MAANDAG 25 FEBRUARI 1935 DE LE'DSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN AANRIJDING MET DOODELIJKEN AFLOOP. Zaterdagavond heeft op den Warasveld- «chenweg een ernstig ongeluk plaats gehad. De vijftigjarige mej. Wakkermans, is dicht bij haar woning bij het oversteken van den weg door een van Warns veld komende per sonenauto, bestuurd door den heer B. uit Zutfen, aangereden en op slag gedood. Zij was zoodanig verminkt, dat zij door om wonenden niet werd herkend Het stoffelijk overschot is naar het Algemeen Ziekenhuis 4e Zutfen vervoerd. Daar heeft men, na een ingesteld onderzoek, in den loop van den eacht de identiteit van het slachtoffer kun nen vaststellen. De auto is door de politie in beslag genomen. ERNSTIG AUTO-ONGELUK. Zondagmorgen tegen twaalf uur is op den Rijksstraatweg onder de gemeente Dron- rijp, een personenauto, bestuurd door den beer H. Boonstra uit Leeuwarden, door het springen van een achterband tegen een •boom gereden. De heer Boonstra werd bij de botsing zeer ernstig gewond en is naar een ziekenhuis te Leeuwarden overge bracht. Een tweede inzittende bleef onge deerd. De wagen werd geheel vernield. MOTORRIJDER GESLIPT. Gistermiddag omstreeks half vier is op den Rijksstraatweg onder de gemeente Hoogerheide, een motorfietsrijder, die uit de richting van het dorp kwam, komen te «lippen. De val was zoo hevig dat hij met een ernstige hersenschudding en een wonde •boven het oog werd opgenomen. Dokter v. d. Kar, voor wiens woning het ongeluk ge beurde, verleende de eerste hulp. Nadat ook geestelijke bijstand was verleend, is het slachtoffer naar het Burger Ziekenhuis te Bergen op Zoom vervoerd. Het slachtoffer is de heer Akkermans uit Roosendaal. VERHUISWAGEN IN VLAMMEN. Gisternacht om twee uur bemerkte de chauffeur v. d. Heuvel, die een verhuiswa gen van de firma Spring te Apeldoorn naar Alkmaar reed, op den Rijksweg bij Muiden, dat zijn wagen in brand stond. Hij bracht bet voertuig tot stilstand en moest, daar hij zonder hulp was, toezien, dat de wagep met den inboedel geheel in de vlammen op ging. Alleen de metalen gedeelten van de auto bleven over. De rubberbanden smeul den gisterochtend nog. BENZINETANK ONTPLOFT. Een persoon ernstig gewond. Toen Zaterdagavond de heer J. v. d. Meulen, eigenaar van een autogarage op bet Lode wijk Napoleon Plein te Eindho ven, met behulp van eenige knechten een verstopte benzinetank wilde leegpompen, is deze doordat zich giftige dampen ont wikkelden, ontploft, waarop de benzine in brand vloog. De heer v. d. M. kreeg de stukken van den tank in het gelaat en werd ernstig gewond. Ook kreeg hij hevige brandwonden. In ernstigen toestand is hij naar het Binnengasthuis te Eindhoven ver voerd. De andere personen wisten op tijd weg te loopen, zoodat zij niet werden ge wond. BOERDERIJ UITGEBRAND. Zaterdagavond is de boerderij van den landbouwer Bongers, gelegen in de Bros- bergen, onder de gemeente Warns veld, ge heel in vlammen opgegaan. Alleen de mu ren zijn overeind blijven staan. De bewo ners zijn er nog in geslaagd een gedeelte van het huisraad in veiligheid te brengen. Eenige huisdieren zijn in het vuur omge komen. Omtrent de oorzaak van den brand is niets bekend. IN AANBOUW ZIJND HUIS INGESTORT. Een vijftal arbeiders tusschen het puin. Zaterdagmorgen om omstreeks elf uur is op den Eersten Molenweg te Blaricum een ernstig ongeval gebeurd, wat gezien den omvang, bijzonder goed is afgeloopen. Twee metselaars, die werkzaam waren op de vliering van een in aanbouw zijnd complex woningen aan den Eersten Molen weg bemerkten plotseling dat de schoren, die de balklaag van de vliering ondersteun den, naar buiten uitweken, waardoor de zolder, waarop zij werkten en waarop een 800-tal steen en en vier cementkuipen wa ren geplaatst, begon te wankelen. Met een hevigen slag stortten daarna de arbeiders met de steenen en kuipen naar beneden en kwamen terecht op een ruim 3 Meter lager liggende zolder. Eenige metselaars, die daar werkzaam waren, wisten zich, door tijdig opzij te springen, voor de grootste massa te vrij waren, doch konden niet verhinderen, dat enkele steenen ook op hen neervielen. De twee naar beneden gevallen metse laars werden spoedig uit hun benarde po sitie bevrijd. De 18-jarige J. v. d. Beek was er het ergste aan toe. Hij bleek, behal ve ontvellingen aan handen en beenen, ook een ernstige en bloedende hoofdwon de te hebben opgeloopen. De andere met- sealar, B. v. d. Kuit, was er iets beter af gekomen en had ontvellingen en schaaf wonden aan armen en beeneh opgeloopen. Eveneens waren nog drie arbeiders aan deze woningen werkzaam, die allen meer of minder gewond werden. Dr. Breukers verleende geneeskundige hulp. De materieele schade is zeer groot, daar het geheele dak ingestort en een muur op zij gevallen is. Begrijpelijkerwijze was de consternatie in het dorp zeer groot. Een groote menigte had zich op de plaats van het ongeval ver zameld. De instorting was op zeer grooten afstand te hooren, zoodat kapelaan Knip pers in allerijl vanuit de pastorie kwam toegesneld om zoo noodig bijstand te ver- leeneii. wat gelukkig niet noodig bleek. Als bijzonderheid kunnen we nog mel den, dat een der slachtoffers een broer is van de deze week overleden G. Vos, die tengevolge van een instorting bij het pa viljoen Larenberg aan zijn verwondingen in het St. Jansziekenhuis te Laren is be- zwaken. Gezien den grooten omvang van het on geluk mag het een wonder heeten, dat geen ernstiger persoonlijke' ongevallen voorkwa men. De vermoedelijke oorzaak is de storm van de laatste dagen waardoor verschillen de schoren en muren losgewerkt zijn. De politie, die dadelijk na het ongeval aan wezig was, heeft het werk stopgezet. Er zal een ernstig onderzoek worden ingesteld. NEDERLANDSCHE LICHTER LOSGESLAGEN EN IN NOOD. Veilig Oostende binnengesleept. De Duitsche sleepboot „Nestor", met twee lichters op sleeptouw, was op weg van Lon den naar Antwerpen, toen plotseling een der gesleepte booten, de Rupelnete H, ter hoogte van het lichtschip de „Westhinder" losgeslagen werd. Aangezien de „Nestor" de andere lichter nog op sleeptouw had en er een zware wind stond, moest hij er van afzien den losgeslagen lichter te hulp te komen. Er werden onmiddellijk noodseinen uitgezonden, die o.m. te Vlissingen en Oos tende werden opgevangen. Een visschers- boot uit Oostende, de O. 244 Philomene, be vond zich echter niet ver van de plaats waar het ongeluk gebeurde. De visschers snelden onmiddellijk den lichter, aan boord waarvan zich 4 personen bevonden, die noodseinen gaven, te hulp en slaagden er in den lichter op sleeptouw te nemen. Spoedig werd de Philomene hierin bijgestaan door een sleepboot, de „Zeeleeuw", waarna de lichter spoedig veilig en wel te Oostende was binnengesleept. DE VERMISTE LOGGER. Behouden te IJmuiden binnengeloopen. De Scheveningsche logger Sch. 116 die. naar men weet, eenige weken op zee ver toefde, zonder dat de reederij eenig bericht had ontvangen en over welks lot ernstige ongerustheid bestond, is in de haven van IJmuiden binnengeloopen. Aan boord was alles wel. Gebrek aan olie was de oorzaak ge weest, dat de logger niet eerder de haven kon bereiken. Een der andere loggers der reederij Frank Vrolijk heeft de Sch. 116 op zee ontmoet en het vaartuig naar IJmui den gesleept. Omtrent de reis van de Sch. 116 ver neemt het „Vad.", dat het schip 5 dezer van IJmuiden naar de treilvisschery was vertrokken. Men had al spoedig met stormweer te kampen. De netten gingen verloren, zoodat men niet kon visschen. Het schip kreeg ook veel water over en schade over dek. Later werden de netten gevonden en kon men weer visschen. De vorige week Zaterdag men was toen een heel eind boven Borkum, besloot de schipper weer huiswaarts te keeren. Zon dag was er echter niet voldoende brand stof meer en moest men de zeilen bijzetten, doch deze werden door den storm ver scheurd. Om den motor gaande te houden, werd zelfs smeerolie verstookt. Maandag was men onder Terschelling, doch door te genwind en storm kwam men niet vooruit, zoodat men Donderdag nog niet veel ver der was. Men had al goedig de noodslag geheschen en aan den kapitein van een passeerend Duitsch stoomschip verzocht te willen seinen, dat de logger hulp verlang de. Donderdag kwam de motor!ogger Zee meeuw Sch. 432 in de nabijheid, maar dit schip had zelf niet voldoende brandstof aan boord. In den namiddag kwam de Ma ria Sch. in zich en van dezen logger werden met groote moeite drie vaten stookolie op de Sch. 116 overgebracht. Daarna nam de Sch. 81 de Simon en Pieter op sleeptouw en zoo hoopte men gezamenlijk IJmuiden te bereiken. Spoedig brak echter de tros, zoodat men elkander weer kwijt raakte. Aan boord van de Sch. 116 was men ge heel in het donker en er was niet voldoen de brandstof om het schip op eigen kracht IJmuiden te doen bereiken. Den volgenden middag werd de Sch. 81 weer gezien, die de Sch. 116 weer op sleeptouw nam. Ein delijk bereikte men Zaterdagmorgen be houden IJmuiden. Schipper Rog en de opvarenden van de Sch. 116 hadden een zware reis achter den rug. Schipper Den Heijer en de opvaren den van de Sch. 81 hebben zwaar werk gehad om het zusterschip behouden binnen te brengen, daar zij voortdurend met stormweer te kampen hadden. VISSCHERS SCHUIT IN NOOD. Door de motorreddingsboot „Hilda" binnengebracht. Zaterdagmiddag is bij een zware bui het visschersschip „Kuinre 16" tusschen Kuin- re en Lemmer gestrand. De motorreddings boot „Hilda" van de Noord- en Zuid-Hol- landsche Reddingmaatschappij voer on middellijk ter assistentie uit en wist een verbinding tot stand te brengen. Het schip kon behouden binnen worden gebracht. Door het zware weer had de „Kr. 16" het roer verloren. VISSCHERSSCHEPEN IN MOEILIJK HEDEN. Zaterdagavond is de motorreddingboot „C. A. den Tex" van de Noord- en Zuid- Ho llandsche Redding Maatschappij, welke te Harlingen is gestationneerd, uitgevaren naar de Boontjes, een vaarwater benoor den Kornwerderzand, waar twee visschers- vaartuigen tengevolge van een plotseling opkomende bui in moeilijkheden verkeer de. Een van beide schepen, de „Zwartsluis 28", is in Harlingen binnengebracht. Het andere vaartuig is op eigen kracht naar Kornwerderzand teruggekeerd. UIT DE RADIOWERELD Programma's voor Dinsdag 26 Febr. Huizen, 301 M. K. R. O.-Uitzending. 8.00 Morgenconcert. 10.00 Gramofoon. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.15 Gramofoon. 12.45 Lunchconcert door het K. R. O. or kest afgewisseld door Cinema-orgel, en de clamatie door Paul Huf. 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 Modecursus. 4.15 Klavier-recital en gramofoon. 5.10 K. R. O. Kamerorkest. 6.00 P. J. S. Serrarens over Internatio nale Bemoeiing. Daarna Gramofoon. 6.40 Esperanto-cursus. 7.15 Medische causerie. 7.35 Gramofoon. 8.00 Vaz Dias. Solistenconcert door het K. R. O. symphonie-orkest. (Te 8 uur A. v. Domburg over films). 9.45 Charles Kuilmann. 10.Hongaarsch-Russische avond (Aan sluiting met Heek te Rotterdam en Am sterdam). Te 10.30 Vaz Dias. Hilversi li. 1875 M. AVRO-uitzending, 5.306.00 VPRO, 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.30 Ensemble Rentmeester. (11.00 Cau serie). 2.15 Omroeporkest. 3.004.00 Knipcursus. 4.30 Radio-Kinderkoorzang. 5.00 Voor kleine kinderen. 1 5.30 Jeugdhalfuur v. d. VPRO. 6.00 Omroeporkest. 7.30 Engelsche les. 8.00 Vaz Dias en Gramofoonplaten. 8.15 Kon. Chr. Oratorium-Vereen, m. m. van solisten en het Residentie-orkest. 9.15 3óe en 4de bedrijf van „Het Politie- raadsel", van E. Wallace. 10.00 Ray Forest en zijn Band. 10.30 Uit het Gebouw voor K. en W. te Den Haag: Kovacs Lajos en zijn orkest, en Luciano (mondharmonica). 11.00 .Vaz Dias. 11.10 Uit „Pschorr", Rotterdam: Sarközy en zijn ensemble. 11.30 „The Ramblers". Droit wich, 1500 M 10.3510.50 Morgenwijdin-g. 11.20 Orgelspel. 12.35 John Reynder's orkest. I.20 J. Muscant en het Troxy Grand Or kest. 4.40 Het Britsche trü'kkwartet. 5.35 BBC-Dansorkest. 6.50 Handelcorst. 8.20 RadiotooneeL 9.20 Pianorecital. 10.20 Nieuws uit Amerika. 10.35 „The February Revue". II.3512.20 Dansmuziek. „Ra d i o Paris", 1648 M. 12.20 Orkestconcert. 8.20 „Gargantua", operette van Marfiotte. Kalundborg, 1261 M. 11.201.20 Concert uit Rest. „Wivex". 2.204.20 Omroeporkest. 7.20 Harmonicmuziek. 8.55 Engelsche liederen. 9.35 Kamermuziek door Strijkkwartet. 10.3011.50 Dansmuziek. Keulen, 456 M. 6.35 Orkestconcert 11.20 Omroep klein orkest. 1.35 Concert. 3.20 Uit Hamburg: Omroeporkest en -dansorkest. 5.05 Pianorecital. 6.20 Vocaal concert. 7.35 Uit Berlijn: Omroeporkest. 8.20 Marschenconcert. Rome, 420 M. 8.05 Concert zang en piano. 9.20 Radiotooneel. 9.4010.50 Dansmuziek. Brussel 312 en 484 M. 322 meter: 12.50 Omroeporkest. 1.50—2.20, 5.20, 6.50 en 7.35 Gram.pl. 8.20 Radio-Potpourri „Puzzle en Co." 10.3011.20 Gramofoonplaten. 484 meter: 12.50 Salonorkest I.502.20, 5.20-en 6.35 Gramofoonplaten. 7.00 .Zang. 7.15, 7.35 en 8.20 Gramofoonplaten. 9.35 Symphonieconcert. 10.3011.15 Gramofoonmuziek. Deutschlandsender, 1571 M. 7.35 Herdenking van Richard Wetz, m. m. van orkest. 8.20 ,;Das Schaufenster der Welt", berich ten van de Leipziger Messe. 9.20 en 10.05 Berichten. 10.2011.50 Dansmuziek door Hans Bund en zijn orkest. Gemeentelijk Radiodistributiebedrijf en de R.O.V. Radio-central* Derde programma 8.058.20 Deutschl. Sender. 9.20—11.20 Keulen. II.20—12.20 Kalundborg. 12.20—14.20 Brussel VI. 14.2015.20 Kalundborg. 15.20—16.50 Keulen. 16.5017.20 Londen Reg, 17.20—19.20 Brussel VL 19.2021.20 Beromunster. 21.2021.40 Diversen. 21.4023.20 Leipzig. 23.20afloop Kalundborg. Vier de programma 8.058.50 Parijs Radio. 10.0510.35 Deutschl. Sender. 10.3511.05 Droitwich. 11.0511.20 London Reg. 11.2014.25 Droitwich. 14.2516.20 London Reg. 16.2018.20 Droitwich. 18.2018.50 Leipzig. 18.50—21.20 London Reg. 21.2021.50 Droitwich. 21.50afl. London Reg. JACHT OP AUTODIEF. Goudsche politie achtervolgt gestolen auto. Op den driesprong bij het station Moor drecht op den weg GoudtRotterdam, na derde Vrijdagavond omstreeks kwart over elf uit de richting Rotterdam een personen auto met zeer groote snelheid. Aan het stopteeken van de politie gaf de bestuur der geen gevolg. Een der politiemannen, aldus de „Telegraaf" ,had zich midden op den weg opgesteld en slechts door op het laatste moment opzij te springen, voor kwam hij, dat hij door den recht op hem in rijdenden wagen overreden werd. De auto verdween in de richting Den Haag, onmiddellijk gevolgd door den wa gen der politie. Na ongeveer een kilometer werd de achtervolgde auto met nog draaienden motor tegen een boom gevon den. Het bleek, dat de bestuurder vaart ge minderd had en uit den rijdenden wagen gesprongen was, welke daarop tegen een boom liep en aan de voorzijde licht be schadigd werd. Ondanks ijverige en langdurige pogin gen gelukte het niet den vluchteling te vin den. Uit Rotterdam was inmiddels te Gouda telefonisch bericht ontvangen, dat daar een auto was gestolen. Deze bleek de wa gen te zijn, waarmede te Moordrecht het avontuur werd beleefd. Het voertuig is in een garage te Gouda ondergebracht en ter beschikking van den eigenaar gesteld. FEUILLETON Li-Weng-Ho, de mandarijn. Uit het Engelsch, door BEN BOLT. 'Nadruk verboden). 40) Angstig zette Dick den stoel naar en ren de op haar toe. „Lieveling. „O, Dick, Dick daar is een pad." „Een pad?", klonk het haast ongeloovig. „Waar?" „Hier! Het loopt langs den voet van deze rots. Ik zag het toen het daarnet weerlicht te. Daar! ging ze voort, toen een nieuwe bliksemstraal bewees, dat ze zich niet ver gist had. „Zag je 't?" „Ja". Er was een opgewekte klank in zijn stem. „Het lijkt een heel goed pad en loopt juist in de richting, die we moeten hebben. Klim in den stoel, Kathleen. We zullen ons plan wijzigen en het in allen gevallen een eindweegs af loopen." Het meisje zette zich weer in den draag stoel en met den dokter vooraan, volgden zij het pad, dat nu m dan door het hemel vuur opnieuw verlicht werd. Zij trokken behoedzaaam voort tot de weg overging in een reews ^oed uitgehouden treden en toen zij op den top een klein terras be reikt hadden, zag de dokter iets dat hij voor een onoverkomenlijken rotsmuur hield. Verbijsterd stond hij stil, wachtend op de volgende bliksemstraal om te zien was het was. Hij zag een geopende poort, zette zich weer in beweging en ontdekte, dat de rots gespleten was door een korte tunnel. Hij ging deze door en belandde opeens op een ruim plateau, aan het ein de waarvan lichtjes blonken in de duis ternis. De draagstoel werd vlak bij den tunnel neergezet en de dokter wendde zich tot den Chinees. „Wat is dat, Ching?" „Ik weet het niet.... misschien de her berg aan het einde der wereld!" Forsyth staarde wantrouwend naar de lichten en terwijl hij zich afvroeg of het niet roekeloos zou zijn er op af te gaan, begon de regen in machtige stroomen neer te vallen en dreef hen terug naar de tun nel om beschutting te zoeken. Doornat en verkleumd door den wind die door den tunnel blies stonden ze bij een toen zich in het geluid van den val lenden regen de klanken eener voor Wes- tersche ooren weinig harmonisch muziek mengdehet opwindend geklop van een houten gong of een Thibetaanschen trom mel. Luttele seconden later hoorden zij menschelijke stemmen, die een gezang aan hieven en plotselipg vond Ching de ver klaring. „Een klooster", riep hij uit. „Een klooster, ja natuurlijk", herhaalde de dokter en toen het weeriJcht den hemel wederom met blauwen glans verlichtte, zag hij de gebouwen, die als uit de rots gehou wen leken, met een massieve poort recht tegenover de tunnel. Daarop was er weer een diepe duister nis, het was of de rollende donker den tun nel heen en weer scl\udde en het lang zaam wegstervende geluid plantte zich, tel kens weerkaatsend, langs de heuvelwan- den voort. „Wel", meende Forsyth, toen de trommel en de stemmen weer door het gutsen van den regen heen waarneembaar werden, „de plaats zal ons in elk geval een asyl bie den Geen goed Boeddhist zou in dit weer zelfs een hond onderdak weigeren. Vooruit Ching, laten we zien of we een van die brave broeders kunnen vinden". Met Kathleen in den stoel, liepen ze door den stroomenden regen, het plein over naar de deur van een der gebouwen, die op een kier stond; door den spleet viel een zwak schijnsel, terwijl het geluid van trom en zang nu veel duidelijker was. „Schijnt een of andere bijzondere dienst aan den gang te zijn", zei hij tegen Ching, toen hij op de deur hamerde. „Groot lawaai van muziek", antwoordde de Chinees, „dat beteekent groote ceremo nie. U hoeft niet zoo op die deur te trom melen, ze hooren niet en die niet hoort die niet komt." „Dan zit er niets anders op als maar naar binnen te wandelen, we moeten hoe dan ook beschutting hebben. Kom, Kathleen". Het meisje verliet den draagstoel; ze lie ten dit vervoermiddel in den regen staan en gingen dooh de open deur het gebouw binnen, dat zonder eenigen twijfel de kapel van het klooster was. De atmosfeer was geladen met opwin ding, dat merkten ze onmiddellijk. Het ge roffel van trommels of gongs en de dreu nende monotone zang van vele stemmen vervulden de kapel met een aanzwellend geluid, dat den hoorder een ondefineerba- re. sinistere gewaarwording gaf. Bij het licht der hanglampen zagen de vluchtelin gen een heidensoh altaar, waarvoor in een hoogen stoel een. oude man zat, gekleed in een roomkleurig gewaad, met een op perkleed van rood satin, en met een diep zwarte muts op. In de eene hand hield hij een gouden scepter, terwijl rechts en links van hem zich respectievelijk een groot wierookvat en een in roode zijde gedrap- peerde geeselroede bevonden. „De abt", fluisterde Forsyth tegen Kath leen, „en iemand met een goedig gezicht. We zullen hier veilig zijn, zou ik zoo zeg gen". Terwijl hij sprak keek de abt de kapel door naar de onbekende bezoekers, die hij waarschijnlijk al had opgemerkt sinds het oogenblik van hun binnentreden; toen keek hij opzettelijk een anderen kant op, als wenschte hij de aanwezigheid van vreemdelingen te negeeren, en vestigde zijn oogen op den vloer van den tempel, zooals hij tevoren gedaan had. Hier, op lange stukken grof tapijt, lagen twaalf mannen en drie vrouwen geknield. Boven ieder van hen stond een priested, met bei de handen het hoofd van den boeteling ofboetelinge vasthoudend en tegenover elk een andere priester, die bezig was met een kleverige substantie, kegeltjes van salpe ter en verkoold sandelhout te plakken op zwarte cirkeltj es, welke geteekend waren op het hoofd van de knielende gestalte vóór hem. Een derde priester stak kegel tjes in brand en keek toe terwijl zij sisten en spetterden op de kaalgeschoren sche dels. „O", fluisterde Kathleen angstig, „wat is dat een marteling." „Neen", antwoordde Forsyth, „dat is een Boeddhistisch voorschrift. Die mannen en vrouwen, wier hoofd wordt afgebrand zul len voortaan monniken en nonnen zijn." Kathleen keek er naar met een gevoel van afschuw. Vlak bij haar was een jong meisje, dat deze vuurproef van heiligheid onderging. Haar gezicht was onbewogen en omhoog gericht, maar toen de kegel afbrandde en Kathleen de lucht van bran dend vleesch rook, zag zij hoe het meisje zich eerst op de lippen beet, toen plotseling ineenkromp en het uitschreeuwde, of schoon door het lawaai van de ontzenuw de muziek, de schreeuw niet te hooren was. 'Kathleen sloot sidderend, de oogen en hield ze gesloten tot Forsyth haar aan stootte. De nieuw gewijde priesters en priesteres sen verdwenen nu, nu hun vurige conse cratie, de een na de ander door een onzicht- baren doorgang naast het altaar, maar de opwindende muziek werd voortgezet en op de tonnen er van ving een wonderlijke priestermarsch met een uiterst gecompli ceerd rituaal aam Kathleen staarde er ge fascineerd naar, maar Forsyth schonk er nauwelijks aandacht aan. Zijn belangstel ling werd in beslag genomen door den hoogtronenden abt, die meer dan eens door zijn hoornen bril naar hen gekeken had. Hun lot hing voor een groot deel af van de gedragingen van dezen man in de vol gende minuten. De muziek rumoerde nog voort, toen de abt oprees en met wankele passen het al taar en de kapel verliet. Achter hem volg den de priesters en toen het gedreun van trommels en cymbalen eindigde in een abrupte dissonant, die hen deed opschrik ken, zagen de vluchtelingen een lange monnik op zich afstappen. „Nu zullen we zien of het goede mannen zijn", meende Ching. Forsyth zelf wachtte in spanning, maar zijn gezicht was zoo onaandoenlijk als dat van Boeddha zelf. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9