26ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DONDERDAG 17 JANUARI 1935 No. 8016 Ste £ekióeli£(Boi4/tei/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weeki 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 1 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. V Waar dreigt verwaarloozipg? Wij willen weer 'n enkel woord wijden aan de jeugd-organisatie. Om er nu op te wijzen, dat die organisa tie n o o d i g is voor alle standen en krin gen in de maatschappij, omdat de jeugd in géén dier kringen en standen mag wor den verwaarloosd. Maar dreigt er dan verwaarloozing over héél de linie? Deze vraag, die gesteld kan worden, komt voort uit een wanbegrip of uit een gebrek aan feiten-kennis. Wij ontvingen vanmorgen een brochure: „Het huisgezin en de geestelijke volksge zondheid" door prof. dr. Th. Rutten, psy choloog, en prof. dr. E. A. D. E. Carp, psy chiater. Deze brochure is een overdruk van inleidingen, gehouden voor de R.K. Char. Ver. voor Geestelijke Volksgezond heid en voor de K.R.O. Uit de rede van den Leidschen hooglee raar prof. Carp citeeren we: „De verwaarloozing, zooals deze van hej in eenigerlei opzicht defecte huisgezin me nigmaal uitgaat, is de bron van veel kwaad, dat dikwijls onherstelbaar kwaad kan blij ken te zijn. Het behoeft ook zeker geen uit voerig betoog, dat eveneens oeconomische factoren, als slechte voeding en huisvesting, naast de tekortkomingen in opvoedkundig opzicht de verwaarloozing in de hand wer ken. Toch meene men niet, dat het persé de meest armoedige gezinnen moeten zijn, in welke de verwaarloozing bij uitstek tiert; ook in beter gesitueerde huisgezin nen van den modernen tijd kan de geeste lijke armoede nijpend zijn en de verwaar loozing groot zijn. De onlust en tegenzin in den arbeid, de ontbrekende gemeen- schaps-zin, de onvoldoend tot ontwikkeling gekomen gewetens-functie, de behoefte tot een ongebreidelde bevrediging van lusten en begeerten, de neiging tot zinneprikke- lende phantasieën en handelingen, het ge brek aan wilskracht, het gemis aan zelfbe- heersching, het najagen van misvormde idealen en schijnleuzen: dit alles treft men werkelijk niet slechts aan bij een opko mend geslacht, welks bakermat in sloppen en achterbuurten heeft gestaan. Al moge het ongetwijfeld juist zijn, dat misdadige en andere niet strafbare anti-sociale gedragingen bij minder gesitueerden eer der aan het licht treden: men zou dwalen, indien men van meening ware, dat de geestelijke gezondheid in beter-gesitueer- de kringen niet eveneens vaak een drin gende verbetering behoeft". In beter-gesitueerde kringen behoeft de geestelijke volksgezondheid eveneens vaak een dringende verbetering. 't Is een kortzichtigheid, 't is een dwa ling, indien men niet erkent het feit, dat ook in beter-gesitueerde kringen verwaar loozing dreigt en dat dus ook voor de jon gens en meisjes uit die kringen een stevig- leidende organisatie gewenscht en noo- dig is. Maar vele meisjes en jonge vrouwen van hoogeren- en midden-stand denken er niet aan, om toe te treden tot de vrouwe lijke jeugdorganisatie, tenzij in leidende functie. En de ouders zijn ook van mee ning, dat die organisatie er niet is, om de opvoeding van hun kinderen te comple te eren en te ondersteunen! Zoo ook hoewel, als we ons niet ver gissen, in minder sterke mate bij de jon gens, de jonge mannen. Naast den ernstigen kant zit er aan dit verschijnsel ook een lachwekkende zijde, n.L die van een holle, wanstaltig-opgebla- zen zelf-ingenomenheid. Mgr. Lorenzo Schioppa Van de laatste H. Sacramenten voorzien Naar wij vernemen is de Pauselijke In ternuntius, mgr. Lorenzo Schioppa zeer ernstig ongesteld. Sinds vorige week is de Internuntius lijdende aan griep. Dinsdag j!. deed zich de complicatie voor van een dubbelzijdige longontsteking. De toestand van den pa tiënt is uiterst critiek. De behandelende geneesheer, dr. J. T. Peters heeft den af- geloopen nacht in het gebouw van de In- ternuntiatuur doorgebracht. Mgr. Schioppa is gistermorgen van de H.H. Sacramenten der Stervenden voor zien. LIEFDADIGHEID KRIJGT RUIMER „ARMSLAG" Een maatstaf ter beoordeeling der gevallen noch wenschelijk noch practisch. OVERLEG BIJ UITVOERING NOODIG. De Minister van Sociale Zaken heeft aan de besturen der onderscheidene gemeen ten een circulaire gezonden van den vol genden inhoud: Bij de mondelinge behandeling van hoofdstuk I der Rijksbegrooting en bij de desbetreffende besprekingen omtrent de begrooting van mijn Departement voor het dienstpaar 1935 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ter sprake gebracht de aftrek van hulp, welke vanwege de parti culiere liefdadigheid aan ondersteunde Werkloozen wordt gegeven. Overeenkomstig de voor mij in de Tweede Kamer ter zake gedane toezeggingen heb ik een nadere re geling voor deze materie getroffen. In de steunregeling wordt bepaald, dat inkomsten, welke niet uit arbeid zijn ver kregen, ten volle op den steun in minde ring moeten worden gebracht, Tengevolge hiervan werden voorheen alle giften en uitkeeringen van andere zijde verkregen, geheel van den steun afgetrokken. Voor eenigen tijd heb ik hierin ten aan zien van uitkeeringen van wege diaconie, parochiaal armbestuur of liefdadigheids- vereeniging reeds eenige verruiming toe gestaan. Ik ben thans bereid, de particuliere lief dadigheid nog ruimere gelegenheid te bie den aan ondersteunde werkloozen hulp te verleenen; hiertoe kan ik uiteraard slechts overgaan in het vertrouwen, dat van par ticuliere zijde de noodige medewerking zal worden verkregen ter voorkoming van on- wenschte toestanden. De hulp toch, die wordt verleend, mag er nimmer toe leiden, dat de prikkel tot het zoeken en aanvaarden van werk wordt weggenomen. Met het oog hierop moet ik aan de verruiming der regeling als be doeld de voorwaarde verbinden dat, in dien men van particuliere zijde boven de uitkeeringen volgens de steunregeling aan ondersteunde werkloozen, hulp wil verlee nen, men zich van die zijde hetzij persoon lijk, hetzij door tusschenkomst van de on dersteunden ter zake in verbinding stelt met het betrokken gemeentelijk orgaan van steunverleening. Op dit orgaan toch rust naast de zorg voor de werkloozen de plicht, er voor te waken, dat de hulp, die wordt verleend, geen nadeelige moreele gevol gen heeft voor de betrokkenen en geen schade aan het bedrijfsleven berokkend door deze mindering van arbeidslust. Vermits nu bij het verleenen van hulp van twee zijden het ontstaan van deze euvelen niet denkbeeldig moet worden ge acht, is evenals bij de Armenverzor ging nauw contact en overleg tusschen beide instanties noodzakelijk. Wordt daarbij voor oogen gehouden, dat de Overheid zich door de omstandigheden genoopt gezien heeft de steunverleening aan werkloozen zelf via het orgaan van steunverleening ter hand te nemen, dan zal het duidelijk zijn, dat bij het overleg het oordeel van het orgaan van steunver leening omtrent de vraag of er zoo ja, in hoeverre extra hulp aan een goede werk- loozenzorg geen afbreuk doet, beslissend moet zijn; uiteraard behoudens eventueele andere beslissing mijnerzijds. Een maatstaf aan te geven, waarnaar het orgaan de gevallen zou kunnen beoordee- len, acht ik in het algemeen nóch wensche lijk, nóch practisch mogelijk. Wel wijs ik er op, dat van particuliere zijde somwijlen in verband met hun bij zondere omstandigheden hulp wordt ver leend aan werkende arbeiders. Worden dergelijke personen werkloos en komen zij alsdan in ondersteuning volgens de steun regeling, dan kan deze particuliere steun, indien zij dien blijven ontvangen, zonder meer bij de bepaling van den steun buiten beschouwing worden gelaten. Voorts vindt geen aftrek op den steun plaats indien in speciale noodgevallen van andere zijde extra hulp wordt verleend, b.v. bij gebrek aan kleeding en dekking, ziekte van een kind, waarvoor extra melk noodig is en in het groote aantal van an dere vergelijkbare gevallen. Heeft echter de particuliere steun een meer regelmatig karakter, dan zal in het overleg, hiervoor bedoeld, nauwgezet die nen te worden nagegaan, of zoodanige hulp niet tot gevolg zal kunnen hebben, dat de arbeidsprikkel wordt weggenomen. Meent het orgaan, dat daarvoor geen vrees be hoeft te bestaan, dan kan ook de extra hulp bij de berekening van den steun buiten be schouwing gelaten worden. Is het orgaan echter van meening, dat meer hulp tot verkeerde gevolgen zal lei den, dan ontrade het om in dat geval te gemoetkoming te verleenen. Wordt van andere zijde in dat geval dan toch hulp verleend, dan wordt die hulp voor het volle bedrag van den steun afge trokken. Dit geschiedde ook, indien een particu liere instantie niet bereid mocht zijn om met het orgaan overleg te plegen. In dit verband zij er op gewezen, dat het feit, dat men van particuliere zijde geen overleg met het orgaan wenscht te ple gen, den ondersteunde niet ontheft van den plicht om van alle inkomsten dus ook van hulp, die hij van andere zijde mocht ontvangen aan het orgaan van steunverleening mededeeling te doen. Ik spreek nogmaals het vertrouwen uit, dat, nu het mogelijk zal zijn, dat de par ticuliere hulp zich zooveel beter zal kun nen ontplooien, men van particuliere zijde tot contact en overleg bereid zal zijn. Wat aldus voor hulp van particuliere zijde geldt, zal uiteraard evenzeer gelden voor hulp, welke wordt verstrekt vanwege de kerkelijke of burgerlijke armbesturen. De vorenstaande regeling geldt ook voor hen, die bij een van Rijkswege gesubsi dieerde werkverschaffing zijn geplaatst. Het is evenwel gewenscht, dat het college van B. en W. in een desbetreffend geval met den betrokken inspecteur voor de werkverschaffing overleg pleegt. ASSURANTIEKANTOOR L. T. B. JUBILEERT STEUNREGELING GEWIJZIGD Pensioenen, invaliditeits- en ongevallen renten worden voortaan voor 2/3 deel afgetrokken. De Minister van Sociale Zaken heeft aan de besturen der onderscheidene gemeenten een circulaire gezonden van den volgen den inhoud: Ingevolge art. 7 der steunregeling moeten inkomsten, zoo vel van den betrokkene zelf als van de leden van diens gezin, welke niet uit arbeid zijn verkregen, behoudens enkele uitzonderingen, ten volle op het steunbedrag in mindering worden gebracht. Ik heb termen kunnen vinden hierin eeni ge wijziging te brengen en heb besloten, te rekenen van de eerstvolgegnde steunuit- keering af pensioenen, invaliditeitsrente en ongevallenrenten, welke door inwonende gezinsleden, worden genoten, voortaan slechtr voox 2/3 van den steun te doen af trekken. Ik moge U verzoeken hiermede bjj de vol gende uitkeering te doen rekening houden. RIJKSMIDDELEN In 1934 zijn zij ruim 27 millioen be neden de raming gebleven, terwijl zij ruim 26 H millioen boven 1933 uit gingen. De Rijksmiddelen hebben in de maand December 1934 opgebracht f 33.470.117, hetgeen f 1.270.326 meer is dan de raming doch 764.170 minder dan de opbrengst over de gelijknamige maand in 1933. De opbrengst over het geheele jaar 1933 bedroeg f 332.634.886; over 1934 was het totaal-bedrag 359.3123.375, zoodat laatst genoemd jaar f 26.678.489 meer heeft op geleverd dan 1933. De raming voor het vorige jaar was ech ter 386.517.500, zoodat de opbrengst er 27.204.125 beneden gebleven is. De opbrengst ten bate van het Wagen fonds was over 1934 totaal 21.828.805. Zilveren directeurschap van den heer Nico van Ommen Ter gelegenheid van het zilveren jubi leum van het Assurantie-kantoor van den L. T. B., gevestigd te Leiden, is een Her denkingsnummer verschenen. Ook de di recteur van het kantoor, de heer Nico van Ommen, viert zijn zilveren jubileum in deze functie. De juiste datum van deze dubbele feest viering is 22 Januari. In her Herdenkings-nummer prijst de voorzitter van den L. T. B., de heer G. W. Kampschöer, den „zilveren" directeur als een hard werker en daarnaast een accu raat werker, „die deze instelling door zijn enthousiast doorzetten tot bloei heeft we ten te brengen. Het Assurantie-kantoor van den L. T. B. is een insteling die op verze- kerings-gebied een goede naam heeft, en financieel zeer gezond is, als gevolg van een krachtige leiding en een goed finan cieel beheer". Ook de voorzitter van den Landarbei- dersbond St. Deus Dedit schreef een hoo- gelijk waardeerend artikel: „Gedurende 25 jaren zal deze instelling haar zegenrijke werking hebben vervuld. Duizenden ar- Deiders hebben daarvan de gelukkige uit werking ondervonden en evenveel werk gevers zullen het gewaardeerd hebben, dat „Het Assurantiekantoor" de plicht om hen, die door een bedrijfsongeval getrof- en werden althans financieel schadeloos te stellen, is na gekomen. Aan een historisch overzicht van den chef de bureau, den heer M. J. A. Brons geest, zijn de volgende bijzonderheden ontleend: Toen op 22 Januari 1910 te Alkmaar op initiatief van den Provinciaal Noord- Hollandschen Boerenbond de „Onderlinge Ongevallen en Ziekteverzekering" werd gesticht, is als directeur benoemd de heer Nico van Ommen. Het kantoor werd ge vestigd Ritzevoort 29. Bij het afsluiten van het eerste boek jaar waren toegetreden 391 werkgevers met 817 werkkrachten, in toaal uitbetalen de 230.927.05 loon. Het begin was er, doch nu kwamen ook de moeilijkheden. In de eerste jaren nam de Verzekering slechts zeer langzaam toe. Doch ook hierin kwam verandering. Toen in het jaar 1916 gesticht werd de R.K. Diocesane Land- en Tuinbouwbond in het Bisdom Haarlem, werd de Provinciaal Noord-Holl. Boerenbond opgeheven, en de zetel van de nieuwe organisatie verplaatst naar Leiden. Ook de Ongevallen- en Ziek teverzekering ging als Instelling over naar den L. T. B., onder den naam „Diocesane LandbouwOnderlinge", en verhuisde in December 1916 naar Leiden, Kaiserstr. Van dat tijdstip af begon een glorieuse uitbreiding van de Verzekering. In de jaren 1917 en 1918 toen allerwege het bedrijfs leven groeide, nam ook de organisatie in bloei toe, en de L.T.B. ontwikkelde een ge weldige activiteit. Doch ook de Verzekerings-Instelling zat niet bij de pakken neer, een Inspecteur I werd in vasten dienst aangesteld, en de nieuwe leden stroomden toe, zoodat bij het in werking treden der Landbouw- Ongevallenwet in 1923 de Ongevallen-Ver zekering onder den naam „Boeren en Tuin ders Onderlinge" met de uitvoering van deze Wet werd belast, terwijl de Ziekte- Verzekering onder den naam „Diocesane Ziekte Onderlinge" gehandhaafd bleef om tezijnertijd de Wettelijke Ziekte-Verzeke ring uit te voeren. Ook van de Onderlinge Brandverzeke ring en van de Hagelverzekering werd de heer van Ommen tot directeur benoemd. Bij het in werking treden der Ziektewet in 1930 werd de „Diocesane Ziekte Onder- VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Waarschijnlijk neemt de Volkenbonds raad reeds hedenmiddag de beslissing over het Saargebled. Overeenstemming tusschen Frankrijk en Duitschland. (2e blad). Hitler over de Saar-stemming. (2de blad) Engeland wil een serie besprekingen voe ren. (2de blad). BINNENLAND. De Pauselijke internuntius Z. H. Exc. Mgr. Schioppa is ernstig ongesteld. (1ste ■blad). Overzicht der rijksmiddelen ultimo De cember 1934. (1ste blad). De Minister van Econ. Zaken heeft ver schillende commissies van advies inzake vee- en vleeschaangelegenheid ingesteld. (lste blad). De Minister van Sociale Zaken licht de nieuwe regeling toe betreffende aftrek van werkioozensteun bij hulp van de particu liere liefdadigheid. (1ste btlad). In het vervolg zullen pensioenen, Invali diteits- en ongevallen-rente door inwonen de gezinsleden genoten, slechts voor 2/3 van den steun worden afgetrokken. (1ste blad). De zaak van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Drie arrestaties. (Gam. Bar. 3de blad en Laatste Ber.). Ernstige boerderijbrand te Nuland. (Laat ste Ber.). Smokkelaar door douanebeambte in den rug geschoten. (Gem. Ber. 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Op de recordlljst der FJ.N.A. komen de Hollandsche dames met negen nummers voor. (1ste blad). linge" voor een gedeelte omgebouwd in de „Bedrijfsziekenkas voor Land- en Tuin bouw", terwijl ook de oorspronkelijke naam behouden bleef voor de Vrijwillige Verzekering van Werkgevers zelf en over name van het wettelijke Risico voor Inwo nend Personeel. Het oogenblik was nu gekomen om het oude kantoor aan de Kaiserstraat te ver laten. De zaak werd overgebracht naar den Rijnsburgerweg 193, waar een gerief lijk doch sober kantoorgebouw werd be trokken. Het jubileum van den heer van Ommen en zijn instelling zal met eenige feestelijk heid, doch -uitsluitend in intiemen kring, worden herdacht. BINNENLAND NEDERLANDSCHE WOL VOOR HET LEGER. Op initiatief van de Hollandsches Maat schappij van Landbouw wordt, naar het „Volk" meedeelt, een proef genomen ver werking van inlandsche wol in militair la ken. De Nederlandsche Wolfederatie heeft de geheele proef voor haar rekening geno men. Een fabrikant heeft opdracht gekre gen, drie verschillende mengpercentages en bewerkingen toe te passen, op een hoe veelheid wol, waarvan in totaal 900 M. la ken wordt gemaakt. Dit laken zal, indien eenigszins mogelijk, dit jaar in de practijk worden gebruikt; het resultaat van de proef zal niet eerder dan in Januari 1936 bekend zijn. MINIMUMPRIJZEN VOOR TUINBOUW PRODUCTEN IN HET BINNENLAND. Verscheidene tuindersorganisaties hebben besloten een krachtige actie te gaan voe- de tuinders zoo gewichtige kwestie te be- krijgen, dat voor de tuinbouwproducten, die in het binnenland worden geplaatst, een minimumprijs wordt vastgesteld, die niet beneden den productieprijs ligt Binnen kort zulen de centrale tuindersorganisaties in gecombineerde vergadering worden bij eengeroepen, om definitief over deze voor de tuinders zoo gewichtig ekwestie te be slissen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1