ZATERDAG 5 JANUARI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
BINNENLAND
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 5 Januari 1935, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt.
Hoogste barometerst.: 773.6 te Valentia.
Laagste barometerst.: 749.7 te Kopenhagen.
Verwachting tot den avond van 6 Jan.:
Matige tot krachtige
later afnemende
Noord-Westelijke tot
Noordelijke wind.
Zwaar bewolkt met
tijdelijke opklaringen
Regen of hangel-
buien. Iets kouder.
De hooge drukking in het Westen trok
zich weer van IJsland terug, maar de daar
verschenen depressie lijkt niet bijzonder
diep te worden. Intusschen herstelt zich de
hooge drukking in Noord-Scandinavië me
de onder invloed van den zeer kouden
luchtstroom, die gisteren over Filand en de
Randstaten verscheen, zoodat de vorst in
geheel Scandinavië, behalve het uiterste
Zuiden, weer toenam. Zee buiig weer met
sneeuwbuien heerscht aan de Noorsche
kust, terwijl oxer de Noordzee stormachtige
Noord-Westelijke winden met regen en ha
gelbuien voorkomen. In Noord-Oost
Duitschland valt nog sneeuw, in Middeti-
Duitschland regen. Ook in Frankrijk is het
weer buiig en bijna overal is de tempera
tuur gedaald. De sterke stijging van den
barometer in Noord-Scandinavië en de be
weging naar het Zuiden van de thans over
de Oostzee gelegen depressie met het ver
dere doordringen van den kouden lucht
stroom uit Finland doen voorloopig nog
guur en buiig weer verwachten, waarna
kans op vorst nog niet uitgesloten is.
LUCHTTEMPERATUUR'
6.— gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS tJL
Van Zaterdagnamiddag 4.31 uur tot
Zondagmorgen 7.39 uur; van Zondagnamid
dag 4.32 uur tot Maandagmorgen 7.39 uur.
De sociale verzekering
In een interview van een onzer redacteu
ren, die onder den algemeenen titel:
„Onze eigen sleutelstad" .onze lezers nader
in kennis brengt met verschillende instel
lingen en inrichtingen in een interview,
door dien redacteur gehouden met den
voorzitter van den Raad van Arbeid te Lei
den en in ons nummer van 8 December
1934 gepubliceerd, wijst bedoelde voorzit
ter, de heer Goslinga, er zoo terecht op,
dat de sociale verzekering een groote zegen
is en dat de sociale lasten, daaraan verbon
den, óók in dezen tijd niet te zwaar mogen
worden geacht.
De sociale verzekering heeft den arbei
der los-gerukt uit een toestand van v
komen rechteloosheid bij invaliditeit en
ouderdom, heeft den arbeider vrij-gemaakt
uit een positie, waarin men hem geheel
en al behandelen kon en heel vaak
ook feitelijk behandelde als whre hij een
stuk machine, dat men afdankt, als men
iets beters of goedkoopers kan krijgen, en
wegsmijt, als het versleten is....
Gisteren hebben we eenige cijfers gepu
bliceerd van den Leidschen Raad van Ar
beid. Misschien zijn ze de aandacht ont
gaan; wij willen ze daarom nog even onder
de aandacht brengen.
Alleen in gebied van den Raad van Arbeid
te Leiden, waren op 1 December j.L loo-
pende:
1427 invaliditeitsrenten tot een
bedrag van 209.495.
3382 ouderdomsrenten tot een
bedrag van 508.196.
879 weduwenrenten tot een
bedrag van 144.475.
400 weezenrenten tot een be
drag van f 63.172.
Totaal 925.338.—
Dit is dus voor een bedrag van bijna een
miliioen gulden.
Bovendien werden een groot aantal per
sonen voor rekening van het Invaliditeits-
fonds geneeskundig behandeld en ver
pleegd.
Wie deze feiten en cijfers beziet en over
denkt, zal erkennen, dat er in ons land
toch nog wel iets bereikt is inzake verbe
tering van de positie der arbeidersJ
BONDSRAAD
R. K. LAND ARBEIDERSBOND.
Openingsrede van den heer A. J. Loerakker
Gisteren en heden vergadert in Haarlem
de Bondsraad van den R. K. Landarbei-
dersbond.
Voorzitter A. J. Loerakker sprak aan
't begin der buitengewoon druk bezochte
bijeenkomst een belangrijke rede uit,
waaraan wij enkele gedachten ontleenen.
In zijn begroeting en wenschen voor het
pas begonnen jaar, wijdde de heer Loer
akker woorden van waardeering aan de
verdiensten welke de oud-bondsadviseur
rector, thans pastoor Kok, zich voor den
bond verzameld had en getuigde van dank
baarheid jegens den bisschop, die den
bond een nieuwen adviseur schonk in
prof. Cleophas, van wien reeds kan worden
gezegd, dat hij blijk geeft ons te verstaan
en te begrijpen en waardeering toont voor
,ons werk, dat tot 'n wezenlijk stuk van
ons leven is vergroeid; 'n werk dat ons
zeer na aan 't hart ligt, omdat 't gericht
is op de belangen van die groep arbeiders,
die meer dan welke andere groep ook, in
verdrukking waren en zijn; een werk, dat
ons is lief geworden, omdat wij daarmede
iets hopen bij te dragen om voor deze in-
dividualistisch-kapitalistisch opgebouwde
of juister: door elkaar gesmeten samen
leving een meer organisch opgebouwde en
vooral een meer christelijke samenleving
de plaats te stellen".
Wij hebben ons teweer gesteld tegen de
nog steeds bestaande zucht tot loonsverla
ging. Niet omdat wij op het o.i. dwaze
standpunt zouden staan, dat wij niets te
maken zouden hebben met den bedrijfstoe-
stand. Wie Quadragesimo Anno leest en
naar wil handelen wat niet hetzelfde
als er over praten die kan weten dat
de Paus wel degelijk den toestand zelfs
van de onderneming van beteekenis acht
bij de vaststelling van het arbeidsloon.
Maar al was het anders: het is op zichzelf
een dwaasheid om te denken, dat de ar
beiders met. de wederwaardigheden van
een heel bedrijf niets van doen zouden
hebben. Zooveel en voor zoover dat kon
hebben wij daarmee dan ook rekening ge
houden, en dat de werkgevers b.v. in
het zoo zeldzaam zv/aar getroffen tuin
bouwbedrijf het loon hebben verlaagd,
hebben wij hun niet kwalijk genomem al
hebben wij het betreurd.
Maar wèl maken wij bezwaar, wanneer
men maar steeds vei dn* zou willen door
gaan, met name óók in den landbouw, met
verlagingen. Wèl komen wij er met kracht
tegen op, dat men de zwakke positie van
on-a mannen misbruikt om de overeen
gekomen loonen te ontduiken.
Wij zullen ons dan ook met alle ten
dienste staande middelen daartegen ver
zetten.
Onze loonen zijn reeds zoover gedaald
en staan in zoo'n bespottelijke verhouding
tot alle overige loonen dat verdere verla
ging de reeds opgeroepen spanning slechts
kan vergrooten. De werkgevers zelf heb
ben ook bij een verdere verlaging geen
enkel belang. Zonder Overheidshulp kun
nen zij toch de productie niet voortzetten
en wtik belang kan er dan in gelegm zijn
cm de belooning voor arbeid dus ook
voor hun eigen arbeid nog verder naar
beneden te drukken?
De Centrale Landbouworganisaties staan
in gei (geld contact met elkaar. Tegen alles
wat zij ais een gevaar voor land- en tuin
bouw zien, wordt en terecht s'ellinj
genomen. Maar zij zouden moeilijk een
meer vruchtdragende actie kunnen begin
nen dan door zich te keeren tegen hun
mannen en hun te zeggen, dat zij in hun
eigen vleesch snijden, wanneer zij de be
looning voor landbouw- of tuinbouwarbeid
nog verder naar beneden halen. Want
verdere loonsverlaging komt niet ten goede
aan het bedrijf, maar aan d°n verpachter
of aan welken derde dan ook.
Snijden In eigen vleesch.
Zij snijden ook In hun eigen vleesch,
wanneer zij doorgaan om den landbouw
steun te gebruiken ten einde maar steeds
nieuwe machines in het veld te brengen.
Wjj denken er niet aan om bezwaar te ma
ken tegen het voortschrijden van de tech
niek, maar wij leven in zeer buitengewone
omstandigheden en wij kunnen nooit be
rusten in 'n systeem van landbouwsteun
waarbij geen rekening wordt gehouden
met het feit of de werkgever al dan niet
zoo wat alles door de machine doet ver
richten.
Dc^r het toepassen van een gedifferen
tieerd tarief kan in die richting stellig iets
bereikt worden. Zoowel de regeering als
de landbouworganisaties moeten het we
ten, dat wij in het thans gevolgde systeem
niet langer kunnen berusten.
In hun eigen vleesch snijdt echter ock
dat gedeelte van onze mede-arbeiders
andere bedrijven, die den steun welke ge
legd is op sommige producten zoowat cp
één lijn stellen met accynzen of belastin
gen. Al kan niet worden ontkend, dat er
in ',:r> regelingen hier en daar een wrong
zit, in het algemeen moet men deze toch
zien als maatregelen welke moeten dienen
om ons economisch leven nog zooveel mo
gelijk in stand te houden, hetgeen tevens
de eenige mogelijkheid is om de loonen
van de land- en tuinarbeiders voor nog
verdere inzinking te bewaren.
Het is echter niet alleen en zelfs niet op
de eerste plaats het lage loon wat ons be
nauwt en in het verleden ons terneer
drukte.
Vooral de sterk verminderde arbeids
gelegenheid is het, die ons platteland en
onze dorpen vernielt en onze menschen in
zoo'n uiterst zorgelijken toestand heeft
gel i cht.
De werkverschaffing en steunregelingen
nemen in het leven van onze landarbeiders
thans de voornaamste plaats in.
Al hebben wij alle waardeering voor die
gomcc-'^n, waar men ten koste van groote
offers nog doet wat mogelijk is, een ge
deelte van de gemeentebesturen schijnt
daarover anders te denken, hebben soms
in het geheel geen steunregeling ofwel
passen haar toe op een wijze, die eenvou
dig schande is.
Dat daartegen niet meer energiek door
de regeering wordt opgetreden is iets
waarmede wij ons nooit zullen kunnen
vereenigen.
Wij staan waarlijk niet critiekloos tegen
over de maatregelen welke door de Over
heid zijn getroffen t.a.v. werkverschaffing,
steunverleening en werkloosheidsverzeke
ring. Wij waren onafgebroken in de weer
om, waar mogelijk, verbeteringen te be
werken; wij durven ook op dat terrein ons
werk gerust te legen naast dat van wie
dan ook.
Niets hebben wij achterwege gelaten
wat dienen kon om het lot van onze en
andere mannen te verzachten. Wij hebben
uiteraard ook niet de minste schuld aan
het feit, dat op 1 Juli het totaal steunbe
drag is verlaagd. Dat hebben ook wij be
treurd. Maar van den anderen kant heb
ben wij het nooit onder stoelen of banken
gestoken, dat de regeling van voor 1 Juli
voor hen, die, zooals. de landarbeiders,
uiterst lage loonen werken en een
groot gezin te onderhouden hebben, hoogst
onbillijk was.
Wij blijven het betreuren, wanneer er
door welken werklooze dan ook, minder
wordt ontvangen dan voor 1 Juli en wij
zullen niet rusten voor wij alles gedaan
hebben om die schade ongedaan te maken.
Ook al kan dat dan niet door verhooging
van het steunbedrag als zoodanig.
Wij kunnen ons moeilijk vereenigen met
den langzamen gang van zaken op het ge
bied van Bedrijfsradenwet; wij kunnen er
nooit mee accoord gaan, dat de minister
van Sociale Zaken zich zoo vierkant blijft
stellen tegenover de verbindendverklaring
van collectieve contracten.
Wij kunnen er moeilijk in berusten dat
de werkloozenkassen van onze landarbei
ders allerhande bepalingen hebben moe
ten opnemen, waarvan de naleving bijna
niet mogelijk is en de verzekering enorme
schade zal ondervinden. Wij zullen nooit
verdragen, wanneer niet het uiterste zou
worden gedaan om het lot van onze werk-
loozen zoo dragelijk mogelijk te maken.
Wij achten het een plicht van de over
heid nu alles in het werk te stellen ten
einde de werkgelegenheid te verruimen en
wij zullen niet nalaten om op al die zaken
de aandacht te blijven vestigen en wij zul
len de regeering de critiek niet onthouden
waar dat noodig is.
Naast critiek ook vertrouwen.
Maar naast onze critiek ook ten op
zichte van het streven naar meer werk
verruiming willen wij erkennen, dat
nooit een regeering zich voor een zoodanig
moeilijke taak geplaatst zag als deze re
geering. De toestand is uiterst moeilijk,
vooral omdat wij hier in Nederland niet
kunnen bestaan zonder export. Wij moeten
dus bij alles rekening houden met onze
verhoudingen tot het buitenland, hetgeen
niet wegneemt, dat volgens onze overtui
ging krachtdadiger kan gewerkt worden
aan uitbreiding van werkgelegenheid en
meer stelselmatig kan gewerkt worden
aan ordening van het bedrijfsleven.
Er is geen beweging in stand te houden
zonder vertrouwen; onze wereldhervor-
menden taak, ons in Quadragesimo Anno
opnieuw en met zoo groote kracht en hel
derheid voorgehouden, zal tegen de rots
van het wantrouwen te pletter worden ge
slagen en de arbeiders zullen terugzinken,
niet alleen in den poel van onverdiende
ellende welke Leo XIII reeds zag, maar
ook hun streven naar maatschappelijke
ordening naar medezeggenschap en be
drijfsorganisatie, zal gelijktijdig tot mis
lukking worden gedoemd; zij zullen zich
moeten vergenoegen met te leven en te
werken in een op heidensche grondslagen
rustende samenleving voor zoover de men-
schenmassa dien naam dan nog zal ver
dienen.
In gemoede: hoe wil men in vredesnaam
ooit tot Bedrijfsorganisatie komen als de
noodzakelijke voorwaarde daartoe het
vertrouwen vooraf de bodem is inge
slagen?
Wie dat meent begrijpt van Bedrijfsor
ganisatie welke alleen maar bij groot ver
trouwen mogelijk is, geen zier. Wij hebben
bezwaar, dat de regeering niet met meer
voortvarendheid in de richting van be
drijfsorganisatie stimuleert, maar dat be
zwaar zinkt in het niet bij dat wat wij
hebben tegen hen, die den grondslag van
de Bedrijfsorganisatie het vertrouwen
ondergraven.
Zoo ongeveer staat het ook met de actie
voor verbeteringen in de steunregelingen.
Wij doen voor niemand onder, wanneer
het gaat om voor onze in nood verkeeren-
de werkloozen te doen wat mogelijk is, al
doen wij het met wellicht minder bom
barie dan anderen, maar wij weigeren bij
die actie om het voor te stellen alsof de
regeering het in haar macht zou hebben
om door wat belastingverhooging de steun
regeling beduidend en blijvend te verbe
teren. Wie dat beweert begrijpt volgens
onze vaste overtuiging de situatie niet
waarin wij verkeeren en in elk geval staat
het vast, dat het bewijs voor hun bewe
ring nog nimmer geleverd is.
Wjj zijn de laatsten, die medelijden
hebben met menschen die nog groote in
komen hebben, maar vooreerst hebben wij
die hard noodig om de ruim 700 miliioen
bijeen te brengen, welke wij jaarlijks noo
dig hebben om de zaak draaiend te houden
en onze werkloozen althans eenigermate te
helpen, maar daarnaast staat het onom-
stootelijk vast, dat er aan belastingheffing
grenzen zijn te stellen; wanneer men die
overschrijdt ontvangt men niet meer, maar
minder, en reeds nu zijn verschillende
technici op dat gebied van oordeel, dat de
grens reeds overschreden is. Hetgeen dub
bel erg is wanneer men bedenkt dat be-
teekenende belastingverzwaringaltijd en
zeker nu de tendenz heeft om de werk
loosheid nog grooter te maken. En dan
waren wij nog veel verder van huis.
Door wantrouwen te zaaien brengt men
ons volk onherstelbare schade toe, want
niet alleen, dat men daardoor de juist in
onze dagen zoo noodzakelijke eenheid van
de katholieken aan flarden slaat, maar
wat wellicht nog erger is: men maakt het
lijden van die menschen ondragelijk zwaar,
men verbittert hen, men brengt hun toch
reeds geprangde ziel in opstand en maakt
haar ontoegankelijk voor een opstijgen tot
Hem, Die ten slotte de Eenige is, Die uit
de huidige verdwazing kan verlossen; Die
uit deze ellende iets goeds kan doen gebo
ren worden. „Volkskr."
GEMEENTELIJKE INKOMSTEN UIT DEN
VLEESCHKEURINGSDIENST.
Door de Commissie van Overleg, samen
gesteld uit den Ned. Slagershond, den Ned.
R.-K. Hanzebond voor den Vleeschhandel
(Secretariaat Gooweg 3, Tel. 244, Noord-
wijk) is volgend adres gezonden aan den
Minister van Sociale Zaken, den Minister
van Economische Zaken, en den Minister
van Binnenlandsche Zaken.
„Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen, de Commissie van Overleg, samen
gesteld uit den Ned. Slagershond,, den
Ned. R.-K. Hanzebond van Slagerspatroons
en den Ned. Grossiersbond voor den
Vleeschhandel, domicilie kiezende ten hare
kantore, Gooweg 3, Noord wijk;
dat de besturen bij de haar aangesloten
bonden, kennis hebben genomen van een
door Uwe Excellenties aan de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal ingediend ont
werp van wet tot wijziging van artikel 20
van de Vleeschkeuringswet (Staatsblad
1919 No. 524);
dat in de Memorie v. Toelichting, bij de
onderhavige wetsvoordracht behoorende,
het als wenschelijk wordt genoemd en
daarom ook voorgesteld, tegemoet te
komen aan rechtmatige grieven van de
slagers tegen de belangrijke inkomsten die
verschillende gemeenten uit den Vleesch-
keuringsdienst putten, alsmede tegen de
onbillijkheid van keuringen in gemeenten
voor zekere ondernemingen tegen verlaagd
tarief verricht, waardoor vleesch van
slachtdieren, die in die gemeenten voor ex
port zijn geslacht tegen veel lager loon dan
het loon voor de gemeentelijke keuringen,
in het binnenlandsche verkeer wordt ge
bracht.
dat in bedoelde Memorie van Toelichting
dezelfde bezwaren naar voren worden ge
bracht, ten aanzien van belangrijke win
sten die ook slachthuizen ten bate van de
gemeentekas opleveren;
dat door het toepassen van deze wijzi
gingen de Commissie van Overleg de thans,
voor het slagersbedrijf bestaande grieven,
in geen enkel opzicht ziet weggenomen
omdat allereerst de nivelleering van keur-
loonen slechts in die mate wordt doorge
voerd, dat zij geldt voor die keuringskrin
gen alleen, waar de zekere ondernemingen,
zijnde de exportslachterijen in de Memorie
van Toelichting bedoeld, gevestigd zijn;
dat volgens het ontwerp tot wijziging
van de Vleeschkeuringswet in geen enkel
opzicht een nadere definitie geeft wat on
der een slachthuis behoort te worden ver
staan;
dat aan slachthuizen het maken van een
zeer matige winst op de slachthuistarieven
blijft toegestan, wat voor een gemeentebe
stuur aanleiding kan worden de gemeente
administratie zoodanig te doen inrichten
dat practisch de in de Memorie van Toe
lichting toegegeven belangrijke winst,
blijft;
dat een dienst, speciaal ten dienste der
Volksgezondheid in 't leven geroepen, geen
winst behoort te mogen maken, welke
„winst" bovendien niet als zoodanig kan
worden aangemerkt, omdat elke concurren-
tie-factor ontbreekt;
dat tijdig een ieder dient te worden ge
maakt aan den abnormaal grooten voor
sprong in keurloonen die zekere onderne
mingen op- het kleinbedrijf genieten, die
door de voorgestelde wijziging niet wordt
weggenomen,wat het aantal slachtingen
van de openbare slachtuizen naar de ex
portslachterij verlegt en het Slagersbedrijf
ontwricht;
dat aanneming van het huidige ingedien
de wetsontwerp deze ontwrichting slechts
zou verergeren;
dat de besturen, erkentelijk zijnde voor
het streven van de Regeering om tegemoet
te komen aan de bezwaren uit het Slagers
bedrijf tegen de huidige Vleeschkeurings
wet, niettemin ten zeerste zijn teleurge
steld over het thans ingediend voorstel tot
Wetswijziging daar dit allerminst voorziet
in deze leemten van de thans vigeerende
wet;
dat zij van oordeel ztfn, dat deze leemten
slechts zijn weg te nemen door algeheele
uitvoering van de Vleeschkeuringswet door
het Rijk, subsidiair zijn zij van oordeel, dat
aan de bezwaren in belangrijke mate te
gemoet kan worden gekomen door wijzi
ging van de Vleeschkeuringswet zooals
deze in voorontwerp dd. 8 Juni 1934 de
Commissie van Overleg van het Departe
ment van Sociale Zaken heeft bereikt
harerzijds nader van een advies is voor
zien.
Reden waarom de Commissie van Overleg
in opdracht van de bij haar aangesloten or
ganisaties, Uwe Excellenties eerbiedig ver
zoekt alsnog het bij de Tweede Kamer der
Staten Generaal ingediende ontwerp van
Wet tot wijziging van artikel 20 van de
Vleeschkeuringswet (Staatsblad 1919 No.
524) terug te nemen en daarvoor in de
plaats te brengen, zoo mogelijk een voor
stel tot uitvoering van de Vleeschkeurings
wet door het Rijk, subsidiair een wetswij
ziging van gelijke strekking als het voor
ontwerp van Wet, dat de Commissie van
Overleg van het Departement van Sociale
Zaken destijds heeft bereikt."
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VIJF BLADEN WAARONDER GE
ÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Lava! te Rome met geestdrift ontvangen.
(2de blad).
Communistische actie in China. (2de
blad).
Boodschap van Roosevelt. (2de blad).
De commissie van onderzoek inzake de
„Uiveri'-ramp acht blikseminslag niet de
oorzaak. (2de blad).
BINNENLAND.
Als steun voor de telers van fruit en
warmoezerijge wassen heeft de Minister
van Economische Zaken de prijzen vast
gesteld, waarvoor hun producten op de
veilingen door de Groenten- en Fruitcen-
trale kunnen worden overgenomen. (L. en
T., 2de blad).
UIT DE OMGEVING.
Boerderij-brand onder Nieuwveen. (2de
blad).
AGENDA
LEIDEN.
Zondag: Sociale Zondag, uitgaande van
„Kath. Leiden", H.B.S., Mariën-
poelstraat te 8.30 uur.
Woensdag. „Geloof en Wetenschap", lezing
Pater Jacob Muysen S.M.A., boven
zaal „Turk", te 8.15 uur.
Woensdag, Handels-, Kantoor- en Winkel
bedienden „St. Franciscus van As-
sisië", Den Burcht, 8.15 uur.
De Zondagsdienst der huisartsen te Lei
den zal worden waargenomen door de dok
toren Jasperse, Kortmann, Meyboom,
Poortman en Hovens Grève.
De Zondagsdienst te Oeg9tgeest wordt
waargenomen door dr. Varekamp, tel. 1913.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Woensdag 2 tot
en met Zondag 6 Jan. a.s. waargeno
men door de apotheken G. H. Blanken, Hoo-
gewoerd 171, telef. 502 en D. J. van Drie-
sum, Mare 110, telef. 406.
Voor Oegstgeest worden deze dien
sten waargenomen door apotheek: C. van
Zijp, Wilhelminapark 8, telef. 274.
ENGELSCH INVOERRECHT OP TULPEN
De Engelsche kweekers en de
Holiandsche collega's.
Volgens de voorstellen der Engelsche
commissie voor invoerrechten, zal binnen
kort opnieuw het invoerrecht voor de tul
pen worden verhoogd.
Deze maatregel gaat in hoofdzaak tegen
de Holiandsche kweekers, die ten spijt van
de reeds hooge invoerrechten, toch nog
kans zien een hoeveelheid tulpen naar En
geland te exporteeren.
Het voornemen is thans, om het invoer
recht, dat momenteel 9 d. per Eng. pond
bedraagt, te verhoogen met 100 pet. gedu
rende een jaar, dan wel met 50 pet., doch
dan gedurende drie jaar.
Hieromtrent zal nader een beslissing
worden genomen.
Hoe het ook zij, de nieuwe lasten welke
onze bloementeelt worden opgelegd, zul
len den export naar Engeland nog meer
beperken.
In een onderhoud dat we naar aan
leiding van de Engelsche voorstellen
met bestuur der Coöp. Centr. Westl. SnijbL
verzameling hadden, werd ons verzekerd,
dat door de verhooging de export van tul
pen naar Engeland vrijwel onmogelijk
wordt gemaakt.
De export van dit product was in vroe
ger jaren naar Engeland van zeer groote
beteekenis. In het Westland worden enor
me hoeveelheden tulpen gekweekt en het
meerendeel er van ging per vliegtuig, het
zij per boot naar Engeland. In de laatste
jaren nam deze export door de hooge in
voerrechten steeds meer af, en de nieuwe
lasten zullen ongetwijfeld nogmaals een
daling veroorzaken. De vorige week had
de Centr. Westl. Bloemenveiling een aan
voer van pl.m. 71000 dozijn tulpen. Maar
nu wordt een belangrijk deel voor het bin
nenland gekocht.
De prijzen hier en In
Engeland.
De Engelsche kweekers beroepen voor
het nemen der verzwaarde maatregelen
zich op het feit, dat de Holiandsche tulpen
daar te lande nog beneden productieprijs
worden verkocht.
Vermoedelijk bedoelen zij echter beneden
den Engelschen productieprijs. Momenteel
brengen n.l. de tulpen aan de Westlandsche
veilingen pl.m. 30 cent per dozijn op; vo
rige week zelfs nog wel meer.
De Eng. invoerrechten bedragen pl.m. 30
ct. per dozijn, waarbij dan nog komen de
kosten voor verpakking, transport, com
missieloon enz.
De Holiandsche tulpen moeten dus in
Engeland tenminste 80 a 90 cent opbren-