HULP IN NOOD
ZATERDAG 1 DECEMBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG.fi
AFDEEL1NG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND.
Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen en
mededeelingen te richten aan een der redactieleden: Mejuffrouw LAURA WERY,
Pieterskerkkoorsteeg 15, Leiden; Zr. I. VAN DEN ABEELEN, Willem de Zwijger-
laan 25, Oegstgeest; Mevr. FEHMERSBOER KNOTTNERUS, Warmonderweg 37.
DE H. NICOLAAS.
In de a.s. week vieren we weer den feest
dag van dezen heilige. Geen kind, vooral
in onze streken, is er of hij kent den naam
van St. Nicolaas. Een feestdag, zooals er
na de groote christelijke feesten, niet veel
zyn.
Van zijn leven is niet zoo heel veel be
waard gebleven. Hij werd geboren uit aan
zienlijke ouders, die al vroeg zijn groote
godsvrucht bemerkten. Zoodra hij ook den
gewenschten leeftijd bereikt had, werd hij
priester gewijd. Doordat zijn ouders vroeg
stierven, kwam hij in 't bezit van hun rijk
dom. Door zijn warm hart voor kinderen
en hulpbehoevenden schonk hij veel van
z'n geld weg. Een legende verhaalt, dat hij
op een nacht drie buidels met goudstukken
door een raam wierp, om als bruidschat te
dienen voor drie dochters, die anders niet
konden trouwen. De vader, die al in groote
moeiten verkeerd had, was hierdoor zeer
gelukkig. Meestal in het geheim heeft hij
zijn gaven uitgedeeld. Ook toen hij later tot
bisschop van-Myra in Klein-Azië gekozen
was, bleef hij steeds bekend om zijn groote
liefdadigheid. Na zijn dood omstreeks 345
bleef zijn graf een druk bezocht pelgrims
oord. Toen echter in 987 de Turken de
stad Myra innamen, openden eenige zee
lieden zijn graf en brachten zijn lichaam
over naar Bari in Italië.
Laat zijn voorbeeld ons aansporen, vooral
in deze tijden, om eens van harte goed te
doen. Immens als we een heilige willen ver
eeren, moeten we dit doen in den zin der
H. Kerk, n.l. in de eerste plaats door zijn
voorbeeld na te volgen. En is het beoefenen
van de liefdadigheid niet echt vrouwen
werk? „Zij opent hare hand voor den be
hoeftige en strekt hare armen uit naar den
arme" zoo lezen we in het Boek der Wijs
heid in de bekende lofspraak op de god-
vreezende en sterke vrouw. Ieder weet in
iijn omgeving wel een plaats waar zy in
stilte kan goed doen. En nog meer dan vroe
ger zal het gewaardeerd worden als St.
Nicolaas boven verwachting, dit jaar eens
in minder welvarende gezinnen zijn gaven
brengt.
„SANCTA VERONICA".
Van verwachting klopt ons hart!
Onze e.v. zitting valt wel bijzonder guns
tig n.l. op 13 December, Sinterklaasfeest!
Wie zou er niet iets extra's voor ons over
hebben dien dag? Moge de groote Heilige
ons helpen! 't Is zoo hard en hard noodig!
Wjj hopen dat er door onze ijverige help
sters weer hard gewerkt is, want de kast
heeft deze afgeloopen maand honderden
stuks moeten afgeven, zoodat er veel hia
ten gekomen zijn.
Komt, Dames, helpt U nu eens allen, om
onze linnenkast weer goed gevuld te ma
ken. Steunt dit binnenlands Missiewerk
eens heel hartelijk; 't is voor Uw eigen
stad ja zelfs standgenoten, die door deze
crisis in moeilijkheden geraakt zijn.
Veel materiaal ligt er weer gereed, dus
komt in groote getale Donderdagmiddag
tusschen 35 uur naar bovenzaal van het
Vincentiusgebouw, Hoogl. Kerkgracht 32.
En tevens vergeet niet, 't is St. Nicolaas,
U geheele jaar hebben wij goed ons best
gedaan, dus.... hebben de koek verdient!!
Schenkt ons dien, in den vorm van uw fi-
nantieele steun; al is 't nog zoo gering! al
les is welkom!!
Van verwachting klopt ons hart!!
HET ZIEKE KIND.
In het tijdschrift voor ziekenverpleging
komt het volgende voor over het zieke
kind:
Vele menschen beschouwen een kind als
een miniatuur volwassene. Dat was het
geen eenige eeuwen geleden de schilders
ook deden. Sedert men echter een nauw
keuriger kennis heeft van de anatomie, ken
nen onze schilders de verschillen tusschen
een kind en een volwassene maar al te
goed.
Zoo is het echter nog niet met alle men
schen.
Een kind is geen klein mannetje of
vrouwtje Maar het is moeilijk voor ons
volwassenen, die veraf staan, van onze
eigen kindertijd, te begrijpen wat de ver
langens van een kind zijn en waarom hij
zich naar onze meening zoo onmoge
lijk gedraagt.
Ziekte brengt deze verschillen nog meer
naar voren.
De lichamelijke reacties van het kind, zijn
heftiger dan de onze. Het wordt sneller ziek,
maar is ook sneller gezond. Het krijgt ge
makkelijk een zeer hooge temperatuur en is
dan echt ziek. Met kan b.v. met Moeder
den geheelen middag in de stad zyn ge
weest, plotseling 's avonds gaan huilen,
hooge koorts hebben en den volgenden
morgen gezond opstaan en om zijn ontbijt
vragen. Het braakt gemakkelijk en krijgt
gemakkelijk stuipen, een bewijs van zijn
onevenwichtig zenuwstelsel. Het kan bra
ken doordat het slijm in het mondje heeft,
omdat hem iets niet aanstaat, door hoesten,
door te veel eten, door oververmoeidheid
of alleen maar uit gewoonte. Maar ook door
koorts of ernstig hersenlijden.
Volwassenen braken lang niet zoo ge
makkelijk.
Ook het aangeven van pijn is voor een
klein kind erg moeilijk. Zij klagen over
buikpijn en wijzen in de maagstreek of op
hun ooren.
Na een paar dagen flink ziek zyn, is een
kind meestal zoo monter en opgewekt, dat
de Moeder zich maar niet begrijpen kan
dat het kind nog een weekje in bed moet
blijven. In dit opzicht wordt nu nog al eens
gezondigd, omdat een kind niet zooals een
groot mensch, eerst eens een uurtje op
staat en zoo geleidelijk aan went, viert het
de ziekte niet genoeg uit, krijgt weer een
terugslag en begint te kwakkelen.
Liever een paar dagen langer in bed en
flink uitvieren, ook al verveelt het kind
zich.
In verband met het bezig houden van
kinderen in bed, wil ik er zelf nog dit aan
toe voegen. Geef hun gelegenheid gezellig
te spelen en verschaf hun daartoe een speel-
plank, bestaande uit een plank van 25 of
30 c.M. breedte, waaraan twee zijkanten, die
tusschen de matras van het kinderbedje
schuiven en die zoo hoog moeten zijn dat
het kind gemakkelijk de beentjes onder de
plank bewegen kan
U zult eens zien hoeveel gemakkelijker
u uw kleine zieke kunt bezig houden en hoe
veel minder vermoeiend het spelen wordt.
I v.d. Abeelen.
IMTERPAROCHIEELE
„WIJ HEBBEN IETS TE ZEGGEN".
IV.
De gedachten van oud-Centraal-Praeses
v. Galen, u gegeven onder het motto „wij
hebben iets te zeggen", dwingen ons tot
het aanvaarden van nog meer konsekwen-
ties uit het Kolpingsprogram.
Daar is b.v. ons katholieke jeugdwerk.
Is 't wonder, dat meerdere Gezellen zich
geheel geven voor dit hooge en noodzake
lijke werk? De felle offerzin dwingt de
Kolpingszonen tot een taak, die wel mooi
maar moeilijk is. Als Kolping, onze held,
zelf in de branding van den tijd zijn pries-
terziel wijd open zet voor de jonge gene
ratie, die aanstonds de draagster is der
katholieke gedachten, dan doet hy het al
leen, omdat hij in de jonge menschen de
ontvankelijke harten ziet en de trilling ont
waart van willende krachten. De jeugd zal
hellen naar goede of kwade zijde, naar ge
lang de golven van het leven hun loop
kunnen richten. Welnu, aan de tientallen
Kolpingszonen, die zich schenken aan de
vorming der katholieke jeugd, blijve deze
gedachte bij: ons werk is bouwen aan jon
ge menschen, bouwen in geestdrift en in
liefde. Elkeen beseffe die hooge, maar ver
antwoordelijke taak.
Kolping, geniale kracht en sterke bezie
ler, wat een roeping is ons gegeven. Toen
gij in Keulen stond, alleen in de groot-stad,
toen zijt gij meermalen gegaan naar de
Moeder aller menschen. En wij?
Kolping, felle idealist, wat een beproe
ving en ontgoocheling is uw deel geweest.
Wat een haat sperde de monden van Gods
haters open, die uw werk ondergraafden
en uw edelste bedoelingen hebbèn beklad.
Maar dan was de H. Eucharistie uw levens
bron. En wij?
Kolping, leer ons in het felle van den
strijd Maria's hand omknellen en voer ons,
zwakkelingen, naar den Koning der Eucha
ristie. S e v e r u s.
WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET.
(85)
We schreven de vorige maal over de ons
opgelegde taak van wereldbekeering. Toet
sen wij die opgave aan hetgeen in ons land
bewerkt is, dan kan tot op zekere hoogte
gesproken worden van voldoening. Ons on
derwijs, onze pers, onze vereenigingen, on
ze radio, het zijn allen kloeke bewijzen vam
den wil der katholieke Nederlanders.
Dat ten aanzien van deze zaken nog on
verschilligheid heerscht bij sommige katho
lieken doet aan de resultaten wel afbreuk,
hoewel we over het algemeen met de za
ken op zich sterker staan dan menige ka
tholieke volksgroep in andere landen.
Nu zal menigmaal de vraag rijzen: „Gaat'
het katholieke volksdeel vooruit?" Het
antwoord luidt bevestigend. Natuurlijk is
er. afval en de groote steden van ons land
leveren droeve resultaten, maar over het
geheel is er door het hechte katholicisme
van het platteland en uit de kleine steden
een winst te zien. De offers van jaren zijn
niet te vergeefs geweest.
Gesteld ook dat wij geen pers, geen eigen
onderwijs etc. gekend hadden, dan zou de
toestand zeer zeker angstwekkender zijn.
Menigeen erkent op lateren leeftijd, dat de
roomsche sfeer van onderwijs of wat ook
hem vast heeft gehouden; ook in den nacht
van zielestrijd en louw gelooven.
Dat alles weet de Paus eveneens. Er
moge dan verschil van omstandigheden
zijn indiverse landen, toch heeft het com
plex van vraagstukken Hem gebracht tot
een complex van middelen. We hebben ze
zoo goed mogelijk in circa 50 artikelen voor
u ontleed en daarbij gewezen op feiten en
toestanden in ons land, waarop de Ency
cliek van Pius XJ. met succes is toe te pas
sen. Ook het volgende eindoordeel over de
noodzakelijke eenheid en samenwerking
'is leerzaam. Leest en onthoudt!
„Wat intusschen de rustelooze ijver der
katholieken tot stand weet te brengen, zoo-
wed op maatschappelijk en economisch ter
rein als op dat van onderwijs en gods
dienst, is natuurlijk aan niemand onbe
kend. Maar deze heerlijke, opofferende ar
beid verliest niet zelden aan vruchtbaar
heid door een te groote versnippering van
krachten. Laten daarom allen, die van goe
den wil zijn, allen, die onder aanvoering
van de Herders der Kerk dezen goeden en
vreedzanien strijd voor Christus willen
strijden, zich hecht aaneensluiten; laten
allen er naar streven, onder de leiding en
leering der Kerk, tot de christelijke ver
nieuwing der maatschappij, die Leo XIII
door Zijn onsterfelijke Encycliek „Rerum
Novarum" ingezet heeft, het hunne bij te
dragen, overeenkomstig ieders talenten,
krachten en maatschappelijke positie. La
ten zij daarbij niet zichzelf of hun eigen
belangen zoeken, maar de beiangen van Je
zus Christus. Ook niet de eigen meening
tegen eiken prijs willen doorvoeren en
doordrijven, maar opk.de beste plannen be
reidwillig prijsgeven, als het hoogere ge
meenschappelijk belang zulks mocht vor
deren, opdat in alles en boven alles Chris
tus regeere, Christus heersche, aan Wien
eer en glorie en heerschappij toekomt in
eeuwigheid".
Welk een eerlijk en krachtig pleidooi
voor eenheid der katholieken, welk een
verheven taal van dezen Wereldziener, Die
niet aarzelt aan te bevelen, wat anderen
verwerpen of smalend verprutsen.
De eigen meening weten prijs te geven,
waar hoogere belangen dat eischen, dat is
katholicisme; gehoorzamen aan de kerke
lijke overheid, ook in zaken van wereld
lijke orde met geestelijke achtergrond, dat
alleen is katholieke praktijk. Wie alzoo de
les van Pius XI verstaat behoort tot de
generatie,die critik zal moeten slikken,
maar die de critici zullen overwinnen door
de kracht der waarheid. S. M.
AAN DE NIET-„SEBASTTANEN".
Gezellen! hebt u wel eens gehoord wat
dat zijn, „Sebastianen". Niet? Nu dan leest:
Sebastianen zijn die gezellen, die buiten
hun lidmaatschap van hun vereeniging ook
lid zijn van de Liedertafel „Sebastiaan
Schaffer" onderafdeeling van onze mooie
Gezellenvereeniging en deze leden worden
in de wandeling „Sebastianen" genoemd.
Maar weet u wat nu heel jammer is? De
Leidsche Gezellen-Vereeniging heeft veel
te weinig „Sebastianen", dat kan en
m o et meer worden; daarom, Gezellen, doe
ik een beroep op alle leden van de Ver
eeniging.
Wordt lid van de Liedertafel, die een
van de mooiste onderafdeelingen is van
onze Vereeniging.
Wordt spoedig lid; want willen wij
een mooie Kerstuitvoering geven, blijft dan
niet lang weg, want aanpakken is de bood
schap.
Gezellen, ik wil feitelijk de Liedertafel
niet propageeren, want men moet het lid
maatschap ondervinden, dan eerst
weet men wat het is en zoo winnen wij er
bij; want hebben wij enkele leden, ik ver
zeker u dat zij de zaak wel zullen propa
geeren. Daarom stel ik maar één vraag,
die gij, Gezellen, slechts daadwerkelijk
kunt beantwoorden:
Wie wordt lid van de liedertafel, en geeft
zich a.s. Vrijdag-avond op?
Enorme toeloop gewenscht, Kolping
trouw.
INSTALLATIEFEEST.
De 25 aspiranten zullen, na een wekenlan
ge voorbereiding, geïnstalleerd worden als
Gezellen.
Morgen is het feest in onze vereeniging.
In de kapel van het R.K. Weeshuis (St.
Jacobsgracht) wordt 's morgens te 8 uur
tot hun intentie de H. Mis opgedragen. Al
len worden daar vóór 8 uur verwacht en
nemen deel aan de algemeene H. Commu
nie.
In het Gezellenhuis begint 's avonds te
half negen de feestavond. Onze Praeses,
KALENDER DER WEEK
BEGIN VAN HET KERKELIJK JAAR
Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG, 2 December. Zondag v. d. Ad
vent. Begin v. h. Kerkelijk Jaar. Mis: Ad
te levavi. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H.
Bibiana, Maagd en Martelares; 3e ter e^re
van Maria. Credo. Prefatie v. d. Allerh.
Drieëenheid. Kleur: Paars.
De tijd van voorbereiding op de komst
van Christus is daar! Daarom gebroken
nu met de werken der duisternis (de zon
de) en in ons leven den Christus nageleefd
(Epistel). Uit ons zeiven daartoe onmach
tig, moeten wij ons vertrouwen verleven
digen en bidden: „Heer, leer Gij ons Uwe
wegen; wek in ons op Uwe macht". (In-
troitus, Gebed, Graduale). Zoo hopen wij
met Gods hulp ons waardig voor te berei
den op de komst van Christus bij het H.
Kerstfeest, maar ook op Zijn tweede komst
ten oordeel (Evangelie). Vertrouwvol bren
gen wij tot dat doel ons offer, door welks
kracht wij gezuiverd, mogen gaan tot de
kribbe en tot de rechterstoel van Wien wij
ons offer hebben ontvangen. (Stilgebed).
MAANDAG, 3 December. Mis v. d.
Francitcus Xaverius, Belijder: Loquebar.
2e gebed v. d. dag. Kleur: Wit.
N.B. Als wordt aangegeven gebed v. d.
dag, dan moet worden gebeden het gebed
uit de H. Mis v. d. vorigen Zondag.
Franciscus Xaverius, Jezuiet, één der
eerste metgezellen v. d. H. Ignatius, den
geestelijken vader der Jezuieten, verkon
digde het H. Geloof in Indië en Japan,
waar hij door zijne prediking duizenden
en duizenden bekeerde. Op weg naar
China om ook daar den Christus te gaan
prediken, stierf hij op het eiland Sancian
nabij China, in een hut. Zijn lichaam werd
begraven op het strand, doch later over
gebracht naar Goa, naar de kerk aldaar
ter zijner eere gebouwd.
DINSDAG, 4 December. Mis v. d. H.
Petrus Chrysologus, Bisschop, Belijder en
Kerkleeraar: In medio. 2e gebed v. d. dag;
3e v. d. H. Barbara, Maagd en Martelares.
Credo; Kleur: Wit.
Nog diaken zijnde werd de heilige van
dezen dag tot Aartsbischop van Ravenna
verheven. In zijn strijd tegen Eutyches
(die leerde, dat in Christus maar één na
tuur was), was hij een krachtige steun
voor Paus Leo I. In zijn bijnaam „Chry
sologus" (gouden spreker), dankt hij aan
zijn voortreffelijke welsprekendheid.
WOENSDAG, 5 December. Mis v. d. vo
rigen Zondag: Ad te levavi. Geen Gloria.
2e gebed v. d. H. Sabbas, Abt; 3e ter eere
van Maria. Alleluja met vers wordt weg
gelaten. Kleur: Paars.
DONDERDAG, 6 December. Mis v. d.
H. Nicolaus, Bisschop en Belijder: Statuit.
2e gebed v. d. dag. Kleur: Wit.
De groote wonderdoener van het Oos
ten, de H. Nicolaus, werd geboren te Pa
tara in Lycië. Na den dood zijner ouders
erfde hij hun belangrijk vermogen. Nico
laus deelde dit uit aan de armen en wijd
de zichzelven aan God toe. Op een pel
grimsreis naar het H. Land stilde hij op
wonderbare wijze (door een berisping)
een storm, welke hij had voorspeld. Als
bisschop van Myra was hij een bijzon
dere steun voor weduwen en wezen, die
hij met raad en daad en geldelijken steun
bijstond. De heilige wordt aangeroepen als
Patroon van zeehavens en zeelieden, koop
lieden en reizigers. Ook van kinderen en
dit in verband met het wonder, dat van
hem verhaald wordt, n.l. dat hij drie kin
deren, door een onmensch geslacht, door
een enkel kruisteeken weer levend ge
maakt heeft. Meestal zien wij den Heilige
afgebeeld in bisschoppelijk gewaad, naast
zich een tobbe, waarin de kinderen.
VRIJDAG, 7 December. Vigiliedag v.
het feest van Maria's Onbevekte Ontvan
genis. Mis v. d. H. Ambrosius, Bisschop,
Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e ge
bed v. d. dag; 3e v. d. Vigilie. Credo.
Kleur: Wit.
Ook is geoorloofd een Mis v. d. Vigi
lie: Venite. Geen Gloria. 2e gebed v. d.
H. Ambrosius; 3e v. d. dag. Kleur: Paars.
N.B. Wegens de eerste Vrijdag is geoor
loofd een gezongen Votiefmis v. h. H»
Hart van Jesus. Mis: Cogitationes. Gloria.
2e gebed v. d. dag. Credo. Prefatie v. h.
H. Hart. Kleur: Wit.
Ambrosius, geboren te Trier, studeerde
te Rome. Later werd hij aangesteld als
Prefect van Ligurië. Groot was de on-
eenigheid tusschen de Katholieken en de
Arianen (een kettersche sekte) bij den
dood van den bisschop van Milaan. Als
prefect trachtte Ambrosius de partijen tot
verzoening te brengen. Bij gelegenheid van
een bijeenkomst in een kerk, waar ook
Ambrosius was, riep plotseling een kind
„Ambrosius moet bisschop worden". Het
volk van Milaan beschouwde deze uitroep
als een teeken van boven en koos Am
brosius tot bisschop. Ambrosius bood weer
stand, maar deze werd tenslotte over
wonnen. Hij werd gedoopt, ontving de
neilige wijdingen en ten laatste de bis
schopswijding. Als bisschop verdedigde
hij met kracht de kerkelijke tucht en vele
ketters bekeerde hij tot het ware geloof,
onder wie de H. Augustinus.
ZATERDAG, 8 December. Feestdag van
Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis:
Gaudens gaudebo. 2e gebed v. d. dag.
Credo. Prefatie van Maria (invullen: En
U om de Onbevlekte Ontvangenis). Kleur:
Wit.
Vandaag herdenkt de Kerk het geheel
eenig en bijzonder voorrecht van Maria,
dat zij, mét het oog op de verdiensten van
Jesus Christus, bevrijd is gebleven van
de erfzonde. Deze leer, altijd in de Kerk
geloofd, is 8 Dec. 1854 door Paus Pius
IX z.g. tot geloofswaarheid verheven.
„Geheel schoon zijt gij, o Maria" en de
smet der erfzonde is niet in u. Trek ons,
onbevlekte Maagd, opdat wij u volgen in
de geur uwer deugden".
IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN
CISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
Bisdom, behalve:
WOENSDAG, Mis v. d. Z. Nicolaas van
Tavilei, Martelaar: Laetabitur. Gloria.
2e gebed v. d. dag, 3e v. d. H. Sabbas.
Kleur: Rood.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, Pr.
pastoor Beukers, zal de plechtige installa
tie verrichten. De onderafdeelingen verlee-
nen medewerking, zoodat het feest slagen
kan.
Met dit feest zijn ouders, huisgenooten
en speciaal ook de Gezellen van harte
welkom. Opening der zaal te acht uur.
WAT GAAT ER GEBEUREN?
De vroolijke avond ten bate der Retraite
club is bepaald op Zondag 9 Dec. De clubs
voor muziek en toonèel hebben reeds hun
medewerking toegezegd. Dien avond moet
de offerzin losslaan, omwille van Kolpings-
broeders; die ter retraite willen.
Enkele giften kwamen reeds binnen,
.waarvoor het bestuur zeer dankbaar is. Wie
volgt het goede voorbeeld?
VOOR HET DISTRICT.
Wij vestigen de aandacht der Senioren
op de week-ends in „De Liebaard". Wie 8
en 9 Dec. deelneemt gelieve zich in ver
binding te stellen me den Districts-Senior
om gezamenlijk te kunnen
GROOTE DOODE IN ZIJN LAND TERUG.
Stoffelijk overschot van pater B. KIwnper
met het S.S. „Vulcanus" te Amsterdam
aangekomen.
Het het s.s. „Vulcanus" van de K. N. S.
M. is gistermorgen het stoffelijk overschot
van den in 1931 in geur van heiligheid te
Rome gestorven pater Bernardinus Klurn-
per O.F.M., in leven minister-generaal der
Minderbroeders, te Amsterdam aangeko
men.
Herfstige nevel hing over het IJ toen het
ss. „Vulcanus", de driekleur halfstok, om
elf uur langzaam voor de établissementen
van de K. N. S. M. aan de Levantkade bij
draaide en te ongeveer kwart over elf
meerde.
Tusschen IJmuiden en Amsterdam was
de kist, welke het stoffelijk overschot be
vat, naar zeemansgebruik opgebaard op
het achterluik en gedekt met de vaderland -
sche vlag.
Op de kade wachtte een kleine, groep
AUTOMAAT:
ROLFILMS
Breestraat 79 hoek Diefsteeg
Ontwikkelen en afdruKken
voor Amateurs
ordebroeders van den overledene, de Hoog»
eerw. Pater Provinciaal Honoratius Cami-
nada O.F.M., pastoor W. Hazebroek van da
„Mozes en Aaron", pastoor v. d. Bosch van
„de Boom", pater L. Wildenburg. Ook een
zuster van den dooden priester, mej. M.
Klumper, was bij de aankomst tegenwoor
dig.
De chef van de expeditie van de K. N.
S. M., de heer Langkamp, had alle maatre
gelen getroffen om het stoffelijk overschot
met grooten eerbied te doen ontschepen.
Een lorrie met een zwart rouwkleed ge
dekt, stond gereed en werd door een kraan
aan boord gebracht. Vervolgens plaatste
men de zware blank houten kist, thans met
een zwart kleed gedekt, op de lorrie en
terwijl allen eerbiedig 't hoofd ontblootten,
tilde de kraan het stoffelijk overschot op
de kade. De havenpolitie was by de ont
scheping vertegenwoordigd door inspec
teur H. Sicherer.
In loods vier was voor de aankomst een
kleine rouwkapel ingericht, geheel afge
sloten door zwarte gordijnen. Hierbinnen
werd de kist onder het kruis opgebaard en
bad men gezamenlijk de profundis gevolgd
door een kort gebed.
Het stoffelijk overschot blijft in de rouw
kapel tot Zaterdagmorgen. Dan wordt het
per lykauto vervoerd naar Weert.
Van het aanvankelijke plan de kist in
de Mozes. en Aaronkerk op te baren en
Zaterdagmorgen een uitvaartdienst te hou
den, moest worden afgezien, daar de wet
telijke bepalingen dit verbieden. Een stof
felijk overschot moet volgens deze bepa
lingen bij aankomst in het vaderland langs
den kortst mogelijken weg naar de plaats
van bestemming worden overgebracht
„Tijd".