MAANDAG 25 FEBRUARI 1935
DE LE'DSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN
AANRIJDING MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
Zaterdagavond heeft op den Warasveld-
«chenweg een ernstig ongeluk plaats gehad.
De vijftigjarige mej. Wakkermans, is dicht
bij haar woning bij het oversteken van den
weg door een van Warns veld komende per
sonenauto, bestuurd door den heer B. uit
Zutfen, aangereden en op slag gedood. Zij
was zoodanig verminkt, dat zij door om
wonenden niet werd herkend Het stoffelijk
overschot is naar het Algemeen Ziekenhuis
4e Zutfen vervoerd. Daar heeft men, na een
ingesteld onderzoek, in den loop van den
eacht de identiteit van het slachtoffer kun
nen vaststellen. De auto is door de politie
in beslag genomen.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK.
Zondagmorgen tegen twaalf uur is op den
Rijksstraatweg onder de gemeente Dron-
rijp, een personenauto, bestuurd door den
beer H. Boonstra uit Leeuwarden, door het
springen van een achterband tegen een
•boom gereden. De heer Boonstra werd bij
de botsing zeer ernstig gewond en is naar
een ziekenhuis te Leeuwarden overge
bracht. Een tweede inzittende bleef onge
deerd. De wagen werd geheel vernield.
MOTORRIJDER GESLIPT.
Gistermiddag omstreeks half vier is op
den Rijksstraatweg onder de gemeente
Hoogerheide, een motorfietsrijder, die uit
de richting van het dorp kwam, komen te
«lippen. De val was zoo hevig dat hij met
een ernstige hersenschudding en een wonde
•boven het oog werd opgenomen. Dokter v.
d. Kar, voor wiens woning het ongeluk ge
beurde, verleende de eerste hulp. Nadat ook
geestelijke bijstand was verleend, is het
slachtoffer naar het Burger Ziekenhuis te
Bergen op Zoom vervoerd. Het slachtoffer
is de heer Akkermans uit Roosendaal.
VERHUISWAGEN IN VLAMMEN.
Gisternacht om twee uur bemerkte de
chauffeur v. d. Heuvel, die een verhuiswa
gen van de firma Spring te Apeldoorn naar
Alkmaar reed, op den Rijksweg bij Muiden,
dat zijn wagen in brand stond. Hij bracht
bet voertuig tot stilstand en moest, daar hij
zonder hulp was, toezien, dat de wagep met
den inboedel geheel in de vlammen op
ging. Alleen de metalen gedeelten van de
auto bleven over. De rubberbanden smeul
den gisterochtend nog.
BENZINETANK ONTPLOFT.
Een persoon ernstig gewond.
Toen Zaterdagavond de heer J. v. d.
Meulen, eigenaar van een autogarage op
bet Lode wijk Napoleon Plein te Eindho
ven, met behulp van eenige knechten een
verstopte benzinetank wilde leegpompen,
is deze doordat zich giftige dampen ont
wikkelden, ontploft, waarop de benzine
in brand vloog. De heer v. d. M. kreeg de
stukken van den tank in het gelaat en werd
ernstig gewond. Ook kreeg hij hevige
brandwonden. In ernstigen toestand is hij
naar het Binnengasthuis te Eindhoven ver
voerd. De andere personen wisten op tijd
weg te loopen, zoodat zij niet werden ge
wond.
BOERDERIJ UITGEBRAND.
Zaterdagavond is de boerderij van den
landbouwer Bongers, gelegen in de Bros-
bergen, onder de gemeente Warns veld, ge
heel in vlammen opgegaan. Alleen de mu
ren zijn overeind blijven staan. De bewo
ners zijn er nog in geslaagd een gedeelte
van het huisraad in veiligheid te brengen.
Eenige huisdieren zijn in het vuur omge
komen. Omtrent de oorzaak van den brand
is niets bekend.
IN AANBOUW ZIJND HUIS INGESTORT.
Een vijftal arbeiders tusschen het puin.
Zaterdagmorgen om omstreeks elf uur is
op den Eersten Molenweg te Blaricum een
ernstig ongeval gebeurd, wat gezien den
omvang, bijzonder goed is afgeloopen.
Twee metselaars, die werkzaam waren
op de vliering van een in aanbouw zijnd
complex woningen aan den Eersten Molen
weg bemerkten plotseling dat de schoren,
die de balklaag van de vliering ondersteun
den, naar buiten uitweken, waardoor de
zolder, waarop zij werkten en waarop een
800-tal steen en en vier cementkuipen wa
ren geplaatst, begon te wankelen. Met een
hevigen slag stortten daarna de arbeiders
met de steenen en kuipen naar beneden
en kwamen terecht op een ruim 3 Meter
lager liggende zolder.
Eenige metselaars, die daar werkzaam
waren, wisten zich, door tijdig opzij te
springen, voor de grootste massa te vrij
waren, doch konden niet verhinderen, dat
enkele steenen ook op hen neervielen.
De twee naar beneden gevallen metse
laars werden spoedig uit hun benarde po
sitie bevrijd. De 18-jarige J. v. d. Beek
was er het ergste aan toe. Hij bleek, behal
ve ontvellingen aan handen en beenen,
ook een ernstige en bloedende hoofdwon
de te hebben opgeloopen. De andere met-
sealar, B. v. d. Kuit, was er iets beter af
gekomen en had ontvellingen en schaaf
wonden aan armen en beeneh opgeloopen.
Eveneens waren nog drie arbeiders aan
deze woningen werkzaam, die allen meer
of minder gewond werden.
Dr. Breukers verleende geneeskundige
hulp.
De materieele schade is zeer groot, daar
het geheele dak ingestort en een muur op
zij gevallen is.
Begrijpelijkerwijze was de consternatie
in het dorp zeer groot. Een groote menigte
had zich op de plaats van het ongeval ver
zameld. De instorting was op zeer grooten
afstand te hooren, zoodat kapelaan Knip
pers in allerijl vanuit de pastorie kwam
toegesneld om zoo noodig bijstand te ver-
leeneii. wat gelukkig niet noodig bleek.
Als bijzonderheid kunnen we nog mel
den, dat een der slachtoffers een broer is
van de deze week overleden G. Vos, die
tengevolge van een instorting bij het pa
viljoen Larenberg aan zijn verwondingen
in het St. Jansziekenhuis te Laren is be-
zwaken.
Gezien den grooten omvang van het on
geluk mag het een wonder heeten, dat geen
ernstiger persoonlijke' ongevallen voorkwa
men.
De vermoedelijke oorzaak is de storm
van de laatste dagen waardoor verschillen
de schoren en muren losgewerkt zijn. De
politie, die dadelijk na het ongeval aan
wezig was, heeft het werk stopgezet. Er zal
een ernstig onderzoek worden ingesteld.
NEDERLANDSCHE LICHTER
LOSGESLAGEN EN IN NOOD.
Veilig Oostende binnengesleept.
De Duitsche sleepboot „Nestor", met twee
lichters op sleeptouw, was op weg van Lon
den naar Antwerpen, toen plotseling een
der gesleepte booten, de Rupelnete H, ter
hoogte van het lichtschip de „Westhinder"
losgeslagen werd. Aangezien de „Nestor"
de andere lichter nog op sleeptouw had en
er een zware wind stond, moest hij er van
afzien den losgeslagen lichter te hulp te
komen. Er werden onmiddellijk noodseinen
uitgezonden, die o.m. te Vlissingen en Oos
tende werden opgevangen. Een visschers-
boot uit Oostende, de O. 244 Philomene, be
vond zich echter niet ver van de plaats
waar het ongeluk gebeurde. De visschers
snelden onmiddellijk den lichter, aan boord
waarvan zich 4 personen bevonden, die
noodseinen gaven, te hulp en slaagden er in
den lichter op sleeptouw te nemen. Spoedig
werd de Philomene hierin bijgestaan door
een sleepboot, de „Zeeleeuw", waarna de
lichter spoedig veilig en wel te Oostende
was binnengesleept.
DE VERMISTE LOGGER.
Behouden te IJmuiden binnengeloopen.
De Scheveningsche logger Sch. 116 die.
naar men weet, eenige weken op zee ver
toefde, zonder dat de reederij eenig bericht
had ontvangen en over welks lot ernstige
ongerustheid bestond, is in de haven van
IJmuiden binnengeloopen.
Aan boord was alles wel.
Gebrek aan olie was de oorzaak ge
weest, dat de logger niet eerder de haven
kon bereiken. Een der andere loggers der
reederij Frank Vrolijk heeft de Sch. 116
op zee ontmoet en het vaartuig naar IJmui
den gesleept.
Omtrent de reis van de Sch. 116 ver
neemt het „Vad.", dat het schip 5 dezer
van IJmuiden naar de treilvisschery was
vertrokken. Men had al spoedig met
stormweer te kampen. De netten gingen
verloren, zoodat men niet kon visschen.
Het schip kreeg ook veel water over en
schade over dek. Later werden de netten
gevonden en kon men weer visschen. De
vorige week Zaterdag men was toen
een heel eind boven Borkum, besloot de
schipper weer huiswaarts te keeren. Zon
dag was er echter niet voldoende brand
stof meer en moest men de zeilen bijzetten,
doch deze werden door den storm ver
scheurd. Om den motor gaande te houden,
werd zelfs smeerolie verstookt. Maandag
was men onder Terschelling, doch door te
genwind en storm kwam men niet vooruit,
zoodat men Donderdag nog niet veel ver
der was. Men had al goedig de noodslag
geheschen en aan den kapitein van een
passeerend Duitsch stoomschip verzocht te
willen seinen, dat de logger hulp verlang
de. Donderdag kwam de motor!ogger Zee
meeuw Sch. 432 in de nabijheid, maar dit
schip had zelf niet voldoende brandstof
aan boord. In den namiddag kwam de Ma
ria Sch. in zich en van dezen logger werden
met groote moeite drie vaten stookolie op
de Sch. 116 overgebracht. Daarna nam de
Sch. 81 de Simon en Pieter op sleeptouw
en zoo hoopte men gezamenlijk IJmuiden
te bereiken. Spoedig brak echter de tros,
zoodat men elkander weer kwijt raakte.
Aan boord van de Sch. 116 was men ge
heel in het donker en er was niet voldoen
de brandstof om het schip op eigen kracht
IJmuiden te doen bereiken. Den volgenden
middag werd de Sch. 81 weer gezien, die
de Sch. 116 weer op sleeptouw nam. Ein
delijk bereikte men Zaterdagmorgen be
houden IJmuiden.
Schipper Rog en de opvarenden van de
Sch. 116 hadden een zware reis achter den
rug. Schipper Den Heijer en de opvaren
den van de Sch. 81 hebben zwaar werk
gehad om het zusterschip behouden binnen
te brengen, daar zij voortdurend met
stormweer te kampen hadden.
VISSCHERS SCHUIT IN NOOD.
Door de motorreddingsboot „Hilda"
binnengebracht.
Zaterdagmiddag is bij een zware bui het
visschersschip „Kuinre 16" tusschen Kuin-
re en Lemmer gestrand. De motorreddings
boot „Hilda" van de Noord- en Zuid-Hol-
landsche Reddingmaatschappij voer on
middellijk ter assistentie uit en wist een
verbinding tot stand te brengen. Het schip
kon behouden binnen worden gebracht.
Door het zware weer had de „Kr. 16" het
roer verloren.
VISSCHERSSCHEPEN IN MOEILIJK
HEDEN.
Zaterdagavond is de motorreddingboot
„C. A. den Tex" van de Noord- en Zuid-
Ho llandsche Redding Maatschappij, welke
te Harlingen is gestationneerd, uitgevaren
naar de Boontjes, een vaarwater benoor
den Kornwerderzand, waar twee visschers-
vaartuigen tengevolge van een plotseling
opkomende bui in moeilijkheden verkeer
de. Een van beide schepen, de „Zwartsluis
28", is in Harlingen binnengebracht. Het
andere vaartuig is op eigen kracht naar
Kornwerderzand teruggekeerd.
UIT DE RADIOWERELD
Programma's voor Dinsdag 26 Febr.
Huizen, 301 M.
K. R. O.-Uitzending.
8.00 Morgenconcert.
10.00 Gramofoon.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.15 Gramofoon.
12.45 Lunchconcert door het K. R. O. or
kest afgewisseld door Cinema-orgel, en de
clamatie door Paul Huf.
2.00 Vrouwenuurtje.
3.00 Modecursus.
4.15 Klavier-recital en gramofoon.
5.10 K. R. O. Kamerorkest.
6.00 P. J. S. Serrarens over Internatio
nale Bemoeiing. Daarna Gramofoon.
6.40 Esperanto-cursus.
7.15 Medische causerie.
7.35 Gramofoon.
8.00 Vaz Dias. Solistenconcert door het
K. R. O. symphonie-orkest. (Te 8 uur A. v.
Domburg over films).
9.45 Charles Kuilmann.
10.Hongaarsch-Russische avond (Aan
sluiting met Heek te Rotterdam en Am
sterdam). Te 10.30 Vaz Dias.
Hilversi
li. 1875 M.
AVRO-uitzending, 5.306.00 VPRO,
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.30 Ensemble Rentmeester. (11.00 Cau
serie).
2.15 Omroeporkest.
3.004.00 Knipcursus.
4.30 Radio-Kinderkoorzang.
5.00 Voor kleine kinderen. 1
5.30 Jeugdhalfuur v. d. VPRO.
6.00 Omroeporkest.
7.30 Engelsche les.
8.00 Vaz Dias en Gramofoonplaten.
8.15 Kon. Chr. Oratorium-Vereen, m. m.
van solisten en het Residentie-orkest.
9.15 3óe en 4de bedrijf van „Het Politie-
raadsel", van E. Wallace.
10.00 Ray Forest en zijn Band.
10.30 Uit het Gebouw voor K. en W. te
Den Haag: Kovacs Lajos en zijn orkest, en
Luciano (mondharmonica).
11.00 .Vaz Dias.
11.10 Uit „Pschorr", Rotterdam: Sarközy
en zijn ensemble.
11.30 „The Ramblers".
Droit wich, 1500 M
10.3510.50 Morgenwijdin-g.
11.20 Orgelspel.
12.35 John Reynder's orkest.
I.20 J. Muscant en het Troxy Grand Or
kest.
4.40 Het Britsche trü'kkwartet.
5.35 BBC-Dansorkest.
6.50 Handelcorst.
8.20 RadiotooneeL
9.20 Pianorecital.
10.20 Nieuws uit Amerika.
10.35 „The February Revue".
II.3512.20 Dansmuziek.
„Ra d i o Paris", 1648 M.
12.20 Orkestconcert.
8.20 „Gargantua", operette van Marfiotte.
Kalundborg, 1261 M.
11.201.20 Concert uit Rest. „Wivex".
2.204.20 Omroeporkest.
7.20 Harmonicmuziek.
8.55 Engelsche liederen.
9.35 Kamermuziek door Strijkkwartet.
10.3011.50 Dansmuziek.
Keulen, 456 M.
6.35 Orkestconcert
11.20 Omroep klein orkest.
1.35 Concert.
3.20 Uit Hamburg: Omroeporkest en
-dansorkest.
5.05 Pianorecital.
6.20 Vocaal concert.
7.35 Uit Berlijn: Omroeporkest.
8.20 Marschenconcert.
Rome, 420 M.
8.05 Concert zang en piano.
9.20 Radiotooneel.
9.4010.50 Dansmuziek.
Brussel 312 en 484 M.
322 meter:
12.50 Omroeporkest.
1.50—2.20, 5.20, 6.50 en 7.35 Gram.pl.
8.20 Radio-Potpourri „Puzzle en Co."
10.3011.20 Gramofoonplaten.
484 meter:
12.50 Salonorkest
I.502.20, 5.20-en 6.35 Gramofoonplaten.
7.00 .Zang.
7.15, 7.35 en 8.20 Gramofoonplaten.
9.35 Symphonieconcert.
10.3011.15 Gramofoonmuziek.
Deutschlandsender, 1571 M.
7.35 Herdenking van Richard Wetz, m. m.
van orkest.
8.20 ,;Das Schaufenster der Welt", berich
ten van de Leipziger Messe.
9.20 en 10.05 Berichten.
10.2011.50 Dansmuziek door Hans Bund
en zijn orkest.
Gemeentelijk Radiodistributiebedrijf
en de R.O.V. Radio-central*
Derde programma
8.058.20 Deutschl. Sender.
9.20—11.20 Keulen.
II.20—12.20 Kalundborg.
12.20—14.20 Brussel VI.
14.2015.20 Kalundborg.
15.20—16.50 Keulen.
16.5017.20 Londen Reg,
17.20—19.20 Brussel VL
19.2021.20 Beromunster.
21.2021.40 Diversen.
21.4023.20 Leipzig.
23.20afloop Kalundborg.
Vier de programma
8.058.50 Parijs Radio.
10.0510.35 Deutschl. Sender.
10.3511.05 Droitwich.
11.0511.20 London Reg.
11.2014.25 Droitwich.
14.2516.20 London Reg.
16.2018.20 Droitwich.
18.2018.50 Leipzig.
18.50—21.20 London Reg.
21.2021.50 Droitwich.
21.50afl. London Reg.
JACHT OP AUTODIEF.
Goudsche politie achtervolgt gestolen auto.
Op den driesprong bij het station Moor
drecht op den weg GoudtRotterdam, na
derde Vrijdagavond omstreeks kwart over
elf uit de richting Rotterdam een personen
auto met zeer groote snelheid. Aan het
stopteeken van de politie gaf de bestuur
der geen gevolg. Een der politiemannen,
aldus de „Telegraaf" ,had zich midden op
den weg opgesteld en slechts door op het
laatste moment opzij te springen, voor
kwam hij, dat hij door den recht op hem
in rijdenden wagen overreden werd.
De auto verdween in de richting Den
Haag, onmiddellijk gevolgd door den wa
gen der politie. Na ongeveer een kilometer
werd de achtervolgde auto met nog
draaienden motor tegen een boom gevon
den.
Het bleek, dat de bestuurder vaart ge
minderd had en uit den rijdenden wagen
gesprongen was, welke daarop tegen een
boom liep en aan de voorzijde licht be
schadigd werd.
Ondanks ijverige en langdurige pogin
gen gelukte het niet den vluchteling te vin
den.
Uit Rotterdam was inmiddels te Gouda
telefonisch bericht ontvangen, dat daar
een auto was gestolen. Deze bleek de wa
gen te zijn, waarmede te Moordrecht het
avontuur werd beleefd.
Het voertuig is in een garage te Gouda
ondergebracht en ter beschikking van den
eigenaar gesteld.
FEUILLETON
Li-Weng-Ho, de mandarijn.
Uit het Engelsch,
door
BEN BOLT.
'Nadruk verboden).
40)
Angstig zette Dick den stoel naar en ren
de op haar toe.
„Lieveling.
„O, Dick, Dick daar is een pad."
„Een pad?", klonk het haast ongeloovig.
„Waar?"
„Hier! Het loopt langs den voet van deze
rots. Ik zag het toen het daarnet weerlicht
te. Daar! ging ze voort, toen een nieuwe
bliksemstraal bewees, dat ze zich niet ver
gist had. „Zag je 't?"
„Ja". Er was een opgewekte klank in
zijn stem. „Het lijkt een heel goed pad en
loopt juist in de richting, die we moeten
hebben. Klim in den stoel, Kathleen. We
zullen ons plan wijzigen en het in allen
gevallen een eindweegs af loopen."
Het meisje zette zich weer in den draag
stoel en met den dokter vooraan, volgden
zij het pad, dat nu m dan door het hemel
vuur opnieuw verlicht werd. Zij trokken
behoedzaaam voort tot de weg overging in
een reews ^oed uitgehouden treden en
toen zij op den top een klein terras be
reikt hadden, zag de dokter iets dat hij
voor een onoverkomenlijken rotsmuur
hield. Verbijsterd stond hij stil, wachtend
op de volgende bliksemstraal om te zien
was het was. Hij zag een geopende poort,
zette zich weer in beweging en ontdekte,
dat de rots gespleten was door een korte
tunnel. Hij ging deze door en belandde
opeens op een ruim plateau, aan het ein
de waarvan lichtjes blonken in de duis
ternis.
De draagstoel werd vlak bij den tunnel
neergezet en de dokter wendde zich tot
den Chinees.
„Wat is dat, Ching?"
„Ik weet het niet.... misschien de her
berg aan het einde der wereld!"
Forsyth staarde wantrouwend naar de
lichten en terwijl hij zich afvroeg of het
niet roekeloos zou zijn er op af te gaan,
begon de regen in machtige stroomen neer
te vallen en dreef hen terug naar de tun
nel om beschutting te zoeken.
Doornat en verkleumd door den wind
die door den tunnel blies stonden ze bij
een toen zich in het geluid van den val
lenden regen de klanken eener voor Wes-
tersche ooren weinig harmonisch muziek
mengdehet opwindend geklop van een
houten gong of een Thibetaanschen trom
mel. Luttele seconden later hoorden zij
menschelijke stemmen, die een gezang aan
hieven en plotselipg vond Ching de ver
klaring.
„Een klooster", riep hij uit.
„Een klooster, ja natuurlijk", herhaalde
de dokter en toen het weeriJcht den hemel
wederom met blauwen glans verlichtte, zag
hij de gebouwen, die als uit de rots gehou
wen leken, met een massieve poort recht
tegenover de tunnel.
Daarop was er weer een diepe duister
nis, het was of de rollende donker den tun
nel heen en weer scl\udde en het lang
zaam wegstervende geluid plantte zich, tel
kens weerkaatsend, langs de heuvelwan-
den voort.
„Wel", meende Forsyth, toen de trommel
en de stemmen weer door het gutsen van
den regen heen waarneembaar werden,
„de plaats zal ons in elk geval een asyl bie
den Geen goed Boeddhist zou in dit weer
zelfs een hond onderdak weigeren. Vooruit
Ching, laten we zien of we een van die
brave broeders kunnen vinden".
Met Kathleen in den stoel, liepen ze door
den stroomenden regen, het plein over
naar de deur van een der gebouwen, die
op een kier stond; door den spleet viel een
zwak schijnsel, terwijl het geluid van trom
en zang nu veel duidelijker was.
„Schijnt een of andere bijzondere dienst
aan den gang te zijn", zei hij tegen Ching,
toen hij op de deur hamerde.
„Groot lawaai van muziek", antwoordde
de Chinees, „dat beteekent groote ceremo
nie. U hoeft niet zoo op die deur te trom
melen, ze hooren niet en die niet hoort die
niet komt."
„Dan zit er niets anders op als maar naar
binnen te wandelen, we moeten hoe dan
ook beschutting hebben. Kom, Kathleen".
Het meisje verliet den draagstoel; ze lie
ten dit vervoermiddel in den regen staan
en gingen dooh de open deur het gebouw
binnen, dat zonder eenigen twijfel de kapel
van het klooster was.
De atmosfeer was geladen met opwin
ding, dat merkten ze onmiddellijk. Het ge
roffel van trommels of gongs en de dreu
nende monotone zang van vele stemmen
vervulden de kapel met een aanzwellend
geluid, dat den hoorder een ondefineerba-
re. sinistere gewaarwording gaf. Bij het
licht der hanglampen zagen de vluchtelin
gen een heidensoh altaar, waarvoor in een
hoogen stoel een. oude man zat, gekleed
in een roomkleurig gewaad, met een op
perkleed van rood satin, en met een diep
zwarte muts op. In de eene hand hield hij
een gouden scepter, terwijl rechts en links
van hem zich respectievelijk een groot
wierookvat en een in roode zijde gedrap-
peerde geeselroede bevonden.
„De abt", fluisterde Forsyth tegen Kath
leen, „en iemand met een goedig gezicht.
We zullen hier veilig zijn, zou ik zoo zeg
gen".
Terwijl hij sprak keek de abt de kapel
door naar de onbekende bezoekers, die hij
waarschijnlijk al had opgemerkt sinds het
oogenblik van hun binnentreden; toen
keek hij opzettelijk een anderen kant op,
als wenschte hij de aanwezigheid van
vreemdelingen te negeeren, en vestigde
zijn oogen op den vloer van den tempel,
zooals hij tevoren gedaan had. Hier, op
lange stukken grof tapijt, lagen twaalf
mannen en drie vrouwen geknield. Boven
ieder van hen stond een priested, met bei
de handen het hoofd van den boeteling
ofboetelinge vasthoudend en tegenover elk
een andere priester, die bezig was met een
kleverige substantie, kegeltjes van salpe
ter en verkoold sandelhout te plakken op
zwarte cirkeltj es, welke geteekend waren
op het hoofd van de knielende gestalte
vóór hem. Een derde priester stak kegel
tjes in brand en keek toe terwijl zij sisten
en spetterden op de kaalgeschoren sche
dels.
„O", fluisterde Kathleen angstig, „wat
is dat een marteling."
„Neen", antwoordde Forsyth, „dat is een
Boeddhistisch voorschrift. Die mannen en
vrouwen, wier hoofd wordt afgebrand zul
len voortaan monniken en nonnen zijn."
Kathleen keek er naar met een gevoel
van afschuw. Vlak bij haar was een jong
meisje, dat deze vuurproef van heiligheid
onderging. Haar gezicht was onbewogen
en omhoog gericht, maar toen de kegel
afbrandde en Kathleen de lucht van bran
dend vleesch rook, zag zij hoe het meisje
zich eerst op de lippen beet, toen plotseling
ineenkromp en het uitschreeuwde, of
schoon door het lawaai van de ontzenuw
de muziek, de schreeuw niet te hooren
was. 'Kathleen sloot sidderend, de oogen en
hield ze gesloten tot Forsyth haar aan
stootte.
De nieuw gewijde priesters en priesteres
sen verdwenen nu, nu hun vurige conse
cratie, de een na de ander door een onzicht-
baren doorgang naast het altaar, maar de
opwindende muziek werd voortgezet en op
de tonnen er van ving een wonderlijke
priestermarsch met een uiterst gecompli
ceerd rituaal aam Kathleen staarde er ge
fascineerd naar, maar Forsyth schonk er
nauwelijks aandacht aan. Zijn belangstel
ling werd in beslag genomen door den
hoogtronenden abt, die meer dan eens door
zijn hoornen bril naar hen gekeken had.
Hun lot hing voor een groot deel af van
de gedragingen van dezen man in de vol
gende minuten.
De muziek rumoerde nog voort, toen de
abt oprees en met wankele passen het al
taar en de kapel verliet. Achter hem volg
den de priesters en toen het gedreun van
trommels en cymbalen eindigde in een
abrupte dissonant, die hen deed opschrik
ken, zagen de vluchtelingen een lange
monnik op zich afstappen.
„Nu zullen we zien of het goede mannen
zijn", meende Ching.
Forsyth zelf wachtte in spanning, maar
zijn gezicht was zoo onaandoenlijk als dat
van Boeddha zelf.
(Wordt vervolgd)