DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
AAN DEN VOORAVOND
VAN HET
S AARPLEBISCIET
ZONDAGSBLAD
Z6ste Jaargang
VRIJDAG 11 JANUARI 1935
No. 8011
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week1 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 1 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: +l
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Iedereen, cLie het Saargebied "betreedt of
hij poditicus, handelsreiziger, of corres
pondent voor een buitenlandsch dagblad is,
krijgt onmiddellijk den indruk, dat hij in
Duitschland is, waar men Duitsch spreekt,
denkt en voelt.
Dit blijkt bovendien zeer duidelijk uit
de bevolkingsstatistieken: het Saargebied
had op 1 Januari van het vorig jaar 823.000
inwopers, ofwel 431 zielen per vierkante
kilometer, waarmee dit gebied het dichtst
bevolkte land van Europa is. Bij de laatste
volkstelling vóór den wereldoorlog waren
er op de 572.000 inwoners slecht 339, die
aangaven dat de Fransche taal hun moe
dertaal was. Op iedere 1000 inwoners was
er nog niet één Franschman (0.06 procent)
een feit dat een heed ander licht werpt op
de beroemd geworden uitspraak van Cle-
menceau over de 150.000 Franscihen in het
Saargebied.
Als men door het land reist, onverschid-
lig waar men komt, in de steden of op het
platteland, alles getuigt dat men in een
Duitsch land is, de bewoners, boeren, bur
gers, arbeiders, bouwtrant, levensopvatting
alles is zoo Duitsch, dat men het zich niet
Duitscher kan voorstellen
Daarom was het niet verstandig van de
Regeeringsoommissie om door middel van
de volksschool te trachten de bevolking te
ver-Franschen. Daar komt nog bij dat alles
wat door de Fransche directies der kolen
mijnen in die richting gedaan werd, de haat
opwekte van iederen rechtgeaarden Duit
scher, die daarin een aanslag zag op zijn
nationaal gevoel. Deze Fransche directeuren
wilden pressie uitoefenen op de ouders om
ttinu kinderen naar de Domaniale schooi te
zenden, waar deze in de Fransche taal on
derricht werden en vervreemden van hun
moedertaal. En thans, nu men als onpar
tijdig beoordeelaar Ln het Saargebied komt,
kan men niet aan den indruk ontkomen,
dat Frankrijk zijn doel ver heeft voorbij
geschoten. Juist onder de mijnwerkers heeft
deze school-dwang zeer veel kwaad bloed
gezet, zelfs onder de socialisten en leden
van de vakvereenigingen.
De vooraanstaande Fransche intellec-
tueeien geven dan ook onomw.onden toe dat
deze politiek absoluut 'te veroordeelen is
en dat zij haar eigen vonnis heeft geveld.
André Gide b.v. een der meest bekende
Fransche schrijvers, stelt aan zijn landge-
iiooten de volgende vraag: „Waarom zou
men een zuiver Duitsch volk nog Laten
stemmen? Als de Duitsohers 15 jaar lang
Noord-Frankrijk bezet hadden, zouden wij
de Fransehen daar dan nog laten stemmen
of zij Franschen willen blijven?"
Zoo zouden we nog tal van getuigenissen
van vooraanstaande Franschen kunnen aan
halen. Er zou een wonder moeten gebeuren
als de Duitschers in het Saargebied niet
weer naar hun vaderland terugwilden.
De mislukte politiek van Frankrijk, die
toch minstens genomen zeer kortzichtig
genoemd moet worden, vindt zelfs bij de
beste Franschen geen instemming. De be
volking ziet op den achtergrond steeds de
oude erf-vijand Frankrijk staan/ dat een
zeer zelfzuchtige politiek voert. Dit heeft
tenslotte niet weinig bijgedragen, om de
stemming tegenover Frankrijk zeer onguns
tig te beïnvloeden.
Volgens de bepalingen van het verdrag
van Versailles werd het Saargebied gere
geerd door een Volkenbondscommissie,
waarin een inwoner uit het Saargebied, een
Franschman en drie andere nationaliteiten
zitting hadden.
Wanneer men nu zijn oor te luisteren
(Legt bij het volk, dan krijgt men algemeen
den indruk dat de bewoners van het Saar
gebied 15 jaar lang in de Regeeringscom-
missie een bestuur hebben gezien, dat on
der Franschen invloed stond en dat alles in
het werk stelde om op politiek zoowel als
cultureel gebied het Duitsche element zoo
veel mogelijk te onderdrukken.
De Canadees Mr. Wangh motiveerde in
1923 zijn ontslagname uit de regeerings
oommissie als volgt: „Tijdens de drie en een
halfjarige periode van mijn ambt, heb ik
iedieren dag opnieuw het bewijs gekregen,
dat geen enkel lid der commissie praktisch
dets kon bereiken zonder goedvinden van
den Franschen voorzitter Mr. Rault. Ook
onder den tegenwoordigen president den
lerschen Protestant Knox is in dien toe
stand weinig of geen verandering gekomen.
Men noemde hem zelfs een 110-procent-
Fransohman. Trouwens, de vroegere Belgi
sche Minister President Emile van der Vel
de, voorzitter van de Tweede Internatio
nale, noemde deze uit vijf dictators bestaan
de regeeringsoornmissie „het regiem der
koloniale politiek". Nu bestond er welis
waar in het Saargebied een soort volksver
tegenwoordiging, de Landesrat, maar in
werkelijkheid bezat dit college slechts een
adviseerende stem. De vroegere Centrums-
Onze bijzondere correspondent
C. D. die gedurende de laatste zes
weken in het Saargebied rond
zwierf gee fit in onderstaand artikel
zijn indrukken weer van zijn erva
ringen gedurende zijn studiereis in
dit veelomstreden gebied
afgev. in den Duitschen Rijksdag Koss-
mann bevond zioh tegenover zijn vier col
lega's in een hopelooze minderheid, zoodat
hij niet in staat was de redelijke wenschen
der Saar bewoners te verwezenlijken. Daar
om wordt de Regeeriinigscommissie dan ook
algemeen als een vreemd element be
schouwd, waarvoor niemand ook maar eeni-
ge sympathie koestert.
Toen door Frankrijk werd ingezien dat
zelfs na 15 jaar „los van Duitschland" de
overgroote meerderheid van het Saargebied
toch terug naar huis wilde, werd met
Fransch geld een campagne ingezet, die
ging ijveren voor den „Status quo". Wan
neer deze actie succes zou hebben, dan zou
binnen afzienbaxen tijd weer een nieuwe
volksstemming over het lot van het Saar
gebied beslissen.
De meeste Duitschers in het Saargebied
verlangen „naar huis", naar hun „Heimat"
en er is niets wat hen op den weg daar
heen een beletsel zal stellen.
Ook het feit dat er in Duitschland op het
oogenblik een kerkvervolging heersoht, zal
de vele bewoners van het Saargebied niet
weerhouden om toch voor een terugkeer
naar Duitschland te stemmen. De massa
der katholieken voelt dat niet zoo sterk aan.
Bij hen spreekt het zoo lang onderdrukte
nationale gevoel veel sterker. Vele katho
lieken van het Saargebied willen naar huis,
ook al weten ze, dat er in 't Vaderhuis zijn,
die zich misdragen, dat 't voor hen niet
zoo gemakkelijk zal zijn, om de eischen van
hun katholiek geweten in te wilügem. Er
zijn, helaas, óók zeer veel naam-katholieken,
voor wie er geen gewetensvragen meer be
staan.
Het is thans geen vraagstuk meer hoe de
uitslag van het plebisciet in het Saargebied
zal zijn. Terug naar Duitschland!
De eindbeslissing berust dan bij den Vol
kenbond, die daarmee de zware verant
woordelijkheid op zich neemt, om in Euro
pa een vijftienjarige haard van politieke
ontevredenheid uit te roeien, of een nieuw
probleem te scheppen, dat een nieuwe
twistappel zou vormen voor twee groot
mogendheden en een voortdurend gevaar
voor den vrede in Europa.
V Het cultuur-niveau.
Moeten de standen verdwijnen?
Deze vraag stellen wij naar aanleiding
van een rede, door den bekenden pater
Henricus O.Cap. j.l. Woensdag te Amster
dam gehouden voor de Arka.
In een van zijn puntige, kernachtige op
merkingen die, juist om hun scherpte en
pittigheid, zooals 't, helaas, zoo veel ge
beurt, gemakkelijk worden misverstaan
en.... graag worden misbruikt zeide
hij: het klasseverschil (het standsverschil)
moet verdwijnen maar hij voegde daar
aan onmiddellijk toe: d.w.z. de waardee
ring naar iemands bezit aan goed (dat moet
verdwijnen); het cultuur-niveau moet
maatstaf zijn (voor het klasseverschil, het
standsverschil).
Inderdaad. Zóó behoort 't te zijn! Deze
gedachte moet leven onder de katholieken
van alle rang en stand. Lang genoeg'heb
ben wij meegedaan, om aan de factor geld
een dwaze waarde toe te kennen in ver
band met de klasse, den stand, waarin
iemand kan worden gerangschikt, waartoe
iemand behoort.
Klassen of standen, en dientengevolge
klasseverschil of standsverschil, aanvaar
den wij. (Het bestaan ervan erkent ook
pater Henricus). Wij aanvaarden het, om
dat en inzoover het een werkelijkheid
i s. Wij maken echter niet, kunstmatig,
allerlei standjes. Dit is een dwaasheid,
waaraan zich laten we deze terminiolo-
gie ook 'ns gebruiken vooral de bour
geoisie in een zekere bekrompenheid van
opvatting en inzicht schuldig maakt....
Wij aanvaarden standsverschil als uiting
van verschil in cultuur-niveau onder de
menschen. Niet als uiting van verschil in
geld en daarmee samenhangend uiterlijk
leeg vertoon, materialistische pralerij en
zinlooze groot-doenerij.
Standsverschil beschouwen wij als een
verschil in cultuur-niveau. Pater Henricus
drukt 't aldus uit; maar ook anderen heb
ben zóó standsverschil gezien en déze op
vatting van standsverschil gepropageerd.
Prof. Weve O.P. b.v. constateerde ook in
een verleden jaar gehouden rede, dat
ingevolge de verplatting en veruiterlijking
van het leven het geld als zoodanig een
veel te voorname rol is gaan spelen bij het
formeeren der standen.
Het is een gelukkig verschijnsel van on
zen tijd, zich speciaal uitend in vele
jeugdorganisaties (óók in niet-katholieke,
niet-christelijke!), dat men meer en meer
uiterlykheid-zonder-kern gaat verachten;
dat groeiend is een streven naar doelmatig
heid en innerlijke waarachtigheid.
De echte cultuur, de fijnere beschaving
uit zich in soberheid en eenvoud. Naast
veel in onzen tijd, wat afstoot, naast veel
materialisme, wordt door meerderen déze
waarheid ingezien en beleefd, 'n Mooit kant
van ónzen tijd!
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
EEN IN-MEMORIAM.
In de socialistische pers wijdt A. B. Klee-
rekooper een in-memoriam aan den over
leden Katholieken journalist Willem Nieu
wen huis. Wij nemen diit hier over met waar-
deeriing voor de gevoelens, die den schrij
ver bezielden, toen hij dit neerschreef:
„Willem Nieuwenihuis had een groot en
weelderig talent, een sterk en dapper ka
rakter, een warme liefde voor mensche-
lijkheid en gerechtigheid, een diepe
vroomheid en tooh een onbevangen oordeel,
een krachtige geest in een zwak lichaam.
Deze opsomming kan gemakkedyk de
schijn wekken van die overdrevenheid,
waarmede dooden plegen te worden gehul
digd. Hier staat geen woord van lof méér
dan verschuldigd is. En het doet mij goed
te bedenken, dat ik niet nu eerst, te laat
om door hem vernomen te worden, al dit
goeds van hem zeg. In deze hoek is meer
dan eens over hem geschreven, met al de
bewondering en genegenheid, die ik voor
hem had. Ik was hem ook dankbaarheid
schuldig. Wat hij geschreven heeft toen ik
Nieuwjaarslag-1932 voor het eerst weer
een rede had gehouden, was zoo groot-men-
schelijk, dat het tot mijn besite levensher
inneringen behoort. Ik sohrijf er een paar
regels uit over, die ons den mensch, die nu
gestorven is, in volle zuiverheid doen zien:
„Tevens groeide mijn overtuiging,
dat het met tegenstanders een raar ge
val is. En dat een oordeel over tegen
standers toch altijd maar blijft „zoo,
zoo"Er is er maar Eén, Die harten
en nieren kent. En wanneer we allen
eens voor Hem zullen verschijnen, dan
zullen we al'ler ei ge na ardi gste verras
singen beleven. Oók met tegenstan
ders".
Aldus schreef hij in „De Maasbode", die
jarenlang opgeluisterd werd door zijn stuk
ken, waarin hij niets en niemand ontzag,
noch de grootmachtigen der aarde, noch de
gevoeligheden in eigen kring. Hij kende
alleen: God, de waarheid, het recht van den
verdrukte.
Een „tegenstander" inderdaad? IJdel
woord in het aangezicht der eeuwigheid.
Een mensch, die mij nooit heeft tegenge
staan, met wien ik mij bij herhaling in het
hoogste en beste één heb gevoeld. Menig
een zal hem betreuren, in en buiten zijn
eigen wereld. Niemand echter méér dan ik,
die van hem scheid met eerbiedige bewon
dering en duurzame genegenheid".
BELASTINGVLUCHT VAN
EEN SENATOR.
Rijke lieden, die, om minder belasting te
moeten betalen, het land verlaten, hande
len zeer minderwaardig, toonen geen liefde
voor het vaderland, voor het volk te heb
ben.
Daarom nemen wij met volkomen in
stemming over het volgende artikeltje uit
de T ij d, waarin de handeling van een Eer
ste Kamerlid aan den kaak wordt gesteld:
„Het dagblad De Morgen vestigt er de
aandacht op, dat het Christelijk-Historisch
Eerste-Kamerlid Baron J W. J. de Vos van
SteenWijk (niet te verwarren met den voor
zitter der Kamer) zijn kasteel te Diepen-
heim bij Deventer heeft verlaten, om voor-
loopig in België te gaan wonen. In de cLes-
WOUBRUGGE.
H. E. M. SCHAMINéE.
De nieuwe gemeente-secretaris.
Tot secretaris dezer gemeente Is door
den Raad in zijn j.l. Donderdagmorgen ge
houden vergadering benoemd de heer H.
E. M. Schaminée, ambtenaar ter secretarie
en administrateur der gemeentebedrijven.
De heer Schaminée, geboren te Eist
(Gld.) begon zijn loopbaan in de gemeen
telijke administratie te Bemmel, terwijl hij
zijn vakopleiding ontving van den beken
den opleider in de gemeente-administratie,
de heer A. A. C. van Dort, oud-gemeente
secretaris van Huissen.
Na een 5-jarige ambtsperiode volgde ln
1929 de benoeming tot ambtenaar ter se
cretarie 2e klasse te Eibergen, al spoedig
gevolgd tot ambtenaar eerste klasse en the
saurier eener gemeentelijke Teekenschool.
Te Eibergen was de heer S. secretaris
eener R.K. Kiesvereeniging, in welke func
tie hij veel bijgedragen heeft tot behoud
van de eensgezindheid bij de verschillen
de kiesvereenigingen. Bij landbouworgani
saties was hij, door zyn lezingen, geen
onbekende.
In October 1931 werd de heer S. benoemd
tot ambtenaar ter secretarie en administra
teur der gemeentebedrijven te Woubrugge.
Het bleek het gemeentebestuur al spoe
dig in den persoon van den heer S. een ac
tief ambtenaar aangetroffen te hebben.
Men waardeerde deze arbeidzaamheid,
door hem te benoemen tot secretaris der
bedrijvencommissie, controleur der met ge
meentegelden werkende woningbouwver-
eeniging, correspondent der arbeidsbemid
deling met de daaraan verbonden werk
zaamheden voor de steunverleening en se
cretaris van het plaatselijk crisiscomité.
Op bijeenkomsten, vergaderingen en be
sprekingen zag men den heer S. dikwyls
als afgevaardigde van het gemeentebe
stuur.
Ook naar buiten werd de administratie
ve kennis van den heer S. op prijs gesteld.
De Veenderpolder benoemde hem eind
1933 tot zijn secretaris-penningmeester, in
welke hoedanigheid hij veel bijgedragen
heeft tot den bouw van een nieuwen wind
molen volgens het Dekker-systeem, terwijl
door deze en enkele andere maatregelen
een belangrijke verlaging van polderlasten
in vooruitzioht gesteld kon worden.
De heer S. is de eerste secretaris, die na
de combinatie van het burgemeester- met
het secretarisambt in deze gemeente is be
noemd; tevens is hij de eerste R.K. secre
taris van Woubrugge.
betreffende berichten wordt er aan toege
voegd, dat dit een zware klap voor de fi
nanciën der gemeente beteekent, daar hier
mede een groot-belastingbetaler verdwijnt.
De hooge Nederlandsche belastingen
meent De Morgen schijnen echter mede
het motief te zijn voor deze verhuizing. Dit
Eerste Kamerlid zou dus behooren tot de
minder sympathieke categorie van vader
landers, die men belastingvluohtelingen
noemt.
Het wonderlijke is eohter, dat deze Chris
telijk-Historische afgevaardigde, ook aJs
hij in België woont, gerust Eerste-Kamerlid
zou kunnen blijven. Als de heer De Vos
van Steen wijk aan zijn zetel zou willen
vasthouden, dan heeft hij volgens rooster
pas in 1938 af te treden. We hopen echter
van harte, dat de Christelij k-Historisohe
Partij zich met het geval zal bemoeien en
openlijk laat blijken, of ze nog prijs stelt
op een afgevaardigde, die zijn vaderland
in moeilijke uren financieel in den steek
laat. Moge echter de heer De Vos van
Steen wijk het besluit van zijn partij vóór
zijn en zonder meer zijn mandaat neerleg
gen".
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VIER BLADEN.
Weekabonné'e, die geabonneerd zijn op
het Zondagsblad, worden er aan herin
nerd, dat dit vanat heden ad 50 cent
betaald moet worden.
DE ADMINISTRATIE.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Volgens Bürckel wil Duitschland geen
splitsing van het Saargebied. (2de blad).
Duitschland gaat niet naar Gcnève om
deel te nemen aan de beslissing over het
Saargebied door den Volkenbondsraad.
(2de blad).
Verzoening tusschen Italic en AbessinlS
in uitzicht (2de blad).
BINNENLAND.
Bij Huls ter Heide werd een auto door
een tram gegrepen. Twee dooden, twee
gewonden. (Gem. Ber., 3de blad).
Drama in de Maasstad. Man door po-
Utie-agent uit zelfverdediging doodgescho
ten. (Gem. Ber., 3de blad).
Kind te Beek (L.) voor de oogen van zijn
moeder doodgereden. (Gem. Ber., 3de
blad).
Auto te Abcoude op het trottoir. Een
meisje gedood, haar moeder gewond.
(Gem. Ber., 3de blad).
Jongen te Rotterdam door kolen trein
overreden en gedood. (Gem. Ber., 3de blad)
Croote diefstal van bont te Amsterdam.
(Gem. Ber., 3de blad).
Belgische bankdirecteur doet poging tot
zelfmoord op de boot VlissingcnTerneu
zen. (1ste blda).
Brandstichting ln hotel te Bilthovcn.
(lste blad).
Extra-heffingen op den export van zui
vel-producten. (lste blad).
LEIDEN.
Installatie van de Rijksherbarium-com
missie. (lste blad).
Weer nieuwe bezwaren tegen de dem
ping van het Levcndaal?
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Het biljartconcours om het Europcesch
kampioenschap groot biljart 45/2 te Den
Haag begonnen. (3de blad).
Het Ned. elftal tegen Queen Park Ran
gers samengesteld. (3de blad).
Drama op de boot
Vlissingen-Terneuzen
Hedenmorgen is een reiziger met de boot,
die te 6 uur van Vlissingen vertrekt naar
Terneuzen gereisd. In Terneuzen aangeko
men bleef de man aan boord en keerde we
derom naar Vlissingen terug. Tijdens de
reis hield de reiziger, die een Belgisch
bankdirecteur bleek te zijn, zich bezig met
het schrijven van brieven, welke hij aan
den hofmeester ter verzending overhan
digde.
Toen de boot te Vlissingen tegen de
pontons kwam, klonk plotseling een revol
verschot. Bij onderzoek bleek, dat de rei
ziger zich door een schot in het hoofd ern-
stik had gewond.
In bewusteloozen toestand werd de pas
sagier naar de wachtkamer van den Pro
vincialen Stoombootdienst gebracht, van
waar hij naar het ziekenhuis Bethesda in
Vlissingen is vervoerd. Zijn toestand i szorg
wekkend.