f26ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
HET PROBLEEM VAN DE SAAR.
Mej. D. Voltman gehuldigd
bij haar 40-jarig jubileum
MAANDAG 7 JANUARI 1935
No. 8007
Ste £cld^clie(Sou^ant
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij ▼ooruitbetafing:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
V De Bewaarschool
De beteekenis van en de waardeering
voor de bewaarschool is groeiende.
Dit verschijnsel vindt zijn verklaring
In twee feiten.
Ten eerste is dit onderwijs zelf de laat
ste jaren steeds meer geperfectionneerd.
Aan onderwijs-krachten, aan zij 't dan
ook bescheiden leermiddelen, aan de
schoolgebouwen wordt meer aandacht ge
schonken, meer zorg besteed.
Men kan opwerpen, dat wij ten deze ook
niet geheel en al van overdrijving be
spaard zijn gebleven. Dat het bewaar-
schoolonderwijs doeltreffend is ver
beterd, in vergelijking met vroeger, kan
niet worden ontkend.
Vervolgens is er meer behoefte gegroeid
aan het bewaarschool-onderwijs, omdat de
toelating tot de lagere school op lateren
leeftijd geschiedt, dan voorheen, en omdat
voor vele ouders het thuis-houden der
kinderen door de sociale omstandigheden,
waarin zij verkeeren, moeielijker en be
zwaarlijker is geworden.
Over het bewaarschool-onderwijs schrijft
De Morgen dezer dagen:
Opmerkelijk is, dat in de meeste
groote gemeenten het aan'al gesubsi
dieerde scholen werd uitgebreid....,
terwijl de gemeente Utrecht, waar in
1929 geen enkele bijzondere school
werd gesubsidieerd, het subsidiestelsel
later weer invoerde, zoodat in 1932
reeds 88,9 pet. der bijzondere scholen
een bijdrage uit de gemeentekas ont
ving.
De wijze, waarop de subsidie plaats
vindt, is geheel verschillend. Er zijn
welgeteld 12 verschillende methoden
van subsidieering. De meest voorko
mende wijze var* bepaling der subsidie
is de fixeering van een vast bedrag
per school of van een bedrag per leer
ling.
Het is eigenaardig, dat vele ge
meenten de subsidie verleenen zonder
waarborg te eischen, dat het onderwijs
op behoorlijk peil staat. Slechts en
kele gemeenten stellen een dergelijke
voorwaarde, doch de meeste betalen en
gelooven het verder wel. Eenig toe
zicht zou wel gewenscht zijn.
Wij herinneren er aan, dat in Leiden op
voorstel van den wethouder van onderwijs
mr. Tepe de financieele gelijkstelling van
openbaar en bijzonder bewaarschool-onder
wijs is ingevoerd. Wij meen en, dat Lei
den de eenige gemeente in het land is,
waar deze financieele gelijkstelling op den
voet van het lager onderwijs bestaat. Dit
houdt, natuurlijk, in, dat het bijzonder be
waarschool-onderwijs aan bepaalde eischen,
door de gemeente gesteld, moet voldoen.
Helaas hebben de financieele omstan
digheden, waarin de gemeente Leidenver-
keert, genoopt tot een soort „stopzettings
wetje". Noch voor het openbaar, noch
voor het bijzonder bewaarschool-onderwijs
worden er nieuwe scholen gebouwd.
Dit heeft tengevolge, dat ons katholiek
bijzonder bewaarschool-onderwijs te Leiden
moet trachten, de mogelijkheid te verwe
zenlijken, om zonder gemeente-geld (rijks
bijdragen worden voor het bewaarschool-
onderwijs nergens gegeven) een of meer
bewaarscholen in stand te houden. Eén
dergelijke katholieke bewaarschool is er
reeds. Dat daarvoor der katholieken daad
werkelijke steun wordt ingeroepen, is al
leszins verklaarbaar. En wy zouden het
betreuren, als die steun zou ontbreken,
omdat men niet diep genoeg overtuigd is
van de wenschelijkheid de noodzake
lijkheid van katholiek bewaarschool-onder
wijs.
Wat zal de bevolking kiezen?
DE STEMMING VAN A.S. ZONDAG
De belangstelling, in wijden kring in Ne- 1
derland aan den dag gelegd voor de aan
staande volksstemming in het Saargebied,
nog versterkt door de met het referendum
verband houdende praktische bemoeienis
van zoovele Nederlanders met leiding, toe
zicht en ordehandhaving, heeft de Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede aan
leiding gegeven tot het doen samenstellen
van 'n brochure, waarin de hoofdzaken van
het, door den grooten oorlog in het leven
geroepen Saarprobleem en de voornaam
ste regelingen inzake de volksstemming
zijn samengevat.
In objectieven vorm is hier al datgene
bijeengebracht, waarvan de wetenschap
onmisbaar is voor wie zich een helder
beeld wil vormen van de beteekenis der
hangende kwestie voor de Europeesche po
litiek en voor den wereldvrede.
Hoe het Saarprobleem ontstond.
Op de vredesconferentie, in 1919 te Pa
rijs, heeft men bij het vaststellen van de
Fransch-Duitsche grens langdurig beraad
slaagd over het toekomstig lot van het
Saarbekken, dat door zijn rijkdom aan ko
lenmijnen en industrieele centra uit eco
nomisch oogpunt van groot belang was.
Ten einde te voorkomen, dat Frankrijk de
knoop zou doorhakken en het rijke gebied
eenvoudig bij zijn eigen land zou inlijven,
werd een middel bedacht, dat tot dan toe
nog nimmer kon worden toegepast en een
voorloopige oplossing beteekende van een
zeer netelig probleem.
Duitschland deed afstand van het Saar
gebied en gaf aan Frankrijk, ter compen
satie van de in den oorlog vernietigde
Noord-Fransche kolenmijnen, het uitslui
tend recht tot exploitatie van de Saar-
mijnen. Het bestuur over het Saargebied
werd echter voor den tijd van 15 jaar in
handen gesteld van een Regeeringscom-
missie, waarvan de leden telkens voor
één jaar door den Volkenbondsraad zou
den worden benoemd. Na afloop van die
15 jaren zou de bevolking van het Saar
gebied zelf mogen bepalen, wat zij ver
koos: n.L 1. handhaving van het bestaande
stelsel, 2. vereeniging met Frankrijk, of 3.
hereeniging met Duitschland. Voor het ge
val de Saarbevolking het laatste zou kie
zen, zou Duitschland de Saar-mijnen van
Frankrijk moeten terugkoopen.
De bevolking gewende zich spoedig aan
het nieuwe systeem, want het meeste bleef
bij het oude. De bestaande wetten en re
glementen, het belastingstelsel en de recht
spraak bleven zooals zij vroeger waren. De
Regeeringscommissie was weliswaar geen
verantwoording schuldig aan het volk,
doch bracht om de 3 maanden rapport uit
aan den Volkenbondsraad. Sinds 1922 is
er een Landesrat, een adviseerend college,
waarvan de 30 léden krachtens algemeen
kiesrecht werden gekozen. Had de bevol
king speciale wenschen, dan kon zij zich
met een petitie richten tot den Volken-
bondsraad, van welk recht zij ook een
ruim gebruik heeft gemaakt.
Een uitverkoren plekje.
Ofschoon ook het Saargebied aan den
druk der ongunstige economische omstan
digheden niet ontkomen is (het heeft eerst
de depreciatie van de Duitsche Mark en
daarna van de Fransche franc meege
maakt, en ondervond natuurlijk in zijn
kolenafzet den terugslag van de crisis el
ders), heeft het toch steeds een uitverkoren
plekje gevormd. Zoowel de Fransche als de
Duitsche regeering namen uit politieke
overwegingen een welwillende houding
aan. Sinds 1923 was de Fransche franc er
wettig betaalmiddel en sinds 1925 behoor
de het tot het Fransche douane-gebied,
zoodat er geen tolgrenzen bestonden met
Frankrijk. Maar ook Duitschland richtte
tegenover het Saargebied geen hooge ta
riefmuren op; Duitschland bleef een be
langrijke markt voor de ijzer- en staalin
dustrie van de Saar. Aan de herstelbeta
lingen, die op Duitschland drukten, be
hoefden de Saar-bewoners niet bij te dra
gen; militaire dienstplicht was onbekend,
evenmin uitgaven en belastingen ten be
hoeve van een weermacht. Zoodoende was
het Saargebied een betrekkelijk welvarend
plekje te midden van het door de economi
sche crisis geteisterde Europa.
Dat alles moet men wel in oogenschouw
nemen bij de beoordeeling van de uitslag
van de a.s. volksstemming op 13 Januari.
Daar komt nog iets bij.
De bevolking is Duitsch gebleven en zou
ongetwijfeld vanzelfsprekend tot Duitsch
land zijn teruggekeerd, als het Hitler-re-
giem niet aan het bewind was gekomen.
De vóór 1933 ongetwijfeld zeer weinige
voorstanders van een handhaving van den
status quo zijn thans versterkt met al die
genen, die hoe Duitschgezind ook, toch be
zwaar hebben om zich achter Hitier te
scharen.
Vrije stemrechtuitoefening.
Dank zij de maatregelen van den Vol
kenbondsraad is de vrijheid der uitoefe
ning van het stemmingsrecht zoo goed mo
gelijk verzekerd. De geheele stern-techniek
wordt beheerscht door niet-geinteresseerde
buitenlanders, waaronder ook vele Neder
landers en de orde wordt gehandhaafd
door een internationale politie en door
een internationale troepenmacht. Groote
moeite heeft het gekost, om de kiezers
lijsten vast te stellen, want volgens het
Verdrag van Versailles heeft ieder per
soon, man of vrouw, stemrecht, die op den
dag der volksstemming minstens 20 -jaar
is en op den datum van de onderteekening
van het Vredesverdrag (28 Juni 1919) be
woner was van het Saargebied. De voor
loopige lijsten vermeldden een totaal van
532.740 stemgerechtigden, waarvan er niet
minder dan 55.794 thans buiten het Saar
gebied wonen.
Nadat het fantastische getal van 107.145
bezwaarschriften was verwerkt, kon de de
finitieve kiezerslijst worden vastgesteld op
circa 540.000 personen, waarvan circa
48.500 personen in Duitschland wonen.
Er zijn 860 stembureaux, waarvan de
voorzitters hoofdzakelijk Nederlanders,
Zwitsers en Luxemburgers zijn. Onder de
365 Nederlandsche voorzitters zijn 190
burgemeesters, waarvan ook verscheidene
uit de omgeving van Leiden. De telling der
stembiljetten zal op 14 Januari te Saar-
brücken plaats vinden. Om de vrijheid
van stemming te verzekeren en iederen
angst voor latere represaille-maatregelen
weg te nemen, hebben de Duitsche en de
Fransche regeering schriftelijk verklaard,
dat zij zich zouden onthouden van directe
pressie alsmede van iederen represaille
maatregel op grond van een politieke hou
ding, gedurende het Volkenbondsregiem
door iemand aangenomen die op den
stemmingsdag minstens 3 jaar zijn domi
cilie in het Saargebied zal hebben gehad.
Bovendien hebben de beide regeeringen
aanvaard, dat het z.g. plebisciet-gerechts
hof, waarin alleen buitenlanders zitting
hebben, nog gedurende een jaar na het in
stellen van net nieuwe regiem zal blijven
functioneeren en dat iedere stemgerech
tigde en ieder, die minstens 3 jaar in het
Saargebied gewoond heeft, ook dan nog
klachten omtrent eventueele represaille
maatregelen voor dit gerechtshof zal kun
nen brengen.
De partijen.
van de drie mogelijke uitslagen van de
volksstemming komen practisch slechts
twee in aanmerking. Een vereeniging met
Frankrijk is uitgesloten.
Vóór terugkeer naar Duitschland is het
z.g. Deutsche Front, dat verleden jaar is
gevormd door de vroegere Nat. Soc. Partij
en het meerendeel der oude Centrums
partij. Voor de handhaving van den status
quo strijden het Einheitsfront, gevormd
door socialisten en communisten en de
Deutsche Volksbund, bestaande uit een
groep Katholieken, die de invoering van
het Hitler-regiem niet wenschen op grond
van de anti-Katholieke tendenzen in het
Duitsche nationaal-socialisme.
De bladen van het Deutsche Front zijn:
„Deutsche Front", „Saarbrücker Zeitung",
„Saarbrücker Landeszeitung" en „Saar
brücker Abendblatt". Het orgaan van den
Deutschen Volksbund is de „Neue Saar-
post".
De internationale troepenmacht.
Ten slotte nog even een herinnering aan
de tot stand koming van de internationale
troepenmacht, omdat daaromtrent reeds
eenige misverstanden zijn gebleken.
De handhaving van de orde is opgedra
gen aan de regeeringsoommissie, die de
beschikking heeft over de locale gendar
merie en aanvankelijk ook over een Fran-
De: 1 nteeUatioualc Coutimgcmteu in pr „Saai?"
g EU&tLAMD
g EWGCLAJUD-lTALfC
1
M EWGCLAWO-
tl - WCOCffLAWlO
11 ITALIC
ZwtPCiJ
n HOOFD-
ILI kv^AQTiCC?
OffPC&CBicpn
O y
•V
iFCUcU
SpCCIALC LuCUTl.jW "^7"
LOUDCVJ -SAAPBQUCUfCU
sche troepenmacht. Geleidelijk is deze
Fransche gewapende macht verminderd
en ten slotte opgeheven; maar de Volken
bond had vastgesteld, dat eventueel later
een beroep zou kunnen worden gedaan op
Frankrijk om zoo noodig met Fransche
troepen te hulp te snellen. In het afgeloo-
pen jaar wees Knox, de voorzitter van de
Regeeringscommissie, herhaaldelijk op de
noodzakelijkheid om de aanwezige politie
macht te versterken en hij kreeg dan ook
verlof om aan zijn politiemacht interna
tionale krachten toe te voegen. Toen de
stemming begon te naderen, hield Frank
rijk eind October troepen bij de grens ge
reed om zoo noodig in te grijpen. Daar
door steeg de politieke spanning, waaraan
een einde is gemaakt door het besluit van
den Volkenbondsraad om een internatio
nale troepenmacht beschikbaar te stellen.
De Volkenbondsraad kon tot dit besluit
komen, dank zij het feit, dat Frankrijk
zoowel als Duitschland bereid bleken hier
mee in te stemmen. Behalve Engeland en
Italië verklaarden Nederland en Zweden
zich tot medewerking bereid en zoo staan
thans de Hollandsche mariniers onder be
vel van kapt. de Bruyne aan de Saar.
Wanneer dank zij deze samenwerking
de volksstemming een rustig verloop heeft
gehad en het resultaat bekend is gewor
den, komt de beslissing omtrent de souve-
reiniteit over het Saargebied toe aan den
Volkenbondsraad, die by zyn beslissing na
tuurlijk rekening houdt met den uitslag
van de stemming. De uitslag van de stem
ming is dus op zichzelf formeel niet be
slissend. Dat kan natuurlyk van gewicht
worden, wanneer het resultaat van de
stemming niet doorslag-gevend is. Het
Saarstatuut bepaalt nadrukkelijk, dat de
Raad het Saargebied niet als één geheel
behoeft te beschouwen en dus ten aanzien
van onderdeelen van dit gebied verschil
lende beslissingen kan nemen.
De in den aanvang genoemde brochure,
waaraan wij deze gegeven hebben ont
leend, wordt uitgegeven door de firma W.
P. v. Stockum en Zn. te 's-Gravenhage.
Als directrice der Kweekschool voor
Bewaarschoolhouderessen te Leiden
Benoemd tot Ridder In de Orde van Oranje Nassau
Zaterdag was het veertig jaar geleden,
dat mej. D. Voltman, directrice der Kweek
school voor Bewaarschoolhouderessen aan
het Rapenburg, als leerares aan die school
verbonden werd.
Wat mej. Voltman in die lange periode
voor de Leidsche Kweekschool en het daar
gegeven onderwijs geweest is, is wel zeer
duidelijk tot uitdrukking gekomen bij de
massale hulde, welke haar Zaterdagmid
dag in den foyer der Stadsgehoorzaal werd
gebracht door regeeringsvertegenwoordi-
ging, onderwijs-autoriteiten, collega's, per
soneel, leerlingen en oud-leerlingen.
In een hoekje van den foyer bij het po
dium was een verhooging aangebracht,
waaromheen groen en bloemen kleur en
leven brachten. Op dit podium hadden het
bestuur der Vereeniging alsmede de heer
Boot, voorz. der Plaatselijke Schoolcom
missie plaats genomen, terwijl de foyer tot
in de hoeken gevuld was met genoodig-
den. Onder hen merkten we o.m. op prof.
G. A. van Poelje namens den Minister van
Onderwijs en den heer H. Rienks, oud-
hoofdinspecteur bij het L. O., den heer v.
Nes, hoofdinspecteur bij het L. O., mevr.
A. C. Klooster, gemeentelijk inspectrice bij
het L. O. te Den Haag, mevr. v. Balen
Klaar, oud-inspectrice bij het L. O., mr. A.
J. Romyn, wethouder dezer gemeente, ver
tegenwoordigend burgemeester en wethou
ders van Leiden, mej. Liese de Haan, di
rectrice der Kweekschool in Den Haag,
den heer J. Baak Jzn., inspecteur by het
L. O. in de inspectie Leiden, den heer G.
Vriend, gemeentelijk inspecteur bij het
L. O. te Leiden, voorts tal van hoofden
van scholen, collega's van de jubilaresse,
leerkrachten en leerlingen der school en
tal van oud-leerlingen.
De voorz. der Vereeniging tot opleiding
van Bewaarschoolhouderessen, de heer J.
Verwer, heette alle aanwezigen hartelijk
MEJ. VOLTMAN (MET BLOEMEN) TEMIDDEN VAN DE MASSA
BELANGSTELLENDEN