DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Is de Crisis tot stilstand gekomen
26ste Jaargang
DONDERDAG 3 JANUARI 1935
No. 8004
3)e £eicbclie(Sou^atit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekJ 2.50 per kwartaal
By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
feranco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. lij
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES *>an ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
V Overheidssteun en
liefdadigheid.
Liefdadigheid is en blijft op de eerste
plaats de taak der particulieren, al dan
niet georganiseerd.
En niet die der Overheid.
De Overheid kan en moet „slechts" aan
vullen.
Dit beginsel, dat door de Katholieken
ook altijd in de practijk als leiddraad is
genomen, komt echter in dezen tijd in bot
sing met een hooger beginsel.
Namelijk met het hooger beginsel, dat
degenen, die in nood verkeeren, moeten
geholpen worden, als er hulp k&n worden
geschonken hoe dan ook.
Welnu, als men in dezen tijd nog vast
hield, voor alle gevallen of als regel, aan
de hierboven aangeduide theorie die in
zich ongetwijfeld van groote waarde
is en onze voorkeur verdient vèr boven
alle andere opvattingen dan zou er van
de daadwerkelijke hulp aan de
hulpbehoevenden véél te weinig terecht
komen, omdat wy nü leven in een fyd
van een verschrikkelijke calamiteit, in een
tijd van een vreeselijke ramp, in een he
vige oeconomische crisis.
Nü is niet gewone armenzorg aan de
orde, maar het voorzien in een abnormale
behoefte.
En die abnormale behoefte abnormaal
wat betreft omvang en wat betreft de per
soonlijke omstandigheden, waaria de
slachtoffers verkeeren wettigt en maakt
noodzakelijk, dat er van den normalen
weg wordt afgeweken.
De Overheidssteun zal niet in alle ge
vallen, maar toch wel in zeer vele in dezen
tyd practisch primair moeten zyn; de
particuliere liefdadigheid aanvullend.
En dan is de taak en de plicht van de
particuliere liefdadigheid nóg ontzaglijk
groot.
Zij zal zich moeten aantrekken het lot
van de misdeelden, die om welke redenen
dan ook geen ambtelijke bescherming ge
nieten. Zij zal in zéér vele gevallen den
gegeven overheidssteun moeten aanvullen.
CONTINGENTEERINGEN OF
HOOGERE INVOERRECHTEN.
In den loop van 1934 hebben wij ons ta
rief van invoerrechten eenigszins gewijzigd
teneinde de tijdelijke opcenten te kunnen
doen vervallen zonder dat de schatkist er
de nadeelen van ondervond. Toch blijft ons
tarief zoogenaamd fiscaal, al is dit ten slot
te slechts een soort camouflage voor hen,
die vóór gestemd hebben en niet gaarne
zouden willen, dat men hen verdacht tot
protectionisten te zijn geworden. Ook het
meerendeel der ministers zijn in hun hart
vrijhandelaren, die slechts door den nood
der tijden tot het verhoogen van het tarief
zijn overgegaan.
Niettegenstaande de nog in vele kringen
bestaande aversie tegen bescherming, heb
ben wij wel de contingenteeringen inge
voerd. Dit is toch niets anders dan bescher
ming. Of men den invoer belemmeringen
in den weg legt door oentingenteering dan
wel door hooge rechten, het feit der belem
mering blijft bestaan.
Toch is er een groot verschil. Hooge ta
rieven beperken den invoer, maar laten het
bedrijfsleven overigens geheel vrij. Contin-
genteering echter legt het bedrijfsleven aan
banden. Men mag slechts „zooveel" invoe
ren uit een bepaald land om het even, of
men daar relaties heeft of niet. Heeft men
er geen relaties, welnu dan importeert men
maar niet. Verder legt de contingentee
ring verband tusschen de grootte en tus-
schen de contra-prestaties, welke worden
aangeboden. Met de contingenteering kan
worden gemarchandeerd; de kwestie der
meestbegunstiging, die bij invoerrechten-
verhooging blijft bestaan (tenminste met
die landen, waarmede men een contract met
de meestbegunstigingsclausule heeft afge
sloten) geldt niet bij contingenteering en
mocht zij wèl gelden de materie is zeer
gecompliceerd dan is er omtrent de han
teering dezer contigenteering zoo weinig
naar buiten bekend, dat men op die wijze
mogelijke conflicten kon ontloopen. In som
mige gevallen, waar wij de meestbegunsti
ging moeilijk konden omzeilen, is er een
minimum-contingent vastgesteld, welk mi
nimum zeer laag genomen is en welk mi
nimum bovendien voor elk land geldt,
waarmede wij in de meestbegunstigingsver-
houding staan. Het surplus wordt dan als
een reserve beschouwd voor de gevallen,
waarin ons bijzondere gunsten worden ver
leend.
De invoerrechten, hetzij hoog of laag,
werken automatisch; de contingenteering
is een doelbewuste, variabele factor. De
eersten zijn ten slotte passief, de contingen
teering actief. De passiviteit komt aan den
handel ten goede; men weet ten slotte,
iraan men toe is. De activiteit stelt
elk moment voor verrassingen; calculeeren
is uitgesloten.
Wanneer men dus de contingenteering
zou willen doen vervangen door hoogere
rechten, dan stelt men de vraag feitelijk:
„Wat is verstandiger: actieve handelspoli
tiek of vaste tarieven, die geregeld kunnen
worden herzien met natuurlijk een behoor
lijke aanpassingsperiode? Deze vraag is
zeer moeilijk te beantwoorden. Wij zouden
willen overhellen naar hoogere rechten,
tenzij men een werkelijke Planwirtschaft
maakt met inschakeling van het georgani
seerde bedrijfsleven. Liever geen activiteit
dan een slechte; liever een deugdelijk ge
fundeerde Planwirtschaft met alle belang
hebbenden erom gegroepeerd dan een over
heidsingrijpen zonder behoorlijke beheer-
sching der handelsteohniek. Hoe wordt er
over de contigenteering niet geklaagd....
men vindt deze over het algemeen onvol
doende, want er komt nog veel te veel over
de grenzen. Wat lezen wy bijv. in een arti
kel over den toestand der tricotage-indus
trie in de „Msb." om een enkel voor
beeld aan te halen, alhoewel er tal van
voorbeelden voor het grijpen liggen: „Zoo
als in meerdere industrieën het geval was,
moest de vermindering van het verbruik
vrijwel uitsluitend door den binnenland-
schen producent worden opgevangen, daar
de voor een geheel jaar verstrekte invoer-
consenten vaak reeds in den aanvang der
contingenteeringsperiode door de impor
teurs werden uitgeput en bovendien in
verband met de loopende handelsverdra
gen, een wijziging van de percentages der
contingenten voor het einde van het jaar
niet meer mogelijk was".
In andere gevallen greep de Regeering
plotseling in de contingent-percentages in
en de handel zat toen weer voor andere
moeilijkheden.
Wanneer wij een algemeen oordeel zou
den willen uitspreken, durven wy zeggen:
Er is nog te weinig systeem in onze econo
mische politiek; er wordt nog te veel inci
denteel gewerkt. Laten wij hopen, dat de
Regeering eindelijk met een afgerond pro
gramma komt, waaraan wij ons kunnen
houden en waaraan wij houvast hebben,
om het even of wij ermede accoord gaan of
niet. Stuurloosheid is gevaarlijker dan het
houden van een vasten koers, tenminste
wanneer men niet linea recta op een klip
vaart.
Zal 1935 beter zijn?
GUNSTIGE PERSPECTIEVEN.
In onderstaande bijdrage geeft
onze economische medewerker een
overzicht van de economische op
leving, die in zeer veel landen is
waar te nemen en die gunstige
perspectieven opent voor de toe
komst, zoodat we in 1935 terecht
hoopvoller gestemd kunnen zijn,
daar de algemeene opbloei haar
terugslag ook in ons land zal doen
gevoelen aldus onze medewer
ker. Wy hopen, natuurlijk, dat hy
de toestand ziet, zooals deze wer
kelijk is, en nemen in ieder geval
met belangstelling kennis van zyn
beschouwingen.
Zijn er landen waar de economische cri
sis werkelijk heeft afgedaan?
Dit schijnt wel zoo te zijn.
Voor Finland is de economische crisis
voorloopig voorbij zoo lezen we in het
bekende Duitsche tijdschrift „Wirtschafts-
dienst". Al de statistieken sedert Juni 1934,
die voor het bepalen van de conjunctuur
in aanmerking komen, zooals de industri-
eele productie, de werkloosheid, de bank-
balans, de uitvoeringsstatistiek, enz. bewij
zen dat overduidelijk. Het peil van voor
de crisis was opnieuw bereikt, en heeft zich
sindsdien nog verbeterd. De voorziening
van de binnenlandsche markt door de eigen
industrie neemt langzamer hand toe, en
daarin ligt de voornaamste reden der eco
nomische opleving. -Met de landbouw is
het echter nog niet zooals men zou wen-
schen. Door regeeningssteun wordt de land
bouw min of meer loonend gehouden; toch
is een spoedige verbetering ook hier niet
uitgesloten.
Ook van de naburige Scandinavische lan
den kan ongeveer hetzelfde gezegd worden.
Zoowel in Zweden als in Noorwegen en
Denemarken is er een sterke industrieele
ontwikkeling merkbaar. De landbouw,
vooral in Denemarken, is-«nog steeds het
zorgenkind der regeering. Door allerlei
contingenteeringen is de uitvoer van land
bouwproducten zeer bemoeilijkt. Men zoekt
echter een compensatie te vinden in het
uitbreiden van de ny verheid, die men zoo
lang verwaarloosd had. Ook hier is de ver
betering aan de verovering van de binnen
landsche markt te danken.
De economische opbloei in Engeland is in
alle opzichten zeer bemerkenswaardig, al
schijnt ze op dit oogenblik tot stilstand te
zijn gekomen. De industrieele productie is
weer op 't peil van vóór de crisis gebracht,
en de landbouwers hebben het er beter dan
vroeger. Dit belet echter niet, dat er nog
moeilijke problemen op een oplossing wach
ten, waaronder vooral de werkloosheid het
meest dringend op den voorgrond treedt. In
de oude industrieele gebieden woedt de
werkloosheid nog steeds in hevige mate
voort. De Regeering is vast besloten om in
te grijpen. En het is niet teveel gezegd,
wanneer wij beweren, dat van haar oplos
sing het bestaan van de huidige Regeering
afhangt. Hoe vijandig de Regeering tot nog
toe ook tegenover de arbeidsduurvermin
dering heeft gestaan, het zou ons niet ver
wonderen, dat in den loop van 1935 de 40-
uren werkweek in bepaalde takken van in
dustrie, die vooral voor de binnenlandsche
markt werken, zal worden toegepast.
Ook in Duitschland gaat het sinds en
kele jaren veel beter. Er is niemand meer,
die het zal ontkennen, ook al wordt "net dik
wijls slechts noode toegegeven. Doch even
als in Engeland is er ook in Duitschland een
stilstand ingetreden. Zal deze slechts van
korten duur zijn? Wellicht wel.
Heel de politiek van Dr. Schacht is er op
gericht om den invoer met den uitvoer in
overeenstemming te brengen. Door aller
hande draconische maatregelen was hij er
in geslaagd, de handelsbalans weer in
Duitschlands voordeel te sluiten. Doch, in
dien al de voorteekenen zich niet bedrie
gen, dan is er een radicale ommekeer van
de Duitsche handelsbetrekkingen met het
buitenland te verwachten. Met Zuid-Afrika
is er een overeenkomst tot stand gekomen,
waarbij dit land zich verplicht in 1935 voor
30 millioen Mark wol aan Duitschland te
leveren en afgewerkte producten in beta
ling te nemen. Dergelijke onderhandelingen
zijn ook met de Vereenigde Staten reeds
ver gevorderd. Ook Australië heeft zich on
langs bereid verklaard, om met Duitsch
land ruilhandel te drijven. Wanneer
Duitschland op de wereldmarkt weer grond
stoffen kan koopen, dan zal dit absoluut
weer een economische opbloei tengevolge
hebben.
Ook in Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en
Itailë is de algemeene toestand een weinig
verbeterd.
Uit Zuid- en Noord-Amerika komen
eveneens gunstige berichten binnen.
In Argentinië is er een grootere industri
eele bedrijvigheid waar te nemen en de uit
voer is aanmerkelijk gestegen. Voor graan,
lijnzaad, wol en mais zijn de pry zen ver
beterd. De handelsbalans sluit met een over
schot van ruim 300 millioen pesos. Deze
verbetering komt echter in de eerste plaats
aan de binnenlandsche nijverheid ten goede.
Ze is goed van orders voorzien en breidt
zich regelmatig uit. In afzienbaren tijd
hoopt Argentinië zich grootendeels van
den vreemden invoer onafhankelijk te ma
ken.
Voor Brazilië heeft het stijgen der koffie
prijzen een algemeene verbetering meege
bracht. Ook de uitvoer van katoen is toe
genomen en de handelsbalans sluit weer
voordeelig. Brazilië drijft zijn industriali-
seering onvermoeid verder door.
Ook in Uruguay, Peru, Chili en Paraguay,
is de toestand in den loop van 1934 aanmer-
J kelijk verbeterd. Om zijn nitraten en ertsen
te verkoopen heeft Chili andermaal de
munt gedevalueerd. Het heeft daarin een
niet te benijden record geslagen: de peso
heeft 90 procent van haar waarde verloren.
Mexico zag in 1934 zijn uitvoer met 116
procent en zyn invoer slechts met 34 pro
cent stijgen.
De industrieele productie nam in Canada
sterk toe. De toestand is er aanzienlijk ver
beterd tegenover het vorige jaar. Uit het
accoord van Ottawa heeft Canada, onge
twijfeld het meest voordeel getrokken.
En de Vereenigde Staten?
Het is niet te ontkennen dat de toestand
er minder gunstig is dan in de eerste helft
van 1934. De winst tegenover 1932 is ech
ter nog groot. Het experiment wordt verder
doorgedreven. Vanzelf gaat het niet. Er is
echter geen reden om den toestand donker
in te zien.
De verbetering in de positie en de voor
uitzichten van de wolny verheid en de ge
stegen goudprijs hebben er veel toe by ge
dragen om den toestand in Australië weer
dragelijk te maken. Voor een dun bevolkt
landbouwland geeft een gunstig verloop
van den buitenlandschen afzet zijner pro
ducten den doorslag, en de verhoogde wol-
uitvoer, gepaard gaande aan een prijsver
betering, kon dan ook niet anders dan heel
het land ten goede komen. Voeg daarbij nog
het feit, dat de nominale waarde van het
goud, door het verlaten van den gouden
standaard, van 4,4 tot 8 pond per once fijn
gestegen is. Mede met den technisch en
vooruitgang, die het mogelijk maakt erts
met laag goudgehalte te bewerken, heeft
het tot gevolg dat vele gesloten goudmijnen
weer geopend worden en dat er nieuwe
maatschappijen worden gesticht. Daaraan
is een gedeelte van de werkloosheidsver
mindering te danken. Vele andere aspecten
blijven weliswaar even ongunstig. De pry-
zen van tarwe, boter, kaas, vleesch blijven
laag en de afzetmogelijkheden nemen niet
toe. Dit belet echter niet dat Australië, heel
waarschijnlijk, de slechtste tijd achter den
rug heeft.
De verhoogde belangstelling voor de
goudontginningen heeft in Zuid-Afrika de
beste resultaten opgeleverd. In de Zuid-
Afrikaansche goudmijnen zijn er 34.000
werklieden meer tewerkgesteld dan In 1933.
Wie zal thans nog ontkennen, dat de eco
nomische toestand in den loop van 1934
niet verbeterd is? Weliswaar heeft de op
bloei zich bijna overal op nationaal gebied
voltrokken, zonder dat de internationale
handel veel voordeel had te boeken.
Zal die beweging zich in 1935 doorzetten?
De strijd tusschen vrijhandel en protec
tionisme zal verder doorgevoerd worden.
Het is heel waarschijnlijk dat het protec
tionisme zyn hoogtepunt heeft bereikt.
Maar daarom reeds te juichen over een af
braak van de tolmuren zou wellicht te vroeg
zyn. De verschillende takken van industrie
moeten zich eerst op corporatieven grond
slag inrichten. Eerst daarna kan er met
vrucht onderhandeld worden en ook eerst
dan is een terugkeer tot een beperkte vrij
heid mogelijk.
BINNENLAND
DE BELASTING VAN DE DOODE HAND.
Naar wij van het Departement van Fi
nanciën vernemen, is gebleken, dat voor
een aantal instellingen van de doode hand
de door de wet gestelde termijn voor de
eerste aangifte (9 Januari 1935) korter
blijkt te zyn genomen, dan in het belang
van een behoorlijke aangifte wenschelijk
is. Bestuurders van instellingen van de
doode hand (stichtingen, genootschappen
en andere vereenigingen van allerlei aard)
die den gestelden termijn redelijkerwijs
niet in acht kunnen nemen, zullen desge
vraagd van den inspecteur der directe be
lasingen eenig uitstel voor het inleveren
van de aangifte voor het belastingjaar 1934
kunnen verkrijgen. In de vermoedelijk
zeldzame gevallen, waarin uitstel tot na 15
Maart wenschelijk is, zal dit slechts ver
leend worden onder voorwaarde, dat een
voorloopige aangifte (enkel een eindbe
drag vermeldende) wordt ingeleverd.
Meermalen hoort men vragen, of bestu
ren van instellingen, die geen aangiftebil
jet hebben ontvangen, toch aangifte moeten
doen. Het antwoord luidt bevestigend, zoo
dra de waarde van de bezittingen der in
stelling kerkgebouwen, scholen, armen
huizen, ziekenhuizen, natuurmonumenten
en musea niet meegerekend f 2500 of
meer bedroeg op 31 December 1933 of bij
het vroegere einde van het in 1933 geëin
digde boekjaar.
Uittreksels uit de wet worden aan be
langhebbenden op aanvraag verstrekt door
de inspectiën der directe belastingen. Le
vert het invullen van een aangiftebiljet
moeilijkheden op, dan zal een bezoek by
den inspecteur die doorgaans wel uit den
weg ruimen. De ervaring bewijst, dat de
inspecteurs gaarne bereid zyn, van raad te
dienen.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De communisten roeren zich in het Saar-
gebied (2de blad).
Lavai's reis naar Rome. (2de blad).
Het proces tegen den vermeenden moor
denaar van Lindbergh's baby gisteren be
gonnen. (Buitenl. Ber. 2de blad).
BINNENLAND.
Mededeeling inzake de doode-hand-be-
lasting. (1ste blad).
De invoer uit Duitschland. (1ste blad).
INVOER UIT DUITSCHLAND
Regeling voor importeurs
Voor importeurs van goederen van
Duitschen oorsprong, ten aanzien van wel
ke goederen hier te lande contingentee-
ringsmaatregelen van kracht zyn, is het
volgende van belang voor den gang van
zaken in het jaar 1935.
Ten aanzien van den invoer uit Duitsch
land zal geen onderscheid meer worden
gemaakt tusschen gewone en extra-toe
wijzingen, terwijl voor Duitschland met
speciale contingenteeringstermijnen geen
rekening meer zal behoeven te worden
gehouden.
Dit brengt mede, dat het Crisis Invoer-
bureau de voor den invoer uit Duitsch
land bij verdrag vastgestelde contingen
ten, behoudens een geringe reserve voor
bijzondere toewijzingen zal kunnen ver-
deelen over bepaalde toewijzingstermij
nen, waarvan de eerste is vastgesteld op
den termijn van 1 Januari 1935 tot en
met 31 Maart 1935.
In deze toewijzingsperiode kan dan den
importeurs toewijzing worden verleend
voor 25 pet. van den voor den invoer uit
Duitschland vastgestelde verdragscontin
genten.
In geen geval zullen de in dit kwartaal
niet gebruikte toewijzingen en vergunnin
gen kunnen worden verlengd, zoodat de
iet geïmporteerde hoeveelheden voor den
betrokken omporteur verloren zijn. De
hoeveelheden, welke beschikbaar blijven,
zullen echter onder nader bekend te ma
ken voorwaarden worden verdeeld.
Het Crisis Invoerbureau zal een dezer
dagen een aanvang maken met de afgifte
der toewijzingen.
Het ligt in de bedoeling zoo spoedig
mogelijk daartoe gelegenheid bestaat de
volgende toewijzingstermijnen bekend te
maken. Voorts zal, zoo mogelijk, ook nog
voor den eersten toewijzingstermijn, reke
ning worden gehouden met den invloed
van het seizoen.
„DEVALUATIE ONEERLIJK. ONNOODIG
EN ONDOELTREFFEND".
De voorzitter der Kamer van Koophan
del te Amsterdam, de heer Gottfr. H.
Crone, heeft in de gisteren gehouden ver
gadering der Kamer de gebruikelijke
Nieuwjaarsrede gehouden.
De heer Crone gaf een somber beeld van
den toestand in de nijverheid en de wereld
scheepvaart. Ook in de internationale han
delspolitieke betrekkingen zyn weinig
lichtpunten te ontdekken, al stemt het tot
voldoening, dat in de Vereenigde Staten
het inzicht begint door te breken, dat het
verkeer tusschen de volkeren op den duur
alleen kan worden bevorderd door den goe-
derenruil met het buitenland gemakkelij
ker te maken en de hooge invoerrechten te
matigen. Wat Nederland betreft, prees de
heer Crone de economische en monetaire
politiek der regeering. De groote meerder
heid van ons volk is gekant tegen manipu
laties met onze geldeenheid.
Spr. zeide, dat het wellicht gewenscht
ware dit niet alleen door individueele uitin
gen, doch ook door een oollectieve verkla
ring van een aantal vooraanstaande per
soonlijkheden te bevestigen. Devaluatie
noemde de heer Crone oneerlijk, onnoodig
en ondoeltreffend; zy zou de algemeene
ontreddering slechts vergrooten.
Voor Amsterdam drong spr. aan op ver
laging van den erfpachtscanon en van de
tarieven voor electriciteit, gas, water en te
lefoon.
Ten slotte spoorde de heer Crone aan,
niet al te zeer den nadruk te leggen op
zwarigheden en nood. „Beter is het vastbe
raden vooruit te zien", aldus de voorzitter,
„om de mogelijkheden te ontdekken die
ook thans nog bestaan". »Tel."