te DIFSDAG 15 JANUARI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 7 LETTEREN EN KUNST Sir Thomas More, door Joseph Clayton. Uitg. Fidelitas, Amster dam. Dezen zomer, den 6den Juli, zal het drie honderd jaar geleden zijn, dat Sir Thomas More, Kanselier van Engeland, in de To wer werd onthoofd. Hij stierf als marte laar voor de eenheid der Kerk en niet min der voor de verdediging van het Christe lijke Huwelijk. Hy werd ter dood ge bracht schrijft Joseph Clayton in zijn zoo juist in 't Nederlandsch verschenen boek omdat hij niet geneigd was „de vriendschap met God te verbreken om de vriendschap met Hendrik Tudor te bewa ren." (p. 12). Het griezelig sprookje van Blauwbaard, dat in Hendrik VIII, Koning van Engeland, tot nog griezeliger werkelijkheid werd, is overbekend. Maar de vrouwen-moord heeft Hendrik's nagedachtenis niet zoo be smeurd als het doodvonnis, dat hy teeken- de over zijn besten vriend, over zijn on- baatzuchtigen raadsman Sir Thomas More. De naam van Hendrik leeft in verachting voort; de voor de verdediging van waar heid en zedelijkheid gestorven kanselier werd zalig verklaard. Zoo ziet men, dat zelfs rijkskanseliers heiligen kunnen zijn.... Dat woord zalig klinkt zoo.... zalig. Maar zulk een type was Blessed Thomas More in 't geheel niet. Joseph Clayton heeft hem in zijn zeer aanbevelenswaardig boek scherp geteekend. Voor het oog der wereld was hij een hooggeplaatst en ge niaal, maar nederig staatsman, een der grootste geleerden van zijn tijd, een man met wereldvermaardheid, die echter zijn vreugde vond te vertoeven in den huise- lijken kring of de Mis te dienen en de Vespers te zingen in het kerkje te Chelsea. Sir More leefde gelukkig, zoo gelukkig als een mensch slechts zijn kan, toen hij voor de keuze werd geplaatst: God of de koning 'skonings echtbreuk en ketterij goedkeuren, of de dood. De kanselier had het reeds lang zien aankomen en zich op dat verschrikkelijk oogenblik voorbereid. Clayton verhaalt in zijn boek (p. 130), hoe Sir Thomas More zijn statig buitenhuis te Chelsea verliet om er nooit meer terug te keeren. „More had het punt bereikt, dat el- ken uitweg voor ontsnapping afsloot en hij wist, dat, toen hij het bevel schrift ontving voor de koninklijke commissarissen te Lambeth te ver schijnen. Het was altijd zijn gewoonte geweest, alvorens bijzonder werk te ondernemen en bij elke ambtsaan vaarding „als hij iets gewichtigs op zich nam", naar de kerk te gaan, te biechten, Mis te hooren en de heilige Communie te ontvangen. Dat deed hij ook op den morgen van zyn verschij nen te Lambeth, den laatsten morgen van zijn vrijheid. Toen volgde het afscheid, van vrouw en kinderen. Het was de gewoonte, als hy de boot te Chelsea nam, dat het heele gezin aan den oever samen kwam en hem ten afscheid kuste, maar op dien morgen kon hij dat niet dra gen. Hij liet hen achter bij de tuin poort, sloot het deurtje achter zich en scheidde zich zoo van hen. Alleen Ro per en vier roeiers waren bij hem op dien tocht naar Lambeth en nadat hij een poosje gezeten had, keerde hij zich om en fluisterde: „Roper, mijn jongen, ik dank God, dat de slag gewonnen is." Roper begreep niet geheel, wat hij be doelde, maar later was hem duidelijk, dat de liefde tot de waarheid had ge zegevierd over de liefde tot vrouw en kinderen. In dit boek van Joseph Clayton door Piet Kasteel vloeiend vertaald wordt het edele, opgeruimde en bijna jolige karakter van Thomas More in rake lijnen geschetst. Ook de rumoerige tijdgeest en de alom heerschende geestelijke verwarring, wor den voortreffelijk geteekend. Het is een boek, dat wij in handen zeden willen ge ven, vooral van alle mannen, die in den Zaligen (misschien binnenkort Heiligen) Thomas More een voorbeeld zullen vin den, hoe men godvreezend kan leven als man van de wereld en huisvader, zonder aanstellerij of vromigheid. BINNENLAND DR. COLIJN. Minister van Waterstaat ad interim. Bij K. B. is tijdens de ontstentenis van een Minister van Waterstaat het beheer van het departement van Waterstaat ad interim opgedragen aan den Minister van Staat, Minister van Koloniën, voorzitter van den Raad van Ministers, dr. H. Colijn. De Minister van Waterstaat ad interim, dr. H. Colijn, is voornemens in de ochtend uren zijn werkzaamheden op het Departe ment van Waterstaat te verrichten. In den middag zal hij op Koloniën zyn. Gistermid dag heeft de heer Colijn met den secreta ris-generaal van Waterstaat enkele aange legenheden, het Departement betreffende, besproken. Hedenochtend is de gewoner Minister raad gehouden en morgenochtend stelt mi nister Colijn zich voor zijn werkzaamheden op Waterstaat aan te vangen. BESTRIJDING VAN AARDAPPEL ZIEKTE. Verbod van verbouw van voor wratziekte vatbare aardappelen. Ingediend is bij de Tweede Kamer een wetsontwerp tot voorkoming en bestrij ding van ziekten van aardappelen. De aardappelziekte, aldus de toelichting, Regeling opruimen en uitverkoopen. Kamers van Koophandel en Fabrieken zullen vergunningen afgeven. Periodiek terugkeerende verkoopen bij jaars- of seizoenswisseling zijn vrij» Bij de Staten-Generaal is ingediend een wetsontwerp houdende Regeling betref fende het uitverkoopen en opruimen in het winkelbedrijf. Blijkens artikel 2 ligt aan de ontworpen regeling het vergunningstelsel ten grond slag. Vergunningen voor het aankondigen van een verkoop als uitverkoop of als op ruiming zullen worden afgegeven door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, elk voor wat de in haar gebied te houden ver koopen betreft. Artikel 3 bevat een belangrijke afwijking van het vergunningsstelsel voor wat betreft de periodiek terugkeerende verkoopen, verband houdende met jaars- en seizoens wisseling. Het zou te ver voeren en voor het winkelbedrijf te belemmerend zijn, indien ook de aankondiging dezer verkoopen van het verleenen eener vergunning afhanke lijk werd gesteld. In artikel 5 wordt de gelegenheid open gesteld, bezwaren tegen het verleenen van een vergunning tot aankondiging van een verkoop als uitverkoop of als opruiming kenbaar te maken. Dit zal geschieden door ter visie legging voor belanghebbenden van de aanvrage ten kantore van de betrokken Kamer van Koophandel en Fabrieken. Artikel 6 geeft een opsomming van de gevallen, waarin een verkoop als uitver koop of als opruiming mag worden aange kondigd. De Kamers hebben" de bevoegd heid, het verleenen van een vergunning te weigeren, indien naar haar oordeel de om standigheden, die in normale gevallen het aankondigen van een verkoop als uitver koop of als opruiming wettigen, in een bepaald geval niet geacht kunnen worden te goeder trouw aanwezig te zijn. De Kamer zal de vergunning kunnen weigeren, indien blijkt, dat dezelfde aan vrager betrekkelijk korten tijd, n.l. minder dan een jaar, te voren, in dezelfde ge meente een als uitverkoop aangekondigd en verkoop heeft gehouden, waarin gelijksoor tige goederen zijn betrokken geweest. Artikel 8 beoogt een waarborg te ge ven, dat de als uitverkoop of als oprui ming aangekondigde verkoop niet langer zal worden gehouden dan noodzakelijk is en met goed handelsgebruik overeenstemt. Een termijn van drie maanden, respectie velijk één maand, komt den minister hier toe in het algemeen voldoende vooqr. In bijzondere gevallen wordt aan de Kamers van Koophandel de bevoegdheid gegeven tot eventueele verlenging daarvan. In artikel 10 wordt o.a. gezegd, dat naar het oordeel van den minister de Kamer van Koophandel het verrichten van die werkzaamheden, welke door haar spoed- eischend karakter daarvoor in aanmerking komen, aan een uit haar miden te benoe men commissie kan opdragen. Het aantal leden van een dergelijke commisie wordt op minstens vijf gesteld. Het zal hierbij noodig zijn, dat nevens de afdeeling voor het kleinbedrijf, ook die voor het groot bedrijf in zulk een commissie een 'behoor lijke vertegenwoordiging vindt. Artikel 11 luidt als volgt: Verkoopen in verband met jaars- of seizoenswisseling, welke als opruiming worden aangekondigd zullen uitsluitend mogen worden gehouden tusschen 1 Januari en 1 Februari en tus- schen 15 Juli en 15 Augustus. De Kamer van Koophandel is bevoegd in bijzondere gevallen voor een of meer bepaalde groepen van winkelneringen een ander tijdvak aan te wijzen. vormt een voortdurende bedreiging voor een niet onbelangrijk deel van onzen land- bouwuitvoer. De thans geldende Aardap- pelenwet onthoudt aan de regeering twee belangrijke middelen, n.l. 't verbieden van den verbouw van voor wratziekte vatbare aardappelrassen en het aan beperkende bepalingen onderwerpen van de teelt van andere gewassen dan aardappelen. Het wetsontwerp strekt in de eerste plaats tot het verleenen van de bevoegdheid aan de regeering om deze middelen aan te wen den. Onder de hier te lande verbouwde aard appelrassen zijn er eenige, welke een zeer groote ontvankelijkheid voor de wratziekte vertoonen. Hiertoe behooren o.a. Bravo, De Wet en Kampioen. De Ned. Alg. Keu ringsdienst heeft sinds 1828 deze rassen van de keuring voor den uitvoer van pootaard- appelen uitgesloten. Nu werd de hoop ge koesterd, dat na dezen maatregel ook de hedendaagsche verbouwer zou inzien, dat zijn eigen welbegrepen belang medebracht, den verbouw van dergelijke rassen te sta ken. Slechts een gering aantal verbouwers liet zich echter overtuigen. Het voordeel, dat de gunstige positie op de binnenlandsche markt van de door een verbouwverbod te treffen rassen aan een deel der veehouders biedt, weegt niet op tegen de kwade kansen, welke de geheele groep van aardappeltelers en bovendien de groepen van boom- en bloembollenkwee kers er door loopen en wordt ten koste van deze genoten. Art. 2 van het ontwerp luidt: „Bij of krachtens algemeenen maatregel van bestuur kan het verbouwen van be paald aangewezen, voor aardappelwrat- ziekte vatbare aardappelrassen worden ver boden of niet dan voorwaardelijk worden toegestaan." De toelichting wijst er nog op, dat de bevoegdheid cm de teelt van andere ge wassen dan aardappelen aan beperkende bepalingen te onderwerpen, noodig is, om de mogelijkheid eener aan alle gestelde eischen voldoende controle op den uitvoer dezer gewassen te verzekeren. HERZIENING VAN DEN WETTEUJKEN TIJD. Een adres aan de Eerste Kamer van de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur. Het hoofdbestuur van de algemeene ver- eeniging voor bloembollencultuur heeft in een adres aan de Eerste Kamer bezwaren kenbaar gemaakt ten aanzien van het door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsontwerp, betreffende her ziening van den wettelijken tyd. £dr. ver zoekt dit ontwerp af te wijzen. Adr. wyst er op dat kunstmatige afwij kingen van den zonnetijd slechts in zeer beperkte mate door land- en tuinbouw kun nen worden aanvaard. De eventueele invoering van den Midden Europeeschen tijd zal volkomen desorga- niseerend op het bloembollenbedryf wer ken. W. Mooyman gaat heen als lid van den Haagschcn Raad en de F. _.a.e Staten. De heer W. Mooyman, R. K. lid van den gemeenteraad van 's-Gravenhage en Pro vinciale Staten van Zuid-Holland, heeft doen weten, dat hij voor de komende Sta tenverkiezingen geen candidatuur meer aanvaardt. Hij zal zich op medisch advies uit alle openbare functies terug moeten trekken. De heer Mooyman is geruimen tijd ernstig ziek geweest en eerst onlangs uit het ziekenhuis ontslagen. Architect Dudok onderscheiden. In de algemeene vergadering van het Koninklijk Instituut van Britsche Archi tecten is medegedeeld, dat men den En- gelschen Koning heeft voorgesteld, de ko ninklijke gouden medaille voor 1935 van het Koninklijk Instituut toe te kennen aan den Nederlandschen architect Dudok. Dudok is correspondeerend lid van het Instituut voor Nederland. LUCHTVAART DE TOCHT VAN DE „SNIP" NAAR VENEZUELA. De „Snip", die gistermorgen om 9 u. 45 van Willemstad is vertrokken, is op haar tocht langs de vliegvelden van Venezuela om 11 uur te Maracaibo geland. De vlie gers werden by de landing door een geest driftige menigte begroet, waaronder zich talrijke hooge regeeringsambtenaren als mede de leden der Nederlandsche kolonie bevonden. De president, generaal Perez Soto, bood den vliegers in de Country Club in het Scandia-hotel een lunch aan. Hierbij wer den geestdriftige redevoeringen gehouden, waarbij de champagne rijkelijk vloeide, 's Middags bood men den vliegers een thee aan. Des avonds werd ter eere van de vlie gers ten huize van generaal Perez Soto een diner aangericht, waarbij ook de Neder landsche consul Da Costa Gomez aanzat. De vliegers zullen Dinsdag verder vliegen. AMY MOLLISON ZOEKT WERK. Met de recordvliegerij is het volgens haar gedaan. Mevrouw Mollison-Johnson, de bekende Engelsche vliegster, die al meer in ge sprekken met persmenschen heeft geklaagd over' het feit, dat er voor befaamde vlieg- sters eigenlijk geen emplooi beslaat, heeft opnieuw haar nood geklaagd a-n een re dacteur van de „Sunday Express". „Met de recordvliegerij is het gedaan", zegt zy, „daarin valt niets meer te doen. Misschien denken sommige menschen, dat ik dit zeg uit teleurstelling, maar dat is niet zoo. Ik zeg alleen maar de waarheid. Elke recordvlucht, als dat nog kan tegen woordig, zou slechts een herhaling zijn van wat reeds eerder gebeurde. Niemand schyni bereid te zijn iets nieuws te accepteeren. Ik heb een idee voor een stratosfeer- vlucht, maar er is niemand, die dat plan wil financieren. Daar in de hoogte, op 6500 meter, zou een vlieger groote afstan den kunnen afleggen met groote snelheid in mooi kalm weer. Maar een dei gelijke vlucht vergt een speciale machine en spe ciale uitrustingen. En dat alles is erg duur. Jim (haar man) noch ik voelen er wat voor om naar het buitenland te gaan en onze plannen uit te voeren, ofschoon het schijnt, dat men er daar meer Interesse voor heeft. Toen ik in Amerika was, voerde ik met een Amerikaansche firma onderhandelin gen voor een stratosfeervlucht en het leek er op, dat ik succes zou hebben. Toen kwam echter de Melbourne-race er tus schen en nu is dat plan ook weer van de baan. In het buitenland is veel meer con currentie tusschen verschillende firma's. Daar bevechten de leveranciers elkaar. Daar merkt men hier in Engeland niets van. Wat moet ik dus doen? Naar een kan toor terug kan ik niet. Ik ben teveel ge wend aan het leven in de open lucht, ik moet actief werk doen en dat is moeilijk te krijgen. Het plan was, dat ik een betrekking zou krijgen bij de maatschappij van Hillman. Maar mijnheer Hillman is overleden voor dat het pian in werking kon treden en ik geloof, dat het nu weer van de baan is. Ik weet heusch nietwat ik moet begin- Het echtpaar Mollison heeft de Cornet, de machine, waarmede zij zoo onfortuin lijk zijn geweest in de Melbourne-race, verkocht aan het Portugeesche gouverne ment, Dat heeft er ongeveer ƒ30.000 voor betaald. Intussohen meldt Reuter uit Wichita in Kansas (V.St.), dat mevrouw Mollison eerstdaags de beschikking zal krijgen over een nieu w-luxe-vliegtuig, dat speciaal voor haar te Wichitta gebouwd is. Het toe stel is uitgerust met 'n motor van 225 P.K. en biedt plaats aan vier personen. In een interview verklaarde de aviatrice, dat de machine bestemd is voor het maken van korte vluchten. Het toestel is „even comfortabel als een auto". Het is zoowel voor privé-gebruik bestemd als voor de monstratievluchten. Mevrouw Mollison is namelijk sedert ongeveer een jaar verte genwoordigster van de Beech Aircraft Company in Wichita in Kansas. De Beechcraft B 17 L is een tweedekker met een vleugelspanning van 9 M. 76, en een vleugeloppervlak van 25,3 vierk. M. Het gedrongen toestel is 7 M. 44 lang en 2 M. 59 hoog en weegt ledig 720.4 K.G. Het maximum gewicht is 1239 K.G. De 225 P.K. Jacobsmotor geeft het een snelheid van 243 K.M. per uur. r DE A.S. STRATOSFEERTOCHT VAN HERRERA. De reis zal gemaakt worden ln een open gondeL De Spaansche luitenant-kolonel Emllio Herrera, die, zooals bekend, begin Februari een tocht zal ondernemen naar de stra tosfeer, heeft aan den vertegenwoordiger van een Madrileensch blad een aantal bi- zonderheden medegedeeld over zyn voor genomen tocht. Herrera, die directeur en tevens profes sor is aan de „Escuela Superior de Aeio- technica", zeide, dat zyn ballon in Span je van Spaansch materiaal wordt gecon strueerd. Alleen het omhulsel wordt uit Duitschland betrokken. Alvorens op te stygen zal hij nog ver schillende proeven op de aarde nemen. Daartoe zal de ballon, die te Guadalajara door militairen geconstrueerd wordt, wor den overgebracht naar de „Escuela supe rior de Aerotechnica". Een militaire lucht- vaartafdeeling zal met de bewaking van den ballon worden belast. Herrera zeide verder, in een open gon del, gekleed in een speciaal duikerspak, dat in Getafe wordt vervaardigd, den tocht te zullen maken. Hij is- voornemens in to taal vijf uur over de stratosfeer te doen. Twee uren meent hij noodig te hebben voor het opstijgen, een uur voor het verrichten van proeven en twee uur om te dalen. Ten slotte deelde de kolonel nog mede, dat zijn vrouw hem graag by zyn tocht zou willen vergezellen, maar dat dit nu eenmaal onmogelijk is, daar de aanwezig heid van nog een persoon in de gondel verhinderen zou, hoog genoeg te stijgen. UIT DE OMGEVING LEIDSCHENDAM. K. J. M. V. Maandag 14 Januari hield de heer Anton de Gruijter zijn 3e lezing voor de K. J. M. V. te Leidschendam over: „De positiebepaling van den middenstand en den L. T. B. voor de Corporatieve Maatschappij". Na opening met den K. J. M. V.-groet en een hartelijke en opwekend woord van den voorzitter, den heer Wim Bleijs, ver kreeg de heer de Gruijter het woord. Als wij, aldus spreker, onze lezingen na gaan, dan is onze aandacht er op gevallen, dat een grondige wijziging noodzakelijk is. Wij constateeren iederen dag opnieuw, dat wij zitten voor een maatschappelijk stelsel, dat ons niet kan redden. De staat zal er zijn in corporatieve maatschappij om de men schen te dienen; de menschen zyn er niet om den staat. Spreker zet op duidelijke wijze uiteen, wanneer de middenstand en den L. T. B. er belang in stellen, dat er komt een corporatieve Mij., wat deze dan zullen te doen hebben; zy zullen moeten aantoonen, wat zy presteeren en of zij is te prefereeren. Spr. maakte een vergelijking tusschen den Middenstand en een grootbe drijf, in welk opzicht de een boven de an der is te prefereeren. Aan de hand van de weinige gegevens, welke hem ten dienst staan, toont spreker aan, dat de middenstand voordeeliger kan werken dan het grootbedrijf; n.l. omdat het onkostencijfer, enz. lager is dan bij het grootbedrijf. Wij zien hieruit, aldus spreker, dat de handeldrijvende midden stand een functie verricht in de samenle ving, dat het nooit noodig was geweest, dat er een grootbedrijf kwam. De middenstand heeft enorme voordeelen ten opzichte van het grootbedrijf; zij kan, als zij alle midde len te baat neemt, voordeeliger werken dan het grootbedrijf. Zeer zeker heeft de mid denstand grove fouten begaan door het grootbedrijf te willen imiteeren met luxueuse inrichtingen, enz., wat zij niet konden en wat den middenstand aan den rand van den afgrond heeft gebracht; doch dit zou niet gebeuren als zij en bloc sa menwerkten. Spreker bespreekt dan nog de sociale wetgeving, waarin een gemis is van alles, wat den middenstand betreft. Spreker besluit zijn enthousiaste en leer zame lezing met een beroep op de K. J. M. V. om mede te werken den grooten stoot te geven voor de corporatieve Mij., wat ze ker offers vragen zaL Diverse vragen worden zeer duidelijk beantwoord, waarna de voorz. na enkele mededeelingen en een hartelijk dankwoord aan den spreker dezen mooien avond sluit met den K. J. M. V.-groet LISSE. Damclub. Dezer dagen had de prijs uitreiking plaats van de wedstrijd, uitge schreven door de Lisser Damclub P.D1.V., waaraan door eenieder deelgenomen kon worden. De voorzitter, de heer v. d. Meu- len, sprak een welkomstwoord. Spr. zeide bij het eerste samentreffen een prijsje te hebben toegezegd voor elke deelnemer. Tot zijn groote blijdschap, kon hij mededeelen, dat er nog voor ieder niet één, doch twee prijzen waren; 80 circulaires werden be zorgd bij de handeldry venden Midden stand en de oogst bedroeg c.a. 90 pryzen. Een woord van dank werd gebracht aan de milde gevers, die getoond hebben mede te voelen en mede te leven met de no oden die er heerschen in het werkloozen gezin. Voorts werd dank gebracht aan de deel nemers voor het welslagen der competitie. Het bestuur hoopt, dat het beoefenen van de damsport, ook mede door de competitie, in ruime kring liefhebbers moge vinden en men zioh zal aansluiten bij deze damclub, welke reeds drie tientallen kent, doch ver sterking behoeft. Hierna werden de prijzen in volgorde uit gereikt. De heer Eizinga, belast met het toe zicht, brengt den voorzitter hartelijk dank namens allen. Met een toepasselijk woord werden een drietal pryzen uitgereikt aan hen, doe zioh op een uitnemende wijze van hun taak gekweten hebben bij het inza melen der prijzen. Allen verlieten in dank bare stemming het ontspanningslokoaL NOORD WIJKERHOUT. Jaarvergadering N.C.LH. De Ned. Chr. Landarbeiders bond afd. Noord w ij kerhout hield een jaarvergadering welke geopend werd door den voorzitter, den heer P. Barn- hoorn. De notulen werden voorgelezen en onveranderd vastgesteld. Uit het voorgele zen jaarverslag bleek dat er een gezond organisatieleven is. Het ledental ging met 2 vooruit en bedraagt thans 54. Uit het jaarverslag van den penningmees ter bleek dat de inkomsten hadden bedra gen 4343.67, de uitgaven 4320.62, zoo dat er een batig saldo was van 23.05*. De heer Westrik deelde mede dat hij boeken en kas van den penningmeester in goede orde had bevonden. Tot bestuursleden wer den herkozen J. Dalebout en A. v. d. Niet Dz. Na de rondvraag ging men over tot het feestelijk gedeelte van de vergadering o.a. muziek en voordracht. De leden konden een verrassing mee naar huis nemen in den vorm van worst. Tentoonstelling. Tegen as. Zondag wordt een tentoonstelling georganiseerd door de dames van de naai vereen iging van de gemaakte goederen voor de armen der St. Jozefparochie. De tentoonstelling wordt gehouden im de St. Jozelschool, Lange vel - den weg. SASSENHEEVL 1 Mendeltulpen-tentoonstclling „Bloemlust". Gistermiddag te 2 uur werd in het ge bouw „Bloemlust" de Mendeltentoonstel ling geopend. Het openingswoord werd ge sproken door den eere-voorzitter, den heer W Wamaar. Na mededeelmg dat de voorzitter, de heer A. Frylink, verhinderd was, begon spreker met dank te brengen namens het bestuur, aan allen, die tot het houden van deze tentoonstelling hebben meegewerkt. Aan den schenker van den zilveren beker aan de Jury voor de volbrenging van hun moeilijke taak, aan de inzenders, die kosten nog zorg hadden gespaard om hier iets te brengen, dat voor den vakman zeer leer zaam is, en door den liefhebber, om het vele schoons hier uitgestald kan worden bewonderd, en wensebte den winnaar van den beker geluk met het succes. Mendeltulpen, vervolgde spreker, zullen blijven een eigen klasse van zeer groote verdienste. Door allerlei toegepaste me thoden moge het steeds vroeger in bloei brengen van Tulpon onze verbazing wek ken, de Mendeltulp is van nature voor vroegbloei uitermate geschikt, blijft daar om voor den gebruiker een waardevol ar tikel, en heeft zooveel goede eigenschap pen, dat het voor den kweeker een „brood gever" blijft. Dat deze tentoonstelling kan gehouden worden pleit voor de energie van de kwee kers. Spreker las onlangs: „Matig talent en veel energie brengen het verder dan veel talent en matige energie". Deze tentoon stelling geeft blijk van talent, laat het matig zijn, dit is ook al een groote gave, en van zeer krachtige energie. Moge deze energie behouden blijven. Dan zal er tel kens verbazing zijn in binnen- en buiten land over onze boilencultuur, zal er kracht en uithoudingsvermogen zijn, om de groote zorgen, die nog steeds blijven toenemen, te kunnen dragen, zal onder Gods Zegen de kracht aan dien inspanning gaven de in standhouding der bedrijven, kleine en groot, zullen we onze plaats gehouden op de we reldmarkten, en zullen we als betere da gen aanbreken, niet gebukt hoeven gaan onder allerlei noodcredieten, maar hoe groot ook het verlies is van elk onzer en hoe pijn lijk de versobering zich doet gevoelen, we zullen weer beginnen of voortgaan met „veel energie". Dat „Bloemlust" daar ook iets toe mag bijdragen en dat deze eenvoudige vakten- toonstelling, die zoo mooi is, profetie moge zijn van het welslagen wat straks groot en mooi in „Flora" te Heemstede aan de we reld van liefhebbers en vakmenschen zal getoond worden. De uitgeloofde beker is toegekend aan de N.V. Gebrs. Eggink te Voorschoten. De ten toonstelling is tot en met Zaterdag ge opend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7