HosjfosaoeMl NOG ZIJN FLORA'S POORTEN GESLOTEN ÏYtciOXt ÏUuUM. UvdÜL, ll ÏUuicrP VRIJDAG 1 MAART 1935 DE LEJDSCHE COURANT VIERDE BLAD. - PAG. 13 VQAGEM OVEQ OMJ GELOOF OPENING OVER TWEE WEKEN XI Vraag 45: Ik las laatst in een artikel in een onzer bekendste apologetische maand schriften: „doch een volmaakte wereld kan zelfs Gods Almacht niet scheppen". Is dit niet volkomen in strijd met ons Catechis mus-antwoord: „Ja, God kan alles, wat Hij wil: Hij is Almachtig5'? Antwoord: Neen volstrekt niet. God kan óók geen roode bloem scheppen, die blauw is, noch water dat niet vochtig is, noch en dit is het meest gebruikte voorbeeld een vierkante cirkel! En toch is God daar om niet minder almachtig. Waarom niet? Omdat die begrippen absoluut tegenstrij dig zijn en zelfs niet gedacht kunnen wor den als bestaanbaar, m.a.w. volslagen non sens zijn; een cirkel bijv. kan men zich niet vierkant denken, men denkt zich dan óf een cirkel óf een vierkant. Want een cirkel, die vierkant zou zijn is geen cirkel, daar een cirkel immers wezenlijk r o n d is! Zoo is ook een volmaakte geschapen we reld onmogelijk als bestaanbaar te denken. Waarom niet? Zulk een wereld moest dan oneindig volmaakt zijn, immers, zoo lang er nog een of andere, volmaaktheid aan ontbrak, zou er nog iets „op aan te merken" zijn. Welnu, oneindig volmaakt is alléén een wezen, dat Uit zichzelf in on eindige mate alle goede eigenschappen heeft. Uit zichzelf: want als dat wezen ook maar in iets van een ander wezen afhan kelijk is, dan is het niet oneindig vol maakt: het steunt op iets anders, er ont breekt dus iets aan, dat het zelf niet heeft, anders zou het dat andere niet noodig heb ben. Welnu, hoe is het met de wereld? De wereld is geschapen: zij heeft dus reeds haar bestaan niet uit zichzelf. Doch dat niet alleen, maar zij kan ook uit zich zelf niet eens blijven bestaan: alle schep selen moeten voortdurend in stand worden gehouden: zij zijn in alles afhankelijk van God. God alleen is het oneindig vol maakte wezen: Hij bestaat van eeuwigheid uit Zichzelf, heeft alle goede eigenschap pen in oneindige mate en heeft niemand noodig om Zich in stand te houden. Hij is het, die de wereld uit het niet heeft voort gebracht. Hij is het, die al het door Hem* geschapene voortdurend in stand houdt, zoolang Hij dat wil. Daarom is al blijkt dat niet zoo aan stonds de woordcombinatie: „volmaakte wereld" of „volmaakt schepsel" op zich even ongerijmd als „vierkante cirkel", want iets dat geschapen is, wil juist zeggen, dat het door een ander uit het niét is voortgebracht, dat het door een an der in stand wordt gehouden, m.a.w. dat het reeds in zijn bestaan en in zijn voort bestaan afhankelijk is, dus niet vol maakt. Volmaakt in den waren zin des woords, oneindig volmaakt dus, is alléén God. Vraag 46: Is het geoorloofd en wensche- lijk, uit eigen beweging met andersdenken den over ons Geloof te gaan spreken? Is het niet beter n.l dit niet te doen, omdat wij dan hun „goede trouw" verminderen en hun „verantwoordelijkheid" zwaarder ma ken? Antwoord: Zooals uit Uw vraag blijkt, is het U duidelijk dat, wanneer anders denkenden om inlichtingen vragen, of zelf, hoe dan ook, over punten van ons Geloof beginnen, dat het dan onze plicht is, naar best vermogen hen te woord te staan. Daarom hebben Katholieken, die veel met andersdenkenden moeten omgaan, ook de plicht zooals ik herhaaldelijk hier ter plaatse heb geschreven te zorgen, dat zij him Geloofsleer in de hoofdzaken gron dig kennen. Die plicht hebben zij, zoowel ter bescherming van him eigen overtui ging, als uit naastenliefde jegens de an dersdenkenden, die méér van ons Geloof willen weten, of met voóroordeelen tegen het Katholicisme behept zijn en daarvan doen blijken. Maar nu: wanneer de andersdenkenden waarmede een Katholiek moet omgaan bijv. omdat hij met hen moet samenwer ken, zelf niet over „godsdienstkwesties" spreken, moet die Katholiek dan uit zich zelf trachten, hen over ons Geloof voor te lichten! Allereerst: een strikte plicht hier toe heeft hij niet. Maar doet hij daarmede een goede daad van naastenliefde of mis schien juist het tegenovergestelde wegens de reden welke U in Uw vraag aangeeft? Ik meen, dat men hierop het best als volgt kan antwoorden. Indien de Katholiek overtuigd is, dat zijn voorlichting over ons Geloof toch nimmer eenige vrucht zal dra gen bij den andersdenkende, hetzij omdat hij zich niet in staat voelt voldoende onze leer uiteen te zetten, hetzij omdat hij over tuigd is dat zelfs een goede „apologie" toch niets zal uithalen, dan doet hij na tuurlijk het beste, zulke gesprekken geheel achterwege te laten en ze zelfs te vermij den. Vooral geldt' dit natuurlijk, als hij overtuigd is, dat de andersdenkende geheel „van onwil" is in dit opzicht. Heeft de Katholiek ernstige, redelijke twijfel of zijn woorden wel „iets zullen uit halen", ook dan doet hij 't beste, niet over geloofskwesties te beginnen. Maar meent hij, dat een of meer der andersdenkenden wel ontvankelijk zal zijn voor de redelijk heid en schoonheid van ons Geloof en door zijn woorden tot ernstig nadenken kan worden gebracht, dan natuurlijk beoefent hij een schoonen vorm van naastenliefde door over ons Geloof te spreken: wellicht dat hij dan de genade van bekeering in zulke zielen kan voorbereiden. In elk geval kan hij toch jegens hen de naastenliefde beoefenen ml. door voor hen te bidden, eens een versterving voor hen te doen! Daarmede bereikt men dikwijls meer dan door vele woorden of stapels apologetische lectuur; de bekeering is een genade, een bovennatuurlijke gunst, wel ke door de „apologie" kan worden voorbe reid, zeker, maar vooral door gebed en goede werken van God kan worden afge smeekt. Vraag 47. Is het uitspreken van de „groote vloek" nu eigenlijk doodzonde of niet? Antwoord: Onze Catechismus geeft (vraag 219) een beknopt, doch duidelijk antwoord op de vraag: „Wanneer is een vloek groote zonde?" n.l.: Ie. Als men groot kwaad van God afroept en dit zichzelf of ande- renwerkelijktoewenscht; 2e. Als die vloek tevens een godslastering is. Door de vloek, welke ik hier bij afkor ting G. v. d. noem, roept men het aller grootste kwaad n.1. de eeuwige verdoeme nis over zichzelf of anderen af. Maar meestal zal doe afroeping niet ernstig gemeend zijn: de vloek „ontglipt" iemand bij schrik of verontwaardiging ofwel men wil op die wijze indruk maken, schrik aan jagen. De vloek is dan wel een kleine zon de. Een godslastering zal deze vloek op zich zelf wel bijna nooit zijn; soms wel om bij komstige redenen bijv. indien men de op zet heeft daardoor zijn verontwaardiging of toorn tegen God zelf te uiten of indien men meent, dat de uitdrukking beteekent dat men God de eeuwige verwerping toe- wenscht en haar dan uit haat tegen God gebruikt, dan begaat men natuurlijk een groote zonde van godslastering. De spreekwijze G. v. d. (voluit) zal daar om bijna altijd van doodzonde vrij zijm, al hoewel zij natuurlijk zeer ruw en onbeta melijk is en men door het aldus „ijdel ge bruiken van Gods naam", vrijwel altijd een kleine zonde zal doen. Men wachte zich daarom voor de treurige gewoonte van vloeken en voor alle uitdrukkingen welke er aan herinneren, ook al zijn die uitdruk kingen (als „verdomd" enz.) door het spraakgebruik tenslotte niet meer dan krachttermen, die op zich niet zondig zijn. Het is wel van belang, dat de menschen goed weten dat„G.v.cL" (voluit) in de meeste' gevallen geen doodzonde is, want op dit punt heerscht nog zoo'n misverstand, dat men dikwijls biecht bijv. „ik heb drie doodzonden gedaan" en dan bedoelt: „ik heb drie keer G.v.d. (voluit) gezegd, ter wijl er om bovengenoemde redenen van een werkelijke doodzonde geen sprake is. I Vraag 48. Ik heb laatst in mijn huis- gezin, toen het electrisch licht weigerde, i ter verlichting gewijde kaarsen genomen, omdat ik geen andere verlichitangsmiddelen j bij de hand had; was dit verkeerd? Antwoord: In 't geheel niet. Zelfs al had U j wél andere verlichtingsmiddelen bij de j hand gehad, dan had U toch die gewijde j kaarsen mogen gebruiken. Want indien j men gewijde voorwerpen den dienst laat verrichten, waartoe zoo'n voorwerp naar zijn aard bestemd is, dan doet men niets onbehoorlijks. Welnu, een kaars is gemaakt om te verlichten, door haar daarvoor te ge- i bruiken doet U de kaars aan haar bestem- j ming beantwoorden! Wanneer men „wij- i water" noodig heeft om zijn dorst te les- schen, dan zou men het daarvoor gerust mogen gebruiken. Het spreekt vanzelf dat de omstandigheden, waaronder die gewijde voor-werpen worden gebruikt, behoorlijk moeten zijn. Vraag 49. Wie worden in het bekende j Evangelie bedoeld met de wijze en de dwaze maagden. Antwoord: Door deze parabel (te vinden bij Matth. 25, 1-13) wilde Jezus de Zijnen (dus ook ons) er ernstig op wijzen, dat wij waakzaam moeten zijn, d.w.z. elk oogenblik gereed om te sterven. Hij ver- j haalt ons over tien maagden, die in den avond wachten op de komst van den brui degom van een harer vriendinnen; bij zijn komst zal het bruiloftsfeest beginnen. De wijze maagden hebben haar voorzorgsmaat regelen genomen: zij namen reserve-olde mede voor haar lampen. De bruidegom bleef veel langer uit, dan verwacht was. De meisjes werden slaperig en sluimerden in. Maar plotseling, midden in den nacht het gèroep: De bruidegom komt! De lamp jes waren al lang uitgebrand, maar de wijze maagden vulden ze met haar voorraad; de onvoorzichtige hadden niets meer, zij moes ten elders olie gaan halen en toen zij terug kwamen vonden zij de deur dicht en bleven buitengesloten. „Waakt dus, want ge kent dag noch uur", zoo besluit de parabel, die Christus, als altijd, ontleende aan de Oosterse he levens wijze. Men is geneigd medelijden te hebben met de onvoorzichtige meisjes, en haar voorzichtige vriendinnen al zeer egoistisch te vinden, dat zij niet wat van haar eigen olie afstonden. Ook verwondert men zich over de hardheid van den bruidegom. Maar over dat alles gaat het niet. Christus heeft 't geheel niet willen beduiden, dat de on voorzichtige meisjes iets zeer ernstigs mis deden, noch heeft Hij willen te kennen geven, dat haar vriendinnen, die haar geen olie wilden geven goed hebben gehandeld. (De handelwijze van den bruidegom is wel te verklaren: de deur was gesloten en hij wil midden in den nacht geen gasten meer toelaten). Doch door deze vergelijking wil de Christus alléén dit op den voorgrond stelen: dat alles verloren, alles nutteloos Nog zijn de poorten van de „Flora" ge sloten, nog versohuilen zich de bloemen achter de groene luiken, maar over enkele weken op 15 Maart zullen de poorten plechtig worden geopend en zullen de hel lingen en velden getooid zijn met de fris- sche kleuren van de pas-ontwaakte voor- jaars-vroegelingen. Groenendael is bloemendaal geworden. Groenendael is, ook zonder tentoonstel ling reeds een prachtig park, maar nu nu is het een sprookje. Deze tentoonstelling overtreft in kleu renpracht en gedurfde opzet al haar voor gangsters. Het is in waarheid een we re 1 d-bloemententoonstelling, waarvan door geheel het land, maar zeker ook vér daar buiten slechts één roep zal uitgaan: wat is dat grandioos. Vóór de opening plaats heeft, zullen wij trachten een beschrijving te geven van de bloem en-rijkdom, welke men te Heemste de genieten kan voor heden willen wij volstaan met enkele mededeelingen over de plechtigheid van de opening en over de viering van het 75-jarig bestaan der Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur, dat tegelijkertijd wordt herdacht. De opening zal, zooals reeds gemeld, plaats hebben op 15 Maart, des morgens te half 11, door den Minister van Economi sche Zaken, mr. Steenberghe. Na de offi- cieele opening, welke op één der bordessen van het gebouw geschiedt, vindt een rond gang door het gebouw en over de terrei nen plaats. Om 12 uur biedt de Gemeente Heemstede een lunch aan in het restau rant Flora, waar genoodigd worden de Eere-Voorzitter van de tentoonstelling, binnen- en buitenlandsche delegaties van tuinbouwvereenigingen, besturen van ver- eenigingen uit de bloembollenstreek en an dere officieele gasten. 's Avonds biedt het Provinciaal bestuur van Noord-Holland een ontvangst aan in het Gouvernementsgebouw aan de Pavil joenslaan, aan de buitenlandsche delega ties, officieele personen en vele vakmen- schen; welke bij den opbouw der tentoon stelling betrokken zijn. De eerste „tijdelijke". Het bloemenpaleis zal tijdens de Flora I (de eerste 10 dagen) uitsluitend aangelegd en versierd zijn met bloemen van bolge- Door het gebruik van hetzelfde decora tiemateriaal, coniferen, in blad getrokken beuken en wilgen, en bloeiende heesters, zullen de vele inzendingen één geheel vor men. Wij zullen hier niet trachten een be schrijving te geven van de schitterende in zendingen die er komen, doch zullen glans punten noemen. In de rechter vleugel een „formal garden" in te zenden door de af- deeling Heemstede van Bloembollencul tuur. Hierin zal men vinden vijvers met een door „blauwen regen" behangen per gola omsloten, paden van flagstone, welke door borders van Darwin tulpen slingeren, gazons met Hyacinthenperken, enz. De linkervleugel wordt gevuld met de meest complete collectie Hyacinthen wel ken men zich denken kan, door de afdee- ling Overveen-Bloemendaal en de Ver. De Hyacinth verzorgd als een speciale de monstratie van het gebruik van hyacin then in de bloemschikkunst Honderden bloemstukken van allerlei grootte, gevuld met Hyacinthen, zullen hier een fantastisch kleurenspel scheppen. Over de verdere inzendingen in de mid delhall, waar inzenders zullen trachten elkaar de loef af te steken in het toonen van de fijnste snufjes in Hyacinthen, Tul pen, Narcissen, Amary lissen, Lelietjes, enz., zullen wij nu niet verder schrijven. De herdenking van het 75-jarig bestaan. Ofschoon de „Flora"-tentoonstelling bij- zonderen luister bijzet aan de viering van het jubileum der vereeniging, heeft het hoofdbestuur gemeend, de eigenlijke her denking niet rechtstreeks aan de tentoon stelling te moeten verbinden maar daar voor sen afzonderlijke middag te mogen bestemmen, waarop de op het jubileum betrekkelijke toespraken zullen worden ge houden, zoodat ter tentoonstelling de aan dacht geheel op haar <gpel kan worden saamgetrokken. De herdenkingsbijeenkomst zal gehou den worden op Donderdag 14 Maart a.s. in de beurs zaal van het Krelagehuis, den ze tel der vereeniging te Haarlem. Hiertoe zijn uitgenoodigd de Rijks-, Provinciale- en Gemeente-autoriteiten, met welke de ver eeniging in geregelde aanraking komt; ver tegenwoordigers van binnen- en buiten landsche tuinbouwvereenigingen, de be is, wanneer men niet gereed is als de Men- schenzoon komt (vaak onverwachts) om de genoodigde tot Zijn hemelsch, eeuwig feestmaal binnen te leiden. Men moet dius niet zeggen dat bepaalde personen door déze parabel worden voorgesteld, maar dat Christus door een vergelijking er op heeft willen wijzen dat, wanneer wij niet altijd gereed zijn om te sterven, wij op 't oogen blik zelf van onzen dood niets meer kun nen uitrichten om de zaligheid te verwer ven, dat het dan te laat is. Een vrij groot aantal vragen moest tot de volgende keer blijven liggen Men kan vragen ter beantwoording in deze rubriek inzenden bij Mr. A. Diepen- brock, Seminarie Hageveld, Heemstede. sturen van de afdeelingen en de bestuur ders en leden van commissies en instellin gen der vereeniging. en anderen. Uit het buitenland zijn verschillende de putaties aangemeld, zooals de oudste en grootste Britse he tuinbouwvereeniging, de Royal Horticultural Society, de bijna even oude Société nationale d'Horticulture de France, de Société Royale d'Agriculture et de Botanique de Gand en de Chambre syn dicale des Horticulteurs beiges, de Deut sche Gesellschaft für Gartenkultur en de Deutsche Gartenbaugesellschaft, de Fin- sche Tuinbouwhandelsvereenigimg. De bui tenlandsche tuinbouwpers zal vertegen woordigd zijn door de hoofdredacteuren o.a. van The Gardeners' Chronicle, The Horticultural Trade Journal en La Tribu ne Horticole. Uit Nederland zenden deputaties: de Ne- derlandsche Tuinbouwraad, de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkun de, de Bond van Bloembollenhandelaren, en het Hollandsch Bloembollenkweekers- genootschap. Dank zij de welwillendheid van het Mannenkoor Die Spaernesanghers zal de bijeenkomst opgeluisterd worden door zang, onder leiding van zijn directeur, den heer Lieven Duvosel. De voorzitter der vereeniging, de heer Krelage, zal een her denkingsrede uitspreken, waarna door een klein aantal sprekers nog het woord zal worden gevoerd; voor zoover thans bekend 1 door den Directeur-generaal van den Land bouw, ir. Roebroek, die den Minister van I Economische Zeiken, welke aanvankelijk j had toegezegd tegenwoordig te zullen zijn, I zal vertegenwoordigen, door den burge- I meester van Haarlem, den heer C. Maar- j schalk van Egmond en Rirmegom, door den heer Mensing uit naam van den Ned er- I landschen Tuinbouw en door één spreker 1 namens den buitenlandschen tuinbouw. Na afloop van de bijeenkomst houdt het hoofdbestuur receptie in de restaurantzaal van het Krelagehuis, waar gelegenheid zal zijn voor het aanbieden van gelukwen- schen, terwijl in de zaal der bloemenkeu- ringen de thee zal worden gebruikt. Des avonds van denzelfden dag ver- eenigt het hoofdbestuur een honderdtal genoodigden in het restaurant „Flora" op de bloemententoonstelling te Heemstede aan een maaltijd, waar o.a. Z. Exc. de Mi nister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, zal aanzitten. Na tafel zal het gezelschap in de gelegenheid worden gesteld het verlichte Bloemenpaleis en de verlichte terreinen te bezichtigen om den avond te besluiten in het Volendamsche Bierrestaurant op de Flora, waar zich dan inmiddels reeds verzameld zullen hebben de inzenders en andere medewerkers aan de tentoonstelling, die door het Uitvoerend Comité zijn uitgenoodigd om den avond op de tentoonstelling door te brengen. De historische tentoonstelling. Zaterdagmiddag 16 Maart zal in het Frans Hals-museum te Haarlem de ope ning plaats hebben van de historische tentoonstelling, gewijd aan de geschiede nis van de bloembollencultuur in Neder land. Heemstede in feestvreugde. De Vereeniging voor Vreemdelingenver keer te Heemstede zal aan de ingangen van de gemeente een versiering aanbren gen door middel van met bloemen getooi de lichtmasten, en door verlichting van de brug aan de Leidsche Vaart, gelegen langs de spoorlijn naar Leiden. Het feestelijk karakter van de gemeen te zal nog worden geaccentueerd, doordat de voornaamste openbare plantsoenen zijn beplant met bolgewassen. De burgerij heeft ook bijzondere zorg besteed aan de voor tuinen, voor welker versiering een wed strijd is uitgeschreven. De plaatselijke Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer heeft in samenwerking met de af deeling Heemstede van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur de leiding van dit plan genomen, terwijl voor de uitvoering daarvan de medewerking is verkregen van tal van hoveniers, werkzaam in Heemste de. Met medewerking van de plaatselijke middenstandsorganisaties is tevens een wedstrijd in winkelversiering uitgeschre- GEMENGDE BERICHTEN Geen sprake van een nieuw geluid! Al die rustverstorende bellen van trams en fietsen al die autotoeters klinken nog net •ren leelijk als in vorige lentes. HET DROEVIG ONGEVAL TE DEN HAAG. Gevolg van 'een kwajongensstreek. Zoo als gisteren reeds gemeld, is gister middag een 6-jarig meisje te Den Haag op het trottoir in de Gabriël Metsustraat door een vrachtauto overreden en gedood. Omstreeks half twee was de zesjarige Johanna de V. aan het spelen op het trot toir in de onmiddellijke nabijheid van de woning harer ouders in de Gabriël Metsu straat. In diezelfde straat stond een vracht auto, waarvan de chauffeur, de 26-jarige W. v. W., wonende in de Staverdenstraat, zich eenige oogenblikken had verwijderd en den auto onbeheerd had achtergela ten. Een jongen beging de onvoorzichtigheid den auto aan het rijden te brengen. De auto reed het trottoir op juist ter plaatse, waar het meisje aan het spelen was. De arme kleine werd tusschen een pui van een der huizen en den vrachtauto bekneld. Eenige oogenblkiken later werd zij door toegesnelde voorbijgangers be vrijd. Met een verbrijzeld schedeltje werd het kindje dood opgenomen. De jongen, door wiens schuld dit onge luk gebeurde liep zoo hard mogelijk weg. Na'der vernemen wij nog, dat de politie in den loop van den middag den jongen, aan wiens onvoorzichtigheid het ongeluk te wijten is, heeft aangehouden. Het was de 15-jarige J. v. d. B., wonende in de van Bijlandtstraat. Naar hij verklaarde, was hij met den be stuurder van den vrachtauto meegereden en zou even op den wagen passen, terwijl deze ging schaften. De man had den mo tor afgezet, doch de jongen heeft in zijn afwezigheid met jeugdigen overmoed en onbedachtzaamheid den motor op gang weten te krijgen en den wagen aan het rij den gebracht, met het vermelde droevige gevolg. De jongen is voor een verder ver hoor naar het Hoofdbureau van Politie overgebracht. Het lijkje van het slachtoffer in in be slag genomen. ERNSTIG ONGELUK TE OVERSCniE. Oude man door auto gegrepen en in hel ziekenhuis overleden. Gistermiddag is op den Delftweg te Overschie de 68-jarige voetganger P. van der Kraan, wonende te Schiedam, toen hij onverwacht van achter een vrachtauto te voorschijn kwam en den weg wilde over steken, aangereden door een personenauto, die uit de richting Delft naderde. De oude man werd over een afstand van 25 meter meegesleurd en is in zorg we kenden toe stand naar het ziekenhuis Eudokia te Rot terdam vervoerd, waar hij kort na aan komst is overleden. HET OVERWEG-ONGELUK TE KETHEL Ook de locomotief zwaar beschadigd. Omtrent het ongeluk op den onbewaak ten spoorwegovergang bij Kethel verne men wij nog, dat de locomotief van den trein zoodanig was beschadigd, dat een machine uit Vlaardingen werd gehaald welke den trein naar het eindstation Maas sluis moest brengen. De chauffeur van de auto zat bekneld in het restant van de cabine, waaruit hij, met groote moeite kon worden bevrijd. Hij had een groot aantal verwondingen beko men en talrijke kneuzingen opgeloopen. De gewonde is naar het gemeente-zieken huis te Schiedam gebracht, waar hij van de H.H. Sacramenten der Stervenden werd voorzien. Wat de oorzaak van het ongeluk betreft kan worden opgemerkt, dat 't uitzicht op den spoorweg niet belemmerd was en dat de machinist voor het passeeren van den overweg signalen heeft gegeven. De rijks- veldwacht laat een onderzoek instellen. De wielrijder, die licht werd gewond, is de heer Koning, die uit de richting van Ke thel kwam. VRACHTAUTO GERAMD. Door tramlocomotief door een gevel gedrukt. In het smalle, trechtervormige gedeelte van den weg Hülst-Walswoorden te Kloosterzande heeft, naar het „Dagbl. v. N. Br." bericht, een ernstige botsing plaats gehad tusschen een tramlocomotief en een vrachtauto der Z. V. T. M., waarbij de voor gevel werd ingedrukt van het pand van slager H. De vrachtwagen werd door de locomotief gegrepen en daarop met donde rend geweld door den voorgevel gedrukt. Aan het raam van den in gedrukten ge vel zat de dienstbode E. R., die vorig jaar voor het huis door een auto werd aange reden, toen ze op een ladder ramen stond te zeemen, waarbij zij door'het venster naar binnen rolde. Thans is zij er al even gelukkig afgeko men als den vorigen keer. Wel werd zij met puin overdekt, doch bekwam slechts lichte verwondingen. Een paar ribben wer den gekneusd. Auto en pand werden zeer ernétig be schadigd. Persoonlijke ongelukken kwamen echter niet voor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 13