HULP IN NOOD ZATERDAG 1 DECEMBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG.fi AFDEEL1NG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND. Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen en mededeelingen te richten aan een der redactieleden: Mejuffrouw LAURA WERY, Pieterskerkkoorsteeg 15, Leiden; Zr. I. VAN DEN ABEELEN, Willem de Zwijger- laan 25, Oegstgeest; Mevr. FEHMERSBOER KNOTTNERUS, Warmonderweg 37. DE H. NICOLAAS. In de a.s. week vieren we weer den feest dag van dezen heilige. Geen kind, vooral in onze streken, is er of hij kent den naam van St. Nicolaas. Een feestdag, zooals er na de groote christelijke feesten, niet veel zyn. Van zijn leven is niet zoo heel veel be waard gebleven. Hij werd geboren uit aan zienlijke ouders, die al vroeg zijn groote godsvrucht bemerkten. Zoodra hij ook den gewenschten leeftijd bereikt had, werd hij priester gewijd. Doordat zijn ouders vroeg stierven, kwam hij in 't bezit van hun rijk dom. Door zijn warm hart voor kinderen en hulpbehoevenden schonk hij veel van z'n geld weg. Een legende verhaalt, dat hij op een nacht drie buidels met goudstukken door een raam wierp, om als bruidschat te dienen voor drie dochters, die anders niet konden trouwen. De vader, die al in groote moeiten verkeerd had, was hierdoor zeer gelukkig. Meestal in het geheim heeft hij zijn gaven uitgedeeld. Ook toen hij later tot bisschop van-Myra in Klein-Azië gekozen was, bleef hij steeds bekend om zijn groote liefdadigheid. Na zijn dood omstreeks 345 bleef zijn graf een druk bezocht pelgrims oord. Toen echter in 987 de Turken de stad Myra innamen, openden eenige zee lieden zijn graf en brachten zijn lichaam over naar Bari in Italië. Laat zijn voorbeeld ons aansporen, vooral in deze tijden, om eens van harte goed te doen. Immens als we een heilige willen ver eeren, moeten we dit doen in den zin der H. Kerk, n.l. in de eerste plaats door zijn voorbeeld na te volgen. En is het beoefenen van de liefdadigheid niet echt vrouwen werk? „Zij opent hare hand voor den be hoeftige en strekt hare armen uit naar den arme" zoo lezen we in het Boek der Wijs heid in de bekende lofspraak op de god- vreezende en sterke vrouw. Ieder weet in iijn omgeving wel een plaats waar zy in stilte kan goed doen. En nog meer dan vroe ger zal het gewaardeerd worden als St. Nicolaas boven verwachting, dit jaar eens in minder welvarende gezinnen zijn gaven brengt. „SANCTA VERONICA". Van verwachting klopt ons hart! Onze e.v. zitting valt wel bijzonder guns tig n.l. op 13 December, Sinterklaasfeest! Wie zou er niet iets extra's voor ons over hebben dien dag? Moge de groote Heilige ons helpen! 't Is zoo hard en hard noodig! Wjj hopen dat er door onze ijverige help sters weer hard gewerkt is, want de kast heeft deze afgeloopen maand honderden stuks moeten afgeven, zoodat er veel hia ten gekomen zijn. Komt, Dames, helpt U nu eens allen, om onze linnenkast weer goed gevuld te ma ken. Steunt dit binnenlands Missiewerk eens heel hartelijk; 't is voor Uw eigen stad ja zelfs standgenoten, die door deze crisis in moeilijkheden geraakt zijn. Veel materiaal ligt er weer gereed, dus komt in groote getale Donderdagmiddag tusschen 35 uur naar bovenzaal van het Vincentiusgebouw, Hoogl. Kerkgracht 32. En tevens vergeet niet, 't is St. Nicolaas, U geheele jaar hebben wij goed ons best gedaan, dus.... hebben de koek verdient!! Schenkt ons dien, in den vorm van uw fi- nantieele steun; al is 't nog zoo gering! al les is welkom!! Van verwachting klopt ons hart!! HET ZIEKE KIND. In het tijdschrift voor ziekenverpleging komt het volgende voor over het zieke kind: Vele menschen beschouwen een kind als een miniatuur volwassene. Dat was het geen eenige eeuwen geleden de schilders ook deden. Sedert men echter een nauw keuriger kennis heeft van de anatomie, ken nen onze schilders de verschillen tusschen een kind en een volwassene maar al te goed. Zoo is het echter nog niet met alle men schen. Een kind is geen klein mannetje of vrouwtje Maar het is moeilijk voor ons volwassenen, die veraf staan, van onze eigen kindertijd, te begrijpen wat de ver langens van een kind zijn en waarom hij zich naar onze meening zoo onmoge lijk gedraagt. Ziekte brengt deze verschillen nog meer naar voren. De lichamelijke reacties van het kind, zijn heftiger dan de onze. Het wordt sneller ziek, maar is ook sneller gezond. Het krijgt ge makkelijk een zeer hooge temperatuur en is dan echt ziek. Met kan b.v. met Moeder den geheelen middag in de stad zyn ge weest, plotseling 's avonds gaan huilen, hooge koorts hebben en den volgenden morgen gezond opstaan en om zijn ontbijt vragen. Het braakt gemakkelijk en krijgt gemakkelijk stuipen, een bewijs van zijn onevenwichtig zenuwstelsel. Het kan bra ken doordat het slijm in het mondje heeft, omdat hem iets niet aanstaat, door hoesten, door te veel eten, door oververmoeidheid of alleen maar uit gewoonte. Maar ook door koorts of ernstig hersenlijden. Volwassenen braken lang niet zoo ge makkelijk. Ook het aangeven van pijn is voor een klein kind erg moeilijk. Zij klagen over buikpijn en wijzen in de maagstreek of op hun ooren. Na een paar dagen flink ziek zyn, is een kind meestal zoo monter en opgewekt, dat de Moeder zich maar niet begrijpen kan dat het kind nog een weekje in bed moet blijven. In dit opzicht wordt nu nog al eens gezondigd, omdat een kind niet zooals een groot mensch, eerst eens een uurtje op staat en zoo geleidelijk aan went, viert het de ziekte niet genoeg uit, krijgt weer een terugslag en begint te kwakkelen. Liever een paar dagen langer in bed en flink uitvieren, ook al verveelt het kind zich. In verband met het bezig houden van kinderen in bed, wil ik er zelf nog dit aan toe voegen. Geef hun gelegenheid gezellig te spelen en verschaf hun daartoe een speel- plank, bestaande uit een plank van 25 of 30 c.M. breedte, waaraan twee zijkanten, die tusschen de matras van het kinderbedje schuiven en die zoo hoog moeten zijn dat het kind gemakkelijk de beentjes onder de plank bewegen kan U zult eens zien hoeveel gemakkelijker u uw kleine zieke kunt bezig houden en hoe veel minder vermoeiend het spelen wordt. I v.d. Abeelen. IMTERPAROCHIEELE „WIJ HEBBEN IETS TE ZEGGEN". IV. De gedachten van oud-Centraal-Praeses v. Galen, u gegeven onder het motto „wij hebben iets te zeggen", dwingen ons tot het aanvaarden van nog meer konsekwen- ties uit het Kolpingsprogram. Daar is b.v. ons katholieke jeugdwerk. Is 't wonder, dat meerdere Gezellen zich geheel geven voor dit hooge en noodzake lijke werk? De felle offerzin dwingt de Kolpingszonen tot een taak, die wel mooi maar moeilijk is. Als Kolping, onze held, zelf in de branding van den tijd zijn pries- terziel wijd open zet voor de jonge gene ratie, die aanstonds de draagster is der katholieke gedachten, dan doet hy het al leen, omdat hij in de jonge menschen de ontvankelijke harten ziet en de trilling ont waart van willende krachten. De jeugd zal hellen naar goede of kwade zijde, naar ge lang de golven van het leven hun loop kunnen richten. Welnu, aan de tientallen Kolpingszonen, die zich schenken aan de vorming der katholieke jeugd, blijve deze gedachte bij: ons werk is bouwen aan jon ge menschen, bouwen in geestdrift en in liefde. Elkeen beseffe die hooge, maar ver antwoordelijke taak. Kolping, geniale kracht en sterke bezie ler, wat een roeping is ons gegeven. Toen gij in Keulen stond, alleen in de groot-stad, toen zijt gij meermalen gegaan naar de Moeder aller menschen. En wij? Kolping, felle idealist, wat een beproe ving en ontgoocheling is uw deel geweest. Wat een haat sperde de monden van Gods haters open, die uw werk ondergraafden en uw edelste bedoelingen hebbèn beklad. Maar dan was de H. Eucharistie uw levens bron. En wij? Kolping, leer ons in het felle van den strijd Maria's hand omknellen en voer ons, zwakkelingen, naar den Koning der Eucha ristie. S e v e r u s. WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET. (85) We schreven de vorige maal over de ons opgelegde taak van wereldbekeering. Toet sen wij die opgave aan hetgeen in ons land bewerkt is, dan kan tot op zekere hoogte gesproken worden van voldoening. Ons on derwijs, onze pers, onze vereenigingen, on ze radio, het zijn allen kloeke bewijzen vam den wil der katholieke Nederlanders. Dat ten aanzien van deze zaken nog on verschilligheid heerscht bij sommige katho lieken doet aan de resultaten wel afbreuk, hoewel we over het algemeen met de za ken op zich sterker staan dan menige ka tholieke volksgroep in andere landen. Nu zal menigmaal de vraag rijzen: „Gaat' het katholieke volksdeel vooruit?" Het antwoord luidt bevestigend. Natuurlijk is er. afval en de groote steden van ons land leveren droeve resultaten, maar over het geheel is er door het hechte katholicisme van het platteland en uit de kleine steden een winst te zien. De offers van jaren zijn niet te vergeefs geweest. Gesteld ook dat wij geen pers, geen eigen onderwijs etc. gekend hadden, dan zou de toestand zeer zeker angstwekkender zijn. Menigeen erkent op lateren leeftijd, dat de roomsche sfeer van onderwijs of wat ook hem vast heeft gehouden; ook in den nacht van zielestrijd en louw gelooven. Dat alles weet de Paus eveneens. Er moge dan verschil van omstandigheden zijn indiverse landen, toch heeft het com plex van vraagstukken Hem gebracht tot een complex van middelen. We hebben ze zoo goed mogelijk in circa 50 artikelen voor u ontleed en daarbij gewezen op feiten en toestanden in ons land, waarop de Ency cliek van Pius XJ. met succes is toe te pas sen. Ook het volgende eindoordeel over de noodzakelijke eenheid en samenwerking 'is leerzaam. Leest en onthoudt! „Wat intusschen de rustelooze ijver der katholieken tot stand weet te brengen, zoo- wed op maatschappelijk en economisch ter rein als op dat van onderwijs en gods dienst, is natuurlijk aan niemand onbe kend. Maar deze heerlijke, opofferende ar beid verliest niet zelden aan vruchtbaar heid door een te groote versnippering van krachten. Laten daarom allen, die van goe den wil zijn, allen, die onder aanvoering van de Herders der Kerk dezen goeden en vreedzanien strijd voor Christus willen strijden, zich hecht aaneensluiten; laten allen er naar streven, onder de leiding en leering der Kerk, tot de christelijke ver nieuwing der maatschappij, die Leo XIII door Zijn onsterfelijke Encycliek „Rerum Novarum" ingezet heeft, het hunne bij te dragen, overeenkomstig ieders talenten, krachten en maatschappelijke positie. La ten zij daarbij niet zichzelf of hun eigen belangen zoeken, maar de beiangen van Je zus Christus. Ook niet de eigen meening tegen eiken prijs willen doorvoeren en doordrijven, maar opk.de beste plannen be reidwillig prijsgeven, als het hoogere ge meenschappelijk belang zulks mocht vor deren, opdat in alles en boven alles Chris tus regeere, Christus heersche, aan Wien eer en glorie en heerschappij toekomt in eeuwigheid". Welk een eerlijk en krachtig pleidooi voor eenheid der katholieken, welk een verheven taal van dezen Wereldziener, Die niet aarzelt aan te bevelen, wat anderen verwerpen of smalend verprutsen. De eigen meening weten prijs te geven, waar hoogere belangen dat eischen, dat is katholicisme; gehoorzamen aan de kerke lijke overheid, ook in zaken van wereld lijke orde met geestelijke achtergrond, dat alleen is katholieke praktijk. Wie alzoo de les van Pius XI verstaat behoort tot de generatie,die critik zal moeten slikken, maar die de critici zullen overwinnen door de kracht der waarheid. S. M. AAN DE NIET-„SEBASTTANEN". Gezellen! hebt u wel eens gehoord wat dat zijn, „Sebastianen". Niet? Nu dan leest: Sebastianen zijn die gezellen, die buiten hun lidmaatschap van hun vereeniging ook lid zijn van de Liedertafel „Sebastiaan Schaffer" onderafdeeling van onze mooie Gezellenvereeniging en deze leden worden in de wandeling „Sebastianen" genoemd. Maar weet u wat nu heel jammer is? De Leidsche Gezellen-Vereeniging heeft veel te weinig „Sebastianen", dat kan en m o et meer worden; daarom, Gezellen, doe ik een beroep op alle leden van de Ver eeniging. Wordt lid van de Liedertafel, die een van de mooiste onderafdeelingen is van onze Vereeniging. Wordt spoedig lid; want willen wij een mooie Kerstuitvoering geven, blijft dan niet lang weg, want aanpakken is de bood schap. Gezellen, ik wil feitelijk de Liedertafel niet propageeren, want men moet het lid maatschap ondervinden, dan eerst weet men wat het is en zoo winnen wij er bij; want hebben wij enkele leden, ik ver zeker u dat zij de zaak wel zullen propa geeren. Daarom stel ik maar één vraag, die gij, Gezellen, slechts daadwerkelijk kunt beantwoorden: Wie wordt lid van de liedertafel, en geeft zich a.s. Vrijdag-avond op? Enorme toeloop gewenscht, Kolping trouw. INSTALLATIEFEEST. De 25 aspiranten zullen, na een wekenlan ge voorbereiding, geïnstalleerd worden als Gezellen. Morgen is het feest in onze vereeniging. In de kapel van het R.K. Weeshuis (St. Jacobsgracht) wordt 's morgens te 8 uur tot hun intentie de H. Mis opgedragen. Al len worden daar vóór 8 uur verwacht en nemen deel aan de algemeene H. Commu nie. In het Gezellenhuis begint 's avonds te half negen de feestavond. Onze Praeses, KALENDER DER WEEK BEGIN VAN HET KERKELIJK JAAR Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG, 2 December. Zondag v. d. Ad vent. Begin v. h. Kerkelijk Jaar. Mis: Ad te levavi. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Bibiana, Maagd en Martelares; 3e ter e^re van Maria. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Paars. De tijd van voorbereiding op de komst van Christus is daar! Daarom gebroken nu met de werken der duisternis (de zon de) en in ons leven den Christus nageleefd (Epistel). Uit ons zeiven daartoe onmach tig, moeten wij ons vertrouwen verleven digen en bidden: „Heer, leer Gij ons Uwe wegen; wek in ons op Uwe macht". (In- troitus, Gebed, Graduale). Zoo hopen wij met Gods hulp ons waardig voor te berei den op de komst van Christus bij het H. Kerstfeest, maar ook op Zijn tweede komst ten oordeel (Evangelie). Vertrouwvol bren gen wij tot dat doel ons offer, door welks kracht wij gezuiverd, mogen gaan tot de kribbe en tot de rechterstoel van Wien wij ons offer hebben ontvangen. (Stilgebed). MAANDAG, 3 December. Mis v. d. Francitcus Xaverius, Belijder: Loquebar. 2e gebed v. d. dag. Kleur: Wit. N.B. Als wordt aangegeven gebed v. d. dag, dan moet worden gebeden het gebed uit de H. Mis v. d. vorigen Zondag. Franciscus Xaverius, Jezuiet, één der eerste metgezellen v. d. H. Ignatius, den geestelijken vader der Jezuieten, verkon digde het H. Geloof in Indië en Japan, waar hij door zijne prediking duizenden en duizenden bekeerde. Op weg naar China om ook daar den Christus te gaan prediken, stierf hij op het eiland Sancian nabij China, in een hut. Zijn lichaam werd begraven op het strand, doch later over gebracht naar Goa, naar de kerk aldaar ter zijner eere gebouwd. DINSDAG, 4 December. Mis v. d. H. Petrus Chrysologus, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e gebed v. d. dag; 3e v. d. H. Barbara, Maagd en Martelares. Credo; Kleur: Wit. Nog diaken zijnde werd de heilige van dezen dag tot Aartsbischop van Ravenna verheven. In zijn strijd tegen Eutyches (die leerde, dat in Christus maar één na tuur was), was hij een krachtige steun voor Paus Leo I. In zijn bijnaam „Chry sologus" (gouden spreker), dankt hij aan zijn voortreffelijke welsprekendheid. WOENSDAG, 5 December. Mis v. d. vo rigen Zondag: Ad te levavi. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Sabbas, Abt; 3e ter eere van Maria. Alleluja met vers wordt weg gelaten. Kleur: Paars. DONDERDAG, 6 December. Mis v. d. H. Nicolaus, Bisschop en Belijder: Statuit. 2e gebed v. d. dag. Kleur: Wit. De groote wonderdoener van het Oos ten, de H. Nicolaus, werd geboren te Pa tara in Lycië. Na den dood zijner ouders erfde hij hun belangrijk vermogen. Nico laus deelde dit uit aan de armen en wijd de zichzelven aan God toe. Op een pel grimsreis naar het H. Land stilde hij op wonderbare wijze (door een berisping) een storm, welke hij had voorspeld. Als bisschop van Myra was hij een bijzon dere steun voor weduwen en wezen, die hij met raad en daad en geldelijken steun bijstond. De heilige wordt aangeroepen als Patroon van zeehavens en zeelieden, koop lieden en reizigers. Ook van kinderen en dit in verband met het wonder, dat van hem verhaald wordt, n.l. dat hij drie kin deren, door een onmensch geslacht, door een enkel kruisteeken weer levend ge maakt heeft. Meestal zien wij den Heilige afgebeeld in bisschoppelijk gewaad, naast zich een tobbe, waarin de kinderen. VRIJDAG, 7 December. Vigiliedag v. het feest van Maria's Onbevekte Ontvan genis. Mis v. d. H. Ambrosius, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e ge bed v. d. dag; 3e v. d. Vigilie. Credo. Kleur: Wit. Ook is geoorloofd een Mis v. d. Vigi lie: Venite. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Ambrosius; 3e v. d. dag. Kleur: Paars. N.B. Wegens de eerste Vrijdag is geoor loofd een gezongen Votiefmis v. h. H» Hart van Jesus. Mis: Cogitationes. Gloria. 2e gebed v. d. dag. Credo. Prefatie v. h. H. Hart. Kleur: Wit. Ambrosius, geboren te Trier, studeerde te Rome. Later werd hij aangesteld als Prefect van Ligurië. Groot was de on- eenigheid tusschen de Katholieken en de Arianen (een kettersche sekte) bij den dood van den bisschop van Milaan. Als prefect trachtte Ambrosius de partijen tot verzoening te brengen. Bij gelegenheid van een bijeenkomst in een kerk, waar ook Ambrosius was, riep plotseling een kind „Ambrosius moet bisschop worden". Het volk van Milaan beschouwde deze uitroep als een teeken van boven en koos Am brosius tot bisschop. Ambrosius bood weer stand, maar deze werd tenslotte over wonnen. Hij werd gedoopt, ontving de neilige wijdingen en ten laatste de bis schopswijding. Als bisschop verdedigde hij met kracht de kerkelijke tucht en vele ketters bekeerde hij tot het ware geloof, onder wie de H. Augustinus. ZATERDAG, 8 December. Feestdag van Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis: Gaudens gaudebo. 2e gebed v. d. dag. Credo. Prefatie van Maria (invullen: En U om de Onbevlekte Ontvangenis). Kleur: Wit. Vandaag herdenkt de Kerk het geheel eenig en bijzonder voorrecht van Maria, dat zij, mét het oog op de verdiensten van Jesus Christus, bevrijd is gebleven van de erfzonde. Deze leer, altijd in de Kerk geloofd, is 8 Dec. 1854 door Paus Pius IX z.g. tot geloofswaarheid verheven. „Geheel schoon zijt gij, o Maria" en de smet der erfzonde is niet in u. Trek ons, onbevlekte Maagd, opdat wij u volgen in de geur uwer deugden". IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN CISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: WOENSDAG, Mis v. d. Z. Nicolaas van Tavilei, Martelaar: Laetabitur. Gloria. 2e gebed v. d. dag, 3e v. d. H. Sabbas. Kleur: Rood. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. pastoor Beukers, zal de plechtige installa tie verrichten. De onderafdeelingen verlee- nen medewerking, zoodat het feest slagen kan. Met dit feest zijn ouders, huisgenooten en speciaal ook de Gezellen van harte welkom. Opening der zaal te acht uur. WAT GAAT ER GEBEUREN? De vroolijke avond ten bate der Retraite club is bepaald op Zondag 9 Dec. De clubs voor muziek en toonèel hebben reeds hun medewerking toegezegd. Dien avond moet de offerzin losslaan, omwille van Kolpings- broeders; die ter retraite willen. Enkele giften kwamen reeds binnen, .waarvoor het bestuur zeer dankbaar is. Wie volgt het goede voorbeeld? VOOR HET DISTRICT. Wij vestigen de aandacht der Senioren op de week-ends in „De Liebaard". Wie 8 en 9 Dec. deelneemt gelieve zich in ver binding te stellen me den Districts-Senior om gezamenlijk te kunnen GROOTE DOODE IN ZIJN LAND TERUG. Stoffelijk overschot van pater B. KIwnper met het S.S. „Vulcanus" te Amsterdam aangekomen. Het het s.s. „Vulcanus" van de K. N. S. M. is gistermorgen het stoffelijk overschot van den in 1931 in geur van heiligheid te Rome gestorven pater Bernardinus Klurn- per O.F.M., in leven minister-generaal der Minderbroeders, te Amsterdam aangeko men. Herfstige nevel hing over het IJ toen het ss. „Vulcanus", de driekleur halfstok, om elf uur langzaam voor de établissementen van de K. N. S. M. aan de Levantkade bij draaide en te ongeveer kwart over elf meerde. Tusschen IJmuiden en Amsterdam was de kist, welke het stoffelijk overschot be vat, naar zeemansgebruik opgebaard op het achterluik en gedekt met de vaderland - sche vlag. Op de kade wachtte een kleine, groep AUTOMAAT: ROLFILMS Breestraat 79 hoek Diefsteeg Ontwikkelen en afdruKken voor Amateurs ordebroeders van den overledene, de Hoog» eerw. Pater Provinciaal Honoratius Cami- nada O.F.M., pastoor W. Hazebroek van da „Mozes en Aaron", pastoor v. d. Bosch van „de Boom", pater L. Wildenburg. Ook een zuster van den dooden priester, mej. M. Klumper, was bij de aankomst tegenwoor dig. De chef van de expeditie van de K. N. S. M., de heer Langkamp, had alle maatre gelen getroffen om het stoffelijk overschot met grooten eerbied te doen ontschepen. Een lorrie met een zwart rouwkleed ge dekt, stond gereed en werd door een kraan aan boord gebracht. Vervolgens plaatste men de zware blank houten kist, thans met een zwart kleed gedekt, op de lorrie en terwijl allen eerbiedig 't hoofd ontblootten, tilde de kraan het stoffelijk overschot op de kade. De havenpolitie was by de ont scheping vertegenwoordigd door inspec teur H. Sicherer. In loods vier was voor de aankomst een kleine rouwkapel ingericht, geheel afge sloten door zwarte gordijnen. Hierbinnen werd de kist onder het kruis opgebaard en bad men gezamenlijk de profundis gevolgd door een kort gebed. Het stoffelijk overschot blijft in de rouw kapel tot Zaterdagmorgen. Dan wordt het per lykauto vervoerd naar Weert. Van het aanvankelijke plan de kist in de Mozes. en Aaronkerk op te baren en Zaterdagmorgen een uitvaartdienst te hou den, moest worden afgezien, daar de wet telijke bepalingen dit verbieden. Een stof felijk overschot moet volgens deze bepa lingen bij aankomst in het vaderland langs den kortst mogelijken weg naar de plaats van bestemming worden overgebracht „Tijd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 10