HosjfosaoeMl
NOG ZIJN FLORA'S POORTEN
GESLOTEN
ÏYtciOXt
ÏUuUM. UvdÜL,
ll ÏUuicrP
VRIJDAG 1 MAART 1935
DE LEJDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 13
VQAGEM OVEQ OMJ GELOOF
OPENING OVER TWEE WEKEN
XI
Vraag 45: Ik las laatst in een artikel in een
onzer bekendste apologetische maand
schriften: „doch een volmaakte wereld kan
zelfs Gods Almacht niet scheppen". Is dit
niet volkomen in strijd met ons Catechis
mus-antwoord: „Ja, God kan alles, wat Hij
wil: Hij is Almachtig5'?
Antwoord: Neen volstrekt niet. God kan
óók geen roode bloem scheppen, die blauw
is, noch water dat niet vochtig is, noch
en dit is het meest gebruikte voorbeeld
een vierkante cirkel! En toch is God daar
om niet minder almachtig. Waarom niet?
Omdat die begrippen absoluut tegenstrij
dig zijn en zelfs niet gedacht kunnen wor
den als bestaanbaar, m.a.w. volslagen non
sens zijn; een cirkel bijv. kan men zich
niet vierkant denken, men denkt zich dan
óf een cirkel óf een vierkant. Want een
cirkel, die vierkant zou zijn is geen cirkel,
daar een cirkel immers wezenlijk r o n d is!
Zoo is ook een volmaakte geschapen we
reld onmogelijk als bestaanbaar te denken.
Waarom niet? Zulk een wereld moest dan
oneindig volmaakt zijn, immers, zoo
lang er nog een of andere, volmaaktheid
aan ontbrak, zou er nog iets „op aan te
merken" zijn. Welnu, oneindig volmaakt is
alléén een wezen, dat Uit zichzelf in on
eindige mate alle goede eigenschappen
heeft. Uit zichzelf: want als dat wezen ook
maar in iets van een ander wezen afhan
kelijk is, dan is het niet oneindig vol
maakt: het steunt op iets anders, er ont
breekt dus iets aan, dat het zelf niet heeft,
anders zou het dat andere niet noodig heb
ben. Welnu, hoe is het met de wereld? De
wereld is geschapen: zij heeft dus
reeds haar bestaan niet uit zichzelf. Doch
dat niet alleen, maar zij kan ook uit zich
zelf niet eens blijven bestaan: alle schep
selen moeten voortdurend in stand worden
gehouden: zij zijn in alles afhankelijk
van God. God alleen is het oneindig vol
maakte wezen: Hij bestaat van eeuwigheid
uit Zichzelf, heeft alle goede eigenschap
pen in oneindige mate en heeft niemand
noodig om Zich in stand te houden. Hij is
het, die de wereld uit het niet heeft voort
gebracht. Hij is het, die al het door Hem*
geschapene voortdurend in stand houdt,
zoolang Hij dat wil.
Daarom is al blijkt dat niet zoo aan
stonds de woordcombinatie: „volmaakte
wereld" of „volmaakt schepsel" op zich
even ongerijmd als „vierkante cirkel",
want iets dat geschapen is, wil juist
zeggen, dat het door een ander uit het
niét is voortgebracht, dat het door een an
der in stand wordt gehouden, m.a.w. dat
het reeds in zijn bestaan en in zijn voort
bestaan afhankelijk is, dus niet vol
maakt. Volmaakt in den waren zin des
woords, oneindig volmaakt dus, is alléén
God.
Vraag 46: Is het geoorloofd en wensche-
lijk, uit eigen beweging met andersdenken
den over ons Geloof te gaan spreken? Is
het niet beter n.l dit niet te doen, omdat
wij dan hun „goede trouw" verminderen en
hun „verantwoordelijkheid" zwaarder ma
ken?
Antwoord: Zooals uit Uw vraag blijkt,
is het U duidelijk dat, wanneer anders
denkenden om inlichtingen vragen, of zelf,
hoe dan ook, over punten van ons Geloof
beginnen, dat het dan onze plicht is, naar
best vermogen hen te woord te staan.
Daarom hebben Katholieken, die veel met
andersdenkenden moeten omgaan, ook de
plicht zooals ik herhaaldelijk hier ter
plaatse heb geschreven te zorgen, dat
zij him Geloofsleer in de hoofdzaken gron
dig kennen. Die plicht hebben zij, zoowel
ter bescherming van him eigen overtui
ging, als uit naastenliefde jegens de an
dersdenkenden, die méér van ons Geloof
willen weten, of met voóroordeelen tegen
het Katholicisme behept zijn en daarvan
doen blijken.
Maar nu: wanneer de andersdenkenden
waarmede een Katholiek moet omgaan
bijv. omdat hij met hen moet samenwer
ken, zelf niet over „godsdienstkwesties"
spreken, moet die Katholiek dan uit zich
zelf trachten, hen over ons Geloof voor te
lichten! Allereerst: een strikte plicht hier
toe heeft hij niet. Maar doet hij daarmede
een goede daad van naastenliefde of mis
schien juist het tegenovergestelde wegens
de reden welke U in Uw vraag aangeeft?
Ik meen, dat men hierop het best als volgt
kan antwoorden. Indien de Katholiek
overtuigd is, dat zijn voorlichting over ons
Geloof toch nimmer eenige vrucht zal dra
gen bij den andersdenkende, hetzij omdat
hij zich niet in staat voelt voldoende onze
leer uiteen te zetten, hetzij omdat hij over
tuigd is dat zelfs een goede „apologie"
toch niets zal uithalen, dan doet hij na
tuurlijk het beste, zulke gesprekken geheel
achterwege te laten en ze zelfs te vermij
den. Vooral geldt' dit natuurlijk, als hij
overtuigd is, dat de andersdenkende geheel
„van onwil" is in dit opzicht.
Heeft de Katholiek ernstige, redelijke
twijfel of zijn woorden wel „iets zullen uit
halen", ook dan doet hij 't beste, niet over
geloofskwesties te beginnen. Maar meent
hij, dat een of meer der andersdenkenden
wel ontvankelijk zal zijn voor de redelijk
heid en schoonheid van ons Geloof en door
zijn woorden tot ernstig nadenken kan
worden gebracht, dan natuurlijk beoefent
hij een schoonen vorm van naastenliefde
door over ons Geloof te spreken: wellicht
dat hij dan de genade van bekeering in
zulke zielen kan voorbereiden.
In elk geval kan hij toch jegens hen de
naastenliefde beoefenen ml. door voor hen
te bidden, eens een versterving voor hen
te doen! Daarmede bereikt men dikwijls
meer dan door vele woorden of stapels
apologetische lectuur; de bekeering is een
genade, een bovennatuurlijke gunst, wel
ke door de „apologie" kan worden voorbe
reid, zeker, maar vooral door gebed en
goede werken van God kan worden afge
smeekt.
Vraag 47. Is het uitspreken van de
„groote vloek" nu eigenlijk doodzonde of
niet?
Antwoord: Onze Catechismus geeft (vraag
219) een beknopt, doch duidelijk antwoord
op de vraag: „Wanneer is een vloek groote
zonde?" n.l.: Ie. Als men groot kwaad van
God afroept en dit zichzelf of ande-
renwerkelijktoewenscht; 2e.
Als die vloek tevens een godslastering is.
Door de vloek, welke ik hier bij afkor
ting G. v. d. noem, roept men het aller
grootste kwaad n.1. de eeuwige verdoeme
nis over zichzelf of anderen af. Maar
meestal zal doe afroeping niet ernstig
gemeend zijn: de vloek „ontglipt" iemand
bij schrik of verontwaardiging ofwel men
wil op die wijze indruk maken, schrik aan
jagen. De vloek is dan wel een kleine zon
de. Een godslastering zal deze vloek op zich
zelf wel bijna nooit zijn; soms wel om bij
komstige redenen bijv. indien men de op
zet heeft daardoor zijn verontwaardiging
of toorn tegen God zelf te uiten of indien
men meent, dat de uitdrukking beteekent
dat men God de eeuwige verwerping toe-
wenscht en haar dan uit haat tegen God
gebruikt, dan begaat men natuurlijk een
groote zonde van godslastering.
De spreekwijze G. v. d. (voluit) zal daar
om bijna altijd van doodzonde vrij zijm, al
hoewel zij natuurlijk zeer ruw en onbeta
melijk is en men door het aldus „ijdel ge
bruiken van Gods naam", vrijwel altijd een
kleine zonde zal doen. Men wachte zich
daarom voor de treurige gewoonte van
vloeken en voor alle uitdrukkingen welke
er aan herinneren, ook al zijn die uitdruk
kingen (als „verdomd" enz.) door het
spraakgebruik tenslotte niet meer dan
krachttermen, die op zich niet zondig zijn.
Het is wel van belang, dat de menschen
goed weten dat„G.v.cL" (voluit) in de
meeste' gevallen geen doodzonde is, want
op dit punt heerscht nog zoo'n misverstand,
dat men dikwijls biecht bijv. „ik heb drie
doodzonden gedaan" en dan bedoelt: „ik
heb drie keer G.v.d. (voluit) gezegd, ter
wijl er om bovengenoemde redenen van
een werkelijke doodzonde geen sprake is.
I
Vraag 48. Ik heb laatst in mijn huis-
gezin, toen het electrisch licht weigerde, i
ter verlichting gewijde kaarsen genomen,
omdat ik geen andere verlichitangsmiddelen j
bij de hand had; was dit verkeerd?
Antwoord: In 't geheel niet. Zelfs al had U j
wél andere verlichtingsmiddelen bij de j
hand gehad, dan had U toch die gewijde j
kaarsen mogen gebruiken. Want indien j
men gewijde voorwerpen den dienst laat
verrichten, waartoe zoo'n voorwerp naar
zijn aard bestemd is, dan doet men niets
onbehoorlijks. Welnu, een kaars is gemaakt
om te verlichten, door haar daarvoor te ge- i
bruiken doet U de kaars aan haar bestem- j
ming beantwoorden! Wanneer men „wij- i
water" noodig heeft om zijn dorst te les-
schen, dan zou men het daarvoor gerust
mogen gebruiken. Het spreekt vanzelf dat
de omstandigheden, waaronder die gewijde
voor-werpen worden gebruikt, behoorlijk
moeten zijn.
Vraag 49. Wie worden in het bekende j
Evangelie bedoeld met de wijze en de
dwaze maagden.
Antwoord: Door deze parabel (te vinden bij
Matth. 25, 1-13) wilde Jezus de Zijnen (dus
ook ons) er ernstig op wijzen, dat wij
waakzaam moeten zijn, d.w.z. elk
oogenblik gereed om te sterven. Hij ver- j
haalt ons over tien maagden, die in den
avond wachten op de komst van den brui
degom van een harer vriendinnen; bij zijn
komst zal het bruiloftsfeest beginnen. De
wijze maagden hebben haar voorzorgsmaat
regelen genomen: zij namen reserve-olde
mede voor haar lampen. De bruidegom
bleef veel langer uit, dan verwacht was.
De meisjes werden slaperig en sluimerden
in. Maar plotseling, midden in den nacht
het gèroep: De bruidegom komt! De lamp
jes waren al lang uitgebrand, maar de wijze
maagden vulden ze met haar voorraad; de
onvoorzichtige hadden niets meer, zij moes
ten elders olie gaan halen en toen zij terug
kwamen vonden zij de deur dicht en bleven
buitengesloten.
„Waakt dus, want ge kent dag noch uur",
zoo besluit de parabel, die Christus, als
altijd, ontleende aan de Oosterse he levens
wijze.
Men is geneigd medelijden te hebben
met de onvoorzichtige meisjes, en haar
voorzichtige vriendinnen al zeer egoistisch
te vinden, dat zij niet wat van haar eigen
olie afstonden. Ook verwondert men zich
over de hardheid van den bruidegom. Maar
over dat alles gaat het niet. Christus heeft
't geheel niet willen beduiden, dat de on
voorzichtige meisjes iets zeer ernstigs mis
deden, noch heeft Hij willen te kennen
geven, dat haar vriendinnen, die haar geen
olie wilden geven goed hebben gehandeld.
(De handelwijze van den bruidegom is wel
te verklaren: de deur was gesloten en hij
wil midden in den nacht geen gasten meer
toelaten). Doch door deze vergelijking wil
de Christus alléén dit op den voorgrond
stelen: dat alles verloren, alles nutteloos
Nog zijn de poorten van de „Flora" ge
sloten, nog versohuilen zich de bloemen
achter de groene luiken, maar over enkele
weken op 15 Maart zullen de poorten
plechtig worden geopend en zullen de hel
lingen en velden getooid zijn met de fris-
sche kleuren van de pas-ontwaakte voor-
jaars-vroegelingen.
Groenendael is bloemendaal geworden.
Groenendael is, ook zonder tentoonstel
ling reeds een prachtig park, maar nu
nu is het een sprookje.
Deze tentoonstelling overtreft in kleu
renpracht en gedurfde opzet al haar voor
gangsters. Het is in waarheid een we
re 1 d-bloemententoonstelling, waarvan
door geheel het land, maar zeker ook vér
daar buiten slechts één roep zal uitgaan:
wat is dat grandioos.
Vóór de opening plaats heeft, zullen wij
trachten een beschrijving te geven van de
bloem en-rijkdom, welke men te Heemste
de genieten kan voor heden willen wij
volstaan met enkele mededeelingen over
de plechtigheid van de opening en over de
viering van het 75-jarig bestaan der Alg.
Vereeniging voor Bloembollencultuur, dat
tegelijkertijd wordt herdacht.
De opening zal, zooals reeds gemeld,
plaats hebben op 15 Maart, des morgens
te half 11, door den Minister van Economi
sche Zaken, mr. Steenberghe. Na de offi-
cieele opening, welke op één der bordessen
van het gebouw geschiedt, vindt een rond
gang door het gebouw en over de terrei
nen plaats. Om 12 uur biedt de Gemeente
Heemstede een lunch aan in het restau
rant Flora, waar genoodigd worden de
Eere-Voorzitter van de tentoonstelling,
binnen- en buitenlandsche delegaties van
tuinbouwvereenigingen, besturen van ver-
eenigingen uit de bloembollenstreek en an
dere officieele gasten.
's Avonds biedt het Provinciaal bestuur
van Noord-Holland een ontvangst aan in
het Gouvernementsgebouw aan de Pavil
joenslaan, aan de buitenlandsche delega
ties, officieele personen en vele vakmen-
schen; welke bij den opbouw der tentoon
stelling betrokken zijn.
De eerste „tijdelijke".
Het bloemenpaleis zal tijdens de Flora I
(de eerste 10 dagen) uitsluitend aangelegd
en versierd zijn met bloemen van bolge-
Door het gebruik van hetzelfde decora
tiemateriaal, coniferen, in blad getrokken
beuken en wilgen, en bloeiende heesters,
zullen de vele inzendingen één geheel vor
men. Wij zullen hier niet trachten een be
schrijving te geven van de schitterende in
zendingen die er komen, doch zullen glans
punten noemen. In de rechter vleugel een
„formal garden" in te zenden door de af-
deeling Heemstede van Bloembollencul
tuur. Hierin zal men vinden vijvers met
een door „blauwen regen" behangen per
gola omsloten, paden van flagstone, welke
door borders van Darwin tulpen slingeren,
gazons met Hyacinthenperken, enz.
De linkervleugel wordt gevuld met de
meest complete collectie Hyacinthen wel
ken men zich denken kan, door de afdee-
ling Overveen-Bloemendaal en de Ver. De
Hyacinth verzorgd als een speciale de
monstratie van het gebruik van hyacin
then in de bloemschikkunst Honderden
bloemstukken van allerlei grootte, gevuld
met Hyacinthen, zullen hier een fantastisch
kleurenspel scheppen.
Over de verdere inzendingen in de mid
delhall, waar inzenders zullen trachten
elkaar de loef af te steken in het toonen
van de fijnste snufjes in Hyacinthen, Tul
pen, Narcissen, Amary lissen, Lelietjes,
enz., zullen wij nu niet verder schrijven.
De herdenking van het 75-jarig
bestaan.
Ofschoon de „Flora"-tentoonstelling bij-
zonderen luister bijzet aan de viering van
het jubileum der vereeniging, heeft het
hoofdbestuur gemeend, de eigenlijke her
denking niet rechtstreeks aan de tentoon
stelling te moeten verbinden maar daar
voor sen afzonderlijke middag te mogen
bestemmen, waarop de op het jubileum
betrekkelijke toespraken zullen worden ge
houden, zoodat ter tentoonstelling de aan
dacht geheel op haar <gpel kan worden
saamgetrokken.
De herdenkingsbijeenkomst zal gehou
den worden op Donderdag 14 Maart a.s. in
de beurs zaal van het Krelagehuis, den ze
tel der vereeniging te Haarlem. Hiertoe
zijn uitgenoodigd de Rijks-, Provinciale- en
Gemeente-autoriteiten, met welke de ver
eeniging in geregelde aanraking komt; ver
tegenwoordigers van binnen- en buiten
landsche tuinbouwvereenigingen, de be
is, wanneer men niet gereed is als de Men-
schenzoon komt (vaak onverwachts) om de
genoodigde tot Zijn hemelsch, eeuwig
feestmaal binnen te leiden. Men moet dius
niet zeggen dat bepaalde personen door
déze parabel worden voorgesteld, maar dat
Christus door een vergelijking er op heeft
willen wijzen dat, wanneer wij niet altijd
gereed zijn om te sterven, wij op 't oogen
blik zelf van onzen dood niets meer kun
nen uitrichten om de zaligheid te verwer
ven, dat het dan te laat is.
Een vrij groot aantal vragen moest tot de
volgende keer blijven liggen
Men kan vragen ter beantwoording in
deze rubriek inzenden bij Mr. A. Diepen-
brock, Seminarie Hageveld, Heemstede.
sturen van de afdeelingen en de bestuur
ders en leden van commissies en instellin
gen der vereeniging. en anderen.
Uit het buitenland zijn verschillende de
putaties aangemeld, zooals de oudste en
grootste Britse he tuinbouwvereeniging, de
Royal Horticultural Society, de bijna even
oude Société nationale d'Horticulture de
France, de Société Royale d'Agriculture et
de Botanique de Gand en de Chambre syn
dicale des Horticulteurs beiges, de Deut
sche Gesellschaft für Gartenkultur en de
Deutsche Gartenbaugesellschaft, de Fin-
sche Tuinbouwhandelsvereenigimg. De bui
tenlandsche tuinbouwpers zal vertegen
woordigd zijn door de hoofdredacteuren
o.a. van The Gardeners' Chronicle, The
Horticultural Trade Journal en La Tribu
ne Horticole.
Uit Nederland zenden deputaties: de Ne-
derlandsche Tuinbouwraad, de Kon. Ned.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkun
de, de Bond van Bloembollenhandelaren,
en het Hollandsch Bloembollenkweekers-
genootschap.
Dank zij de welwillendheid van het
Mannenkoor Die Spaernesanghers zal de
bijeenkomst opgeluisterd worden door
zang, onder leiding van zijn directeur, den
heer Lieven Duvosel. De voorzitter der
vereeniging, de heer Krelage, zal een her
denkingsrede uitspreken, waarna door een
klein aantal sprekers nog het woord zal
worden gevoerd; voor zoover thans bekend
1 door den Directeur-generaal van den Land
bouw, ir. Roebroek, die den Minister van
I Economische Zeiken, welke aanvankelijk
j had toegezegd tegenwoordig te zullen zijn,
I zal vertegenwoordigen, door den burge-
I meester van Haarlem, den heer C. Maar-
j schalk van Egmond en Rirmegom, door den
heer Mensing uit naam van den Ned er-
I landschen Tuinbouw en door één spreker
1 namens den buitenlandschen tuinbouw.
Na afloop van de bijeenkomst houdt het
hoofdbestuur receptie in de restaurantzaal
van het Krelagehuis, waar gelegenheid zal
zijn voor het aanbieden van gelukwen-
schen, terwijl in de zaal der bloemenkeu-
ringen de thee zal worden gebruikt.
Des avonds van denzelfden dag ver-
eenigt het hoofdbestuur een honderdtal
genoodigden in het restaurant „Flora" op
de bloemententoonstelling te Heemstede
aan een maaltijd, waar o.a. Z. Exc. de Mi
nister van Economische Zaken, mr. M. P.
L. Steenberghe, zal aanzitten. Na tafel zal
het gezelschap in de gelegenheid worden
gesteld het verlichte Bloemenpaleis en de
verlichte terreinen te bezichtigen om den
avond te besluiten in het Volendamsche
Bierrestaurant op de Flora, waar zich dan
inmiddels reeds verzameld zullen hebben
de inzenders en andere medewerkers aan
de tentoonstelling, die door het Uitvoerend
Comité zijn uitgenoodigd om den avond op
de tentoonstelling door te brengen.
De historische tentoonstelling.
Zaterdagmiddag 16 Maart zal in het
Frans Hals-museum te Haarlem de ope
ning plaats hebben van de historische
tentoonstelling, gewijd aan de geschiede
nis van de bloembollencultuur in Neder
land.
Heemstede in feestvreugde.
De Vereeniging voor Vreemdelingenver
keer te Heemstede zal aan de ingangen
van de gemeente een versiering aanbren
gen door middel van met bloemen getooi
de lichtmasten, en door verlichting van de
brug aan de Leidsche Vaart, gelegen langs
de spoorlijn naar Leiden.
Het feestelijk karakter van de gemeen
te zal nog worden geaccentueerd, doordat
de voornaamste openbare plantsoenen zijn
beplant met bolgewassen. De burgerij heeft
ook bijzondere zorg besteed aan de voor
tuinen, voor welker versiering een wed
strijd is uitgeschreven. De plaatselijke
Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer
heeft in samenwerking met de af deeling
Heemstede van de Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur de leiding van dit
plan genomen, terwijl voor de uitvoering
daarvan de medewerking is verkregen van
tal van hoveniers, werkzaam in Heemste
de. Met medewerking van de plaatselijke
middenstandsorganisaties is tevens een
wedstrijd in winkelversiering uitgeschre-
GEMENGDE BERICHTEN
Geen sprake van een nieuw
geluid! Al die rustverstorende
bellen van trams en fietsen
al die autotoeters klinken nog net
•ren leelijk als in vorige lentes.
HET DROEVIG ONGEVAL TE
DEN HAAG.
Gevolg van 'een kwajongensstreek.
Zoo als gisteren reeds gemeld, is gister
middag een 6-jarig meisje te Den Haag op
het trottoir in de Gabriël Metsustraat door
een vrachtauto overreden en gedood.
Omstreeks half twee was de zesjarige
Johanna de V. aan het spelen op het trot
toir in de onmiddellijke nabijheid van de
woning harer ouders in de Gabriël Metsu
straat. In diezelfde straat stond een vracht
auto, waarvan de chauffeur, de 26-jarige
W. v. W., wonende in de Staverdenstraat,
zich eenige oogenblikken had verwijderd
en den auto onbeheerd had achtergela
ten.
Een jongen beging de onvoorzichtigheid
den auto aan het rijden te brengen.
De auto reed het trottoir op juist ter
plaatse, waar het meisje aan het spelen
was. De arme kleine werd tusschen een
pui van een der huizen en den vrachtauto
bekneld. Eenige oogenblkiken later werd
zij door toegesnelde voorbijgangers be
vrijd.
Met een verbrijzeld schedeltje werd het
kindje dood opgenomen.
De jongen, door wiens schuld dit onge
luk gebeurde liep zoo hard mogelijk weg.
Na'der vernemen wij nog, dat de politie
in den loop van den middag den jongen,
aan wiens onvoorzichtigheid het ongeluk
te wijten is, heeft aangehouden. Het was de
15-jarige J. v. d. B., wonende in de van
Bijlandtstraat.
Naar hij verklaarde, was hij met den be
stuurder van den vrachtauto meegereden
en zou even op den wagen passen, terwijl
deze ging schaften. De man had den mo
tor afgezet, doch de jongen heeft in zijn
afwezigheid met jeugdigen overmoed en
onbedachtzaamheid den motor op gang
weten te krijgen en den wagen aan het rij
den gebracht, met het vermelde droevige
gevolg. De jongen is voor een verder ver
hoor naar het Hoofdbureau van Politie
overgebracht.
Het lijkje van het slachtoffer in in be
slag genomen.
ERNSTIG ONGELUK TE OVERSCniE.
Oude man door auto gegrepen en in hel
ziekenhuis overleden.
Gistermiddag is op den Delftweg te
Overschie de 68-jarige voetganger P. van
der Kraan, wonende te Schiedam, toen hij
onverwacht van achter een vrachtauto te
voorschijn kwam en den weg wilde over
steken, aangereden door een personenauto,
die uit de richting Delft naderde. De oude
man werd over een afstand van 25 meter
meegesleurd en is in zorg we kenden toe
stand naar het ziekenhuis Eudokia te Rot
terdam vervoerd, waar hij kort na aan
komst is overleden.
HET OVERWEG-ONGELUK TE KETHEL
Ook de locomotief zwaar beschadigd.
Omtrent het ongeluk op den onbewaak
ten spoorwegovergang bij Kethel verne
men wij nog, dat de locomotief van den
trein zoodanig was beschadigd, dat een
machine uit Vlaardingen werd gehaald
welke den trein naar het eindstation Maas
sluis moest brengen.
De chauffeur van de auto zat bekneld in
het restant van de cabine, waaruit hij,
met groote moeite kon worden bevrijd. Hij
had een groot aantal verwondingen beko
men en talrijke kneuzingen opgeloopen.
De gewonde is naar het gemeente-zieken
huis te Schiedam gebracht, waar hij van
de H.H. Sacramenten der Stervenden werd
voorzien.
Wat de oorzaak van het ongeluk betreft
kan worden opgemerkt, dat 't uitzicht op
den spoorweg niet belemmerd was en dat
de machinist voor het passeeren van den
overweg signalen heeft gegeven. De rijks-
veldwacht laat een onderzoek instellen. De
wielrijder, die licht werd gewond, is de
heer Koning, die uit de richting van Ke
thel kwam.
VRACHTAUTO GERAMD.
Door tramlocomotief door een
gevel gedrukt.
In het smalle, trechtervormige gedeelte
van den weg Hülst-Walswoorden te
Kloosterzande heeft, naar het „Dagbl. v.
N. Br." bericht, een ernstige botsing plaats
gehad tusschen een tramlocomotief en een
vrachtauto der Z. V. T. M., waarbij de voor
gevel werd ingedrukt van het pand van
slager H. De vrachtwagen werd door de
locomotief gegrepen en daarop met donde
rend geweld door den voorgevel gedrukt.
Aan het raam van den in gedrukten ge
vel zat de dienstbode E. R., die vorig jaar
voor het huis door een auto werd aange
reden, toen ze op een ladder ramen stond
te zeemen, waarbij zij door'het venster naar
binnen rolde.
Thans is zij er al even gelukkig afgeko
men als den vorigen keer. Wel werd zij
met puin overdekt, doch bekwam slechts
lichte verwondingen. Een paar ribben wer
den gekneusd.
Auto en pand werden zeer ernétig be
schadigd. Persoonlijke ongelukken kwamen
echter niet voor.