BERICHT. 26ste Jaargang WOENSDAG 12 DECEMBER 1934 No. 7988 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Lelden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal tranco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, FOSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bot dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 TWEEDE KAMER WATERSTAAT Veel blijken van tevredenheid heeft de Minister van Waterstaat bij de behandeling van zijn begrooting niet kun nen oogsten. Er hing in de Kamer een iet wat kregelige stemming tegen het beleid van dezen bewindsman en vooral tegen de manier waarop hij zich daarvoor tegenover de Kamer verantwoordt. Het begon al bij de stereotiepe behan deling van het Verkeersvraagstuk. De vraag, die de heer van Braambeek (S.D.A.P.) stelde: zal er nu eens iets ge daan worden, zij het dan ook met fouten, werd door den heer Krijger (C.H.) iet wat verzacht. Deze vroeg n.L om tenminste de groote lijnen aan te geven, die bij de komende ordening zullen gevolgd worden. Toen de heer van Braambeek op de groote voorsprong van allerlei landen wees op verkeersgebied en ook Zwitserland daarbij noemde, voelde de heer van Dis (Stk. Ger.) zich gedrongen de hoop uit te spro ken, dat wij van een regeling als in het laatstgenoemde land bespaard mogen blij ven. Daar mogen immers de vrachtauto's niet verder dan 40 K.M. van hun uitgangs punt rijden; dit zou hier een nieuwe zware slag voor de tuinbouw beteekenen. De Minister beloofde er voor te zullen zor gen, dat de vrachtauto .haar eigen plaats in het verkeer zou behouden, al zou ook dit- verkeersmiddel niet aan de ordening kun nen ontkomen. Dit soort antwoorden begint de Kamer te vervelen en ook de toelichting van de be grooting, die in een paar jaar tot op yK is teruggebracht. Toen de Minister vroeg, wat hij aan onvolledige antwoorden zou hebben en meende, dat de begrooting voor zichzelf voldoende sprak, interrumpeerde de heer K r ij g e r ad rem: maar het moet geen raadselboekje worden! De heeren Ebe 1 s VJD.) en Bierema (S.D.A.P.) klaagden over de onvoldoende 'beantwoording en toelichting van de kwes tie met de watervoorziening van de ka nalen in het Noorden. Volgens den eerst- genoemden spreker was het een nalatigheid eerst nu met onderhandelingen over deze zaak te beginnen; dit had bij de aanleg en de verbetering van deze kanalen moeten gebeuren. De Minister zeide, dat alles eerst eens goed overwogen moest worden. In niet onduidelijke bewoordingen liet de heer Drop (S.D.A.P.) blijken, dat hjj het voortdurend uitstellen van de collec tieve arbeidscontracten bij de waterstaats werken onhoudbaar vond en dreigde met een motie over deze zaak. Bij deze critiek sloten zich de heer S me enk (A.R.), en Kuiper (R.K.S.P.) aan. De Minister echter verklaarde, dat deze collectieve ar beidscontracten de lage inschrijvingen voor de waterstaatswerken 'belemmerden, wes halve hij deze C.A.O.'s niet wenschte. De heer Drop meende, dat de Kamer ze wèl wenschte en diende een motie in dier voe ge in. De Minister wees deze motie wel af, maar het is de vraag of de Kamer dit mor gen ook zal doen. Ook de verbindingen van Zeeuwsch- Vlaanderen met de rest van het land wer den het onderwerp van bespreking. De hee ren van der Putt (R.K.S.P.) en Wes terman (R.K.S.P.) pleitten voor een be teren veerdienst: grootere veerbooten en lagere tarieven. De heer K r ij g e r sloot zich daarbij aan, maar bedacht tevens, dat reeds jaarlijks 187.000 gulden aan deze verbindingen door het Rijk worden uitge geven. De Minister beloofde te zullen kijken of er aan de tarieven nog iets te doen zou zijn. De kritiek van den heer Kuiper (R.K. S.P.) aangaande het antwoord van den Mi nister over de afwateringswerken in N.-Brabant, werd beantwoord met het wij zen op de scheepvaartbelangen, die hierbij betrokken zijn. Op de vraag van den heer Bongaerts (R.K.S.P.), waarom er door de Regeering geen overleg werd gepleegd met de betrok ken autoriteiten omtrent het aanleggen van een overlaadhaven voor het Juliana- kanaal te Maastricht, antwoordde de Mi nister, dat Maastricht niet voldoende de behoefte aan zulk een haven had aange toond. Voorts beloofde de Minister te onder zoeken, wat er gedaan moet worden in ver band met het feit, dat de bodem van ons land ieder jaar 12 m.M. daalt, op welk feit de heer Louwes (V.B.) de aandacht vestigde. Vermelden wij nog, dat de heer Snee vliet (Ree. Soc.) bij begin der vergade ring een interpellatie aanvroeg over het zenden van de Mariniers naar het Saarge- bied. Over het al of niet toestaan hiervan j zou heden worden beslist. DE WERKLOOZEN-STEUN In de avondvergadering is Sociale Za* ken aan de orde geweest en is o.m. de steunverleening besproken. Wij laten vandaag hier volgen, wat ten deze is verklaard door eenige sprekers der R. K. Staatspartij in een volgend num mer plaatsen wij een volledig overzicht van het verhandelde. De heer Aalberse (R.K.S.P.) be spreekt de steunregeling, reeds bij de al- gtmeene beschouwingen door hem o.m. in een aantal punten naar voren gebracht. Verlaging van huren en lasten is iets, waarin de minister in de door spr. ge- wenschte richting gaat. Verstrekking van levensmiddelen tegen lageren prijs is even eens een onderwerp, waarin de regeering medewerkt (goedkooper blikvleesch, groen ten). Er is 2 millioen beschikbaar gesteld voor winterhulp; ook dienaangaande is spr. bevredigd. Naar verplichting voor alle gemeenten tot invoering eener steunregeling gaat de regeering ook. Niet meer dan 2/3 der pensioenen zal van den steun worden afgehouden; de re geering vatte dergelijke inkomsten ruim op. De regeling t.o.v. door spaarzin verkre gen bezit zal ook, vertrouwt spr., gaan in de door spr. gewenschte richting. Het maximum van uitkeering aan groote gezinnen in de groote steden moet ook kunnen gaan tot 90 pet. van het loon. Die gezinnen hebben moeite om rond te komen. Oeconomisch en hygiënisch gaan anders zulke gezinnen achteruit. Het aantal groote gezinnen in de groote steden is gering, ten hoogste 1 pet.; veel geld kan het dus niet kosten. Spr. hoopt, dat de regeering dit in overweging zal nemen. Spr. wenscht dat liefdadigheidssteun niet van den werkloosheidssteun worde afge trokken. De liefdadigheid blijve vrij. Die moet niet voor de volle 100 pet. worden afgetrokken. Spr. gaat de verschillend» circulaires van den minister te dezer zake na, totdat de minister 12 Dec. '32 verklaar de, dat in bepaalde omstandigheden 2/3 zou moeten worden afgetrokken. Dóch in verschillende gemeenten vond men dit on- menschelijk en hield men er niet de hand aan. Wat de minister nastreefde, was de dood voor den particulieren liefdadigheids zin; de meesten redeneeren dan aldus, dat ze al genoeg belasting betalen. De minis ter-president heeft meer armslag toege zegd. Men heeft dit een slag om den arm genoemd. Spr. had weer vertrouwen. Doch is teleurgesteld door de Mem. v. antwoord van dezen minister. Het „ja" van den mi nister-president is dan niet voor 100 pet. „ja" geweest. De regel blijft, dat 2/3 wordt afgetrokken. De minister zegt, dat de prik kel om werk te zoeken, niet moet worden weggenomen. Spr. is het met deze argu mentatie niet eens. B.v. als het er om gaat, kinderen extra-voeding te verleenen van particuliere zijde. Armbesturen en diaco nieën zijn trouwens zelve door den ernst van den tijd sterk achteruitgegaan. Die zullen in geen geval lukraak met het geld omspringen, zoodat gezinnen boven het loon zouden uitkomen. Dit zou ten hoogste een enkele maal mogelijk zijn door een particulieren liefdadige, die geen onder zoek instelt. Bovendien, ook behoeft nu niemand te weten, als iemand een briefje van tien achterlaat; slechts wordt het ge zin in de verzoeking gebracht, het niet op te geven. Spr. hoopt van harte, dat de mi nister een tegemoetkomende houding zal aannemen. De heer Loerakker (R.K.S.P.) be toogt, dat-bij de werkverschaffing de men- schen zoo min mogelijk ver van huis moe ten worden gezonden. Spr. bepleit uitbrei ding der plaatselijke en gewestelijke werk verschaffing. Spr. wijst op den nood in vele gezinnen alsmede op de lage loonen met name in den landbouw. Er is groot verschil in den loonstandaard van groepen arbeiders, b.v. in de industrie en in den landbouw. Vroe ger liepen de loonen niet zoover uiteen. Voorts vestigt spr. de aandacht op de wenschelijkheid van opleiding en cursus sen voor jeugdige werkloozen. Er is in vele gemeenten ten deze nog een groot te kort. Er staat hier voor de volksgemeen schap veel op het spel. Bepaalde werkob- jecten zouden voor jeugdige werkloozen gereserveerd kunnen worden. De minister versta zich met den minister van financiën om voor dat doel een bedrag beschikbaar te stellen. Verschillende gemeenten hebben geen steunregeling; spr. zijn schandelijke geval len bekend. De extra-uitkeering van twee millioen komt dus ook weer aan velen niet ten goede. Er zijn ook loonen, zoover ge daald, dat de desbetreffende gezinnen zon der liefdadigheidshulp niet kunnen rond komen. Wat die hulp betreft, er zijn er nog velen die wel wat kunnen missen. Zoolang er menschen zijn, in staat en bereid, wat te missen, moet dit van overheidswege niet DE VOEDING IN HET GEZIN VAN DEN WERKLOOZE. De Utrechtsche Gemeente-arts, dr. M. H. Tromp, deelt in het tijdschrift der Ge neeskunde de conclusies mede van een door hem ingesteld onderzoek ilaar „De voe ding in het gezin van den werklooze". Ze luidt als volgt: Wanneer alles wordt samen gevat, dan blijkt daaruit, dat de voeding der Utrechtsche werkloozen in het voor jaar 1934, wat betreft de calorieën waarde, als niet voldoende is te beschouwen. Merk waardig hierbij is, dat er geen te weinig aan een der hoofdbestanddeelen: eiwit, vet of koolhydraten afzonderlijk is vast te stel- j len en dat de gunstige verhouding van het j vet in de voeding, die in den loop der ja ren is verbeterd, is gehandhaafd. Ook eiwit neemt in de procenten-samenstelling een goede plaats in, maar is, wat het ab solute getal betreft, aan de lage kant, al is de verhouding van het dierlijke tot het plantaardige eiwit niet ongunstig. Een ver betering in de voeding zou dus moeten gaan in de richting van vermeerderde toe voer van alle bestanddeelen. Bij het nagaan der afzonderlijke voe dingsmiddelen, is gebleken, dat melk, na tuurboter, kaas, vleesch, groenten en fruit vergeleken met andere bevolkingsgroepen door de werkloozen in mindere hoeveelhe den zijn gebruikt. Wanneer per persoon 500 gram melk, dat ongeveer 300 calorieën bevat, meer zou worden gedronken, dan was reeds veel bereikt. Daarbij komt dan nog de gunstige invloed van groenten en fruit door hun cellulose en vitamine-ge halte. Het gebruik van die voedingsmidde len, die de vitarainues A en D bevatten, was eveneens niet hoog. Ofschoon men door levertaangebruik bij kinderen dit gemak kelijk kan aanvullen, zolx door meer ge bruik van de zuivelproducten, groenten en vruchten, buiten de vitaminentoevoer te vens het calorieëngehalte worden ver hoogd, zóodat het, streven naar de laatst genoemde maatregelen op den voorgrond moet blijven staan". 't Is dus een feit zooals uit boven staande en andere deskundige verklaringen blijkt dat ondervoeding dreigt en reeds droeve werkelijkheid is. En dat terwijl er volstrekt geen voedsel tekort is. Integendeel! Wekt het" voorbeeld van het Derde-Orde restaurant van pastoor dr. Vrijmoed O.F.M. in Delft nog geen navolging? Zou ook niet o.a. in Leiden een gelegen heid kunnen worden gemaakt voor goed- koope, gezonde maaltijden? Geen gele genheid, waarop het stempel staat van de bedeeling, maar een soort heel eenvoudig „restaurant"? De St. Vincentius-ver. te Leiden heeft nog haar ingrediënten van de spijskokerij. Dus men kan hiermede in Leiden al een eind op weg zijn, om de hier geuiten wensch navolging van het Delft- sche voorbeeld te verwezenlijken. worden tegengegaan; en dit gebeurt als het door liefdadige gegevene weer aan den steun wordt afgetrokken. Het huidigè sy steem brengt aan de liefdadigheid onher stelbare schade toe. De heer Steinmetz (R.K.S.P.) oefent critiek op de steunregeling der regeering. Er moet en kan meer gedaan worden, we gens den langen duur der werkloosheid, de ellende, de verbittering. Voor spr. zijn de tarieven en de percentages niet on herroepelijk. Spr. stemt volkomen in met de adressen van het R. K. Werkliedenverbond in Sep tember j.l. aan den ministerraad. De ta rieven en percentages behoeven verbete ring. I}e ellende in tal van gezinnen wordt te groot, terwijl onze volksgemeenschap wel in staat is, aan de behoefte van allen te voldoen. De groote fout der steunregelingen is dat de steunnormen te laag zijn. Ook de kindertoeslagen moeten omhoog. Er wordt gebrek geleden. Doktoren maken al gewag van ondervoeding. Daar helpen geen op- i leidings-cursussen. Zijn de normen een afgesloten boek? Spr. wjjst de harde wer kelijkheid tegenover de beschouwingen dergenen die achter hun studeertafel de werkloosheid bestudeeren. Er is dringend verbetering noodig om velen voor stoffe- lijken en ook voor zedelijken ondergang te behoeden. Houdt de regeering de liefda digheid tegen, dan erkent ze haar eigen onmacht. Het wil er bij spr. niet in dat niet een crisisoffer mag worden gebracht om aan den algemeenen nood tegemoet te ko men. De regeering moet veel milder zijn t.a.v. het inhouden van steungedeelten bij verschillende gevallen. Zoo wat betreft de spaargelden. Op soms handige wijze wordt zelfs van overheidswege in dit opzicht het bankgeheim geschonden. Volhardt de re geering by haar systeem, dan zal het spr. moeilijk vallen, haar in heur steunpolitiek te volgen. Enorme Hotelbrand GROOT HOTEL TE LANSING IN AMERIKA AFGEBRAND. Naar schatting 50 dooden en vele gewonden Het enorme Kerns Hotel te Lansing, in den staat Michigan, waar tal van senatoren en afgevaardigden hun intrek hadden ge nomen in verband met een buitengewone zitting van de Wetgevende Vergadering van den staat, is door brand verwoest. Er zyn zeer vele dooden en gewonden. Het is nog niet mogelijk de namen van de slachtoffers of hun juiste aantal te ver melden, omdat alle hotel-registers een prooi van het vernielende vuur zijn geworden. In het hotel bevonden zich op het oog-en- blik dat de brand uitbrak, ca. 200 gasten. Het staat vast, dat een aantal senatoren en afgevaardigden zich onder de gewonden bevinden. Een afgevaardigde heeft bij den brand het leven verloren, terwijl een twee de op sterven ligt. Toen het vuur het felst woedde drongen de hotelgasten in een paniekstemming uit de vensters van het gebouw in het ijskoude water van de Grand River, die langs het hotel stroomt. De trappenhuizen waren ver nield, zoodat de eenige kans op redding een sprong in in de rivier was. Het water van de Grand River was half bevroren. Groote ijsklompen dreven er in rond, zoo dat redding van de menschen, die in het water waren gesprongen vrijwel onmogelijk was. Tot nog toe is men er in geslaagd slechts 4 lijken uit de rivier te bergen. De hoofd-commissaris van politie te Lan sing heeft door de radio een oproep tot alle overlevenden gericht met verzoek zich op het politiebureau te willen melden. Het eerste brandalarm werd, naar de cor respondent van de „Evening Standard" meldt, 's morgens om half zes gegeven. De nachtportier zond onmiddellijk een jongen met een bel rond om de gasten te wekken, terwijl hij inmiddels zelf de brandweer op belde. Het vuur greep razend snel om zich heen. Al dadelijk gingen de lichten in het geheele gebouw uit. Reeds na vijftien mi nuten was de hall geheel vernield en twin tig minuten na het eerste alarm stortte de hoofdingang met donderend gekraak in, eenige seconden later gevolgd door het dak. Toen de brandweer op de plaats des on- heids verscheen, was het hulpgeroep van de in doodsangst verkeerende opgesloten mannen en vrouwen, die naar het nog niet brandende gedeelte van het hotel gevlucht waren, duidelijk te hooren. Vijf personen sprongen uit het raam en kwamen op den aanlegsteiger terecht. Ook hier bleken zij niet veilig te zijn, want enkele minuten later stortte de steiger in en de vijf men schen verdwenen uit het gezicht. Een andere groep was naar het dak van de keuken gevlucht. Zij werden echter door het vuur achterhaald en onder het neerval lend puin bedolven. Door den sterken wind werd het vuur nog aangewakkerd, waardoor de brandweer voor een schier onmogelijke taak stond. Verschillende brandweerlieden werden door het vallend puin gedood, enkele liepen verwondingen op. De temperatuur was twintig graden onder nul. Het water in de brandslangen was dientengevolge bevroren. Tegen negen uur 's morgens was het eer tijds zoo trotsche hotel nog slechts één groote rookende puinhoop. In de zieken huizen te Lansing liggen talryke dooden en gewonden. Omtrent de oorzaak van den brand tast men nog in het duister. De reddingspogingen worden nog steeds voortgezet ten einde de lijken onder de met een Ijskorst bedekte brokstukken te voor schijn te halen. Tevens wordt de Grand- rivier, waaraan het hotel grenst, aan een onderzoek onderworpen, daar tal van per sonen in hun doodsangst aan de achterzijde van het hotel uit de ramen zyn gesprongen. De materieele schade wordt op ongeveer 350.000 dollar geschat. Een ooggetuige. De hotelbrand wordt als de verscrikke- lijkste catastrofe beschouwd, die men zich ooit in Michigan kan herinneren. Een afgevaardigde van den Wetgevenden Raad, die zich tijdens het uitbreken van den brand in het hotel bevond, verklaarde: „On middellijk na het brandalarm stormde ik naar de deur van mijn hotelkamer om hier door te ontvluchten. Ontzet deinsde ik ech ter terug, toen ik op de gang een vrouw met brandende haren en in brandend nachtgewaad in doodsangst en hevig gillend alswaanzining heen en weer zag rennen. Ik zag mannen en vrouwen uit vensters sprin gen, daar zij geen anderen uitweg zagen om de vlammenzee te ontwijken. Ik hoorde een man, die van de tweede étage naar bene- DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Enorme brand in een hotel te Lansing in Michigan (V. S.), waarbij circa 50 gas ten gedood zijn. Honderd worden nog ver mist. (Buitenl. Ber. 1ste blad). De slotzitting van den Volkenbondsraad. (2de blad). Een opzienbarende verklaring van Saito inzake bereidheid van Japan om het be stuur van N.-China op zich te nemen. (2de blad). BINNENLAND. Heden vergaderde de Boerenbond van den L. T. B. te Haarlem. (1st. blad). De bekende volkszangleider en compo nist Arnold Spoel is in Den Haag overle den. (1ste blad). Zij, die zich vanaf heden abon- neeren op „De Lcidsche Courant", ontvangen de nog te verschijnen nummers tot 1 Januari a. s. gratis DE ADMINISTRATIE. HAZERSWOUDE (GROENENDIJK). DE NIEUWE PASTOOR Pater TIMOTHEUS VAESSEN, Ongesch. Carm. den sprong, met een doffen smak op de straat neerploffen, waarbij hij armen en beenen brak". Vermoedelijk vijftig slachtoffers. Men meldt nog nader uit New York: Het aantal slachtoffers van den hotel brand te Lansing staat nog steeds niet vast. Er worden nog ongeveer 90 hotelgasten vermist en men vreest, dat het aantal doo den tot vijftig zal stijgen. Hedenmorgen is men begonnen met het doorzoeken van de gloeiende puinhoopen. Men neemt aan, dat zich onder het ijs van de Grand River, waarin verscheidene ho telgasten in hun doodsangst zijn gespron gen, nog meer lijken bevinden. Volgens mededeelingen van overlevenden hebben zich in het brandende hotel vreeselij ke pa- niek-scénes afgespeeld. Vrouwen met bran dende haren en kleeren renden door de gangen, vele gasten werden bij pogingen om zich in veiligheid te brengen onder den voet geloopen. Twintig minuten lang klon ken de kreten van doodsangst, tot het ho tel met donderend geraas in elkaar stortte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1