KLEENGEDICHTJES EN NOG IETS ZATERDAG 23 FEBRUARI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 BUITENLAND VAN HET VATICAAN. HET A.S. CONSISTORIE. De vraag, wanneer een nieuw Consisto rie zaïl plaats vinden, is de laatste weken plotseling weer actueel geworden. De reden hiertoe is wel verschillend. Met zekerheid aneent men te kunnen aannemen, dat in ieder geval nog vóór Mei een Consistorie zal worden gehouden, daar op een der eerste Zondagen van Mei de Heiligverkla ring zal plaats vinden van de Engelsche imartelaren John Fisher en Thomas More. Volgens het kerkelijke traditie zal de of- ficieele uitspraak hierin gedaan moeten worden in een Consistorie. Het is echter nog een vraag, of de Paus dan tevens een aantal nieuwe Kardinalen zal benoemen, wat overigens wel waarschijnlijk is, daar in het begin van dit jaar Kardinaal Bourne is gestorven. De Engelsche katholieken, die zich naar Rome zullen begeven om bij de heiligverklaring tegenwoordig te zijn, heb ben thans geen primaat die gewoonlijk de rang van Kardinaal bekleedt. Men hoopt derhalve, dat de H. Vader nog vóór dien tijd een Engelsche Kardinaal en Aartsbis schop van Westminster benoemen zal. Een andere reden, waarom men de spoe dige benoeming van nieuwe Kardinalen verwacht is, dat sedert de laatste benoe mingen in April 1933, niet minder dan zes Kardinalen gestorven zijn, waarvan vijf die aan de Curie een belangrijke functie vervulden. Het feit, dat deze Kardinalene in hun hooge ouderdom niet meer op volle arbeidskracht werkten, is toch geen reden om aan te nemen, dat nieuwe benoemingen geen haast zouden hebben. Immers de thans nog in leven zijnde Kardinalen zijn even min jong en telkens wanneer een collega sterft drukt op hen een zwaardere last. Het is derhalve begrijpelijk, dat de Kardinalen de benoemingen eveneens met ongeduld tegemoet zien. Dit alles zijn echter slechts vermoedens en veronderstellingen. De beslissing hier omtrent is uitsluitend voorbehouden aan den H. Vader en Pius XI is niet de man, die zich ook maar het minst voor verschil lende stroomingen, die de laatste jaren waarneembaar zijn, onder de Italiaansche •bevolking, wijken zou. Men is n.L veront rust geworden door 't feit, dat 't aantal Kar dinalen van Italiaansche afkomst thans niet meer de meerderheid in het college vormt. Wanneer men evenwel bedenkt, dat onder de Curie-Kardinalen slechts twee niet Ita lianen zijn, en dat bij de Paus-keuze waar voor twee-derde van het aantal stemmen vereischt wordt, de Italiaansche Kardinalen hun volle medewerking moeten verleenen, dan valt het niet goed te begrijpen waar over de Italianen zich ongerust maken. Wil men bovendien de hoogste leiding der kerk uit nationaal oogpunt bezien, dan begeeft men zich op een gevaarlijk terrein. Men zal toch op den duur moeten inzien, dat de kerk zich niet alleen in Italië maar ook in Europa sterk heeft uitgebreid. DUITSCHLAND. BERLIJN BEREID TOT PRATEN. Over het geheel der Londensche voorstellen. De Duitsche regeering heeft op duide lijke wijze te kennen gegeven, dat zij in stemt met de opvatting van de Britsche regeering, dat de voorgenomen Engelsch Duitsche besprekingen betrekking moe ten hebben op het geheele complex van problemen, vervat in het Engelsch Fransche communiqué van 3 Februari. Thans is het zoo goed als zeker, dat tot directe EngelschDuitsche besprekingen zal worden overgegaan. De Britsche gezant te Berlijn, sir Eric Fhipps, had instructie gekregen, een aan tal prealabele kwesties te bespreken, wel ke verband houden met het plan tot alge- meene pacificatie van Europa. Hij heeft dus niet alleen het luchtpact, maar ook de bewapening ter sprake gebracht. De ge zant had tot taak de punten vast te stel len, welke Simon met Hitier kan bespre ken en, zooals uit bovenstaand blijkt, heeft Hitier zich bereid verklaard zoo wel het algemeene plan als het luchtpact met Sir John Simon, die vermoedelijk ver gezeld zal worden door den lord-geheim- zegelbewaarder Eden, te behandelen. De grootste moeilijkheid bij de diploma tieke onderhandelingen, die met Frankrijk, Duitschland, Italië en de Sovjet-Unie wor den gevoerd, is, een compromis te vinden, dat tegemoet komt aan de Duitsche bezwa ren tegen het Oostelijk Locarnopact. Volgens de Britsche diplomaten kan het stelsel van pacten, dat reeds in Oost-Euro pa bestaat, als basis dienen voor een alge- meener pact, dat de van kracht zijnde ac- coorden versterkt. Indien de Sovjet-Unie ingaat op een even tueel Britsch initiatief in dezen, dan zou den officieele Britsche kringen een bezoek aan Moskou als gerechtvaardigd beschou wen. In niet-officieele kringen is men van oordeel, dat de Britsche regeering zich meer dan vroeger zal bezighouden met de moeilijkheden, welke zich zullen voordoen bij de voltooiing van de keten van veilig heidspacten voor Oost-Europa. De moeilijkheid bij het sluiten van het Oostelijk pact wordt gevormd door de mi litaire garanties, welke Polen, Tsjecho- Slowakije en Rusland wenschen, terwijl Duitschland zich er tegen verzet. Thans streven de Europeesche mogendheden er naar. een compromis-formule te vinden. Of dit compromis mogelijk is of niet, Groot- Britannië zal elk plan, dat tot een accoord kan leidén, gunstig ontvangen. Het is de taak der Britsche ministers voorstellen voor een plan van internatio nale samenwerking te doen, welke voor al len aannemelijk zijn. Volgens de „Times" is men in Enge land van oordeel, dat het voorgestelde Oostelijk pact voor een groot deel gedekt wordt door de bestaande Poolsoh-Duitsche en Poolsch-Russische non-agressiepacten. Aangezien de Wilhelmstrasse zich bereid heeft verklaard met alle buurstaten non agressie-pacten te sluiten, zou het van be lang zijn een Duitsch-Litausch en een Duitsch-Tsjecho-Slowaaksche non-agres siepact in overweging te nemen. Over de mogelijkheid van een officieel Britsch bezoek aan Moskou schrijft de „News Chronicle": Indien de Engelsche minister van Bui- tenlandsche Zaken, op grond van zijn be zoek aan Berlijn, tot de overtuiging komt, dat hij in staat zal zijn de huidige mis verstanden tusschen Duitschland en Sov jet-Rusland uit den weg te ruimen, is het zijn plicht, deze poging te ondernemen. Op het oogen blik zou aan Europa en aan de wereld nauwelijks een grootere dienst kun nen worden bewezen. Het hoofddoel van een bezoek aan Ber lijn zou er in bestaan te oonstateeren, hoe het gesteld is met de Duitsche politiek op de punten, die niet behandeld zijn in het Duitsche antwoord. De vraag is, welke veiligheid de Duit sche regeering voorstelt, ter vervanging van het Oostelijk Pact. Hitier heeft vol doende realiteitszin in zijn politiek ge toond, om vrij zeker te kunnen verwachten dat hij voorstellen zal doen, ten einde den toestand in Oost-Europa te stabiliseeren. De „Daily Herald" verwacht, dat de Sov jet-regeering dezer dagen een officieele uitnood iging zal richten tot sir John Simon welke deze zal aannemen. HET DUITSCHE HEIDENDOM. Over „Mythus"-propaganda wordt opnieuw vanwege het Keulsch aartsbisdom geklaagd. Het aartsbisschoppelijke vicariaat-gene raal heeft, naar „Kipa" meldt, zich opnieuw genoodzaakt gezien, klachten in te dienen over de opvallende wijze, waarop in enkele dagbladen voor Rosenberg's boek „My- thus des 20 Jahrhunderts" van de zijde van het rijksbureau tot bevordering van de Duitsche leterkunde propaganda gevoerd wordt. Dit gevaarlijke boek wordt steeds bij kampcursussen en cursussen voor de lei ders als officieel leerboek van de partij ge bruikt, ofschoon de Kerk van officieele zij de steeds werd verzekerd, dat Rosenberg's boek een privé-werk is. Eveneens heeft de kerkelijke overheid zich over ontoelaatbare controle op de Ka tholieke* organisaties te beklagen. In een groot aantal parochies werd door de gemeentelijke autoriteiten en niet-ker- kelijke organisaties een statistisch onder zoek ingesteld naar het Katholieke ver- eenigingswezen en charitatieve instellin gen en bovendien de invulling van een lijst met vragen verlangd, zonder dat dien aangaande met de kerkelijke overheid overleg was gepleegd. Een dergelijk optreden is in strijd met het Concordaat, waarin aan de Kerk de zelfstandige regeling van haar aangelegen heden "gewaarborgd wordt. Aan de paro chiebesturen werd derhalve opdracht ge geven, de onbevoegde vragenstellers on middellijk naar den aartsbisschop te ver wijzen. FRANKRIJK. SCHUSCHNIGG TE PARUS Overeenstemming Na afloop P van het Fransch-Oostenrijk- sche onderhoud van gisteren verklaarden minister Laval en minister Berger-Walde- negg, dat hun besprekingen de consolidatie van den vrede tot doel hadden gehad. Laval verklaarde met nadruk, dat mi nister-president Flandin en hij „een volko men overeenstemming van gezichtspunten met de Oostenrijksche ministers ten aan zien van alle problemen van Midden-Euro pa en meer bijzonder van Oostenrijk" ge constateerd hadden. Aan het diner, dat des avonds op de Oostenrijksche legatie ter eere van Schuschnigg en Berger-Waldenegg werd gegeven, zaten verschillende vooraanstaan de persoonlijkheden uit Fransche finan- cieele, kringen aan. De president der Fransche republiek heeft tijdens het dejeuner, dat op het Ely- see ter eere van de Weensche staatslieden gegeven werd, den bondskanselier Schu schnigg en minister Berger-Waldenegg ge decoreerd met het Grootkruis van het Le gioen van Eer. ITAUE. PRESSIE OP ABESSINIE Troepenzendingen verdedigd Het geschil tusschen Italië en Abessinië duurt thans reeds elf weken en de Itali aansche regeering voelt zich verre van zeker wat betreft den afloop. Morgen zul len zich nieuwe troepencontingenten van Florence naar Napels begeven, waar zij scheep zullen gaan naar Italiaansch Soma- liland. De contingenten bestaan uit officie ren en manschappen van een divisie, wel ke tusschen 7 en 11 Februari is gemobili seerd. Gisteren verklaarde een woordvoerder van de Italiaansche regeering: 1o. Italië zal nimmer den Abessinischen eisch inw.illi- gen inzake controle op de voorgestelde neutrale zones door officieren van een derden staat (bedoeld zijn de Belgische en Zweedsche officieren, die voor opleidings doeleinden in Abessinië vertoeven). 2o. De mobilisatie van twee divisies heeft geenerlei wijziging gebracht in het stand punt van de Abessinische regeering. Dien tengevolge zijn Zondag en Maandag j.l. drie bataljons militie vertrokken. Zij bevin den zich thans in het Suezkanaal. 3o. Dit heeft eveneens geen effect gehad, derhalve moeten verdere versterkingen worden gezonden. 4o.De Italiaansche regeering is van oor deel, dat de grens van Somali-land moet worden versterkt, daar anders het gevaar bestaat, dat Abessinische benden de Itali- I aansche garnizoenen naar de Roode Zee i zullen terugdrijven. Naar uit Addis Abeba wordt gemeld, wordt het aldaar waarschijnlijk geacht, dat de Abessinische regeering een nieuwe nota naar Rome zal zenden, waarin zij aandringt op een spoedige beslissing in de zone-kwestie en op de benoeming van ar biters. Ingeval het antwoord hierop niet gunstig luidt, zal de aangelegenheid aan den Volkenbondsraad worden voorgelegd. TURKIJE. VER-GAANDE STAATSINMENGING Nadat enkele maanden geleden het bevel kwam om echt Turksche familienamen aan te nemen, er is nu sprak van een heel wat dieper ingrijpende verandering. Men zal i n.l. de taal zelf gaan veranderen, door ze meer aan te passen aan onze Europeesche talen. Misschien is een dergelijk staaltje van staatsbemoeiing nog nooit in de ge schiedenis voorgekomen. Vergeleken met zoo iets, is zelfs onze spellingkwestie ter bespreking niet waard! KATHOLIEKE PERS VERBODEN. Het dagblad „Vita Cattolica", dat sedert jaren in de Italiaansche en Fransche taal verschijnt, is bij regeeringsbesluit verbo den. Tegelijkertijd werd ook het maand blad der Franciscanen, een eenvoudig kerkblad van de St. Maria-parochie in Pera verboden. Als reden wordt opgegeven, dat beide bladen proselieten trachten te ma ken. BUITENLANDSCHE BERICHTEN RUSSISCHE SLEEPBOOT VERGAAN. Twaalf leden der bemanning verdronken. Naar uit Moermansk gemeld wordt, is in de nabijheid van den vuurtoren Setijna- wolks gedurende een zwaren storm de sleepboot „Pokol" vergaan. Van de 23 man sterke bezetting konden er sléchts 11 gered worden. NEGEN DOODEN BIJ TREINBOTSING OP CUBA. In de nabijheid van Guantanamo is een goederentrein in botsing gekomen met een tankwagen. Negen personen werden bij deze botsing gedood. MISSIONARIS DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. In de Missiestatie Ndala is de bilksem ingeslagen in de katholieke pastorie die met gegolfde ijzeren platen was afgedekt. Pater Martin van de Witte Paters, die reeds 25 jaar op deze missiepost werkzaam was, werd door den bliksem getroffen en op slag gedood. De regeeringsautoriteiten hebben thans een verordening uitgevaardigd, dat alle huizen voorzien moeten zijn van een blik semafleider. ZACHTAARDIGE GRIEPEPIDEMIE IN BELGIë. Een aantal scholen gesloten. In verscheiden steden van België wordt een groepepidemie geconstateerd, die echter een zachtaardig karakter blijkt te hebben. I Te Roux (bij Charleroi) zijn de gemeente- I scholen gesloten. Ook in het gymnasium te Oostende hebben zich een 100-tal gevallen BRAND OP DE RENBAAN VAN NEW ORLEANS. Bijna alle stallen in de asch gelegd. Op de in geheel Amerika beroemde ren baan te New Orleans is gisterennacht een geweldige brand uitgebroken. De vlam- I men grepen zoo snel om zich heen, dat aan blusschen niet te denken viel. Naar ver luidt zouden 23 van de in totaal 27 stallen vernield zijn, terwijl het aantal paarden dat bij den brand om het leven is gekomen achttien bedraagt. DE VONDST VAN „HOMERUS PYGMEEëN-RAS". Eenige dagen geleden werd het sensatio- neele bericht over de wereld verspreid, dat in Voor-Indië fossiele overblijfselen waren gevonden van een slechts 45 centimeter groot pygmeeënras. I Thans is evenwel gebleken, dat men hier I te doen heeft met een grooten zwendel. I Door de autoriteiten is geconstateerd, dat in het geheel geen fossiele overblijfselen zijn gevonden. Men veronderstelt, dat men J hier te doen heeft met een ongepaste grap, of dat het bericht, wat meer waarschijn- lijk is, door een Hindoe de wereld werd in gestuurd. Bij de Hindoes heerscht namelijk het bijgeloof, dat het verspreiden van on ware berichten huiselijke zorgen verlicht, voorgedaan. Ook deze school werd gesloten, evenals de openbare meisjesschool te Di- narat. Een schilder van klein formaat penseelt zooveel vierkante meters doek vol, en 't is verloren moeite. Een ander met rijker ga ven behaalt roem, al is zijn schilderstuk een miniatuurtje. Zoo gaat het ook met dichters en gedichten. Bij Vondel vinden we prachtverzen van enkele regels. Ook de kleengedichtjes van Gezelle zijn geen serie minderwaardigheden. Veel is juist in zijn kortheid volmaakt af en waardevol. Kortheid is deugd, waar ze niet uit zwak heid voortkomt, maar maat houden betee- kent. Overbekend is bijv. het volgende, waar in Gezelle een diepe gedachte, vol dichter weelde, helder en kinderlijk dankbaar uit spreekt: Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd, mij groet het altemale, dat God geschapen heeft. Vol muziek, met een verrassende uit beelding gaat ook dit andere van Gezelle ver uit boven de zefierpresentaties der hei- densche klassieken, die aan Zephyrus wel een vader en moeder en ook nog een eega bezorgden maar met al hun mythologische fantasietjes (het intermitteerend, dom ver velend getob van Zephyrus en Iris niet uit gesloten) de natuur het sprankelende le ven niet inspreken, zooals Gezelle het hier doet: Zacht is uw hand, o windeke, streelende langs mijn haar, of het de hand van een kindeke, een spelend kindeke waar*. Een derde, maar weinig langer, geeft on overtroffen in klaren eenvoud den gewel digen indruk weer van de machtige heer lijke zee. Gods almacht en goedheid daar in weerspiegeld voeren de ziel, bewust van haar adel en afkomst, op boven al wat laag en klein is. Ach, hoe dikwijls ben ik toch gegaan waar de zee heur groote baren slaan, waar het al zoo kleen wordt rondom my, waar mij niets te binnen komt als Gij, Groote God, oneindigheid, onmeetbaar en van dit menschenhert, hoe broos ook, onvergeetbaar. Iets van dien aard, maar minder muzi kaal en wat minder vlot zijn deze mooie regels van Engelmans „Communiekind". En met mijn hoofd in 't altaarlinnen word van Uw volheid ik vervuld, Uw zoetste wezen stroomt naar binnen, ik berg mij gansch in uw geduld. Door 't altaarlinnen is natuurlijk bedoeld de wit-linnen doek, die over de communie bank ligt. 't Kon precieser, maar 't blijft goed verstaanbaar. Het communiekind is met een enkel trekje fijn geteekend in zijn kleinheid: het hoofd komt niet boven het witte linnen en de communiebank uit; in zijn eerbied en ingetogenheid, in zijn cere- monieele onbeholpenheid: het hoofd niet tegen, niet over de linnen doek, maar erin. De tweede en derde regel prijzen, wel niet verrassend oorspronkelijk maar toch pas send en juist, de gave der Eucharistie. De vierde regel straalt van frischheid, daar is diep besef van het heilig gebeuren, erken ning van eigen fouten en zwakheid, een schat van goeden wil, een glorieus ver trouwen in de goedheid van den Allerhei ligste, die feesttij houdt. Alles is zoo simpel naturlijk, dat ieder een het meevoelt; maar ook zoo echt en realistisch, dat alleen een ware dichter het zoo vasgrijpt. De geheele strofe is zuiver op kinderlijk voelen afgestemd. Ongelukkig worden er nog acht regels van veel minder allooi aan vastgemaakt, die het volle genot bederven. Wat kan nog voor mijn oogen duistren, wanneer mijn hart aan *t uwe slaat, de ziel haar oorsprong toe mag fluistren en in de zuivre Godheid baadt? Geef mij Uw druif en eeuwig koren o Jezus, deésem mijn bestaan: wie U bezat wil U behooren en in Uw liefde zelf vergaan. GEHEIMZINNIGE ONTDEKKING TE CANNES. Lugubere vondst op het strand. Een geheimzinnige ontdekking houdt de politie te Cannes bezig. Aan het strand der Riviera-badplaats hebben visschers Don derdagavond laat het in verregaanden staat van ontbinding verkeerende lijk ge vonden van een man van middelbaren leef tijd, wiens beenen gebonden waren en wiens schedel gedeeltelijk was verbrijzeld. Op het lijk zijn een aantal papieren aan getroffen, die doen veronderstellen, dat de man, van wien men nog niet weet of hij zich van het leven heeft beroofd of dat hij wat waarschijnlijker is vermoord is, in bepaalde relatie moet hebben gestaan met vooraanstaande Fransche en buiten- landsche milieux. Er zijn nJ. visite-kaar tjes van den vroegeren Japanschen gedele geerde bij de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs en van den eersten secretaris der Sovjet-ambassade te Parijs onder de gevonden papieren. Voorts ken nisgevingen van huwelijken in de hoogste kringen der Russische emigratie, zoomede een visitekaartje in de Engelsche taak, waarop met zwarte inkt geschreven staat den naam van een hooggeplaatst Neder- landsche personnage. Dit kaartje bevatte ook in druk het adres van het Nederland- sche gezantschap te Parijs, 85, Rue de Grenelle, waar men echter op ons verzoek om nadere inlichtingen niets kon mede deel en. Aan de hand van een andere invitatie- De kinderlijke toon Is al dadelijk zoek, en blijft zoek. De kleine is opzij gedron gen en in zijn plaats komt een „groote mensch" aan het woord. En dat woord is stroef en zeer wijs. Duistren en fluistren doen mee om het rijmspel. De vijfde regel nadert bedenke lijk het foutieve, versleten kerklied. Even eens regel acht. Een man vah smaak moest geen verroest blik oprapen en- inlijsten, om het te kijk te hangen. Het deesemen van ons bestaan is een schriftuurlijke wending en, als het hier niet te groote-menschachtig was, zou deze regel het best doen. Hier trapt hij ook zijn voor ganger op de hielen. Deesemen kan niet aansluiten bij druif en koren, die zooiets niet uitwerken. Het zuurdeeg van de pa rabel is een uitbeelding van de evangeli sche waarheid, maar weinig geschikt voor den levenden eucharistischen Christus, wiens werking al in den vierden regel on verbeterlijk was aangeduid. De twee slotregels bevatten een devote reflectie, maar zijn, in den mond van een kind, nog meer dan de andere: wijsneu- zerij of gememoriseerde fraaiigheid. „Be zat" klinkt hier wel beter dan „bezit", maar er is geen enkele reden om het ver langen naar vereeniging in offerzin te ver binden met een voorbij bezit. De ars poëtica van Horatius mag al ge brekkig zijh, enkele wijze lessen staan er nog wel in, zooals bijv. laat liever weg wat een gedicht langer en niet mooier maakt. Nu nog een vers van Gezelle, dat na het voorafgaande des te beter te waardee- ren valt. 't Is onze groote dichter in zijn volle kracht: „Meidag" (Rijmsnoer I). De kerzelaar zyn trouwgewaad heeft aangedaan: vandage moet hij, meidag is 't, ter bruiloft gaan. Een pakkende illustratie van bloesem- weelde in de Mei. 't Is een geheel en af. Kan er nog iets bij? Gezelle, vol van de bloeiende pracht, moet doorzingen. Elk taksken is een priem nu, die, bewonden, wit tot tenden, in een witte schêe van blommen zit. Nu hebben we het trouwgewaad in al zijn praal gezien, en weer kon het uit zijn. Toch klinkt de stem van Gezelle weer op, even vol, even blij. Beruwrijmd was hij schoon, wanneer de winter woei: veel duizendmaal is schoonder nu zijn blomgebloei. We wisten toch niet, dat het zoo mooi was, als bij deze tegenstelling uitkomt. Maar opnieuw hetzelfde frissche geluid, zonder inzinking. Te winter was zijn schoonheid als een beeltenis des levens: koud en ydel zoo de schaduwe is. Het verschil tusschen het levensfeest 'en doode winterpraal komt hier nog sterker uit, in al zijn diepte. Maar terwijl de vo rige strofe juichend sloot en zonder stoor nis het einde van het lied kon zijn, moet er hier nog een blij, zeer blij akkoord vol gen. Gezelle stelt niet teleur. Geen schaduwbeeld en is hij nu, geen schijn, maar al dat schoon is, al dat levende, en dat liefgetal. lieftallig). Applaus voor den meester van het lied! Maar eer de verrukking ons loslaat, schalt Gezelle's jubel weer over ons heen. 't Is bruiloft, en t is zonneweer: de zomermeid den bruidegom verwacht, die haar was toegezeid. De bruiloft, naar hooger ordening vast gesteld, wordt gevierd: het bruidje ('t zon neweer, de zomermeid) heeft niet te ver geefs gewacht. G. ELOOS. kaartje voor een huwelijk, waarop de brui degom Arthur Guillaume heet, is de poli tie voorloopig geneigd aan te nemen, dat de persoon, wiens lijk gevonden is, dien naam zou hebben gedragen. Waarschijnlijk is, dat men te doen heeft met iemand van hooge sociale positie. In verband met deze lugubere vondst brengt men ook het feit, dat drie jaar geleden op ongeveer dezelf de plaats een lijk is gevonden, waarvan de herkomst nooit kon worden vastgesteld, doch dat waarschijnlijk het stoffelijk over schot was van een Engelschman, behooren- de tot de Intelligence Service. Alles wijst er op, hoewel tot dusver het mysterie nog ondoorgrondelijk is, dat de uitnoodigingen, die op den man gevonden zijn, van verschei den jaren her dateeren. „Tel." „DOODE" HERLEEFT. De Italiaansche dagbladen bevatten be richten over een zeldzaam gebeuren, in het stedelijk ziekenhuis te Milaan. Daar stierf, ondanks alle maatregelen en kunstgrepen der doctoren, een man, die een ernstige hartziekte had. Ofschoon zijn dood definitief vastgesteld was, gaf een dokter hem toch nog een in jectie met adrenaline. Precies dertig minuten later begon het hart van den doode heel zwak te kloppen en eenige minuten later functionneerde het wederom normaal, zoodat het schijnt, dat er geen gevaar meer bestaat voor het leven van den „herrezene".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6