Wat zal 13 Januari a.s. aan Europa brengen?
DE KANSEN VAN HET SA ARPLEBISCIET.
De gebeurtenis, welke in de komende
'maand Januari de aandacht der we
reld in een vasten greep zal gespan
nen houden, heeft reeds jarenlang
haar schaduw vooruitgeworpen. De
internationale verhoudingen, welke op
meer dan één punt de grens van een
wereld-catastrophe zijn genaderd
waarom zou men het niet met ronde
woorden erkennen? zullen rond
den tijd, dat het plebisciet in het Saar-
gebied plaats vindt, een geweldigen
schok moeten opvangen en het is de
vraag, of zij nog voldoende veerkracht
bezitten, om deze enorme stootkracht
van jarenlangen strijd te elimineeren.
Deze vraag met stelligheid te beant
woorden, is vooralsnog onmogelijk
de vrees, welke er aan ten grondslag
ligt, is wellicht in staat een al te pes
simistische stemming op te roepen.
Het is beter af te wachten en ons
goed te bezinnen op de les, welke de
historie van het Saargebied leert, n.l.
deze, dat vredesverdragen, ingegeven
door haat, noodwendig de kiemen in
zich dragen voor een volgend conflict.
volg hiervan vaardigde de Duitsdie regee-
men vóór den terugkeer naar Duitschland
ring een verbod uit tot het dragen van uni
formen en het houden van optochten bin
nen de gedemilitariseerde zone aan de Duit-
sche zijde.
Intusschen schijnen de gemoederen weer
eenigszins te zijn bedaard. Er kunnen ech
ter nog steeds onverwachte wendingen in
de situatie optreden. Voor zoover het zich
thans laat aanzien, verwacht men, dat het
plebiciet wel ten gunste van Duitschland zal
uitvallen.
De mogelijkheid om na een eventueele
keuze tot handhaving van den status quo
binnen vijf jaar opnieuw een plebicvt te
doen uitschrijven, welk plan door Prins
Löwenstein warm werd bepleit, moet als
uitgesloten worden beschouwd.
Zoo staat niet slechts het Saargebied zelf,
maar geheel Europa voor een gewichtige
gebeurtenis. Of alles in pais en vree zal
verloopen, moet de naaste toekomst leeren.
Met groote voortvarendheid is men bezig
de voorbereidingen voor het plebiciet te
treffen. Ten einde te voorkomen, dat onbe
voegden zich laten inschrijven voor de
volksstemming, worden in het stadhuis van
Saarbrücken alle aanvragen vergeleken
met de gegevens van het volksregister het-
het land Nassau, werd het in 1792 door
Fransche troepen overweldigd. Na den val
van Napoleon kwam het in 1815 aan Prui
sen, totdat het Verdrag van Versailles aan
dit Pruisisch bezit weder een einde maakte.
Hoewel tegen zijn zin, maar zooals Her-
riot in December 1932 openlijk verklaarde,
daartoe geprest door Amerika, kon Frank
rijk toen geen onbeperkt bezit ervan ma
ken, doch mocht genoegen nemen met een
beheer door den Volkenbond over het be
twiste gebied, met dien verstande (zooals
wij bij den aanvang reeds zeiden), dat een
plebisciet na 15 jaar een beslissende uit-
H. E. Bindo Galli, president van het
gerechtshof, in vol ornaat.
spraak zal doen. Sindsdien wordt het Saar
gebied bestuurd door een uit 5 leden be
staande regeeringscommissie, welke door
den Volkenbond is aangesteld. Naast deze
commissie bestaat èr nog een z.g. Lands-
raad, welke uit 30 leden bestaat en geheel
Duitsch georiënteerd is, doch voor de Fran
sche regeer in gse om miss ie een instelling
van geen beteekenis wordt geacht. De 600
man tellende Fransch-Belgische bezettings
troepen, welke in den zomer van 1927 al
daar voor spóorwegbewaking werden ge
vestigd, teneinde tijdens de bezetting van
het Rijnland de ach terwaar tsche verbindin
gen te waarborgen, werden in December
1930, nadat 5 jaar voor den eertijds vast-
gestelden datum de Rijnlandontruiming een
feit was geworden, onder goedkeuring van
den Volkenbond, teruggetrokken. In ge
noemd jaar werden tusschen Duitschland
en Frankrijk onderhandelingen gevoerd en
op een definitieve regeling over de souve-
reiniteit van het Saargebied niet te wach
ten tot 1935, doch meteen tot een vergelijk
te komen.
De maandenlang te Parijs gehouden be
sprekingen waren een uitvloeisel van over
leg tusschen Briand en Stresemann tijdens
de eerste Haagsche schadevergoedingscon
ferentie. Zij beoogden een regeling te vin
den voor een vervroegde teruggave aan
Duitschland van het Saargebied.
Toen reeds werd voor 1935 een volks
stemming voorzien, welke naar de alge-
meene volksstemming in Duitschland, ten
voordeele van terugkeer binnen het rijk
zou uitvallen. Ook in Frankrijk scheen men
op den uitslag van het referendum nauwe
lijks meer hoop -te bouwen en dit wakker
de de bereidwilligheid der Fransche regee
ring om een vervroegde oplossing te over
wegen, ten zeerste aan. Het lag toch voor
de hand, dat Duitschland heel wat zou over
hebben voor een dadelijke terugkeer van
den verloren zoon. Frankrijk vroeg daar
voor een duurzaam gemeenschappelijk be
zit van de mijnen, welke in dat geval op
de wijze van een naamlooze vennootschap
zouden worden beheerd. Deze eisch wees
Duitschland zoo stellig mogelijk van de
hand en daarop zijn de besprekingen ten
slotte gestrand. Reeds toen bleek nog dui
delijk, dat Frankrijk met angst het ko
mend plebisciet tegemoet ziet en daar de
kans van inlijving bij de Fransche repu
bliek reeds zoo uiterst miniem werd ge
acht, begon hij er prijs op te stellen dan
maar de status quo ook in de verre toe
komst gehandhaafd te zien. Het laat zich
dus gemakkelijk indenken, dat Frankrijk
niet stil is blijven zitten. Naast den Duit-
schen Landsraad, welke wij boven reeds
noemden, stelde de Fransche regeer in gs
commissie nog een tweede Kamer in van
acht leden, welke geheel onder Franschen
invloed staat. De taak de^er Kamer is haar
goedkeuring te hechten aan besluiten der
regeeringscommissie, welke hierdoor bij
den Volkenbond den indruk wil vestigen,
dat deze besluiten terdege rekening houdén
met het welzijn en den wil der bevolking.
Hoewel door de politieke partijen een felle
strijd werd gevoerd om opheffing te ver
krijgen van deze Kamer, waarvan men
niets te verwachten heeft, werd haar man
daat toch verlengd.
Algemeen is de Duitsche bevolking dan
ook van meening, dat Frankrijk door deze
Kamer duistere invloeden wil doen gelden
om bij de verkiezingen een onzuivere
stemming te bewerkstelligen. Dit viel te
meer op, daar vooral in latere jaren vele
Fransch gezinde personen,
die tot nog toe allerlei min
dere ambten bekleedden,
bij voorkeur door de re
geeringscommissie tot de
hoogste functies werden
toegelaten. Men zag in hen
niets anders dan Fransche
agitators. De antipathie,
welke deze personen zich
lan ook bij de bevolking op
den hals halen, heeft meer.
deren onder hen reeds den
aftocht doen blazen, waar
na hun functies niet meer
worden bezet...., terwijl
hun aldus geheel overbodig
gebleken werkzaamheden
toch gehonoreerd waren
met ca. 500.000 frs. per
hoofd! Maar nog machti
ger middel beoogde Frank
rijk zich te benuttigen en
wel de pers! Ook hierin
vond het echter heel wei
nig medewerking van de
bevolking, hetgeen duide
lijk in de in het Saarge
bied verschijnende dagbla
den tot uiting komt. De
laatste jaren is er nog
slechts een blad in het
Saargebied, dat op de zijde der Fran
schen is, n.l. de „Saarlouiser Journal".
Hoewel het blad zich aanvankelijk als
zeer neutraal voordeed, kwam later
steeds meer en meer zijn Fransche ge
zindheid naar voren. Een groote moei
lijkheid, waarmede dit blad te kampen
had, is het feit, dat het geen medewerkers
uit het Saargebied zelf kon vinden, want
iedere Saarbewoner, die zijn medewerking
zou toezeggen, haalde zich onherroepelijk
de verachting zijner medebewoners op den
hals. De Franschen konden voor hun me
dewerkers slechts enkele minderwaardige
krachten krijgen. Slechts één journalist
van naafn was er toe overgegaan zich aan
het blad te verbinden, n.l. dr. Feien, vroe
ger de redacteur van een liberaal, daarna
van een soc.-democratisch, vervolgens van
een communistische en tenslotte bijna van
een nat.-socialistisch orgaan. De onderhan
delingen met de leiders van laatstgenoemd
blad werden echter afgebroken. Tenslotte
waren de Franschen erin geslaagd hem als
hun medewerker te verkrijgen.
Deze sterk pro-Duitsche sympathie der
Saarbevolking werd in later jaren wel wat
tung", dat gemeene zaak
maakte met de Nazi's, een
nieuw Katholiek dagblad
werd opgericht, de „Neue
Saar-Post", hetwelk in één
maand tijd 30.000 abonné's
wist te boeken.
Behalve de Katholieken,
zijn ook de socialisten, die
eertijds voorstanders wa
ren van de herstelde ver-
eeniging van het Saarland
met Duitschland, verklaar
de tegenstanders gewor
den, zoo zelfs, dat sinds
Hitier het marxisme in
Duitschland heeft neerge
slagen het Saargebied een
der middelpunten werd der
socialistische en ook com
munistische actie tegen het
nat. socialisme en tegen het
bewind van Hitier. Hierbij
scharen zich tenslotte, behalve natuurlijk
de weinig Joden, ook nog de Christelijken,
sinds de losbarsting van den strijd in de
protestantsohe kerkgenootschappen in
Duitschland.
Het is niet te verwonderen, dat een en
ander Hitier niet ontging. Met spoed werd
er danook voor zorg gedragen, dat op de
eerste plaats een modus vivendi werd ge
vonden met de Duitsche Katholieken, ter
wijl iedere nieuwe botsing vooral den laat-
sten tijd zorgvuldig wordt vermeden. Het
Vaticaan, dat zich steeds op een verzoenend
standpunt pleegt te stellen, gaf gehoor aan
de toezeggingen der Nazi's. Hierdoor werd
zijn standpunt verklaard, hetwelk het Va
ticaan onlangs officieel aan de Fransche
regeering ter kennis heeft gebracht. De be
volking van het Saargebied zou van haar
priesters wel niet formeel den raad maar
Een typeerend „Warndt-Kreuz" in het Saar
gebied met het inschrift: „Herr, mach
uns frei".
geen begrijperlijkerwijze een ontzaggelijken
arbeid vordert.
Ook tallooze regelingen omtrent firian-
cieele kwesties zullen het volkenbonds
comité heel wat hoofdbrekens kosten.
Zou het Saargebied in 1935 weer aan
Duitschland komen, dan nog zou Duitsch
land krachtens het vredesverdrag de Saar-
mijnen voor een „in goud te betalen prijs"
moeten terugkoopen. Een arbitrage-com
missie van drie deskundigen (een Fransch-
man, een Duitscher en een neutraal Volken
bondsgedelegeerde) zal alsdan de koopsom
moeten bepalen. Houdt men rekening met
de waarde der mijnen, welke indertijd door
de schadevergoedingscommissie op 300 mil-
Lioen goud-francs werd geschat, en telt men
hierbij de bovenvermelde waarde der ge
middelde productie der mijnen, dan kan
men zich een idee vormen, tot welke fabel-
De „Commissie van drie" tijdens een bespreking in het Chigipaleis te Rome. Deze
commissie bestaat uit den Italiaan Baron Aloïsi (voorzitter; 3e van links), den Argen
tijn Cantilo en de Spanjaard Lopez Olivan.
toch de aanwijzing krijgen, dat het stern-
moet worden beschouwd als te zijn de „uit
drukking van haar volkomen gerechtvaar
digde meening". Wat de socialisten betreft,
werd door dr. Ley, den leider van het
Duitsch arbeidsfront, officieel o.m. ver
klaard, dat in beslag nemen van het ver
mogen der vakivereenigingen in het Saar
gebied niet wordt overwogen en hierom
trent dus geen vrees behoeft te bestaan.
Duitschland ging echter nog verder dan
alleen te trachten de verloren sympathiën
door eigen gedrag te herwinnen; het begon
daarnaast een krachtige propaganda-actie
in het Saargebied zelf te ondernemen. Deze
actie nam dusdanige afmetingen aan en
werd op een dergelijke ontoelaatbare wijze
gevoerd, dat de regeeringscommissie, waar
van Knox aan het hoofd staat, een stevig
gedocumenteerd rapport hierover uitbracht
aan den Volkenbond. Doch hierbij alleen
bleef het niet in Juli jl. zagen wij, hoe op
eens twintig bladen tegelijkertijd werden
verboden. Het conflict nam steeds scher
per vormen aan, waarop Frankrijk plotse
ling troepen samentrok in de Saargrens, om
bij een mogelijke putsch van Duitsche zijde
onmiddellijk te kunnen ingrijpen. Als ge-
achtige bedragen deze koapptijs zou op
klimmen. En dan denken wij onmiddellijk
aan een artikel in het orgaan van den Chris
telijken Mijnwerkersbond, de „Saarberg-
klappe", waarin deze arbeiders niet alleen
als hun vaste en onbuigzame wil verklaar
den, dat zij niet met zich laten spelen en
dat het Saargebied ten spoedigste weer met
Duitsahland werde vereenigd, maar waar
in zij ook den eisch stefllen, dat alle mijnen
en kolenvoorraden weder in het bezit wor
den gesteld van hun vroegere, rechtmatige
eigenaars (dus zonder koopsom!) En de
gene, voor wien dit nog niet genoeg zegt,
herinnere zich de eens gedane uitspraak
van Hitler, die door het geheele Versailles-
verdrag een streep wilde halen!
En dan heeft Frankrijk niet alleen nul op
het plebk~et, maar mag bovendien flui
ten naar zijn honderden millioenentaRen
goudfrancs! H. P. B.
Baron Aloïsi en Dr. Knox, president der
regeeringscommissie tijdens een bespreking
te Rome.
Men zal thans begrijpen, welk belang
gemoeid is aan het bezit van een dergelijk
rijk industriegebied. Nadat het aanvanke
lijk eeuwenlang ongestoord bezit was van
getemperd door den slechten economischen
toestand, welke wel sterk afstak tegen die
in Frankrijk resp. in het binnen het Fran
sche munt- en douanegebied gebracht Saar
gebied. Dit vond vooral zijn oorzaak in het
feit, dat Frankrijk, hoe meer het inzag, dat
de Saarbevolking den terugkeer naar
Duitschland zou prefereeren, steeds min
der bereid bleek nieuwe credieten in het
Saarland te investeeren, terwijl de bestaan
de Fransche credieten werden ingetrok
ken. Hierdoor is de Saarbevolking niet lan
ger in staat de noodige goederen in Frank
rijk te koopen, terwijl daarentegen de be
staande credietenregeling tusschen Frank
rijk en het Saargebied den invoer van wa
ren uit Duitschland in hooge mate belem
mert. Intusschen bracht naast dezen eco
nomischen nood ook het Hitler-regime een
gedeeltelijke ommekeer in dé gezindheid
van vele Saarlanders. Op de eerste plaats
was daar de vijandige houding der nat.
socialisten ten opzichte van
de Duitsche Katholieken,
hetgeen' op de Saarbevol
king, welke voor het mee-
rendeel den katholieken
godsdienst is toegedaan,
een voor Duitschland zeer
ongunstigen invloed had.
Typeerend hiervoor is, dat
in het begin van dit jaar
als tegenhanger van het
Katholieke dagblad de
„Saarbrücken Landeszei-
Hoe dichter de datum nadert van het
zelfbestemmingsrecht der bewoners van
het Saargebied, of zij in de toekomst tot
Frankrijk zullen behooren, dan wel weder
Duitsche onderdanen zullen zijn, des te
feller wordt door partijen wederzijdsch
een actie ontwikkeld om wederkeerig stem
men voor zich te winnen. Zooals men weet
zag Duitschland bij het Verdrag van Ver
sailles af van het bestuur over het Saar
gebied en droeg dit over aan den Volken
bond als beheerder. Echter werd de restric
tie gemaakt, dat na 15 jaar, dit is dus op
13 Januari 1935, de bevolking vain het Saar
gebied zelf mag kiezen onder wiens sou-
vereiniteit zij in den vervolge wenscht te
staan.
Om nu een inzicht te krijgen, van welk
enorm belang deze kwestie niet alleen voor
de betreffende bewoners zelf, maar ook
voor het overig Europa is, moet men zien
de economische en politieke constellaties
ter plaatse goed voor oogen houden. Het
Saargebied immers is een der dichtst be
volkte streken der aarde. Op een oppervlak
te van 1910 K.M.2 wonen circa 800.000
menschen. Het grootst gedeelte der bewo
ners vindt zijn bestaan in de mijnen en
industrie, terwijl de landbouw slechts in
zeer beperkte mate wordt uitgeoefend. Ne
derland heeft eeuwenlang met het Saarge-
bied een vlotten handel gedreven. Als
groote zeemogendheid betrokken wij het
hout voor onze scheepswerven voor een
belangrijk deel van hier, waar het in groo
te vlotten via Saar, Moezel, Rijn naar Ne
derland werd vertransporteerd. Bovendien
was de hoofdstad Saarbrücken de stapel- j
plaats van de koloniale waren, welke van
daaruit verder werden vervoerd naar de
Pfaltz, den Elzas, Zwitserland en Italië.
De opkomst der spoorwegen en de ont
wikkeling der stoom-Rijn vaart hebben
naast andere motieven langzamerhand een
einde gemaakt aan dit Nederlandsch han
delswezen in het Saargebied.
Intusschen is deze streek voor den we-
reldhandel gestadig van veel grooter be
teekenis geworden, behalve door reeds bo
vengenoemde boschexploitatie nog meer
door haar rijke kolen- en ijzermijnen, wel
ke uiterst intensief worden bewerkt.
De opbrengst der kolenmijnen bedraagt
bij voorbeeld ca. 13.000.000 ton per jaar.
Allerlei industrieën hebben er zich lang
zamerhand uit het mijnwezen ontwikkeld,
terwijl de hoofdstad Saarbrücken een zeer
belangrijk strategisch spoorwegknoop
punt is.
EEN
FATALE DATUM?
L. Gondet, benoemd tot lid van het
gerechtshof voor de Saarstemming.
W. Moretti, benoemd tot lid van het
gerechtshof voor de Saarstemming.