Kan de hier ten lande gevolgde deflatie- politiek tot het beoogde doel leiden? KERKNIEUWS FINANCIëN EN ECONOMIE ZATERDAG 9 MAART 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 ONJUISTE BESTRIJDING VAN DEVALUATIE BINNENLAND „DE DOODE HAND" Stichtingen, genootschappen, vereenigingen enz. en de belasting van de doode hand Naar gebleken is, verkeeren nog steeds een aantal bestuurders van stichtingen, genootschappen bonden, permanente co- mité's, enz. ten onrechte in de meening, dat zulke lichamen niet onder de belasting kunnen vallen of dat hun bestuurders voor die belasting geen aangifte behoeven te doen, indien hun geen aangiftebiljet is ge zonden. Aangezien verzuim van aangifte ieder van de bestuurders kan komen te staan op een geldboete (van ten hoogste 1000), verzoekt men ons erop te wijzen, dat aangifteplicht kan bestaan, ook indien geen aangiftebiljet is uitgereikt. Hoewel de belasting eerst verschuldigd is bij een zuiver vermogen van 11.000, dient reeds aangifte te worden gedaan indien de be zittingen (zonder aftrek van schulden) meer beloopen dan 2500. Bij de bereke ning van die f 2500 behoeft men kerkge bouwen, scholen, armenhuizen, ziekenhui zen, natuurmonumenten en musea in het algemeen niet mede te tellen. De inspecteur der directe belastingen kan vrijstelling verleenen van het doen van volgende aangiften zoolang de belast bare som beneden ƒ1100 blijft. Vain de zijde van het Ministerie van Financiën vernemen wij, dat bestuurders van instellingen, die door dwaling totdus- «rer in verzuim zijn gebleven, niet zullen worden vervolgd, indien zij dat verzuim vóór 31 Maart a.s. herspellen. Als herstel van verzuim zal in dit geval reeds be schouwd worden het vragen van een aan giftebiljet aan den inspecteur der directe belastingen. DE SIGARENTNDUSTRIE Loonsverlaging gaat 1 April e.k. in In verband met de voorgenomen loons verlaging in de sigarenindustrie is na over leg tusschen het Noordelijk en Zuidelijk Verbond van sigarenfabrikanten thans be sloten, om deze verlaging unaniem op 1 April e.k. door te voeren. DE „FLORA"-TENTOONSTELLING. Het stoppen van treinen ite Heemstede Aerdenhout. Men deelt ons mede, dat in verband met de bloemententoonstelling te Heemstee onderstaande treinen óók te Heemstede Aerdenhout zullen stoppen tot het opnemen en uitlaten van reizigers: trein 1039 (Haar lem Vertrek 10.01), trein 1051 (Haarlem V. 11.01), trein 1069 (Haarlem (V. 13.01), trein 1079 (Haarlem V. 1401) trein 1039 (Haar lem V. 15.01), trein 1099 (Haarlem V. 16.01), trein 1111 (Haarlem V. 17.01), trein 1121 (Haarlem V. 18.01), trein 1141 (Haar lem V. 20.01), trein 1151 (Haarlem V. 21.01), trein 1161 (Haarlem V. 22.01), trein 1175 (Haarlem V. 23.01). Trein 1050 (Leiden Vertrek 10.06), trein 1058 (Leiden V. 11.06), trein 1074 (Leidon V. 13.06), trein 1088 (Leiden 14.06), trein 1094 (Leiden V. 15.06), trein 1108 (Leiden V. 16.06), trein 1120 (Leiden V. 17.06), trein 11.40 (Leiden V 19.06), trein 1148 (Leiden V. 20.06), trein 1178 (Leiden V. 22.36). Priesterjubilea Priesters van het H. Hart van Jezus In het vorig artikel werd uiteengezet, dat men hier de deflatie-politiek niet conse quent doorvoeren kan, voorzoover het de publieke schuld betreft, terwijl men voor een ander deel voor de maatregelen, die noodig zijn, terugschrikt. Welke fouten worden nu gemaakt bij de bestrijding van de voorstanders van de valuatie, welke automatisch de scheef ge trokken verhoudingen weer zou rechtzet ten voorzoover betreft valuta-maatregelen van andere landen. Men vergelijkt den toestand, welke ont staan zal na devaluatie, en den toestand, zooals deze nu is. Dit is onjuist; waarbij dan ook nog op merkingen gemaakt worden over het loon zakje met de blinddoek, en de zaak wordt dan aldus gesteld: Als er gedevalueerd wordt ontneemt men een deel der koopkracht aan de loontrek kers. Dit argument geldt nu reeds 3 jaren. Is ook zonder devalueering het loon- en sa laris-bedrag niet achteruitgegaan? Meent men te mogen zeggen, dat we er nu zijn, of zei de Min. Pres. op de ver gadering te Amsterdam niet, dat hij hoopte, dat de aanpassing zich in „een ietwat ver sneld tempo zal voltrekken"? Voor wien geldt die aanpassing? Voor de vaste lasten niet, want daarin wil men niet wettelijk ingrijpen. Tot hoever gaat die aanpassing? Wan neer houdt deze op? Bij aanpassing alléén op loonen en salarissen? Niemand, die het ooit hoort. Het nieuwe bezuinigingsontwerp belooft in dit opzicht ook niet veel goeds. Aanpassing dus op de waardeering van arbeidsdiensten, en niet op diensten van geldleen of gestolden arbeid, zoodat wij dus hier, om gelijk te komen met de con currentie-voor waarden in de ons omlig gende landen, den arbeid lager moeten be talen dan in de landen, die gedevalueerd hebben, waar ook de kapitaalsdiensten in goederen gemeten omlaag gebracht zijn. Het is daarom onjuist te vergelijken na devalutie en nü; men moet vergelijken, na devaluatie en na aanpassing zonder deva luatie. Het is ook onjuist, te verklaren, dat, als de kosten van levensonderhoud niet noe menswaard zouden stijgen, dat dan de de valuatie vruchteloos zou zijn voor de ver houding van den producent en den debi teur. In de Economisch Statistische Berichten heeft Prof. Polak een berekening gegeven die -nog door niemand is aangevochten, dat bij een devalueering van 2533% de kos ten van levensonderhoud niet meer zou den stijgen dan 5 tot 7%. In Engeland is dit ook bewezen. Het zijn n.l. de groot handels- en de klein handelsprijzen welke elkander dichter naderen, omdat ook de lasten op de detailbedrijven etc. minder gaan drukken, alsmede ook de schulden van de overheids bedrijven en belastingen. Dat deze redeneering niet op gaat, blijkt wel hieruit, dat ook na de daling van de prijzen der grondstoffen b.v. van de land bouwproducten op 80% van voor den oor log de kosten van het levensonderhoud nu nog staan op 140% van vóór den oorlog. De vaste kosten van woninghuur, elec- triciteit, waterleiding bleven op het zelfde peil en verwarring trad in, door verhoo- ging personeele belasting, straatbelasting e.a. Het is dus zeer goed mogelijk, dat de prijs der producten zal stijgen, zonder dat een noemenswaardige stijging van de kos ten van 'levensonderhoud zal in treden. Ik voor mij geloof, dat talrijke groepen van overheidsdienaren gaarne deze ver hooging van de kosten van het levensonder houd zouden aanvaarden, b.v. van 5 tot 7%, als zij dan wisten, dat het beroemde aanpassingsproces eens een einde zou heb ben genomen en bovendien, dat dit het be drijfsleven eens verlossen zou van het sloopende gevoel van altijd maar slechter en lager, met steeds grooter werkloosheid als gevolg in het verschiet. De loonen in de onbeschutte bedrijven zouden als de uitkomsten beter werden vanzelf wat hooger worden. „Devaluatie is een sprong in het duister" heeft ook nog niet afgedaan. Mag men nu nog een maatregel welke door 48 landen reeds i^ genomen, met meer of minder suc ces, om het economisch leven weer op gang te brengen, een sprong in het duister noe men? Steken de Jeremias-geluiden, welke men hier hoort van den Min.-Pres., niet zeer ongunstig af bij de redevoeringen van tal van vooraanstaanden in landen welke heb ben gedevalueerd. Is het aantal werkloozen, dat hier ten lande na 1931 met 300.000 is verhoogd en hooger is dan waar ter wereld ook, geen aanklacht tegen de hier gevolgde politiek, evenals het aantal faillissementen? Nie mand zal de Regeering willen of mogen verwijten, dat de toestanden slecht zijn, maar wel mag men er op wijzen, dat de toestand in de niet goudlanden verbeterde, in het zelfde tijdsverloop, dat wij steeds dieper in de crisis geraken. De gemakkelijkste weg. Men zegt nu, dat devaluïsten kiezen den weg van den minsten weerstand, zij willen devaluatie, omdat dit gemakkelijker is, om tot aanpassing te komen. Als.men het zóó zegt is het Juist; zy achten devaluatie een weg, welke tot aan passing leidt en gepaard zal gaan met min der sociale onrust en sociale onrechtvaar digheid, dan de weg, welke de Regeering bewandelen wil, en welke, zooals ik reeds aantoonde, niet consequent bewandeld kan worden, omdat volgens de Grondwet dé publieke schuld buiten het geding blijft. Het ingrijpen in privaatrechtelijke ver houdingen van particulieren zal zich moe ten verlengen in een schakel van opvol gende regelingen, wat naar de ervaring in andere landen wel kan, maar hier niet naar het schijnt. Muntcorrectie bewerkt deze positiever betering automatisch, zonder dat den cre diteur iets wordt afgenomen, wat hem niet onverdiend door een vergrooting van de geldmaat is toegemeten. Deze vergrooting van de geldmaat is veroorzaakt door buitenlandsche invloe den, omdat deze landen hun wisselkoersen veranderd hebben. Het goud gehalte van de munt kèn geen doel op zich zelf zijn voor de Regeering, maar wel het algemeen welzijn en het wel vaar tsstreven. Als nu het algemeen welzijn en het wel- vaartsstreven vragen om een verandering van de goudwaarde van den gulden, dan is er geen enkele reden, waarom de Re geering dit zou moeten nalaten. Het goud gehalte is toch niet iets heiligs, zou ik mee- nen. Nu wordt aangevoerd: wij gelooven ook wel dat het goed zou geweest zijn, als de Regeering had gedevalueerd, gelijk de Oslostaten en Engeland en het Britsche Inperium, maar nu zijn we reeds zoo ver op den weg der deflatie, nu kunnen we niet meer omkeeren. Gij moet dus de Re geering helpen in haar streven om haar doel te bereiken. De vraag is hier maar: komen wij er zoo? En dan geloof ik met vele anderen te mo gen zeggen: wij komen er zoo niet. En dan komt de vraag met het volgende voorbeeld. Om in den Haag te komen, kan ik gaan over Woerden, de weg der devaluatie en b.v. over Leiden (Lijden?), de weg de de flatie. Wij zijn nu eenigen tijd -op den weg der deflatie, maar nu blijken op dien weg der deflatie onoverkomelijke barrières te liggen. Moet ik nu wachten tot dat deze vanzelf verdwijnen of zou het verstandi ger zijn, den gemakkelijksten weg over Woerden te nemen? Daar de weg der deflatie zeer lang en zeer moeilijk is en op tal van plaatsen onbegaanbaar, kiezen steeds meer menschen en ook zeer bekwame menschen, ook in beide Kamers, den weg der deva luatie, die blijkens de ervaring in andere landen (waar men deze al enkele jaren be wandelt) zeer goed begaanbaar is. Die op snelle en automatische wijze een einde zou maken aan den toestand, waarbij aan ons economisch leven door het buiten land voortdurend bloed wordt afg3'.apt, door de valuta-maatregelen. Ik kan ieder waardeeren, welk stand punt hij ook verdedigt. Maar is het nu bil lijk om den voorstanders van devaluatie, van den gemakkelijker tot het doel leiden den weg, gemakzucht te verwijten? Is het gemakzucht, als men om in Londen te komen de boot kiest, in plaats van een weg via Berlijn, Moskou, Tokio en New York te nemen. Immers neen. Is het gemakzucht, als men per vliegtuig naar Batavia reist en niet per roeiboot? Ik kan dat niet bekijken en wij vreezen, dat de Regeering de roeiboot gekozen heeft en dat ondanks het zware werk dat de roeiers verrichten, het scheepje niet ver der zal komen dan de Doode Zee. Ons geheele economische leven wordt beinvloed door den duren gulden. Overal dwingt hij tot Regeerings-ingrijping zoo als ik ook te Amsterdam heb uiteengezet, waar dit anders niet of in veelmindere mate noodig zou zijn. Deze dure 'gulden maakt e 1 k bedrijf, wat met het buiten land moet concurreeren, afhankelijk van regeeringssteun en regeeringsbemoeiingen, die in verschillende bedrijven langzamer hand een verpletterende bedrijfsbelemme- ring gaan vormen en tot een massa onte vredenheid en fraude aanleiding geven. In het derde artikel van Mr. Geise is ook ter sprake gebracht wat ik te Amsterdam over het onrecht der debiteuren aangedaan heb 'gezegd. Mr. Geise geeft toe, dat dit een der sterk ste argumenten tegen deflatie is, doch voegt daar nog wat aan toe. „Dat zulke toestanden ten hemel schrei en, spreekt vanzelf, maar men moet niet vergeten, dat de bezitters van geldvorde ringen wel door de wet beschermd wor den, maar dikwijls weinig aan die bescher ming hebben". Hierover wil ik ook nog iets zeggen. Wanneer treedt de toestand in, dat de geldvorderingbezitters verlies beginnen te lijden in geld? Deze menschen, die „zuinig geweest zijn en iets hebben overgelegd voor den kwa den dag", zooals dit heet, worden niet gestraft door devaluatie. Men wil ze niets ontnemen. Doch wat ze onver diend, te veel ontvangen door een bedriegelijke vergrooting van de geldmaat, dat, wat ontnomen wordt aan een ander deel van ons volk; de ondernemers, die hun geld hebben gebruikt, arbeid hebben laten verrichten, en van wie duizenden tot den bedelstaf zijn gebracht, door den heer- schenden toestand; dat teveel moeten de geldvorderingbezitters missen, om het te geven aan wien het rechtmatig toekomt. Niet wettelijk rechtmatig toekomt, maar uit moreele overwegingen, want wat de wet toelaat is niet altijd moreel te verde digen. St. Thomas zegt: „De menschelijke wet heeft in zooverre kracht van wet, als zij overeenstemt met de gezonde rede en dan is het duidelijk, dat zij een uitvloeisel is van de eeuwige wet. In zooverre de wet a f w ij k t van de gezonde rede, wordt deze onrecht vaardig genoemd en heeft zij niet kracht van wet maar veeleer van een ze kere gewelddadighei d." De gewone man met rechtsgevoel, die dit aanvoelt, zegt „het moest niet mo gen". En, als nu prof. Raaijmakers zegt, dat devalutatie immoreel is, is mij nooit dui delijk, waarom een maatregel, die mis schien wel is voortgevloeid uit het „nood breekt wet", in 48 landen is toegepast, zon der dat daar is gehoord van de onteigening van „weduwen en weezen", want de schrik en spookbeelden, die men hier voorhield bij de devaluatie, zijn daar niet uitgeko men. Waar vallen de slagen? Dit kan men nagaan uit de jaarversla gen der hypotheekbanken en levensver- zekeringsMijen. Het jaarverslag b.v. van de Friesch-Gro- ningsche hypotheekbank geeft aan dat in 1934 weer 20 pet. dividend werd uitge keerd, vorig jaar 22 pet. Er zijn er ook nog van 25 en 35 pet. Dit is dezelfde hypotheekbank die in 1932 29 boeren had geëxecuteerd, maar geen noemenswaardige verliezen had gele den, omdat zij „er in geslaagd was ook het onroerend goed van de bewoners te kun nen benaderen". Toen werd 22 pet. dividend uitgekeerd. Dt tantième uitkeeringen schijnen in de jaarvergadering der hypotheekbanken al tijd zorgvuldig verzwegen te worden. Ik blijf het echter schande noemen, dat men dit hier toelaat, waar men in alle lan den daarvoor waakt en zelfs in een als bar- baarsch genoemd land als Duitschland aan deze renteslavernij radicaal een einde heeft gemaakt, door de bepaling, dat, wanneer geëxecuteerd wordt 20 pet. der vordering vervallen wordt verklaard. Dit is al een geweldige rem. In de Econ. Statistische Berichten van 13 Februari 1935 komt een overzicht voor over het aantal executies en de achterstal lige rente. Daarin wordt geconcludeerd „dat de ach terstallige rente slechts een 1 1/4 bedroeg en de eerste acht maanden van 1934 ver- sterkte uiteraard de conclusie, dat moei- lijk gezed kan worden, dat deze cijfers verontrustend zijn.'? „En dan blijkt de toestand, èn voor wïe hypotheek gaf èn voor wie hypotheek nam, nog wel mee te vallen. Als deze crisis ner gens grooter bezwaren deed ontmoeten, zou men over crisis welhaast niet behoeven te spreken." Wie dit leest wrijft zijn oogen eens uit. Weineen, als het nergens erger was, dan voor deze banken, die alle machtsmidde len in handen hebben, om den eigenaar tot het uiterste te pressen en geheel uit te kleeden, dan is het nog niet slecht. Het aantal faillissementen is sinds 1929 tot 1934 wel verviervoudigd in den land en tuinbouw, wat nog een zeer onzuiver beeld is van den toestand, omdat men om dit uiterste onheil te ontgaan alles op het spel zet, maar de toestand is niet erg, want de hypotheekbanken krijgen op 1 1/4 pet na de rente binnen, welke 1 1/4 pet. meest al voor verweg het grootste deel spoedig daarna toch nog weer binnen komt zegt het verslag. Hieruit ziet men dus, waar de slagen val len al is er dan van een kikker niet veel te plukken. Maar het geheele particulier vermogen van den eigenaar, van de borgen en van de familie vaak ook nog, is al weg, voor dat de credietgever zijn deel te dragen krijgt. Ik ben niet van meening, dat het ei van Columbus gevonden is met devaluatie en dat mijn meening de eenige juiste is, maar ik acht het wel goed dat vooral ook deze zijde van de zaak voortdurend belicht wordt, als het vraagstuk der devaluatie ter sprake komt en de devaluatie onrecht ge noemd wordt. Reeds enkele jaren geleden en regelma tig heb ik op deze gronden devaluatie ver dedigd, óók toen het nog onbehoorlijk werd geacht dit te doen. „Zij die gelooven kaarten niet", zoo is het ook hiermede. Als men het vaste 1 as tenprobleem niet radicaal ter hand neemt, dan lost dit zich zelf ongetwijfeld op door devaluatie, maar elke dag, dien men hier mede wacht, laat men het wreede spel door gaan, dat de werker onteigend wordt, ten bate van den geldbezitter en dat deze straks ten onrechte van die devalua tie gaat profiteeren. Waar de Staat als rechtsbeginsel heeft, de eerzaam tot tsand gekomen vermogens en bezitsverhoudingen te eerbiedigen en niet aan te tasten en niet ingrijpen wil in de vaste lasten rechtstreeks, schiet hij zon der devalueering in dit opzicht m.i. hierin schromelijk tekort. Ons land experimenteert verder om zich aan de consequenties van het aanvaarde monetaire systeem te ontworstelen. Het economisch leven is vastgeloopen, mede, omdat de Regeering in de o nmoge- lijkheid verkeert, de elasticiteit in onze volkshuishouding te herstellen. De muur van vaste lasten is bij deflatie- politiek slechts tot op zekere hoogte voor verlaging vatbaar. Het is daarom, dat de devaluisten niet o n n o o d i g den gemakkelijken weg der devaluatie aanprijzen. M. P. v. d. WEIJDEN. KROON EN SALARISVERLAGING Schorsing der beraadslagingen De Tweede Kamer aanvaarde gisteren middag met 48 tegen 42 stemmen een amendement-Suring, waardoor in de ge meentewet zou worden neergelegd, dat de Kroon alleen ten aanzien van de salaris- I regeling van lagere publiekrechtelijke or ganen mag ingrijpen, indien zich daarin excessen voordoen. Tegen het amendement stemden de Anti- Revolutionnairen, Christ. Historischen, Staatkundig-Gereformeerden, Liberalen, Vrijzinnig-Democraten (uitgezonderd de heeren Kooiman en Ketelaar) en de Roomsch-Katholieken Schaepman, v. d. Put. Kortenhorst, Moller, Droesen en Ruys de Beerenbrouck. Na dit votum vroeg minister De Wilde schorsing van de beraadslaging. DE BOTERPRIJZEN EN HET BAKKERSBEDRIJF Een adres van de Ned. Ver. van werkgevers in het bakkersbedrijf De Ned. Ver. van werkgevers in het oakkersbedryf heeft zich met een adres gericht tot den minister van oeconomische zaken ten einde te wijzen op een toestand, die naar haar meening niet langer mag blijven voortbestaan. De Nederlandsche bakkerij gebruikt in haar banketartikelen bijna geen Holland- sche natuurboter meer. De prijs daarvan is ten gevolge van de crisismaatregelen zóó hoog, dat het verwerken van natuur boter, vooral nu het publiek uitsluitend interesse heeft voor goedkoope artikelen, onmogelijk is. Er worden derhalve aller lei surrogaten verwerkt, die voor een deel bestaan uit buitenlandsche grondstoffen. Adressante wijst nu op het onlogische van één en ander. Wij koopen met onzen du ren Hollandschen gulden buitenlandsche vetten en traan en eten de daarvan ver vaardigde producten hier te lande op. Daarentegen verkoopen wij onze eigen na tuurboter tegen spotprijzen aan het bui tenland aldus adr. Adressante ve- -t óf d°n boterorijs over de geheele linie te verlagen, óf al thans voor de bakkers en banketbakkers de mogelijkheid te openen, goedkoopere boter te betrekken. BEDRUFSRAAD IN HET SCHILDERS- De volgende paters zijn niet op 31 Mrt., zooals eerst gemeld werd, doch op 30 Sep tember a.s. 12'A jaar priesters: pater Her. Jos. v. d. Acker, administrator te Heer; pa ter Franc. Elshof, missionaris te Leopoldi- na (Brazilië); pater Fred. Andreas Brus sel kapelaan te Amsterdam; pater Bern. Franc, Sal. Hampsink, novicenmeester te Heer; pater Arn. Mart. de Leest, missio naris te Avakubi (Belg. Congo)); pater Car. C. Bor, Knell, leeraar te Helmond. INTERNATIONALE STEM VOOR DEN GOUDEN STANDAARD Te Londen heeft deze week vergaderd de Internationale Conferentie voor Monetaire vraagstukken, welke vergadering gehou den werd onder de auspiciën van de Car- negie-Stichling voor den Vrede, en waar in België, Canada, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Zweden en de Vereenigde Staten verte genwoordigd waren. In haar resolutie beveelt deze conferentie aan, dat de regeeringen der voornaamste landen, in de eerste plaats echter Frank rijk, Engeland en de Vereenigde Staten, zonder verwijl met elkaar zullen beraad slagen, ten einde een voorloopige stabili satie op goudbasis te bereiken, met als uiteindelijk doel, een eventueel herstel van den gouden standaard in de geheele we reld. Voorts beveelt >de conferentie aan een versterking van den Volkenbond, veelvul dige beraadslagingen tusschen de naties op voet van gelijkheid en de wensche- lijkheid om groepen van landen te vor men, die den vrijhandel handhaven of slechts lage tarieven, zulks op basis van het verdrag van Ouchy. A.S. ZONDAG: Terrein A 12.30 uur: R.WJ). I—MEERBURG L Terrein D 12.30 nor: R.WJD. HSJH.C. H. Terrein A BEDRIJF Naar de Volkskrant verneemt ligt het in het voornemen van den minister van Sociale Zaken de totstandkoming te be vorderen van een bedrijfsraad voor het schildersbedrjj f Het betreffende ontwerp-koninklijk be sluit bepaalt het aantal leden en plaats vervangende leden van den bedrijfsraad op 12. Gelet op art. 3, derde lid, der Be- drijfsradenwet, worden door den minister als vakvereenigingen van werkgevers en van arbeiders, die aan de samenstelling van den bedrijfsraad kunnen deelnemen, aangewezen: de Bond van Nederl. Schil derspatroons; de Nederl. R.K. Bond van Schilderspatroons St. Lucas; de Nederl. Bond van Christelijke Schilde^spatroons; de Friesche Schildersvereeniging; de Ne derl. Schildersgezellenbond; de NederL R.K. Bouwvakarbeidersbond St. Joseph; de Nederl. Christelijke Bouwarbeiders- bond; onder bepaling, dat de onder le, 2e, 5e, 6e en 7e genoemde organisaties elk twee leden, de onder 3e en 4e genoemde orga nisaties elk één lid met hun plaatsver vangers kunnen benoemen. Door den R.K. Bouwvakarbeidersbond zijn als lid van den bedrijfsraad aange wezen Th. de Brouwer en A. J. M. Gom- mers en als plaatsvervangend lid A. L. Vol- iaerts en L. Voorham 2 uur: LEIDEN I-V.V.E. I ENTREE 20 EN 10 CENT. SPORT VOETBAL Sportman IRouwkoop I. Deze morgen te spelen wedstrijd is be langrijk voor beide partijen en zal aanvan gen om half drie, Sportman-terrein, Groen- oordstraat. BILJARTEN J. BruinninckxB. de Roo. De uitslag van den vriendschappelijk gespeelden wedstrijd luidt: B. de Roo (400) 221 43 33 5.13 J. Bruinninckx (600) 600 43 71 13.95 Maandagavond speelt J. Bruinninckx wederom tegen B. Teegelaar bij den heer G. Teegelaar, en Woensdagavond bij den heer A. Verstraaten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6