WOENSDAG 2 JANUARI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN.
ERNSTIG AUTOBUSONGELUK
TE RENSWOUDE
Vier ernstig-, twee
lichtgewonden
Op den avond van Nieuwjaarsdag heeft
té omstreeks tien uur een ernstig autobus
ongeluk plaats gehad in den beruchten ge
vaarlijken booht van den straatweg tus-
schen De Klomp en Renswoude, nabij de
Emmikhuizen Laan in den kom der ge
meente Renswoude.
Een klein model autobus, waarmede een
zestal personen voor enkele dagen een be
zoek aan Dusseldorp hadden gebracht, reed
op den terugweg naar Amsterdam met
groote snelheid aan den rechterbuitenkant
van den weg tegen een boom. De auto-bus
werd ernstig beschadigd en de inmiddels
toegesnelde personen konden slechts met
groote moeite de inzittenden uit het puin
te voorschijn halen. Vier der inzittenden
bleken tamelijk ernstig gewond te zijn.
Voor het leven van een der slachtoffers
wordt zelfs gevreesd. De gewonden zijn
naar Amersfoort overgebracht, waar drie
hunner in het ziekenhuis de Ligtenberg ter
verpleging moeiten worden opgenomen.
Twee anderen zijn naar het St. Eilsabeths-
ziekenhuis vervoerd.
De zesde gewonde, de 33jarige heer P.
v. Veen uit Haarlem werd te Renswoude
door dr. van Nieuwenhuizen verbonden.
Uit het door de politie van Renswoude
Ingestelde onderzoek is komen vast te
staan, dat de remmen van den wagen in
orde waren. Men neemt dan ook aan, dat
het ongeluk slechts toe te schrijven is aan
het feit, dat de chauffeur met te groote
vaart door den gevaarlijken bocht is gere
den. Het ongeluk vond plaats op ongeveer
100 M. van het Gemeentehuis van Rens
woude, dat aan de buitenzijde van het
plaatsje is gelegen.
De gewonden, die in het ziekenhuis de
Ligtenberg moesten worden opgenomen,
maken het betrekkelijk goed. Zij hebben
hoofd- en beenbreuken opgeloopen. De
dame was er het best aan toe. De beide an
dere personen, de heeren S. en D. uit Am
sterdam, hebben kaak- en beenfracturen
bekomen.
De autobusonderneming is tegen alle risL
co's verzekerd.
Nader vernemen wij, dat de heer P. v. V.
in hoogst ernstigen toestand in het St. Eli-
sabethsziekenhuis te Amersfoort is opgeno
men. De chauffeur, die eveneens in dit zie
kenhuis is opgenomen, is er niet zoo ern
stig aan toe.
ZIEKENAUTO TEGEN BOOM.
Inzittende patiënt gedood.
Maandagmorgen is op den Amsterdam-
scheweg bij den Schelmsdhenweg te Arn
hem een ziekenauto uit Heerlen, waar
mede een patiënt van Santpoort naar Ven-
ray werd vervoerd, doordat een band
sprong, tegen een boom gebotst Tenge
volge hiervan sloeg de auto om. De pa
tiënt werd ernstig gewond. Per ziekenauto
werd de ernstig gewonde naar het gast
huis te Arnhem overgebracht. Bij aan
komst bleek de dood reeds te zijn ingetre
den.
De andere inzittenden, een verpleegster
en twee chauffeurs, bekwamen geen let
sel.
BAKFIETS CONTRA PERSANENAUTO.
Wielrijder zwaar gewond.
Maandagavond tegen half zes heeft op
den Hartveldsohewpg te Diemen een aan
rijding plaats gehad, waarbij een groente
man uit Amsterdam ernstig werd gewond.
Even voor de J on Berts traat werd op den
Hartveldscheweg een groenteman uit Am
sterdam, welke op een drie-wielige bak
fiets was gezeten, door een personenauto
van achteren aangereden. In zwaar gewon
den toestand werd de wielrijder bij een
geneesheer binnengedragen.
WIELRLJDSTER IN BOTSING MET
VOETGANGER.
Op de steile helling van den grooten ver
keersweg BeekValkenburg heeft Maan
dagmiddag een ernstig ongeluk plaats ge
had. Een wielrijdster, mej. L. de Schim-
mers, reed met snelle vaart van de helling,
waarbij zij J. R., een voetganger, welke
zich eveneens op de helling bevond, niet
bemerkte. Een aanrijding was onvermijde
lijk. R. kwam te vallen en liep een gapen
de hoofdwonde op. Hij is na verbonden te
zijn naar huis teruggekeerd.
De wielrijdster was er erger aan toe. Zij
is met een zware schedelfractuur naar het
ziekenhuis te Sittard overgebracht. Men
vreest voor haar leven.
DE ONBEWAAKTE OVERWEG
Landbouwer bij Oss door sneltrein
aangereden
Op een onbewaakten overweg van het
baanvak 's HertogenboschNijmegen tus-
schen de stations Berghem en Oss is op
Oudejaarsavond de dertigjarige landbou
wer d. B. uit Oss, die per rijwiel ter plaat
se de spoorbaan passeerde, door een snel
trein aangereden. Als door een wonder
heeft de man er het leven afgebracht. Een
teen werd van zijn voet afgereden, terwijl
ook een zijner beenen op verschillende
plaatsen bleek te zijn gebroken. De loco
motief sleurde het rijwiel van het slacht
offer over een afstand van verscheidene
honderden meters mede. Het werd later
op het spoorwegemplacement te Oss vrij
wel geheel vernield teruggevonden. Per
auto werd de gewonde naar het ziekenhuis
te Oss vervoerd.
Om c.a. 5 uur, aldus de Courant", kwam
de genoemde wielrijder de Kantsteeg uit
gereden, een weg, die naar den onbewaak
ten overgang voert. Hij zag wel in de rich
ting van het station Berghem de frontlich-
ten van een naderenden trein. In de mee
ning verkeerende, dat de trein nog be
trekkelijk ver van den overweg verwijderd
was, stak de fietser rustig de spoorbaan
over.
Op dit moment kwam er evenwel een
hond uit een der nabijgelegen boerderijen
op den wielrijder toespringen. B. werd
door het dier aangevallen en bij een po
ging hem te verjagen, kwam de fietser
ongelukkigerwijze te vallen, juist op den
spoorweg. Tot zijn groote ontzetting zag
de op den grond liggenden man, die bij
den val zijn voet had verstuikt, eensklaps
met donderend geraas den in aantocht
zijnden sneltrein op zich afkomen. Hij had
geen gelegenheid meer zich uit de voeten
te maken, doch wist zich op het laatste
moment ter zijde van de rails te werpen.
B ontsnapte op deze wyze aan een vree-
selijken dood.
Op zijn knieën kroop de gewonde naar
een-nabij gelegen boerderij, waar men on
middellijk dr. Fran uit Oss waarschuwde.
Nadat de eerste hulp was verleend, werd
het slachtoffer per auto naar het zieken
huis overgebracht, De machinist van den
sneltrein had van het gebeurde niets be
merkt.
BRUTALE INBREKERS.
De buit onder het bed.
Gisternacht hebben inbrekers zich toe
gang verschaft tot de woning van den
landbouwer Vissers, in de buurtschap de
Siep te Groesbeek. De dieven zijn via het
varkenshok in het achterhuis de woning
binnengedrongen en hebben alle vertrek
ken doorzocht. In de slaapkamer van het
echtpaar vonden zij onder het ledikant een
kist. Daarin bevond zich een geldkistje, in
houdende een bedrag van 185 gulden, dat
zij medenamen. Tegen den morgen wer
den de bewoners wakker door het dicht-
waaien van een deur, waarna zij de in
braak ontdekten. Van de daders is nog geen
spoor gevonden.
EXPLOSIE BIJ DE ARTILLERIE-
INRICHTINGEN.
Geen persoonlijke ongelukken.
Maandagavond tusschen zeven uur en
half acht werd op het terrein van de ar
tillerie-inrichtingen aan de Hembrug, ge
legen in de gemeente Zaandam, door ver
scheidene personen een harde knal ge
hoord. Spoedig bleek, dat een kleine berg
plaats, waarin ontstekingsmiddelen lagen
opgeslagen, in de lucht was gevlogen.
Deze bergplaats is een gebouwtje van on
geveer drie bij drie meter. De muren zijn
van gewapend beton, die weer aan de bui
tenzijde bedekt zijn met een gemetseld
muurtje. Daartusschen bevindt zich een
spouw, een constructie die gemaakt is met
het oog op de temperatuur van de buiten
lucht.
Het dak was, zooals bij alle gebouwen,
die met explosieve middelen gevuld zijn,
van lichte constructie, zulks om bij een
ontploffing den luchtdruk gelegenheid te
geven naar boven te wijken.
Toen de ontploffing plaats greep, werd
het dak weggeslingerd, doch de betonmu-
ren beleven ongehavend staan. Daarente
gen vertoonden de gemetselde buitenmu
ren scheuren. De brandweer van de artille
rie-inrichtingen rukte terstond uit. Over
het geheele terrein toch ligt een onder-
grondsch telefoonnet waarop een alarmin
stallatie is aangesloten.
De bluschmiddelen welke meegevoerd
werden, bestonden o.a. uit tetrachloorkool-
stof-apparaten, zand en schuimbluscntoe-
stellen.
Met water werd dan ook niet gebluscht.
Het bleek, dat slechts een gedeelte der
ontstekingsmiddelen ontploft was. Deze
zijn in blikken trommels opgeborgen en
een gedeelte der trommels was onbescha
digd.
De oorzaak is onbekend. Een nader on
derzoek daarnaar wordt nog door tech
nici ingesteld. Opmerkelijk is dat de knal
door een gedeelte van het op het terrein
van dit Staatsbedrijf woonachtig personeel
niet gehoord is.
De terreinen worden nacht en dag be
waakt.
BRAND IN GASFABRIEK TE TILBURG.
Gasleiding gesprongen en gas explodeerde.
Maandag tegen half vyf werd Tilburg op
geschrikt door het alarm: „Brand, in de
gasfabriek!"
Tusschen kwart over vier en half vyf,
was het personeel van de lichtbedrijven
plotseling opgeschrikt door een hevigen
knal. In den kelder van het apparaten-lo
kaal bleek een gasleiding te zyn gespron
gen, die het gas van de ovens naar dit lo
kaal brengt ter zuivering.
Door onbekende oorzaak heeft dit gas
vlam gevat en een geweldige steekvlam
ontstond. De explosie joeg de vlammen
door het lokaal met machines er boven tot
het hooggelegen dak.
De brandweer, die buitengewoon spoe
dig ter plaatse was, greep het vuur krach
tig aan. Aanvankelijk zag het er leelijk uit,
doordat dichtbij de groote gashouders
staan; maar de schijn bleek erger dan de
werkelijkheid, want reeds binnen korten
tijd was het vuur gebluscht.
De politie onderzoekt, hoe er vuur in
de nabijheid kon zyn, toen de leiding
sprong.
In het betrokken kelderlokaal werkten
drie arbeiders, die gelukkig ongedeerd ble
ven.
Alle ruiten van den kelder en een ge
deelte van den vloer er boven, zijn ver
nield.
SLECHT BESLUIT VAN 1934
VOOR DE SMOKKELAARS
Heerlensche politie
slaat 'n goeden slag
De Heerlensche politie is er In geslaagd
een smokkelaffaire op het spoor te ko
men, waardoor een zeer gevoelige slag
aan den sluikhandel in Belgische marga
rine is toegebracht.
Niet minder dan 3420 K.G. margarine en
vier vrachtwagens zijn in beslag genomen.
Reeds geruimen tijd was de politie er
van op de hoogte, dat er zich op een be
paalde plek in Heerlen een uitgebreide
smokkelhandel in Belgische margarine
aan het concentreeren was. Spoedig bleek
ook dat de haard van dezen geheelen sluik
handel te zoeken moest zyn in het Eyke-
nerveld, maar de gegevens waren voorloo-
pig nog van dien aard, dat het de politie
verstandiger voorkwam wat geduld te
oefenen en zich met de grootste omzich
tigheid van nadere gegevens te voorzien,
liever dan door een onberaden stap of een
ontijdig ingrijpen slechts een deel van
deze groote smokkelaarsonderneming te
treffen.
En het geduld werd beloond!
Zaterdagmiddag gelukte het de motor
politie een grooten zeswieligen tractor met
trailor aan te houden, die beladen scheen
met hout, dat van België uit over Duitsch-
land in ons land werd ingevoerd.
Deze aanhouding geschiedde bij de
Locht, vlak bij de Duitsche grens.
Een snel, maar nauwkeurig onderzoek
bewees dat de wagen, welke toebehoorde
aan D. te Heerlen, niet alleen takkenbos
sen en brandhout, maar ook een zeer
groote hoeveelheid Belgische margarine
bevatte.
De negen meter lange wagen bleek 2858
K.G. van deze verboden waar te bevatten.
Maar daarbij bleef het niet. Terecht
greep de politie, na lang op een goede ge
legenheid te hebben gewacht, thans de
kans aan om de zaak meteen tot op den
bodem tot klaarheid te brengen.
Nadat de wagen van D. op zyn erf te
Eykener veld was afgeladen, werd een
uiterst minutieus onderzoek ter plaatse in
gesteld. En ook thans werd de moeite be
loond, toen men een op listige wyze ver
borgen partij Belgische margarine ont
dekte van 567 K.G. De politie had hier
mede in het geheel een partij van 588 doo-
zen elk inhoudende 12 pond Belgische
margarine, in beslag genomen, een partij,
die een waarde vertegenwoordigde van
1300.
De auto, welke natuurlijk eveneens in
beslag werd genomen, vertegenwoordigt
een waarde van circa ƒ3000, zoodat ook
financieel aan D. een gevoelige slag is
toegebracht. Ongeacht nog de boete, wel
ke D. waarschijnlijk wel tegen zich zal
zien opgelegd en welke ook verre van
malsch zal zijn.
Inmiddels was de politie nog niet te
vreden. Nog verder werd het onderzoek
voortgezet en zoo kon men vaststellen, dat
van uit de thans ontdekte centrale dien
zelfden dag nog drie partijen waren ver
voerd.
En opnieuw smaakte de politie de vol
doening de daarvoor gebruikte auto's te
achterhalen. Het waren wagens van G. te
Kerkrade, P. te Eygelshoven en B. te
Heerlerheide, waarmede resp. 500 K.G.,
30 K.G., en 240 K.G. Belgische margarine
waren vervoerd.
Ook deze wagens werden oogenblikke-
lyk in beslag genomen.
Dat de politie hier inderdaad een smok
kelaffaire van grooten omvang had on
schadelijk gemaakt, moge blijken uit de
omstandigheid, dat er den dag te voren
een partij van ook maar liefst 2000 K.G.
was aangevoerd. De verschillende bij deze
zaak betrokken mannen zyn aan een ver
hoor onderworpen en vervolgens weder
om op vrije voeten gesteld.
NA HET DROEVIGE ONGELUK
BIJ EMMEN.
Vijf slachtoffers onder enorme
belangstelling ten grave
gedragen.
Maandagmiddag om 12 uur is in de Ge-
ref. Kerk te Emmer-Compascuum een
plechtige herdenkingsdienst gehouden voor
de slachtoffers van het auto-ongeluk te
Munsterscheveld. De lijken van de vier kin
deren der familie Buter en het stoffelyk
overschot van mej. Meijer, waren in de
consistoriekamer opgebaard.
De dienst stond onder leiding van dr. J.
H. Binnema, Geref. predikant te Emmen,
die in een predikatie o-m. wees op de
ernstige roepstem van dit vreeselijk ge
beuren.
Deze plechtigheid werd bijgewoond door
tal van afgevaardigden van vereenigirv-
gen en namens het gemeentebestuur door
den waarnemenden burgemeester, den wet
houder voor Openbare Werken J. Wiersma.
Na afloop hebben gedurende meer ian
een uur vele honderden, vier aan vier, een,
laatsten groet gebracht aan de slachtoffers
van het droevig- auto-ongeval.
Leden van de Jongelingsvereenigingen
van Emmer Compascuum en Emmer Erf-
scheidenveen hebben daarna onder dood-
sche stilte van de duizenden belangstellen
den de lijken naar de Algemeene Begraaf
plaats gedragen. Het was een droeve stoet
op dezen somberen Oudejaarsdag.
Op de begraafplaats heeft de waarnemen
de burgemeester, de heer J. Wiersma, na
mens het gemeentebestuur de slachtoffers
herdacht en de deelneming aan de familie
betuigd. Vervolgens spraken afgevaardig
den van gereformeerde jongeling- en meis-
jesvereenigingen, van welke de overledene
lid waren.
Ds. Binnenma dankte namens de familie
voor de bewezen belangstelling.
VECHTPARTIJ TE NIJMEGEN.
Een persoon ernstig gewond.
Gisternacht heeft aan den Weurtschen
Weg te Nymegen een vechtpartij plaats ge
had, waarbij een persoon zeer ernstig werd
gewond. De betrokkenen waren zes perso
nen, die byeen waren in verband met de
jaarwisseling en zich na twaalven met
kaartspelen vermaakten. Men kreeg ruzie
en is daarop de straat op gegaan om de
zaak uit te vechten. Een zekere J., die een
klap had gekregen, trok een mes, waarop
G., die een steekpartij wilde voorkomen,
J. een klap tegen het hoofd gaf. De man
viel aohterover met zijn hoofd tegen den
rand van het trottoir en bleef bewusteloos
liggen. Eenige voorbijgangers waarschuw
den de politie, die weldra ter plaatse was,
met den gemeentelijken geneesheer, dok
ter Woltering. Deze constateerde, dat J. eert
ernstige schedelbreuk had-bekomen en ge
deeltelijk verlamd was. De man werd per
politie-branoard naar het Wilhelm inazie-
kenihuis vervoerd. Gisteravond was hij nog
niet bij kennis. G. werd door de politie een
verhoor afgenomen en daarna weer op
vrije voeten gesteld. Na het gebeurde ein
digde de vechtpartij. De mannen bleken
allen eenigszins onder invloed van sterken
drank te verkeeren.
STOOMGEMAAL TE SC1IELLINGWOUDE
IN WERKING.
In verband met te hoogen waterstand.
Omstreeks zes uur gistermorgen is het
stoomgemaal te Schellingwoude in werking
gesteld in verband met den te hoogen wa
terstand in het Binnen IJ, waardoor het
water geloosd moest worden. De waterstand
in het Binnen IJ bedraagt n.l. momenteel
ongeveer 10 c.M. beneden A.P., hetgeen 40
c.M. boven den normalen stand is. Vanuit
IJmuiden kan men in verband met den
Westelijken wind niet spuien, zoodat ver
moedelijk het stoomgemaal eenige dagen
in werking zal blijven.
HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout
FEUILLETON.
LIEFDE IN HET OERWOUD
door
J. VAN DER SLUYS.
Naar het Engelsch
(Nadruk verboden.).
41)
Ze begreep, dat de koorts heftiger be
gon te worden. Dat was een slecht voor
teeken voor den dag, die voor hen lag.
Het leek dwaasheid om nog verder
voort te gaan met iemand, die aan het
ijlen was. Het was beter om halt te hou
den, vond ze, en tot morgen te wachten,
als de koorts misschien was afgezakt.
Ze keek om zich heen naar een ge
schikte plaats. Voor haar zag ze de witte
bloesemwolk van een acacia glanzen in
het maanlicht. Daar zouden ze kunnen
wachten op den morgen. Nauwelijks had
ze dat besluit genomen of Rimington be
gon heftiger te huiveren en ze kon hem
hooren klappertanden. Hij mompelde al
lerlei onsamenhangende woorden en ze
deed al haar best, om hem moed in te
spreken en verder te helpen.
„Toe, liefste, we zullen binnen een paar
minuten halt houden."
Ze voelde, hoe hij zich vermande, hoe
wel hij niets zeide en al haar liefde en
teederheid welden in haar op, bij deze ge
weldige wilsinspanning. Ze sloeg haar arm
nog vaster om hem heen en de laatste me
ters moest ze hem bijna dragen.
Toen ze den acacia bereikten, vroeg ze
hem te gaan zitten en hoewel ze bijna uit
geput was, begon ze dadelijk een zoo goed
mogelijke ligplaats voor hem gereed te
maken. Ze wist, dat de grond ijskoud was,
maar het gras was kurkdroog en vlak
bij hen stonden een paar groene struiken
zonder doornen. Ze plukte een paar armen
vol takken en spreidde die op den grond,
bedekte ze met droog gras en haalde hem
over, om er op te gaan liggen. Ze betwijfel
de of hij begreep, wat zij bedoelde, maar
hij gehoorzaamde haar als een kind. Ze
trok handen vol gras af en bedekte hem
er mede, wetende, dat het hem tenminste
warm zou houden. Toen ging ze naast hem
zitten om de wacht te houden. Maar ze was
zoo moe, dat ze bijna dadelijk in een die
pen, droomloozen slaap viel, waaruit ze
wakker werd door een naamloos gevoel
van angst, waarvoor echter in het geheel
geen reden scheen. Ze huiverde van kou,
toen ze om zich heen keek. De kille nacht
wind deed het gras zacht ritselen. De maan
ging onder, nergens bewoog zich iets en
toch klopte haar hart heftig van angst,
zoodat ze bijna onbewust haar hand uit
strekte naar haar geweer. Een, twee minu
ten gingen voorbij, toen zag ze op den
bleeken schijf van de maan een schaduw,
die haar deed denken aan het begin van
een maansverduistering.
Een oogenblik zag ze de contouren van
een hoofd en een paar schouders niet ver
van hen vandaan. Juist op dat moment be
gin Rimington zacht te mompelen. Dade
lijk draaide ze zich om en legde haar hand
op zijn mond en fluisterde in zijn oor, ter
wijl ze zich over hem heenboog:
„Neen, neen, liefste! Wees stil, wees in
's hemelsnaam'stiL
Misschien was het de dringende toon van
haar gefluister, die tot hem doordrong,
maar het gemompel hield op, en toen ze
haar hoofd weer omdraaide, zag ze de ge
stalte verder gaan, weg van de acacia die
hen beschutte, en verdwijnen in het duis
ter van den nacht. Ze hoorde niets dan het
geruisch van den wind en zag niets dan
het dieper en dieper worden van de scha
duwen, toen de maan wegzonk en ze slaak
te een zucht van verlichting.
Deze duisternis leek haar de beste be
scherming toe, want ze was er van over
tuigd, dat de man, dien ze gezien had, een
vijand was. Was het de mah, die hen zoo
hardnekkig gevolgd was van Rahutu uit,
die het gras aangestoken had? Hij scheen
hun spoor weer gevonden te hebben
had hen misschien gehoord in de stilte
van het woud en was hen gevolgd over de
rotshelling. Indien het verschijnen aan de
zen kant van het woud geen toeval was,
zou hij morgen als het licht was weer op
zoek gaan en hen zeker vinden. Ze vroeg
zioh af, wie de achtervolger was, Le
grand. Als ze dacht aan het opgewonden
vreugdegeroep, dat ze gehoord had, werd
haar overtuiging, dat Legrand door Ri-
mington's kogel niet getroffen was, steeds
vaster. Of was het Mannering?
Ze bleef den geheelen nacht zitten, ze
zag, hoe de dageraad stralend licht over het
land uitgoot, aan den eenen kant van de
vlakte ontdekte ze heel ver weg een be
groeide heuvelrij, aan den anderen kant
de donkere lijn van het woud. Toen stond
ze op en verkende de wijde, golvende vlak
te om zioh heen. Op een mijl afstand van
haar bewoog zich iets, een paar dieren, die
vreedzaam liepen te gazen. Ze keek ver
der. Nergens een rookwolkje, dat op een
kamp w$es, nergens ook een spoor van
den man, dien ze in den afgeloopen nacht
had gezien, en die rustig grazende dieren
bewezen, naar zij dacht, dat hij niet in
buurt was. Als ze niet beter wist, zou ze
haast gelooven, dat de gestalte, die ze zich
had zien afteekenen tegen de ondergaande
maan, een booze droom was geweest.
xvra.
Rimington deed zijn oogen open en op
hetzelfde oogenblik keerde Honor zich om.
Ze zag, dat de oogèn, die haar aankeken,
volkomen helder en rustig waren, hoewel
de koortsgloed nog niet heelemaal van zijn
gezicht verdwenen was.
„Ah", zei ze verheugd. „Je bent wak
ker."
„Ja", zei hij, en hief zich op zijn elle
bogen op, om om zich heen te kijken.
Zij zag, hoe een verwonderde uitdruk
king in zijn oogen kwam, toen vroeg hij
plotseling:
„Hoe zijn we hier gekomen?"
Ze vertelde het hem en aan het einde
van het verhaal knikte hij.
„Ik was koortsig natuurlijk. Die wond
van meen die ellendige zwakheid.
Toen begon hy te lachen.
„Liefste, je bent een heldin. Je hebt ons
gisteravond door alle moeilijkheden heen-
geholpen. Als je je zou willen verwaardi
gen je tot mijn nederige persoonlijkheid
neer te buigen, zou ikzou ik
Met een gelukkigen lach en een blos op
haar gezicht knielde Honor naast hem neer
en hij sloeg zijn armen om haar heen en
kuste haar.
„Jij hebt mij gered", zei hij innig, „en nu
zijn we veilig."
„Dat weet ik nog niet zoo zeker", ant
woordde ze, en ze vertelde hem van de
gestalte, die ze tegen den maand had af-
geteekend gezien.
Hij floot even en zei toen:
„Dat lijkt er op, dat hy ons spoor per
slot van rekening toch nog gevonden
heeft, maar hy heeft ons op dat critieke
oogenblik niet gezien. Maar laten we tot
meer prozaïsche zaken terugkeeren. Ons
ontbijt."
„Er is niets", antwoordde ze, „alleen wat
water in onze flesschen."
Hy keek naar de zonnige vlakte voor
hen en zei:
„Dat moeten we bewaren. We moeten
geen water aanraken, totdat wij bij het
meer komen, waar mijn kamp is. En hot
zal wel ontzettend warm worden."
Ze keek naar de plaats, waar de dieren
graasden en zei peinzend:
„Ik zou wel vleesch kunnen krijgen, als
hot erg noodig is. Maar als die man niet
veraf is, zou het ons kunnen verraden."
„Ja", stemde hij toe, „we moeten het
maar liever niet doen, behalve als je erg
hongerig bent. Wanneer we flink doormar-
oheeren, kunnen we tegen twaalf uur bij
het meer zijn."
„Ik heb geen honger",' zei ze snel. „Als jij
er toe in staat bent, moesten we maar da
delijk op weg gaan."
„Dat is het wijste wat we doen kunnen",
meende hy, „voordat de zon zoo erg warm
wordt, hoe eer hoe beter."
Ze hielp hem opstaan en stond hem be
zorgd aan te kyken, toen hij duizelig zyn
hand aan zyn oogen bracht.
„Wat is er?" vroeg ze ongerust.
„Niets, een beetje duizelig maar, dat zal
wel overgaan, als we onderweg zijn."
(Wordt vervolgd).