26ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN OM DEN GAVEN HOLLANDSCHEN GULDEN WOENSDAG 6 FEBRUARI 1935 No. 8033 Ste £cki6ch^0ou^cmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij rooraitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 NAAR WAARDEVERMINDERING? DE WEG DER DEFLATIE EN DER DEVALUATIE. Ieder spreekt over devaluatie en deflatie en menigeen vreest voo*" het behoud van den echten Hollandschen gulden. Wat daarvan te denken? In enkele artikelen zullen wij trachten den stand der kwestie te belichten en duidelijk te maken waar het om gaat schap, die, zooals prof. v. Blom zoo te recht constateerde in zijn rede bij de over dracht van het rectoraat dér Leidsche uni versiteit, steeds achter de feiten aan komt voor wij dan. onzen tocht ondernemen in dit moeilik terrein, dienen wij eventupele overtollige ballast van vooroordeelen en misverstanden te laten vallen en ons te wapenen met heldere en duidelijke begrip pen van de zaken, waar het om gaat. Nog immer deint de strijd om den Hol landschen gulden; zullen wij hem gaaf houden of devalueeren? De vraag werd hoogst actueel toen het Engelsche pond kelderde en Amerika den dollar eveneens liet zakken, welk voor beeld werd nagevolgd door verscheidene andere landen. In die dagen van spanning, toen er een roep ging „laat het goud los", was het Colijn, die een krachtig „neen" liet hooren, Holland handhaafde zijn gul den op den bestaanden goudbasis. Onder zijn leiding koos de regeering den 1 an ge ren en moeizamen weg van prijsdaling, den weg van deflatie. Sindsdien is het brandende vraagstuk in wat kalmer banen terecht gekomen, maar nog altijd is het actueel. Economen van naam pleiten nog steeds voor devaluatie, en worden bestreden door andere econo men, die ook een naam te verliezen heb ben. Onder hun aanvoering trekken voor- en tegenstanders op, wetenschappelijken en belanghebbenden. Degenen, die den gulden op peil willen houden, staan sterk in den steun van de regeering; de devaluïsten zoeken hun kracht in een „vereeniging voor waarde vast geld", welke onlangs is opgericht. Deze benaming kan misverstand wekken bij hen, die niet ter zake kundig zijn. On der „Waardevast geld" wordt hier niet ver staan, geld, dat op een vasten goudbasis staat, maar waardevast is tenopzichte van de goederen. En om die waardevastheid te bereiken acht men het een noodzakelijke voorwaarde, dat de goederenprijzen hun evenwichtstoestand hebben teruggevonden, wat alleen althans volgens de „waarde vaste geld"-ers bereikt kan worden door devaluatie, waardevermindering van den gulden. Een nieuwe economische conferentie? De kwestie: devaluatie of deflatie, heeft den laatsten tijd weer een nieuwen stimu lans gekregen, nu er geruchten gaan over een nieuwe economische wereldconferen tie, waar de stabilisatie der valuta behan deld zou moeten worden. De Fransche pre mier Flandin heeft er te Londen reeds een vischje naar uitgeworpen, doch schijnt bot gevangen te hebben. Stabilisatie, vaststelling der onderlinge verhouding tusschen de diverse ruilmidde- i len, is intusschen een eerste vereischte voor de saneering van den wereldhandel en van de wereldeconomie. Het was juist omdat Amerika den dollar niet wenschte te sta- biliseeren, dat de economische wereldcon ferentie te Londen in 1933 zoo'n jammer lijk fiasco is geworden. Nu verwijten de voorstanders van deva luatie aan de deflationisten, dat zij deze zoozeer gewenschte stabilisatie tegenhou den, omdat zij het niveau van onze prij zen niet snel genoeg en niet ver genoeg omlaag kunnen drukken, zoodat de even wichtstoestand veel te langzaam wordt be reikt, als hij ooit bereikt wordt. Neen, zeggen de deflationisten tot de de valuïsten, het zijn juist jullie, die de stabi lisatie zouden tegenhouden, als jullie je zin kregen; want met het loslaten van onze goudbasis zou er een nieuw element van onzekerheid worden geschapen in onzen aan onzekerheden toch al te rijken tijd. Wat moeten we doen? Doen wij er goed aan met onzen gulden gaaf te houden of misleiden wij ons zei ven; brengen wij ons volk tot armoe en werkeloosheid zonder noodzaak, wijl er een beter middel is om uit de impasse te raken? Beschouwing van het probleem. Laten wij het probleem eens onder de oogen zien. Waar zoovele geleerde koppen het onderling niet eens kunnen worden, daar zou het vermetel zijn, te denken, dat wij hier het raadsel zouden kunnen oplos sen, maar een wat dieper gaande bespre king kan toch haar nut hebben ter verhel dering der denkbeelden en ter rechtzetting van velerlei misverstanden. Voor wij onzen verkenningstocht gaan ondernemen in de duistere en ongeculti veerde oerwouden van de economie wij bedoelen hier niet de economie als weten- Wat is devaluatie? Vooreerst: wat is devaluatie? Devaluatie is waardevermindering van den gulden. Onze gulden is het tiende deel van een gouden tientje, dat op het oogen- blik een waarde vertegenwoordigt var. 6 gram fijn goud. Op die manier zit de waar de van den gulden vast aan de waarde van het goud, of anders gezegd, de gulden is gebaseerd op den gouden standaard. De devaluïsten willen die waarde van den gulden ten opzichte van het goud vermin deren. hetzij door het goudgehalte van het gouden tientje te verlagen, waardoor de gulden toch weer aan het goud zou war den vastgehecht maar op een lager ni veau, hetzij door den gouden standaard ge heel los te laten en de waarde van den gulden door andere factoren te laten be palen. Men heeft dat met een leelijk woord „munt-vervalsching" of „muntsnoeiing1' be titeld, een woord, dat bij de massa inslaat en bedoeld is om afkeer op te wekken te gen degenen, die de menschen een gaven gulden uit den zak willen goochelen om er een van 6 dubbeltjes voor in de plaats te geven. Zóó moet men de zaak evenwel niet voorstellen. Afgezien van enkele di re ct-belangh eb benden, die misschien per soonlijk voordeel van devaluatie zouden hebben, wordt deze geld-manupulatie be pleit, omdat zij voordeelig zou zijn voor het land als geheel, dus met zeer nobele bedoelingen. Of zij werkelijk tot het be oogde goede doel zou leiden, is een tweede kwestie, maar de voorstanders zijn geen „vervalschers". Wat is deflatie? Tegenover de devaluïsten staan de de- flationisten, die in plaats van waardever- j mindering, waardevermeerdering van den gulden nastreven. Men kan de waarde van j het geld behalve aan het goud ook aan an- dere waarden meten, bijv. aan de waarde i der goederen, welke er voor gekocht kun- j nen worden. De weg der deflatie is de weg j van het neerdrukken der prijzen van de goederen, hetgeen dus zeggen wil: hoe lager de goederenprijzen, des te meer goederen kan men voor een gulden krijgen en der halve des te meer wordt de gulden waard. Is het de devaluïstennu alleen maar te doen om het geld omlaag te krijgen en is het de deflationisten nu alleen maar te doen om het geld omhoog te krijgen? Neen, natuurlijk niet, beiden streven eenzelfde doel na, maar langs verschillen de wegen, n.l. het herstel van de welvaart. Hun beider redeneering is als volgt: De deflationisten (dus allen, die de re- geeringspolitiek, in groote lijnen althans, voorstaan) zeggen: Wij kunnen niet con- curreeren op de wereldmarkt, onze export loopt achteruit. Eensdeels komt dat onge twijfeld door de beschermende maatrege len, welke het buitenland neemt, maar voor een deel ook door onze hooge prijzen. Bovendien moeten wij niet vergeten, dat er toch wel eens een tijd zal komen, dat die tariefmuren en contingenteeringen weer worden afgeschaft en tegen dien tijd moeten onze productiekosten zóó laag zijn, dat wij in het buitenland kunnen concur- reeren. Stukje bij beetje moeten de prij zen dus naar beneden en daarmee moeten de loonen en de renten gelijken tred hou den. (Hierbij doen zich natuurlijk allerlei „Ordening" en liberalisme In liberale kringen hebben degenen, die in ongebonden vrijheid op oeco- nomisch terrein de redding uit de crisis zien, de meerderheid, verreweg de meer derheid. Toch klinken er hier en daar ook an dere klanken op zij 't dan ook heel voorzichtig en bescheiden. Het Haagsche liberale blad „De Avond post" noemt dat „goede, klanken" in een artikel, dat wij hier laten volgen: Gisteravond had in onze stad de eerste vergadering van „de liberale week" plaats. En daarin heeft een verblijdende, min of meer verrassende toon geklon ken. Eén der sprekers, de heer H. J. Pe- letier, heeft namelijk betoogd, dat de liberalen zich niet principieel tegen over de bedrijfs-ordening mogen stel len. Hij wees er op, dat er in de hui dige ontwrichte en chaotische toestan den iets gedaan moet worden om het bedrijfsleven te helpen, en dat een voorzichtige, gematigd-toegepaste be drijfs-ordening aanbeveling verdient. Zelfs prof. mr. C. W. de Vries, die la ter sprak, liet enkele zwakke klanken in dezen geest hooren. Men weet, dat wij deze opvattingen in ons blad sinds lang verdedigen; dat wij gevraagd hebben, waarom het li berale beginsel zich tegen deze denk beelden zou verzetten; dat wij de noodzakelijkheid van kentering op dit punt in het licht stelden; maar dat andere liberale bladen met een hard nekkigheid, een betere zaak waardig, elk denkbeeld van bedrijfs-ordening niet alleen bleven bestrijden, maar het. zelfs in strijd achtten met goede libe rale principes. Wij kregen over ons standpunt enkele smalende opmerkin gen te hooren; zelfs voegde men ons toe, dat wij, zij het tegen onzen wil, „hands- en spandiensten" verleenden aan een deel der Roomsche pers (als of wjj ergens tegen zouden moeten zijn, omdat katholieke bladen er voor zijn!), maar wij zijn dergelijke opmer kingen bij meenings-verschil al ge wend, hoewel juist liberalen op dit punt de aller-grootste verdraagzaam heid zouden moeten toonen jegens af wijkende meeningen onder geestver wanten. En nu beginnen zich klanken, als wij deden hooren, ook elders te ver heffen. De vorige week geschiedde dit in een liberaal blad uit Groningen; gis teravond op een liberale vergadering in onze stad. Wij verheugen ons hierover. Al stel len wij er ons volstrekt geen gouden bergen van voor. Het „officieele" standpunt zal wel afwijzend blijven. Jammer. Want het geldt hier een stuk op- opbouw, en waarom zouden de libe ralen ter zijde blijven staan? De liberalen sluiten zichzelf uit bij den opbouw eener nieuwe maatschappij. Wij hebben het verleden week nog 'ns geconstateerd naar aanleiding van de men taliteit, de geestesgesteldheid, die wij meenden te moeten constateer en in een adres van de Ver. van Leidsche Indus- trieeelen aan den Gemeenteraad van Lei den en in een brochure van ir. Bosman. De liberalen sluiten zichzelf uit Ook de liberale „Avondpost" constateert dit feit! Eerste Kamer Herdenking van minister Kalff Regeling van den invoer van vee koeken. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. len aantasten, wat overigens ook een vrij onbegonnen werk is. Bovendien drukken wij onzen welstand ook naar beneden, want by dalende prij zen wordt de productie steeds minder loo- nend, worden derhalve de fabrieken stop gezet of op halve kracht gebracht, waar door de werkloosheid toeneemt en de koop kracht van het volk daalt. Aan den ande ren kant kunnen de menschen de lasten van rente en aflossing van schulden niet meer betalen, daalt de opbrengst der be lastingen enz. enz. Die zware druk op VOORNAAMSTE NIEUWS. vraagstukken voor, zooals de noodzaak van i bevolking is eensdeels nutteloos (je komt verlaging van huur, van belastingen, van tarieven, gepaard gaande met bezuiniging van overheidsuitgaven enz. Vraagstukken, waarop hier niet kan worden ingegaan). Daartegenover beweren de devaluïsten: op die manier kom je er niet! Vanzelfspre kend kunnen wij de loonen drukken en de prijzen doen dalen, maar nooit komen wij zoo op de wereldprijs-niveau, omdat wij niet consequent genoeg zijn en byv. niet de hoofdsom van uitstaande leeningen wil- er niet mee) anderdeels overbodig, want er is een beter middel. Verminder de waar de van den gulden en je kunt concurree- ren in het buitenland en de funeste prijs daling in het binnenland neemt een einde. Zóó staan de standpunten tegenover elkaar. Wie heeft gelijk? In een volgénd artikel zullen wij dat eens nader bekijken. Mr. H. F. A. GEISE. De vergadering werd gisteren aangevan gen met een herdenking van den pas overleden minister Kalff. De V o o r z. de heer de Vos van Steenwijk, sprak namens de Kamer de volgende rede uit: Zoo is dan de bewindsman, die voor wei nige weken nog minister van Waterstaat was, na een kortstondige ziekte uit dit aardsche leven weggerukt. In de kracht zijner jaren, te midden van een arbeid, dien Jiij niet lang geleden als hoofd van een omvangrijk departement van alge meen bestuur had aanvaard, na te voren op andere vooraanstaande posten met groote bekwaamheid, ijver en toewijding den lande gewichtige diensten te hebben bewezen. Zeer bijzonderlijk op spoorweg gebied, het terrein zijner langdurigste in spanning, zijn terrein, waar hij met onge- meene werkkracht en volharding veel tot stand wist te brengen. Hem werd, helaas, de tijd niet toegemeten om ook als raads man van de Kroon al datgene te verrich ten, wat hij zich ongetwijfeld tot taak had gesteld. Treffend, aangrijpend, is het plot seling verscheiden van dezen plichtmati- gen landsdienaar. Opnieuw worden wij er bij bepaald, dat der menschen dagen zijn als het gras. Moge onder deze zware be proeving, waarin de Eerste Kamer der Staten-Generaal oprecht deelt, de Almach tige, Die doorwondt, maar Wiens handen heelen, Zijne Goddelijke vertroostingen storten in de harten van de in rouw ge dompelde nabestaanden van den betreur den overledene. Met een kort woord sloot minister Co- lijn zich namens het kabinet bij deze woorden aan en wees in het bijzonder nog op de aangename samenwerking met den overledene, waarin het geheele kabinet zich steeds had mogen verheugen. Na deze korte, maar ontroerende plech tigheid, begon de Senaat weer met het gewone werk en als eerste punt stond op de agenda de regeling van de invoer van veekoeken. Zooals het gewoonlijk gaat, worden bij contingenteering van een of ander product bepaalde categorieën van personen gedupeerd, met name de impor teurs van dat artikeL Zoo was het ook hier. De heeren 011 e n V.D.) en Knot tenbelt (Lib.) vonden beiden, dat in dit geval de importeurs wel wat al te sterk benadeeld waren, dat hier geen sprake meer was van bescherming van de binnen- landsche industrie, maar van een te ver gaande steun. Laatstgenoemde meende zelfs naar aanleiding van cijfers in een terzake toegezonden adres te mogen be weren, dat de invoer van veekoeken niet minder dan 80 pet. achteruit was gegaan. Minister Steenberghe erkende de juistheid van deze cijfers, maar wees er tevens op, dat zij zoo gekozen waren, dat juist het grootste verschil van invoel- hier bij in acht was genomen. Brengt men n.L deze getallen op meer normale verhouding terug, dan wordt de achteruitgang van den invoer ongeveer 40 pet. Het voornaam ste doel van deze contingenteering is ech ter geweest steun te verleenen aan de olie-industrie, vooral in de Zaanstreek. Met dat al blijft het een zeer moeilijke en ingewikkelde kwestie en het voorstel van den heer Otten om een binnenlandsche heffing op de grondstoffen in te voeren, in plaats van een nog grootere beperking van den invoer verdient zeker overweging, maar er kan zoo maar niet in eens over beslist worden. Het tweede en laatste punt van de agen da vermeldde het ontwerp, dat de moge lijkheid biedt aan schuldenaars, die geheel buiten eigen schuld in staat van faillisse ment zijn geraakt, om met hun schuld- eischers een accoord aan te gaan. De heer van Sasse van IJsselt (R.K.) was zeer verheugd over de strekking van dit onderwerp, maar vond, dat de redactie in de wet tot ernstige moeilijkheden aan leiding zou kunnen geven. Uit het betoog van den minister van Justitie, den heer Van Schaik, bleek echter, dat de heer van Sasse van IJsselt eenige zinsneden verkeerd geïnterpreteerd had, waardoor het misverstand was ontstaan. Hoewel laatstgenoemde de mogelijkheid van dat- zelfde misverstand bij rechters e.d. niet uitgesloten achtte, vond hij de uiteenzet ting van den den minister zoo duidelijk, dat hij er zich bij neerlegde. De beide wetsontwerpen werden z.hst. aangenomen. Heden, Woensdag, beginnen in de Senaat de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting. BUITENLAND. Rosenberg en Flandin over de resultaten van de Londensche conferentie. (2de blad). Japan's bewapening. (2de blad). De lawines in Oostenrijk duren voort. (Buiten! Ber., 2de blad.) BINNENLAND. Een militair vliegtuig, dat gisterochtend van Bandoeng uit op patrouille was, is ver mist; een opsporingstoestel viel; de waar nemer brak een arm. (Luchtvaart, 2de blad). Besluit tot het maken van een lucht haven bij Leeuwarden. (2de blad). Nadere bijzonderheden omtrent de ar restatie van ongewenschte vreemdelingen te Amsterdam. (2de blad). De officier van justitie bij de rechtbank te Utrecht heeft tegen een chauffeur uit Zeist, die zijn beide kinderen den hals heeft afgesneden, 15 jaar gevangenisstraf ge- eischt. (Rechtzaken, 3de blad). ARTIKELEN. DEVALUATIE EN DEFLATIE. „ORDENING" EN LIBERALISME. DE „KERKHOFBLOMMEN" GUTDO GEZELLE. DE HONGERSNOOD IN RUSLAND. Ondanks de euphemistische tegenspra ken, bericht men van den hongersnood geleden in verschillende deelen van Rus land, aldus de „Tijd". Het Sovjet bewind bewaakt de pers en de hermetisch geslo ten grenzen. Het terroriseert de waarheid zooals het de bevolking van Rusland met terreur bedwingt. Thans dreigt een nieuwe hongersnood, en de Oostenrijksche interconfessioneele en internationale hulpcomité's voor de hongergebieden in de Sovjet-Unie hebben een oproep gedaan tot leniging van de ellende. Zij wenschen, ten behoeve van hongerende en stervende menschen en ter voorkoming van een catastrophe als die van 1933, volledige opheldering van den toestand evenals waarborg van de nood zakelijke hulpverleening. Ook het Neder - landsch Comité tot Steun der Christenen in Rusland deelt hartverscheurende bij zonderheden mee over de noodtoestanden aldaar. SLACHTOFFERS VAN DE SNEEUW IN ZWITSERLAND. BERN, 6 Februari. In geheel Zwitser land veroorzaken tengevolge van den sneeuwval, die gevolgd werd door regens en lawines ernstige gevaren, waardoor reeds zeven slachtoffers om het leven zijn gekomen. De ongelukken deden zich voor bij Les Avants nabij Montreux aan het Meer van Genève in het Berner Oberland en in het kanton Grauibunderland. De la ger gelegen gedeelten zijn reeds vrij van sneeuw, doch de hooger gelegen deelen zijn nog met sneeuw bedekt. Er zijn zelfs plaat sen, waar de sneeuw drie a vier meter hoog ligt. Enkele dorpen zijn reeds verscheidene dagen van de buitenwereld afgesneden» doch kunnen thans weer bereikt worden. ACHT EN TWINTIG GEWONDEN BIJ TREINBOTSING. BALTIMORE, 6 Februari (V.D.) Na bij Edgewood in den staat Maryland kwam een vrachttrein in botsing met een passa- gierstrein van de Pennsylvanie Railroads. De achterste wagon van den passagiers- trein ontspoorde en werd gedeeltelijk in el kaar gedrukt. Acht en twintig passagiers, voornamelijk uit dezen laatsten wagon, werden gewond, waarvan eenigen zoo ern stig, dat zy naar een ziekenhuis moesten worden overgebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1