DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
26ste Jaargang
WUENSDAG 9 JANUARI 1935
No. 8009
S)Q,^/2id^JzSoWUM\t
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt brj vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: 1
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
Het platteland.
Er worden vaak bedroevende en ontstel
lende cijfers gepubliceerd over geloofs-ver-
zwakking en geloofs-afval van Katholieken
vóóral in de groote steden.
Wij vonden dezer dagen eenige cijfers
vermeld over het ongeloof-verschijnsel bij
de Protestanten. Onder de Katholieken is
de meening veel verbreid, dat de onkerke
lijkheid zich in sterke mate bij de Her
vormden, maar zoo goed als niet bij de Ge
reformeerden voordoet. Dit laatste schijnt,
helaas, niet geheel en al juist; de cijfers
geven een anderen indruk.
Dr. Harrerkstein, Gereformeerd predi
kant te Amsterdam, stelde een onderzoek
in naar het kerkbezoek aldaar. Slechts 10
pet van de leden der Hervormde Kerk
gingen des Zondags naar de kerk, en ge
middeld slechts 32 pet. van de Gerefor
meerden. Van de laatsten gingen in Rotter
dam gemiddeld slechts 30 pet. ter kerk.
Prof. Dr. J. Waterink, Gereformeerd
Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, berekende, dat van 1274 jon
gens, die tusschen 1895 en 1905 in de Ge
reformeerde Kerk gedoopt waren, de helft
met die Kerk brak.
Intusschen kan, ook uit cijfers, worden
geconcludeerd, dat de onkerkelijkheid on
der de Protestanten in de groote steden
circa zevenmaal zooveel voorkomt als ten
plattelande.
De zegeningen van het platteland voor
het geloofsleven zijn groot! Voor ons, Ka
tholieken, zoo goed als voor de Protestan
ten.
Ten plattelande leven de menschen, over
het algemeen, rustiger.en óók beschaaf
der beschaafd in de echte, diepe betee-
kenis: innerlijk beschaafd zij denken
meer en geven zich meer rekenschap van
him doen en laten. Ten plattelande greinst
en grijpt niet van alle kanten de verlei
ding, zooals in onze daarom eigenlijk:
afschuwelijke! groote steden. Vaak kan
men ook constateeren, dat de menschen te
plattelande meer lezen, met kennis, meer
weten, dan die in de groote steden.
En dat milieu te plattelande is gunstig
voor het geloofs-leven. Dit weer 'ns te
oonstateeren, kan om verschillende rede
nen nuttig zijn.
WILLEM NIEUWENHUIS. f
Overleden is op 48-jarigen leeftijd In zijn
woning te Amsterdam de katholiek jour
nalist en letterkundige, Willem Nieuwen-
huis, gedurende 27 jaar redacteur van de
„Maasbode".
Mwt diepe ontro ring slaat ons dit over
lijden en wij gevoelen pijnlijk ons verlies;
ons verlies, het verlies voor de katholieke
journalistiek, de katholieke letterkunde, de
katholieke politiek, het openbare katholie
ke le" en.
Willem Nieuwenhuis als kunstcriticus,
als tooneelrecensent, Raadsoverzichtschrij-
ver van de Amsterdamsche vroedschap,
schrijver van Amsterdamsche schetsen,
was een onzer beste journalisten. Hij genoot
een algemeene waardeering als letterkun
dige, en door zeer velen in den lande werd
zijn oordeel in politieke vraagstukken op
hooge waarde gesteld, omdat het was de
meening van iemand, met helder inzicht,
en: eerlijk als goud, warm-voelend voor
zijn mede-menschen als een waarachtig
Christen! Transigeeren was hem vreemd,
verfoeide hij, ook in de politiek. Vandaar
was zijn voorlichting op politiek terrein,
zjjn geschreven woord (vroeger als Ka
meroverzicht-schrijver van de „Maasbo
de") en zijn gesproken woord op vergade
ringen der R. K. Staatspartij en op bijeen
komsten van jongeren, niet aan allen even
lief. Doch, voorzoover dat mogelijk was,
weerhield geen overweging van bijkomsti-
gen aard hem, om zijn overtuiging te zeg
gen en te verdedigen. En dikwijls met pas
sie met een hartstocht, die opbruischte
uit zijn diep-levend gevoel voor wat hij
zag en erkende als waar en goed, als recht
voor de armen en verdrukten in de samen
leving!
Willem Nieuwenhuis was een fijne geest,
die zich in de fijne vormen eener eigen stijl
wist uit te drukken. En dezen schoonen
mensch, dezen aristocratischen democraat
mogen wij niet langer bezittenHij was
reeds eenige jaren ziek; doch wij bleven
hopen op beterschap. Gisteravond is hij
gestorven.
Gisterenmiddag begonnen zijn krachten
snel af te nemen. Om half negen heeft
pastoor F. Filbry met den thans ontsla
pene gebeden, daarna braken de laatste
oogenblikken aan. Om kwart voor tien
stierf de heer Nieuwenhuis na een voor
beeldig gedragen ziekte.
De stervende was tot op het laatste
oogenblik bij volle kennis en is kalm ont
slapen. Bij het sterfbed waren aanwezig
zijn moeder, zijn vrouw, zijn broer de heer
Jan Nieuwenhuis en de doktoren Geesing
en Reinja.
Van Willem Nieuwenhuis is verschenen
„Brokkenwerk", een bundel journalistieke
opstellen, een tweede dergelijke bundel
„Verkenningen", een boek over Chesterton
en vertalingen van diens werk, een ver
handeling over moderne kerkelijke bouw
kunst „Het Steenen Gebed" en enkele mys
teriespelen, waarvan er een op den vijfden
Katholiekendag in het Stadion als open
luchtspel is vertoond. Wij hopen, dat het
innitiatief zal kunnen worden genomen om
nog meer uit het beste werk van Willem
Nieuwenhuis te bundelen en zoo velen er
van te doen genieten.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
ERKENNING.
D e T ij d schrijft:
„Qui mange du Pape en meurt". Wie
zich aan den Paus vergrijpt, ten Zijnen kos
te eigen macht en aanzien tracht te ver-
grooten, gaat er aan ten onder.
Het woord is, naar men weet, afkom
stig van den katholieken denker en schrij
ver Joseph de Maistre.
Het is vele malen geciteerd en het heeft
ook vele malen zijn bevestiging gevonden
in de feiten.
Machtige vorsten en staatslieden, die
onoverwinnelijk schenen, moesten het tot
hun schade ondervinden.
En zóó luid en overtuigend spreekt deze
ervaring, dat men het nu ook van niet-
katholieke zijde erkent.
De regeering der Fransche Republiek
heeft lang en halsstarrig haar heil gezocht
in een anti-clericale politiek.
Het zoogenaamde „clericalisme" was
naar Gambetta's beraamde leus, „de
vijand".
Zelfs stuurde men openlijk aan op een
breuk met den H. Stoel en bleven gerui-
men tijd de diplomatieke betrekkingen met
den Paus verbroken
Fransche bewindslieden, die Rome be
zochten, bleven dan ook steeds verre van
het Vaticaan.
Thans heeft, voor het eerst sinds vijftig
jaren, een Fransch minister, tevens pre
mier, zijn opwachting bij den H. Vader
gemaakt.
En karakteristiek is, wat, naar aanlei
ding daarvan, de Parijscbe correspondent
van een liberaal blad als de „N. Rott.
Crt." schrijft.
Hij constateert, dat men te Parijs van
„de dwalingen zijns weegs" is teruggeko
men ,en meent zelfs, dat de „clericale
kwestie" niet meer bestaat, „wat ook mo
ties op radicale congressen over de poli
tiek der vrije gedachte leuteren".
Waarna hij vervolgt:
„Wie zich tegen de macht van den Paus
keert, komt bedrogen uit. Zoo radicaal is
de omslag der laatste jaren geweest, dat
het bezoek aan den opvolger van Petrus
van geen enkele zijde aan ernstige critiek
onderworpen wordt."
Wie zich tegen de macht van den Paus
keert komt bedrogen uit....
Zóó is het inderdaad.
Ook in de gebeurtenissen van dezen tijd
vindt het woord van de Maistre zijn be
vestiging, niet minder, misschien nog
meer zelfs, dan voorheen.
Onze anti-papistjes mogen er eens over
nadenken!
MISSTANDEN.
13 Dec. 1.1. schreef het K a t h. School
blad: „Of er onder deze 49 (Kath. ge
huwde onderwijzeressen) ook zijn gehuw
de vrouwen niet-kostwinsters, is ons niet
met zekerheid bekend, doch voor zoover
wij weten, is dat niet het geval."
Thans schrijft dit orgaan van het Kath.
Onder wijzersverbond in Nederland:
Nu weten we echter, dat dit wèl het ge
val is, en dat daar zelfs enkele nog spe-
Priester-Martelaren
in Sovjet-Rusland
De Bolsjewisten zien heel goed in, dat
de geestelijkheid in Rusland nog zeer veel
invloed heeft. De Priesters staan bij de be
volking nog zeer hoog aangeschreven en
zij zijn het juist, die de godsdienstige be
langen van het volk behartigen. In hun
strijd tegen de christelijke beschaving is
het natuurlijk op de eerste plaats de gees
telijkheid, die vernietigd en uitgeroeid moet
worden. Welke middelen zij voor dit doel
gebruiken, moge blijken uit enkele voor
beelden.
In Rusland worden de kerken, die nog
niet gesloten zijn, bestuurd door een kerk
bestuur, wier voorzitter natuurlijk de pas
toor of pope is.
Deze raad houdt zich in het geheel niet
bezig met politieke vraagstukken, maar
heeft slechts ten doel, de verschillende aan
gelegenheden van de kerk en de parochie
te behandelen. Zij zorgt voor de noodige
gelden voor het onderhoud en herstellin
gen van de kerk, wat uiteraard onder de
huidige omstandigheden niet gemakkelijk
is. Het zijn dus zuiver „huishoudelijke"
aangelegenheden, die met de politiek niets
te maken hebben.
De Gepoe is hiermede echter niet tevre
den. De kerken moeten worden opgeruimd
en zij zoeken dus naar een uitweg.
Door de Gepoe wordt een van de leden
van het kerkbestuur ontboden en worden
hem de volgende vragen gesteld:
„Wie bestuurt de aangelegenheden van
de kerk?"
„Het Kerkbestuur".
„En wie zijn daar lid van?"
„De pastoor, verder die en die geloo-
vige...."
„Zoo, dus jullie hebben in je kerk een
organisatie?" De Gepoe-ambtenaar legt op
dil laatste woord de nadruk.
„Ja, maar slechts om de kerk te bestu
ren".
„Goed", glimlacht de ambtenaar, „onder-
teeken s.v.p. uw ontslagaanvrage...."
De kwestie is „opgelost".
In Rusland worden alle organisaties, die
niet door de regeering zijn ingesteld of
geen verband houden met communistische
organisaties als „anti-revolutionair" be
schouwd.
De leden van dergelijke organisaties
kunnen veroordeeld worden, tot minstens
drie jaar dwangarbeid of de doodstraf. Het
is dus maar een klein kunstje voor de Ge
poe, om het kerkbestuur tot een anti-re
volutionaire organisatie te verklaren om
den geestelijke en vaak ook alle leden te
arresteeren en hen te verbannen of te fu-
silleeren als „vijanden van de arbeiders
klasse".
Dit is echter niet het eenige bevrijdings-
middel. In 1930 was er in Sovjet-Rusland
een groot tekort aan zilvergeld. Het gevolg
ervan was, dat het papierengeld nagenoeg
waardeloos werd en de prijzen stegen. Het
volk begon het vertrouwen in de regee
ring te verliezen. Het was derhalve niet te
verwonderen, dat men het zilvergeld ach
terhield om het papierengeld zoo spoedig
mogelijk kwijt te worden.
De Gepoe ontdekte hierin weer een wel
kome gelegenheid om de priesters aan te
vallen.
Onder de Zondagsmis werd in de kerken
gecollecteerd, waarbij natuurlijk naast het
papierengeld ook zilvergeld werd ontvan
gen. De agent van de Gepoe drong na af
loop van den dienst de sacristie binnen,
vond het zilvergeld, dat de priester nog
niet tegen papieren-roebels heeft kunnen
inwisselen en de „schuldige" wordt in
hechtenis genomen als speculant in zilver
geld. Honderden priesters werden voor deze
„misdaad" gefusilleerd of naar Solovky
verbannen. Nog een ander middel, dat vaak
in toepassing gebracht wordt, is het hef
fen van onmogelijk zware belastingen. De
priesters zjjn niet in staat deze te betalen,
en dan worden zij verbannen als „Sabo
teurs van het financieele regeeringsplan".
Alle middelen zijn goed om de priesters
te vervolgen. De voornaamste beschuldi
ging die tegen hen wordt ingebracht is:
samenzwering tegen den Staat. En na der
gelijke beschuldigingen gaat de Gepoe on-
ciaal afkeuringswaardige feiten zich voor
doen. De vrouw van 't hoofd, onderwijze
res aan de school van haar man, is een
even onaannemelijke figuur als de echtge-
noote van een inspecteur, onderwijzeres in
'smans inspectie.
Men heeft dan niet alleen de afkeurens
waardige dubbel-bezoldiging, maar bo
vendien wordt er in zulke gevallen ook een
bedenkelijk scheeve ambtelijke verhouding
geschapen, die de' overheid niet moest dul
den terwijl de schoolbesturen verkeerd doen
zich voor deze pr&ctijken te leenen.
middellijk over tot verbanning of fusil
leer en. Bewijzen zijn overbodig. De pries
ters moeten worden uitgeroeid en ieder
middel daartoe is geoorloofd.
Missionarissen voor
Rusland.
Zonder overdrijving kan worden gezegd,
dat 99 van de honderd priesters reeds een
korten of langeren tijd in de gevangenis
of in verbanningsoorden doorbrengen of
hebben doorgebracht. En de ééne priester,
die overblijft, leeft in voortdurende angst,
overtuigd, dat ook zyn uur weldra zal
slaan.
Het aantal geestelijken, zoowel orthodoxe
als katholieke, vermindert sterk. Vele
oude priesters sterven, terwijl geen jonge
ren hen kunnen opvolgen.
Het priesterambt brengt in Rusland zoo
veel gevaren mee, dat er maar weinigen
zijn, die zich het zware apstolaat durven
aanvaarden.
Priester zijn beteekent in Sovjet-Rus
land: honger en koude lijden, gebrek aan
kleeding en bovendien het voortdurend ge
vaar, verbannen of gefusilleerd te zullen
worden. Valt het dus te verwonderen, dat
slechts helden zich tot het priesterambt ge
trokken voelen?
Zulke helden zijn er ongetwijfeld, maar
goede wil alleen is niet voldoende. Er be
hoort ook een opleiding toe, zoowel een
geestelijke als wetenschappelijke. Daar in
Rusland alle scholen en kloosters zijn op
geven, is deze opvoeding onmogelijk ge
worden. Nog slechts één seminarie te Mos
kou, is officieel geopend, doch aan de leer
lingen is het verboden, zich in Moskou te
vestigen
Hier is de opvoeding dus eveneens onmo
gelijk. In andere steden mogen geen reli-
gieuse scholen geopend worden. Hoe moet
men nu priesters opleiden?
In boeken studeeren is al evenzeer onmo
gelijk, omdat geen enkele uitgever het nog
zal wagen om godsdienstige boeken of tijd
schriften uit te geven. Zou een moedig
uitgever het toch willen doen dan zouden
de fabrieken hem het benoodigde papier
weigeren.
De toestand is zeer ernstig en de dag
zal wellicht niet verre meer zijn, dat Rus
land zonder één enkele priester is.
Het eenige, wat dus nog mogelijk blijft,
is het organiseeren van Katholieke Mis
siën in Sovjet-Rusland. Voor deze missio
narissen is natuurlijk een heel bijzondere
voorbereiding vereischt. Het Evangelie
moet hier immers gepredikt worden in een
land, dat verwoest is door het atheïsme,
welks communistische regeering alles in
het werk stelt, om het Godsbegrip te ver
nietigen.
Vooraleer naar Sovjet-Rusland te gaan
zullen de missionarissen de theorie van het
communisme en Atheisme moeten hebben
bestudeerd en zich rekenschap moeten kun
nen geven, waarom deze leerstellingen,
ondanks alles toch tot mislukking zijn ge
doemd. Door werkelijke overtuigende ar
gumenten zullen zij het volk moeten aan-
toonen, dat de verwezenlijking van de
communistische theorieën practisch onmo
gelijk is en welke rampen de ongodsdien
stigheid voor hen zullen meebrengen. Ver
ondersteld nog, dat de missionarissen vrij
heid van spreken zouden hebben, dan zou
den zij op hun weg talrijke bestrijders ont
moeten, die onder schijnbaar wetenschap
pelijke methoden het communisme en
atheisme propageeren.
Het vraagstuk van de katholieke mis
siën is des te meer dringend, daar ook an
deren zich beijveren, een plaats op het mis-
sieveld te veroveren. Wij denken hier
slechts aan de Protestanten, die gereed
staan, een om niet onbeduidende oogst bin
nen te halen. In den strijd tegen het atheis
me gaan zij natuurlijk met ons samen en
ieder resultaat, dat zij boeken mag ons
verheugen. Maar mogen wij hen de eerste
plaats laten innemen? Mogen wij toelaten,
dat hun invloed op de 160 millioen christe
nen, die Rusland telt, steeds grooter wordt
en de Katholieke Kerk achterblijft....?
De Katholieken vooraan in den strijd te
gen de vijanden van God en de bescha
ving!
Li-weng-ho, de Mandarijn.
Spelend in een zeer uitzonderlijk mi
lieu, nJ. in kringen van Chineesche macht
hebbers, is het feuilleton, waarmede wij
morgen een aanvang maken, van bijzondere
beteekenis.
Het is de strijd, die een Zendingarts in
China met een Europeesch meisje te voe
ren hebben tegen Chineesche zeden en ge
woonten, tegen een heerschzuchtigen en
corrupten mandarijn, tegen Chineesche roo-
versb enden enz.
Aan spanning en dus ook aan belangstel
ling zal het bij het lezen van dezen roman
van Li-Weng-Ho, d e Mandarijn niet
ontbreken.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Duitschlands overwinning bij de a.s.
Saarstemming zoo goed als zeker geacht.
(2de blad).
Lavai's afscheid van Rome. (2de blad).
Een Nederlander pleegt een treinaanslag
In België. (Buitenl. Ber. 2de blad).
Hauptmann, de beklaagde in het Lind-
bcrgh-proces, door twee personen herkend.
(Buitenl. Ber. 2de blad).
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR RIJNLAND.
Gistermiddag kwam de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland voor de
eerste maal in het nieuwe jaar bijeen on
der voorzitterschap van den heer D. ten
Cate Brouwer.
Deze opende deze zitting met de gebrui
kelijke Nieuwjaarsrede, welke wij gisteren
reeds hebben gepubliceerd.
Na deze rede sprak de heer v. d. Steen
een woord van hulde voor het uitstekend
overzicht van den voorzitter, waarna hij zijn
beste wenschen uitte voor handel en in
dustrie in 1935 en 'n woord van dank sprak
voor het vele werk, door het Bureau der Ka
mer in het afgeloopen jaar verricht. Spr.
sloot zich namens de Kamer aan bij de
woorden van hulde aan het adres van den
secretaris, dr. Knibbe en uitte zyn beste
wenschen voor den voorzitter en de leden
van het bureau der Kamer.
Na de pauze werd met de afwerking der
agenda voortgegaan.
De heer D. ten Cate Brouwer werd her
kozen als voorzitter, de heer P. Boot Sr.
als voorz. van de afd. grootbedrijf, de heer
H. M. Simonis als voorz. van de afd. klein
bedrijf. De voorz. merkt hierbij op, dat de
heer Boot, die wegens ziekte afwezig is,
zijn benoeming zal aanvaarden, doch dat hij
het voornemen heeft te kennen gegeven
in den loop van het jaar als zoodanig te
bedanken.
Tot leden van de Commissies werden be
noemd:
a. Commissie voor Vervoer, Post en Te
legrafie de heeren: W. v. d. Laan, C. G.
J. Alkemade Sr., J. Heringa, J. F. X. San
ders, J. van der Steen, P. A. Wernink Jr.
en H. v. Zonneveld, allen aftredend.
b. Commissie voor het Handelsregister
de heeren C. G. J. Alkemade Sr., B. J.
Dijkdrent, J. J. M. Meijers, D. Raaphorst
Sr., J. van der Steen, P. J. van der Zanden,
allen aftredend.
c. Commissie voor Handelsbelangen: de
heeren J. v. d. Steen, W. M. van Appfïl, B.
J. Dijkdrent, J. J. M. Meijers, D. Raap
horst Sr. en P. J. v. d. Zanden, allen aftre
dend.
d. Comimssie voor Handels en Nijver
heidsonderwijs: de heeren J. Heringa, J.
F. X. Sanders, P. A. Wernink Jr., en P.
J. van der Zanden, allen aftredend.
e. Commissie voor het Verslag: de hee
ren D. ten Cate Brouwer, P. Boot Sr., H.
M. Simonis, J. F. X. Sanders en dr. P. G.
Knibbe, allen aftredend.
f. Commissie van Financiën: de heeren
D. ten Cate Brouwer, P. Boot Sr., H. M.
Simonis en dr. P. G. Knibbe, ambtshalve
herkozen.
Hierna ging de voorz. over tot de mede
deelingen.
Bij de Kamer was ingediend een plan-
Wilkin. De heer Wilkin uit Sassenheim
had een plan ingediend, om te trachten de
haven van Sassenheim verbonden te hou
den met het groot vaarwater door het gra
ven van een nieuw kanaal benoorden den
nieuwen rijksstraatweg SassenheimAm
sterdam. Dit plan zal nader in studie wor
den genomen, daarna zullen de leden nader
van een en ander op de hoogte worden ge
steld.
Onder de ingekomen stukken was be
richt van het Ministerie vön Economische
Zaken inzake goedkeuring der begrooting
1934 en 1935 en subsidies 1935.
Van de Ned. Spoorwegen was bericht in
gekomen, dat aan de voorgenomen ophef
fing van het station HazerswoudeK ude-
kerk ook voor goederenvervoer, geen ge
volg zal worden gegeven.
Van de N.V. „De Leidsche Courant" was
bericht ingekomen, dat zij het contract voor
het drukken van „Rijnland" aan het eind»
daarvan (31 Juli 1935) niet wenscht te con
tinueer en.
De voorz. zegt, dat dit schrijven in han
den wordt gesteld van het bureau. Niet on
mogelijk is, dat „Rijnland" in de toekomst
niet meer zal verschijnen.