 in hetzelfde tijdsbestek. De bijdragen van de betrok ken ouders in Leiden, als tegemoetkoming in de vrij hooge kosten van uitzending hunner kinderen, bewogen zich dit jaar weer in dalende lijn en werden terugge bracht van 65.50 op f 43. Tot overmaat van ramp bereikte het bestuur het bericht, dat het gemeentelijk subsidie nogmaals met 25 pet. zou verlaagd worden. Er be staat echter gegronde hoop, dat aan deze crisisvoornemens voorloopig nog geen uit voering zal gegeven worden. Liet dus eenerzijds de druk der tijden zich loodzwaar gevoelen op de inkomsten, die blijkens bovengenoemde cijfers in snel tempo naar beneden gingen, anderzijds stelde zij het bestuur voor steeds grooter geldelijke offers, als gevolg van de toene mende aanvragen van ouders tot plaat sing van hun zwakke kinderen in één der moderne R.K. vacantiekolonies. Het ver- rand tusschen crisistijd en deze vermeer derde aanvrage springt te duidelijker in t oog, wanneer men bedenkt, dat geheeleof gedeeltelijke werkloosheid, met als gevolg daarvan verslechtering van den financiee- len toestand der gezinnen, uiteindelijk ook haar funesten invloed moet doen gevoelen op de voeding van 't kind. Reeds wordt in ernstige kringen 't gevaar onder de oogen gezien van ondervoeding daar, waar men gebukt gaat onder gebrek aan werk en dus onder gebrek aan financieele middelen. Dit is echter zeker: dat ondanks slechte financiën, ondanks allerlei tegenvallers, in 1934 meer werd gedaan tot leniging van nood, intensiever hulp werd verleend aan vragende zwakke kinderen, dan dit zelfs in 't voorgaande jaar 't geval was. De afd. moest dit jaar missen een post van f 270.61 als opbrengst van een operetteavond, maar het weerhield haar niet in plaats van 38 dit jaar 49 jongens en meisjes uit te zen den. De afd. had verder in 1934 niet de be schikking over het aardig douceurtje, dat de KRO.-vloot haar bezorgde in den vorm van 't niet onaanzienlijke bedrag van f 69.10. Evenwel 't belette niet, nog meer toe te geven aan een alleszins gerechtvaar digd gevoel van deernis met 't zwakke kind en 't aantal verpleegdagen op te voe ren, van 1168 tot 1405, waardoor mede de 1320.65 in 1933 op 't aanzienlijk hooger bedrag van f 1727.65 in 1934. De zorgen werden mede uitgestrekt over een paar kinderen, afkomstig van War mond en Zoeterwoude. Vóór dit jaar sloot de rekening in in komsten en uitgaven tot een bedrag van 2072.84. De secr. weet zeker de tolk te zijn van het geheele bestuur, wanneer hij uiting geeft aan gevoelens van dankbaarheid, je gens den directeur van den Geneeskundi gen Dienst en diens trouwe helpster voor de uitnemende en liefdevolle zorgen en voor de groote toewijding, welke zij steeds weer aan den dag leggen bij hun werk in dienst van het zwakke kind. Niet minder geldt dezen dank de Eerw. Zusters van de Vacantiekolonies te Eersel en te Egmond aan Zee, die met trots konden getuigen, dat de toegewezen patiënten respectieve lijk 63,5 en 45,4 kilogram in lichaamsge wicht waren toegenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1