HULP IN NOOD
HONIG '5 BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcl
ZATERDAG 2 MAART 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
HET MINISTERIEELE REIS- SEIZOEN IS GEOPEND. WAAROVER
DE BESPREKINGEN GAAN. DE CAPUTILATIE VAN DE NAZI'S IN
OOSTENRIJK. HET ITA LIAANSCHE GRENSGESCHIL MET
ABESSYNIë.
Reizende ministers. Het mi-
nisterieele reis-seizoen schijnt weer aan te
breken en evenals het verschijnen van
het gewone toeristen-reisseizoen wijst op
het naderen van den zomer, zoo is het
reizen van ministers een aanduiding van
beter weer in de Europeesche politiek. Het
is een aanduiding, meer niet, het is nog
geen waarborg voor bestendige verbete
ring. Zoodra een minister van een bepaald
land gaat confereeren met z'n collega's in
een ander land, is dat een bewijs, dat de
daaraan voorafgegane diplomatieke onder
handelingen zoover gevorderd zijn, dat er
een redelijk perspectief bestaat op suc
ces, wanneer de bazen persoonlijk eens
met elkaar gaan praten. Vandaar dat na
zulke conferenties er gewoonlijk een com
muniqué verschijnt, waarin „onthuld"
wordt, dat de beide partijen hebben ge
sproken over verschilende problemen wel
ke hun beider landen betreffen (heel dui
delijk, niet waar, maar u weet nog niets)
en dat een opmerkelijke eenstemmigheid
van beider standpunten kan worden gecon
stateerd.
Gelukkig zijn er behalve de niets zeggen
de communiqué's nog andere kanalen,
waarlangs de uitslag der gehouden bespre
kingen bekend kan worden, maar deze
6taan altijd min of meer onder den in
vloed van het combinatie-vermogen der
berichtgevers.
Maar hoe het ook zij, de Oostenrijksche
bondskanselier Schuschnigg is met zijn
minister van buitenlandsche zaken Frei-
herr Berger-Waldenegg op reis geweest
naar Parijs en Londen en naar alle klaar
blijkelijkheid is de uitslag pleizierig ge
weest voor alle partijen. Straks gaat de
Engelsche minister sir John Simon pra
ten met Hitier en mogelijk ook met de
heeren te Moskou, Warschau en Praag.
Wie een beetje combinatie-vermogen heeft
behoeft geen communiqué om te"weten hoe
de vork in den steel zit. -
Simon—Hitier. Zooals onze le
zers zich herinneren zullen, heeft Engeland
er bij Duitschland op aangedrongen, dat
niet alleen het te Londen voorgestelde
luchtpact een onderwerp van bespreking
zou uitmaken, maar alle Londensche voor
stellen tegelijk, omdat deze één geheel uit
maken. Berlijn heeft aan dezen aandrang
gevolg gegeven zoodat nu de volgende
week Hitler met sir John Simon niet al
leen het luchtpact zal bespreken, hetwelk
feitelijk de erkenning inhoudt van den
stand van Duitschlands luchtbewapening,
doch ook het Oost- en Donaupact, voor
welker verwezenlijking de Duitsche me
dewerking een essentieele factor is. Deze
medewerking zal echter niet zoo gemakke
lijk te verkrijgen zijn als die voor het
luchtpact. Ten opzichte van het oostpact
toch geldt, zooals men weet, als voor
naamste bezwaar, dat Duitschland (en
Polen) zich niet de handen wil laten bin
den ten opzichte van Rusland; wat het
Donaupact betreft blijft het streven naar
behx.arsching van Oostenrijk een beslissen
de factor in de Berlij^che politiek.
Schuschnigg heeft te Parijs en Londen
te kennen gegeven, dat Oostenrijk geen
„voogdij" en geen „bescherming" wenscht,
maar een onafhankelijke positie wil inne
men en alleen iets voelt voor een weder -
zijdsch garantie-pact. Dit streven juicht
men te Londen en Parijs toe, en daarmee
krygt het Donau-pact weer een kans van
slagen.
Capitulatie. Opmerking ver
dient het samenvallen van de Fransch-
Engelsch-Oostenrijksche besprekingen en
de a.s onderhandelingen te Berlijn met de
„capitulatie" van de illegale nationaal-so-
cialistische partij in Opper-Oostenrijk. Wel
iswaar werd deze sinds November door de
autoriteiten het vuur na aan de schenen
gelegd; doch de „bekeering" van deze on
vermoeibare bestokers van de regeering,
juist op dit oogenblik, geeft te denken. De
secretaris-generaal van het Vaderlandsche
front, kolonel Adam, heeft dan ook zijn
wantrouwen niet onder stoelen en banken
De vraag rijst of hier niet de invloed van
Berlijn werkzaam is, dat gaarne thans de
onrust over de nat.-soc. bedoelingen bij de
in den laatsten tijd herleefde actie, zal
willen doen verdwijnen. Daarnevens wordt
de veronderstelling geopperd, dat men te
doen heeft met een manoeuvre, eenerzijds
om, na opneming daarin, beter het Vader
landsche front van binnenuit te kunnen
uithollen; anderzijds om de aandacht af
te leiden van de vorming van een nat.-
soc. georiënteerde nieuwe partij onder on
bekende en niet gecompromitteerde lei
ders.
Wat de werkelijke bedoeling is van de
capitulatie, zal intusschen nader moeten
blijken.
In ieder geval echter beteekent het aan
bod tot ontbinding van de nat.-soc. partij
in Opper-Oostenrijk een nieuwe phase in
de binnenlandsche politiek, welke van be-
teekenis belooft te worden voor de ver
dere ontwikkeling daarvan.
En tevens voor de versterking of ver
zwakking van de positie van Oostenrijks
regeering naar binnen en naar buiten.
Licht en schaduw. Terwijl bo
venstaande beschouwingen eenig gema
tigd optimisme wettigen, wij zouden er
de gisteren plaats gehad hebbende terug
keer van het Saargebied tot Duitschland
nog aan toe kunnen voegen ontwikkelt
zich de situatie in de meer „onbeschaafde"
deelen van de wereld minder geruststel
lend. Paraguay, dat zich niet stoort aan de
aanbevelingen van den Volkenbond en dat
als gevolg daarvan zich den strafmaatre
gel op "den hals heeft gehaald, dat het wa
pen-embargo voor zijn tegenstander Boli
via is opgeheven heeft geantwoord met
de opzegging van zijn lidmaatschap van
den Volkenbond. Het is daarbij in gezel
schap gekomen van Japan en Duitschland.
Overigens zal de uittreding van Paraguay,
dat te Genève nog voor een belangrijk be-
AUTOMAAT:
ROLFILMS
Breestraat 79 hoek Diefsteeg
Ontwikkelen en afdrukken
voor Amateurs
SPORT
drag aan achterstallige contributie in het
krijt staat, niet als een ramp worden be
schouwd.
In Afrika is het conflict tusschen Italië
en Abessynië nog steeds niet geregeld.
Beide partijen doen erg welwillend en
vredelievend, maar Italië gaat door met
troepen te zenden naar het grensgebied
en dat belooft niet veel goeds. Niet, dat
Italië eenige bedoeling heeft om een aan
val op Abessynië te doen, want dat is een
vrij hopelooze onderneming, gezien den
aard van het Afrikaansche land en het
moordende klimaat. Italië zal tot een aan-
vals-campagne des te minder geneigd zijn,
nu het op 1 Maart juist den dag herdacht
heeft, waarop het in 1896 den slag bij
Adoea tegen den Abessynischen koning
Menelik verloor. Duizenden Italianen wer
den toen door de troepen van den zwarten
heerscher in de pan gehakt.
De tegenwoordige „koning der konin
gen" is heel wat vredelievender, want blij
kens een plechtige verklaring van den
Abessynischen zaakgelastigde te Rome, af
gelegd in naam van keizer Hailé Selassie,
denkt Abessynië er niet aan, om Ita-
liaansch grondgebied aan te tasten. Wij
gelooven het graag, maar of de wilde
grensstammen, waarvan het keizerlijk ge
zag gelijk nul is, daar ook zoo over den
ken, is aan gerechten twijfel onderhevig.
Italië schuift dit feit natuurlijk naar vo
ren ter rechtvaardiging van zijn troepen
zendingen. Doch zoo onschuldig is de zaak
niet. Er is ni. een grensstrook, welke bron
nen en weide-velden bevat (een begee-
renswaardig goed in deze streken) en op
dit stuk grond heeft Italië beslag gelegd.
Italië beweert, dat het Italiaansch, Abes
synië, dat het Abessynisch grondgebied is.
Er is alle reden om aan te nemen, dat de
Abessyniërs recht van spreken hebben.
Daarvoor pleiten de volgende omstandig
heden. Betrouwbare en deskundige En
gelsche getuigen, die het incident van Oeal-
Oeal hebben zien ontstaan, geven de heele
schuld aan de Italianen, die ver op Abes
synisch gebied waren doorgedrongen. Ita
lië weigert arbitrage. Verder heeft het
zich er tegen verzet, dat Belgische en
Zweedsche instrutceurs van het Abessy-
nische leger, die deregeering van Addis
Abeba tot leden van de Abessynische com
missie voor de grensafbakening had willen
benoemen, aan dit werk deelnemen. Italië
wil dus geen neutrale getuigen met gezag
in Europa bij de zaak gemoeid hebben.
Italië begeert bronnen en weidevelden, en
Abessynië zal tevreden moeten zijn, dat
het er dezen keer nog zoo goedkoop af
komt. Dat is de „moraal" van de geschie
denis.
VOETBAL
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
ZAL LEIDEN ZICH REDDEN?
,De programma's worden als maar klei
ner. De Westelijke 1ste klasse van Afd. II
heeft nog slechts 17 wedstrijden op het
programma en indien de dag van morgen
een normaal verloop heeft, wordt dit aantal
weer met vijf verminderd.
Nu de beslissing inzake het kampioen
schap in het voordeel van H. B. C. is be
slecht, blijft nog slechts de belangstelling
voor de laatste plaats.
Het ziet er voor T. Y. B. B. inderdaad
hopeloos uit. Met twee wedstrijden méér
gespeeld, heeft de Haarlemsche club nog
één punt minder ook dan D. H. L. De Delft-
sche club nu kan uit de vijf resteerende
wedstrijden genoeg punten halen en morgen
tegen Santpoort hebben de Delftenaars
reeds een kans, wijl er voor Santpoort niets
meer op het spel staat. Voor Leonidas is
dat ook wel het geval, maar de Rotter
dammers zijn thuis lastige tegenstanders,
zoodat T. Y. B. B. daar nog niet gewonnen
heeft. S. J. C. speelt in Loosduinen tegen
G. D. A. Een strijd tusschen gelijkwaardige
krachten, waarbij een puntenverdeeling
mogelijk het resultaat is. H. B. C.Graaf
Willem gaat in Heemstede. Deze strijd
heeft nu veel van zijn aantrekkingskracht
verloren, maar H. B. C. zal toch wel win
nen.
In de 2e klasse E. duurt de strijd om de
laatste plaats eveneens nog steeds voort.
Leiden is nog steeds niet veilig, zelfs niet
al wint zij morgen van Blauw Zwart, want
Wilhelmus zal haar kans tegen V. V. E. wel
danig verdedigen.
De laatste wedstrijd van Leiden moet
dan nog de beslissing brengen. Wat er ge
beurt. als Leiden morgen verliest en Wil
helmus zou winnen? Dan speelt Leiden de
gradatiewedstrijden.
In de 2e klasse B. kan Excelsior morgen
kampioen zijn, indien van de Spartaan-
reserven wordt gewonnen. Zoo heel zeker
zijn we daar nog niet van. Oliveo krijgt
bezoek van DONK, waartegen twee weken
geleden in Gouda werd gelijk gespeeld.
Dus, zouden de Gouwenaars morgen eigen
lijk moeten verliezen. Maar dan zal Oliveo
heel wat beter moeten spelen dan Lenig
en Snel jl. Zondag. Graaf Floris kan mor
gen tenslotte winnen van haar stadgenoo-
ten-hekkesluiters.
Wedstrijdprogrramma voor a.s. Zondag.
Zuid I le k 1.: VolhardingCaesar,
KerkradeSitt. Boys; ChèvremontRKO
NS; KNV—Valkenburg.
Z u i d II 1 e k 1Kolping—SVB.
Oost le k L: Vosta's Heerenberg;
QuickEraos.
West I lekl.: Volendam—VIC; WZ—
DEM; De Meer—EMM; SDO—Wilskracht.
West II 1 e k 1.: DHLSantpoort; HBC
Graaf Willem; GDASJC; Spartaan
Onze Gezellen; LeonidasTYBB.
West 2e kl. A.: WilhelmusWE; Lei
denBlauw Zwart.
West 2e kl.: B.: ExcelsiorSpartaan
H; OliveoDONK; L. en Sn.Gr. Floris.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
AFDEELING CENTRUM.
le kL B.: ConcordiaDOS; v. Nispen
BSM; VogelenzangSt. Martinus.
Res. 1 e k 1. A.: Onze Gez. IIDe Meer
II; Volendam HlSantpoort IH; RKAV n
Lisse H.
2 e k 1. B.: DOS 2—SJC 2, HBC 3—NVC;
Geel Wit 2KRV; Teylingen 2—DSS 2.
BEZOEKT a.s. Zondag
R.K. SPORTPARK „HAACWEG"
TERREIN A.
2 uur:
Leiden I - Blauw Zwart
TERREIN D.
2 uur: KOLPINGS BOYS A-JUN.—ST.
BERNARDÜS A-JUN.
TERREIN B.
2 uur: R. W. D. A-JUN.—K. R. V. A-JUN.
TERREIN C.
2 uur: STICK (Dames)—AMSTERDAM
(Dames).
Entree: 20 en 10 ct. 90s
3 e k 1. B.: ForeholteSNA; Meerburg
Steeds Hooger; St. Bernard usAdolf Kol
ping; WSBMajella.
Res. 3 e k 1. D.: Geel Wit 3Lisse 4,
BSM 2Onze Gezellen 3.
Res. 3e kl. E.: Teylingen 3DOS 3
(12.30 uur).
4 e k 1. A.: DSVNic. Boys.
4e kl. B.: TYBB 5—WF; DSS 3—OIV
2, Santpoort 6Geel Wit 4.
R e s. 4 e k 1. F.: Onze Gez. 4Teylingen 4
Res. 4e kl. G.: Adolf Kolping 2Kolp.
Boys 2, KRV 2—SMC 3, KRV 3—Steeds
Hooger 3 (12.30 uur).
Res. 4 e k 1. H.: DOS 5—Nic. Boys 2
(12.30 uur); Steeds Hooger 2AVB 2; Ma
jella 2—ODI 3.
Res. 4e kl. I: SMC 2—SNA 2; WL 2—
ODI 2.
Res. 4e kl. K.: Concordia 4—BSM 4,
TYBB 8—Lisse 5; DEM 5—Alliance 2; OIV
3HBC 5; Santpoort 5TYBB 6.
AFDEELING ZUED.
lekl. A.: RIA—HVC; Valkeniers—SVT;
RAVA—Velo; KRVCDFC.
2e kl. C.: UnioTrekvogels; Donk 3
WSE.
3 e k 1. B.: Alph. Boys 2Unio 2,
Res. 3 e kl. A.: KRVC 2—AW 2 (12.30
uur; GDA IVRava 2; L. en Sn. 3Blauw
Zwart 3 (12.30 uur).
4e kl. C.: Unio 3Trekvogels 3.
Junioren-Competitie District Leiden.
Wedstrijdprogramma voor a-s. Zondag.
A f d. A: Lisse aTeylingen a, 12.30 uur,
H. B. v. Veelen; RWDaKRVa, 2 uur, P. P.
SpeeL
Afd. B: Kolp. Boys aSt. Bernardus a,
2 uur, C. v. Rooden.
Afd. C.: MeerburghWLb, 12.30 uur,
P. Brugman; Foreholte bTeylingen b 12.30
uur, P. v. d. Meijden; NVCc—KRVb, 12.30
uur, F. Homan; SMCaASCa, 12.30 uur,
G. E. Bakker.
Afd. D: Nicolaas Boys aDOSb, 2 uur,
N. Vonderbank; Majella aVCHa, 12.30 uur,
L. N. v. Ruiten.
DISTRICT LEIDEN.
Bijeenkomst van HJH. Scheidsrechters.
Donderdagavond hield de Scheidsrech-
ters-commissie District Leiden haar vierde
bijeenkomst van heeren Scheidsrechters.
Het doel van dezen avond was hoofdzakelijk
gewijd aan het doen stellen van schrifte
lijke vragen omtrent de voetbal-spelregels.
Na dat elke scheidsrechter hieraan vol
daan had, werd door den heer Jac. Hooge-
boom uit tHeemstede iedere vraag op de
juiste wijze toegelicht of uiteengezet.
De Scheidsrechters die dezen avond ver
hinderd waren, worden verzocht zoo spoe
dig mogelijk zich tot één van de leden der
commissie te wenden om alsnog de vragen
lijst in te /uilen.
Met voldoening kan bovengenoemde com
missie de verdere aankomende bijeenkom
sten tegemoet zien, alzoo op Donderdag 14
Maart a.s'., 8 uur, in Café Rest. „Royal",
Douzastraat te Leiden.
De Scheidsrechter-commissie,
C. M. v. d. Geer, voorzitter.
Joh. Meijer, secretaris.
FEUILLETON.
Li-Weng-Ho, de mandarijn.
Uit het Engelsch,
door
BEN BOLT.
'Nadruk verboden).
45)
Hij hoorde Ching naar het houten tralie
werk gaan en hem na korten tijd met iets
van onderdrukte uitgelatenheid in zijn
stem zeggen:
„Niemand zien. Weten met van het raam
of niet gelooven wij daaruit durven."
Forsyth ging nu zelf uit het raam kij
ken. De binnenplaats beneden lag geheel
in het donker, en er bewoog zich niets. Hij
luisterde een volle minuut. Behalve het
getik van druppels regenwater uit den
dakgoot was alles stil.
„Veilig genoeg, Ching. En het is niet een
zoo'n heele groote sprong. Drie a vier me
ter.
Een licht gébrom vanaf den grond, dat
hem abrupt deed zwijgen wees er op dat
de bewustelooze zoon van het Hemelsche
Rijk uit zijn verdooving ging ontwaken.
Ching schoot toe, liet zich op den man val
len en van den grond af hoorde de dokter
zijn tochtgenoot spreken.
„Deze knaap vastbinden, dokter For
syth. Bederft onze kans als wij dat niet
doen."
Ching kreeg opeens een luisterrijk idee.
„Vastbinden", ging hij voort met een gor
gelend lachje, „en dan in een doodkist
met hem. Misschien vinden ze hem van
daag of morgen, mischien ook niet. Komt
er niet op aan. Hij ruste in vrede!"
Weer liet de Chinees zijn genoegelijken
lach hooren en was eenigen tijd druk
doende in de duisternis. Toen kondigde hij
aan: „Klaar voor de doodkist."
Zij tastten hun weg tot waar de dood
kisten stonden en verwijderden van een
het zware deksel. Daarop droegen zij den
gebonden man er heen, legden hem in de
kist en deden het deksel er weer op.
„In orde, hoor!" grinnikte Ching. „Die
kan voorlopig geen kwaad."
„Neen", stemde Forsyth toe. „Maar het
wordt toch tijd, dat we vertrekken, Ching.
Die heeren mochten het eens in hun
hoofd krijgen hier een onderzoek in te
stellen."
„Goed, dokter Forsyth. Ik ga eerst. Zal
roepen als er iemand is!"
Hij klom uit het raamkozijn, bleef een
oogenblik hangen aan zijn handen en liet
zich vervolgens vallen. Forsyth hoorde
een plons in den modder beneden, en toen
een gefluister:
„Ik ben er, dokter!"
„Opzij," fluisterde Dick terug. Het vol
gend oogenblik liet ook hij zich zakken om
veilig op zijn beenen terecht te komen.
Een paar seconden bleven zij onbeweeg
lijk staan luisteren. Binnen in de herberg
was alles rustig en zoo zacht zij konden
gingen zij naar den muur die om de her
berg heen liep om naar de poort te tasten.
Ching vond hem.
„Poort open,", berichtte hij. „Hebben hem
niet dichtgemaakt achter Ah Yeo.
Ze slopen naar buiten, liepen op de
dorpsstraat en keken achterom. Een zwak
schijnsel was zichtbaar aan de voorzijde
van de „Herberg van den Eeuwigdurenden
Voorspoed", maar er was geen mensch in
de omgeving en toen ze daar in den regen
stonden kwam Ching met de vraag:
„Welke weg gaan we?"
„De weg naar de heuvels. Ah Yeo zal
trachten zoo gauw mogelijk Pi-Chow te
bereiken en den weg vanwaar wij geko
men zijn is de eenige die er heen schijnt te
voeren. We moeten ze zien in te halen
voordat ze de heuvels overgestoken zijn."
XXIV
Roovers.
Dokter Dick Forsyth en zijn metgezel
sloegen den weg in, die over de heuvelen
naar Pi-Chow voert, maar toen zij het dorp
veilig en wel gepasseerd waren hielden zij
stil om hun wonden te verbinden, die ge
lukkig niet van ernstigen aard waren.
Daarop vervolgden zij hun tocht door den
druiligen regen.
Meer dan eens poosden zij om te luiste
ren, maar geen geluid drong tot hen door.
Daar zij zich echter zeker voelden, dat Ah
Yeo en zijn troep den koristen weg terug
naar Pi-Chow zouden nemen, haastten zij
zich zooveel mogelijk.
Ze reisden zoowat twee uur, zonder eenig
teeken van het gezelschap, dat zij achter
volgden te bespeuren en toen overviel hen
de twijfel.
„Veronderstel, Ah Yeo neemt een ande
ren weg?" vroeg Ching plotseling.
„Dan zijn we ongelukkig", verklaarde
Forsyth pesimistisch. „En ik heb koelies
gekend, die renden met een stoel als er
haast bij was."
„Maar Ah Yeo heeft geen haast te ma
ken" wierp de Chinees tegen. „Hij denkt
wij goed opgeborgen in de kamer, mis
schien' dood! En een Chinaman hij rent niet
als hij kan wandelen. Neen, misschien
wachten zij wel ergens op de mannen van
de herberg en wij komen hen onderweg te
gen."
„Dat is niet uitgesloten, maar...." Hij
brak plotseling af, nam zijn metgezel bij
den arm en hield hem staande. „Wat was
dat, Ching?"
„Ik hoor niets en kan niets zien." Toen
herhaalde zich het geluid, dat Forsyth had
doen stilstaan.
„Man ergens", fluisterde Ching. „Hij
kreunde. Gewond zeker."
„Wij moeten hem probeeren te vinden.
Hij zou ons van nut kunnen zijn. Wie weet
of hij
Het gekreun klonk opnieuw en op het
geluid afgaande, ontdekten ze eenige mi
nuten verderop een man, die langs den
kant van den weg lag. Dat hij gewond was,
was onmiddellijk te zien op de manier
waarop hij lag, met een been dubbelgesla-
gen onder hem. Dat dit been gebroken was
behoefde voor den dokter geen nader on
derzoek.
„Help me om hem op te tillen, Ching",
beval Forsyth. „Pak hem bij de schouders,
dan zal ik naar zijn been kijken"
Zoo voorzichtig als hij kon, strekte den
Engelschman het been uit, hetgeen alles
was, wat hij op dit moment voor den ge
wonde kon doen, daarna begon Ching een
ondervraging. De man sprak een dialect,
dat den dokter onbekend was en dat zelfs
Ching slechts met moeite kon verstaan,
maar plosteling gaf Ching een schreeuw
van verrassing.
„Wat is er", vroeg Forsyth snel. „Is het
een" man van Li Weng-Ho?"
„Neen, hij is zelfs geen eigenlijke China
man. Hij hoort tot een heuvelstam.roo-
ver!"
„Roover?"
„Ja, roovers", bevestigde Ching, „wo
nen in de heuvels, trekken zich niets aan
van mandarijn en proclamaties, pakken
wat zij willen. Hij weet wat."
Hü keerde zich opnieuw naar den gewon
de, en vervolgde zijn verhoor. Het kostte
Forsyth moeite zijn geduld niet te verlie
zen tijdens de vrij langdurige conversa
tie en hij slaakte een zucht van verlich
ting toen Ching zich weer tot hem wendde
om verslag uit te brengen.
„Hij behoort tot roovers, net als ik u
zeg. Dokter Forsyth, vertelt hij, komt met
andere mannen in dorp om te stelen en ont
moet gezelschap, dat den anderen weg op
gaat met een dame in een stoel. Zij val
len aan en de mannen loopen allemaal weg
behalve een, die zij gevangene nemen met
de dame."
„Ja. Hij denkt zij laten hen vrijkoopen
tegen veel geld."
„Je bedoelt, dat zij ze vasthouden voor
een losprijs?"
„Ja. Hij zegt het hem niet kan schelen,
wat er met de roovers gebeurt, omdat toen
hij viel en een been brak zij hem aan zijn
lot overgelaten..Laten hem hier doodgaan
als een hond."
„Ik ben bang, dat wij hem ook zullen
moeten achterlaten, Ching. We kunnen hem
niet meenemen en we kunnen ook niet te
rug gaan naar de herberg om hulp voor
hem te requireeren, maar als hij tot mor
gen in leven blijft, zal een of ander hem
ongetwijfeld vinden.
(Wordt vervolgd.)