Ste> £cicbelve(Soii^cmt Krankzinnigen en hun verpleging 26ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Dr. Stuurman over den arbeid van geneesheeren en verpleg enden ZATERDAG 5 JANUARI 1935 No. 8006 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 n GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 ONZE EIGEN SLEUTELSTAD DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 VERBETERD INZICHT HET OUDE KASTEEL ENDEGEEST. Op eenigen afstand buiten de stad, on der de gemeente Oegstgeest, ligt een drie tal gestichten, eigendom van de gemeente Leiden: Endegeest, Voorgeast en Rhijn- geest. Rhijngeest heeft van de drie nog den besten klank, het is slechts een inrichting voor zenuwzieken. Aan Endegeest, waar aan Voorgeest annex is, denkt men slechts met een lichte huivering en met de onuit gesproken wensch diep in het hart, dat men daar nimmer in z'n léven iets mee te ma ken mag hebben. Menig Leidenaar denkt, dat op de poort van Endegeest dezelfde ontzettende woor den in onzichtbaar schrift geschreven staan als Dante boven de hellepoort gegrift zag: „Laat alle hoop varen, gij die hier binnen treedt". Er leven inderdaad nog vele vooroor- deelen en valsche voorstellingen omtrent inrichting, verpleging, werkwijze en resul taten van krankzinnigengestichten; voor- oordeelen, welke een buitengewoon taai leven hebben en daarom ook vaak stam men uit een gelukkig lang vervlogen tyd, toeri zij een grond van waarheid hadden. Eeuwen geleden ging het er met de krankzinnigen-verpleging zonderling naar toe. In de 15e eeuw waren er reeds krank zinnigen-gestichten, welke men toen „dol huizen" noemde. Zij werden bestuurd door regenten, die op him beurt het dagelijksch bestuur overlieten aan een „vader" en „moeder", die met het hun verstrekte geld maar moesten zien rond te komen en meer dachten aan eigen voordeel dan aan het welzijn der patiënten. Men beschouwde de krankzinnigen trouwens niet als patiënten, doch als „dollen", die achter de tralies in een cel van de buitenwereld afgezonderd en met allerlei folterwerktuigen in be dwang moesten worden gehouden.' Het waren gevangenissen, welke het stadsbe stuur ook vaak gebruikte voor het onder brengen van vagebonden of pestlijders. Geen wonder, dat deze inrichtingen zich mochten verheugen, in een zeer slechten naam. Krankzinnigen zijn zieken. In later jaren heeft zich het inzicht gron dig gewyzigd en begreep men dat krank zinnigen menschen zijn, die ziek van geest zijn en dus medische hulp noodig hebben. De overheid greep in en in 1842 kwam de eerste krankzinnigenwet tot stand, herzien in 1884 en later, in welke wet eischen worden gesteld aan de gestich ten wat betreft de geneeskundige inrich ting, toezicht, ruimte, netheid enz. De op name werd geregeld en dwangmaatregelen mochten slechts worden toegepast onder medische controle. Zoo kwamen in ons land de werkelijk uitstekende krankzinnigen-gestichten, zoo als „Meerenberg" in Santpoort, thans ge- heeten „Provinciaal Ziekenhuis". Daarna volgden de gestichten op religieuzen grond slag, zooals de Christelijke en Katholieke. (Katholieken gestichten zijn er te Venray, rte Noordwijkerhout, Heiloo, Apeldoorn, Noordwijk, Boekei, den Bosch, Leur en Vught). Het gesticht Endegeest dateert van 1897, toen het bestaande buitenverblijf van jhr. Gevers door de stad Leiden werd aange kocht en werd ingericht tot krankzinnigen gesticht. Aan de buitenzijde is het niet te zien, maar als men achter het frontgebouw zijn schreden richt tusschen de paviljoenen door naar het hoofdgebouw, waar de kamer ligt van den geneesheer-directeur, is het dui delijk te zien, dat dit gebouw vroeger een kasteel is geweest. Het oude kasteel Endegeest, dat uit de 14e eeuw dateert, is tijdens het beleg van Leiden verwoest, zoo dat het huidige gebouw moet zijn opge richt na het beleg. Zooals gezegd, kocht Leiden het om streeks 1895 aan, op aandringen van de universiteit, en richtte het met steun van de provincie Zuid-Holland in tot een ge sticht voor krankzinnigenverpleging vol De gemeentelijke gestichten Endegeest, Voorgeest en Rijngeest gens het toenmaals heerschende systeem n.l. het stelsel van kleine paviljoenbouw. Sindsdien is het verscheidene malen uit gebouwd en met nieuwe paviljoens ver sterkt. In 1902 is Rhijngeest erbij gekomen als een inrichting voor zenuwpatiënten en in 1911 werd Voorgeest er bij gebouwd voor zwakzinnige kinderen. De tegenwoordige geneesheer-directeur dezer gestichten is dr. F. J. Stuurman, van wiens deskundige voorlichting ik mocht profiteeren, toen ik dezer dagen in de ge legenheid werd gesteld het gesticht Ende geest te bezoeken. Oorzaken van geestesstoringen. Daar het een vry algemeen gangbare opvatting onder de leeken op dit gebied is, dat de krankzinnigheid door de zware tijden na den oorlog en gedurende de crisis ten zeerste is toegenomen, vroeg ik dr. Stuurman naar de oorzaken van de krank zinnigheid. „De erfelijkheid vormt een groote factor en daarnaast het milieu. Nu eens kent men aan deze, dan weer aan gene factor een grootere beteekenis toe. Ik voor mij hecht veel waarde aan den erffactor. Erfelijk heid echter leidt niet automatisch tot krank zinnigheid, zij schept alleen een zekere praedispositie, een zekeren aanleg; er moet nog iets bij komen, waardoor deze aanleg overslaat tot krankzinnigheid en dit „iets- wat-erbij-komt" vindt men vaak in het milieu, in de levensomstandigheden. Men moet evenwel de maatschappelijke invloeden niet overschatten. Verdriet, zor gen en narigheid hebben natuurlijk invloed op het zenuwgestel, men wordt er zenuw achtig van, maar daarom nog niet krank zinnig. Een toename van krankzinnigheid door den oorlog was niet te constateeren. Crisis-toestanden brengen natuurlijk guns tige voorwaarden voor het uitbreken van psychosen, maar hoe groot hun invloed is op het aantal krankzinnigen is moeilijk na te gaan. Eenige jaren geleden nam het aan tal patiënten, dat werd opgenomen, hand over hand toe, maar dat kwam doordat men spoediger tot opname overging. Thans neemt het aantal opnamen weer af, het geen deels zijn oorzaak vindt in de nazorg, deels ook in de crisis-omstandigheden, want het doen opnemen van patiënten is vry duur. Zoodoende is het af- en toenemen van de bevolking der gestichten geen zui vere maatstaf voor de berekening van het aantal krankzinnigen". „Hoe groot.is op het oogenblik het aan tal verpleegden in Endegeest?" „Thans worden in Endegeest verpleegd: 240 mannen en 285 vrouwen, verdeeld over verschillende vormen van krankzinnigheid". Voor een leek is iedere krankzinnige een „gek"; hoogstens erkent men, dat er bij zijn, die niet op alle punten gek zijn. Er zijn evenwel verscheidene soorten van krankzinnigheid, waarvan dr. Stuurman mij een uiteraard zeer globaal overzicht gaf. Vooreerst is er de z.g. manisch depres sieve psychose, een vorm van krankzinnig heid, waarbij de patiënt beurtelings abnor maal opgewekt (manie) en diep neerslach tig is. Verder is er de z.g. dementia prae- cox, een samenvatting voor in de jeugd optredende psychosen, die tot een eigen- aardigen toestand van geestelijke zwak zinnigheid voeren. Men noemt dezen vorm ook „schizophrenic", dat, letterlijk vertaald, beteekent „hersengespletenheid" d.w.z. de gedachtengang van den patiënt vertoont merkwaardige hiaten. Anderen lijden aan dementia paralytica, toenemende zwak zinnigheid gepaard met verlammingen; an deren zijn volkomen stompzinnig; weer an deren vertoonen een afstomping van geest veroorzaakt door een aantasting van de hersens als gevolg van een besmetting of vergiftiging (alcohol, aderverkalking, be smettelijke ziekten enz.). Sommige lijden aan een lichte verstandsverbijstering, an deren zijn volmaakt idioot. Onder de vrou wen komt vaak hysterie voor, terwijl er ook by ziji), die gekweld worden door hal lucinaties en waangedachten (de z.g. pa ranoia). Uit deze lugubere opsomming blijkt wel, dat men alle krankzinnigen niet over één kam kan scheren en dat de genees- en ver- plegingsmethode zich ook moet aanpassen bij den aard der geestesziekte. Moderne verpleegmethoden. Op mijn vraag naar de moderne verple- gingsmethoden antwoordde dr. Stuurman: „Tijdens de Fransche revolutie bracht de toenmalige directeur van het groote Pa- rijsche ziekenhuis, de Salpetrière, Pinel, een ommekeer in de tot nog toe gevolgde me thoden van dwangbuizen en afzondering. Twee beginselen voor de krankzinnigen verpleging bracht hij naar voren: ten eerste moest men tegenover de patiënten zoo min mogelijk dwang gebruiken en ten tweede moest men ze laten werken. In dien tijd verspreidden de wetenschap pelijke ideeën zich nog niet zoo snel over de wereld als tegenwoordig, zoodat het tot ongeveer 1840 duurde, voordat deze ar- beidstherapie ook in Holland bekend werd. De methode van Pinel was niet slecht, doch geraakte niettemin op den achtergrond door nieuwere theorieën. Men begon meer en meer in te zien, dat krankzinnigen zie ken waren en derhalve luidde de slotsom van deze beschouwing: zieken stopt men in bed. Zoo deed omstreeks de tweede helft van de vorige eeuw de bedverpleging haar intrede. Nu is rust en met name bed-rust voor sommige patiënten zeer aan te be velen, maar niet voor alle. De besten onder hen begonnen zich al spoedig gruwelijk te vervelen, gaven zich over aan hun zieke lijke neigingen of stompten af. Degenen, die toch al in een ver-gevorderden staat van afstomping verkeerden, geraakten in een staat van volkomen versuffing. Omstreeks 1890 kwam 'n nieuwe methode op, speciaal voor onrustige patiënten. Iedereen kent den kalmeerenden invloed van een bad en weet, dat hij na een bad heerlijk kan slapen. Vanuit München kwam toen een methode naar voren om onrustige krankzinnigen te kalmeeren door ze in een permanent bad te zetten. Daar deze me thode zeer modern was, toen Endegeest werd opgericht, werd ook hier een per manente badinrichting aangebracht, waar mede Endegeest een der eerste gestichten was, welke zoo'n inrichting bezaten". „Helpt zoo'n bad werkelijk?" „Ja zeker, in vele gevallen werkt zoo'n bad kalmeerend. Ik heb in mijn practijk te Santpoort een man gekend, die jaren ach tereen in zoo'n bad heeft doorgebracht. Zoolang hij in het water zat, was hij rustig en handelbaar, maar zoodra hy eruit ge haald werd, was het dadelijk mis. Dan stelde hij zich woest aan, rukte zich de kleeren van het lijf en scheurde ze in flar den. Noch de bed-methode, noch de bad- methode voldeed evenwel geheel; de laat ste had het nadeel, dat men omwille van het toezicht het baden moest centralisee- ren, waardoor de patiënten last van elkaar kregen. De badmethode heeft echter dit groote voordeel meegebracht, dat er een eind kwam aan de vele isoleeringen in een cel, die dikwijls uitermate slecht op de pa tiënten inwerkten. Arbeids-therapie. Toen is men weer teruggekomen op de arbeidstherapie. Deze verpleegmethode is op een eigenaardige wijze weergevonden. Dr. Simon kreeg vlak vóór den oorlog te Gütersloh in Westfalen een krankzinnigen gesticht, dat evenwel tijdens den oorlog gebruikt moest worden voor de internee- ring van krijgsgevangenen. Deze takelden het gebouw danig toe en toen de oorlog voorbij was, had dr. Simon een half geru- ineerd huis, terwijl de Duitsche regeering geen geldmiddelen beschikbaar had om het op te knappen. Dr. Simon kwam er op die wijze noodgedwongen toe om zijn patiën ten zelf aan het werk te zetten en hy be reikte er zulke goede resultaten mee, dat hij weldra navolgers kreeg. Hij werkte daarna zijn methode wetenschappelijk uit en noemde haar de „actieve" methode, om dat volgens zijn opvatting geneesheeren en verplegenden zich zeer actief moeten in spannen om hun patiënten wederkeerig tot een nieuwe, gezonde activiteit in arbeid en ontspanning te brengen. Behalve enkele rustbehoevende patiënten en ouden van dagen mogen geesteszieken niet aan zich zelf overgelaten worden, doch moeten zij op een nuttige en aangename wijze voort durend worden bezig gehouden, waardoor zij geen gelegenheid krijgen om tot ver ?OORT VAN HET VOORMALIGE KASTEEL ENDEGEEST. keerde gewoonten te komen. Die verkeer de gewoonten, waarin krankzinnigen zoo gemakkelijk vervallen zijn over het alge meen niet inhaerent aan de kranzinnigheid; het is m.a.w. niet noodzakelijk dat zij daar in vervallen. Zij kunnen danook weer wor den afgeleerd. Geen enkele krankzinnige is voor 100% ontoerekenbaar; het is hun best bij te brengen, dat zij bepaalde dingen niet doen mogen. Hebben zij alles afgeleerd, wat hinderlijk is, dan zijn zij weer geschikt voor de maatschappij. Behalve die neven-verschijnselen is het ook mogelijk, dat de patiënten de eigen lijke krankzinnigheids-verschijnselen af- leeren; men kan hun namelijk bijbrengen, dat zij er zich niet mee bezig houden". Dr. Stuurman wees mij een van de pa tiënten aan, die een volkomen normalen indruk maakte en ook geheel normaal was, althans overdag. Want 's nachts had die persoon te lijden van hallucinaties, ver schijningen van bloedverwanten, die aller lei onaangename dingen vertelden. Vroeger werkten die hallucinaties in hooge mate verontrustend, doch de patiënt had zich er nu bij weten neer te leggen. „Wanneer wij ze zoover kunnen kry'gen, dat zij zich niet al te zeer meer bekomme ren om hun waanvoorstellingen, dan heb ben we veel gewonnen. Het behoeft natuur lijk geen betoog, dat de moderne verpleging veel vergt van de arbeidskracht, de intel ligentie en de tact van geneesheeren en verplegend personeel". Beterschap door koorts. „Een paar bijzondere medische behande lingen zal ik u nog vertellen. Er is een be paalde vorm van krankzinnigheid, de z.g. dementia paralytica, een vervolgziekte van ©en zekere besmetting, welke vroeger steeds doodelijk verliep. Men bemerkte echter, dat deze krankzinnigheidsvorm gunstig rea geerde op koorts en daarom tracht men kunstmatig koorts op te wekken bij den patiënt. Na het aanvankelijk met allerlei chemische middelen geprobeerd te hebben, heeft men thans goede resultaten met kunstmatige malaria. De patiënten worden met de z.g. anderdaagsche koorts (een be paalde vorm van malaria) geinfecteerd en na 20 dagen wordt de ziekte met kinine ge stopt. Wanneer deze behandeling vroeg tijdig wordt toegepast, is beterschap zeer goed mogelijk. Een ander middel, dat veel bij manische patiënten (de ziekelijk opgewekten) wordt toegepast is de slaapkuur. Zij worden dan in een rustige en donkere kamer gebracht en met slaapmiddelen in een voortdurenden staat van verdooving gebracht. Dat kan dagen, soms een paar weken duren en heeft dikwijls succes". „Zijn er veel patiënten, die hersteld de inrichting kunnen verlaten?" „Een groot gedeelte van de patiënten wordt na korter of langer tyd weer ontsla gen. Als wy de jaarverslagen nagaan, komen we op een percentage van ongeveer 50. De meesten van hen worden ontslagen als „genoegzaam hersteld", anderen komen na eenigen tijd weer terug". „Doet u ook aan gezinsverpleging?" „Gezinsverpleging komt hier ook voor, maar niet veel. Men doet dat om de ge stichten te ontlasten en voor sommige pa tiënten is het ook zeer goed. In België wordt dat systeem reeds lang toegepast, maar hier in Holland neemt het niet op, de welstand is nog te groot. Want u begrijpt, dat niet iedereen er op gecharmeerd is, om zoo'n patiënt in huis te hebben, ook al wordt er voor betaald. In ons land treft men gezinsverpleging het meest aan bij de gestichten op de Veluwe en in Brabant en voorts is er de stichting Beileroord, ge sticht door de provincies Drente, Groningen en Friesland, waar een circa 400 patiënten in een soort kolonie met normalen samen wonen". De opname van patiënten. „Hoe gaat de opname van patiënten in z'n werk?" „Behalve in gevallen, wanneer de politie opname verzoekt, bij verstoring der open bare orde door krankzinnigen zonder be kende verblijfplaats of zonder nadere fa- qrilie, is het de familie, die opname ver zoekt. Zij kan zich rechtstreeks tot het ge- stichtsbestuur wenden, dat dan een con tract met de familie afsluit. Minvermogen den, die de vry hooge opnemingskosten niet kunnen betalen, dienen zich te wenden tot den gemeentelijken geneeskundigen dienst. Hier wordt het advies ingewonnen van dr. Jelgersma, geneesheer van Endegeest, en als deze opneming noodig oordeelt, wordt daartoe overgegaan. De gemeente betaalt dan de kosten ,doch probeert die op haar beurt weer zooveel als doenlijk is te ver halen op de familie". „Dr. Jelgersma, die zooals gezegd in ver binding staat met den Gemeentelijken Ge neeskundigen Dienst, is ook belast met de voor- en nazorg, uitgaande van het gesticht Endegeest. Wanneer hij ni. door den Ge neeskundigen Dienst kennis krijgt van een dreigend geval van krankzinnigheid, tracht hy door het zoeken van een geschikten werkkring, het. verwijderen van huiselijke conflicten e.d. een opneming te voorkomen. Dit noemen wij „voorzorg". Daarnaast hebben wij ook de „nazorg", welke de beteekenis heeft om de overgang van het gesticht naar de maatschappij te vergemakkelijken. Dr. Jelgersma houdt iederen Woensdag avond om half 8 een spreekuur in het ge bouw van den Geneeskundigen Dienst. Verleden jaar is ook het Groene Kruis zich voor de nazorg gaan interesseeren en heb ik belangeloos mij beschikbaar ge steld voor de nazorg van oud-patiënten uit de omgeving van Leiden. Daartoe bezoek ik één middag per week oud-patiënten aan huis en houd om de 2 weken een spreek uur in het Groene Kruisgebouw te Alphen aan den Rijn". Na dr. Stuurman bedankt te hebben voor hetgeen hy mij had medegedeeld en laten zien, ben ik teruggewandeld langs de pa viljoenen en heb de vrij rond wandelende patiënten met heel andere oogen bekeken. Wie dat alles gezien en gehoord heeft, krijgt zoo mogelijk nog meer deernis met die ongelukkigen, die in hun hoogste men- scheljjke vermogens gekrenkt zyn, maar de onredelijke angst voor deze geestes zieken is verdwenen. Er zijn natuurlijk acute phasen van krankzinnigheid maar zoo'n gesticht is werkelijk geen menagerie van huilende en tierende gekken, zooals men zich dat nogal eens voorstelt. En wan neer men door of langs het bosch loopt en de patiënten bezig ziet met allerlei tuin- arbeid of zich ziet verpoozen met het ver plegend personeel, dan kan men dankbaar zijn voor het vele en zware werk, dat hier gedaan wordt door geneesheeren en ver plegenden in het belang van de meest be- klagenswaardigen. Mr. H. F. A. GEISE. SANATORIUM „DEKKERSWALD" Door de Vereeniging Roomsch-Katholie- ke Herstellingsoorden voor Longlijders en Zwakke Kinderen te Amsterdam is beslo ten tot uitbreiding van het Sanatorium „Dekkerswald" te Groesbeek met een ope ratie-kamer. Meer dan vroeger wordt bij longtuber- culose in daarvoor geschikte gevallen, chi rurgische hulp toegepast. Daarom achtte het bestuur het noodig, de thans in gebruik zijnde operatie-kamer door een geheel nieuwe te vervangen, die volgens de tegen woordige eischen zal worden ingericht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1