26ste Jaargang DONDERDAG 29 NOVEMBER 1934 No. 7977 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Het Huwelijk van prins George en prinses Marina 3)e £eid&eii£(2oti/Ymit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal pij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal I anco per post 2.95 per kwartaal tiet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, FOSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per reg^ Voor Ingezonden Mededeelingen wordt hat dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «q verhuur, koop en verkoop: 0.50 TWEEDE KAMER DE BEGROOTING VAN DEFENSIE. Telkens weer, als de behandeling van de Begrooting van Defensie in dé Tweede Ka mer aanhangig is, stuit men op hetzelfde verschijnsel: dat de sprekers der verschil lende partijen langs elkaar heenredenee- ren. Er is eene groep, die zich op het standpunt stelt: wij willen geen oorlogs voorbereiding, daarom zijn'wij tegen het leger en voor internationale maar ook na tionale ontwapening. Van den anderen kant zijn er een aan tal leden, die de bewapening tot het hoogst bereikbare zouden willen opvoeren en daaraan al het andere ondergeschikt wil len maken. Tusschen deze twee groepen is een duidelijke tegenstelling. Er is echter een derde groep van leden, die even sterk als de eerste tegen den oor log is gekant, maar die redeneert: wat Ne derland doef, i s geen oorlogsvoorbereiding; het is integendeel niets anders dan een poging, om te beletten dat de oorlog op ons grondgebied zal worden gevoerd. Wij kunnen onszelf weliswaar niet ruïneeren, om dit zooveel mogelijk te beletten; maar dit doel is toch zóó gewichtig, dat wij be reid moeten zijn, om er een behoorlijke verzekeringspremie voor te betalen. Tot deze laatste groep behoort ook de katholieke fractie. Wat men nu steeds weer bij de behan deling der Begrooting medemaakt, is een voorstelling van zaken van de zijde der eerstbedoelde groep, dat er alleen maar een tegenstelling is tusschen hen die wèl en hen die niet „oorlogsvoorbereiding" willen. Het is duidelijk, dat deze tegen stelling onjuist is en dat ze in werkelijk heid alleen bestaan over dit punt: of het beter is een weermacht te onderhouden met het doel den oorlog te voorkomen dan wel of het beter is over geen weermacht te beschikken. Steunend op de ervaring, o.m. van 1914, houdt de katholieke fractie het ervoor, dat het bezit van een voldoend sterke weermacht een middel is, om den oorlog buiten onze grenzen te houden, en dat weerloosheid juist een middel zou zijn, om den oorlog zoo snel mogelijk binnen onze grenzen te trekken. Tegenover dit standpunt der R.K. frac tie hebben alle betoogen over het verschrik kelijke van den modernen oorlog van de zijde der eerste groep geen zin; omdat dit standpunt immers de regelrechte conse quentie medebrengt, dat men van oordeel is al die verschikkingen juist op de beste wijze van ons volk te zullen afwenden, als men een behoorlijke weermacht onder houdt. Daarom hebben alle socialistische betoo gen en die van de heeren Arts (K.D.), Van Houten (Chr.-Dem.) niet de min ste beteekenis voor wie doorgedrongen is in den gedachtengang van de katholieke fractie. Want die komen neer op eenzijdi ge ook nationale ontwapening, welke juist het zekerste middel is, om den oorlog, als hij in Europa uitbreekt, binnen onze gren zen te trekken. Het socialistische standpunt is tweeslach tig en en wordt dan ook door de voorstan ders van eenzijdige nationale ontwapening schamper verworpen en becritiseerd. De soci's zijn er overigens gisteren toch niet go&d afgekomen, toen de heer Drop op dezelfde tweeslachtige wijze de verant woordelijkheid van de S.D.A.P. voor de ongeregeldheden te Soerabaya en op de „Zeven Provinciën" trachtte te ontkennen. Zelfs de heer Sneevliet (Rev.-Soc.) verklaarde voor deze „Petrus-verhouding" weinig respect te gevoelen. Ook het betoog van den heer Faber (S.D.A.P.), dat de oorlog binnen steeds grooter kringen on mogelijk is geworden en het dus ook wel over de geheele wereld zou kunnen wor den, een reeds oude theorie, miste kracht, omdat daarbij over het hoofd wordt ge zien, dat ae oorlog in die grootere kringen dan ook in intensiteit veel sterker is toe genomen dan hij in frequentie afnam. De katholieke afgevaardigde Schaep- m a n hield zoowel strategische als politie ke beschouwingen. Strategisch gezien, moeten wij naar een niet sterker maar wel beter uitgerust leger, omdat in de toekomst veel meer zal af hangen van snelle afweer van een over donderend optreden dan van bezetting van uitgebreide fronten. Bovendien zal de al oude vleugel-omvatting plaats maken voor een snellen aanval op de verbindingslijnen boven het vijandelijke front heen en er onder door. Derhalve: een prima-lucht macht, te bereiken door unificatie van de drie of vier leger- en vlootvliegdiensten en aanschaffing van series vliegtuigen, waar door alles veel goedkooper wordt. Verder is van veel belang de economische oorlogs voorbereiding, welke echter niet door den daarop niet berekenden generalen staf moet gebeuren, maar door een speciale commissie en samenwerking van alle de partementen, waarbij een voordeel is, dat de Minister van Economische Zaken res.- luit. der intendance is. Wat de maatregelen aangaat, door den Minister voorgesteld, de heer Schaepman bleek voorstander van het capitulantenstel- sel doch tegenstander van de afschaffing van het vooroefeningsinstituut en van de burger-corveeërs, waarin hij ook geen be zuiniging kan zien. Vooral op dit laatste punt schynt de Mi nister .een zware dobber te zullen krijgen! Advertentie-lectuur Een medewerker van de „Avondpost" begint een bijdrage, waarin hij eenige rake opmerkingen maakt (waarop wy misschien later terugkomen) naar aanleiding van een advertentie, die hij heeft gelezen, aldus: 'k Heb godsdienst-onderwijs gehad van een ouden dominé, die een origi neel, wereldwijs man was. Hij gaf ons, opgeschoten jongens, den raad „Flie- gende Blatter" te lezen, want daaruit kon men zooveel menschenkennis op doen. En als wij een sombere bui had den, moesten wij ons, zoo zei hij, maar eens in de advertienties va.- een krant verdiepen; naast veel ellende, die de onze tot een peulschilletje zou maken, zat daarin, zoo in en tusschen de re gels door, vaak buitengewoon veel hu mor, die onze stemming wel zou doen omslaan. De practijk leert mij telkens, bij het lezen der advertentie-kolommen, dat de oude heer gelijk had. Er zijn in-tra- gische annonces, er zijn er van een komisch gehalte. Deze opmerkingen dienen voor ons als een„aanloopje", om onze lezers, voor zoover noodig, nog 'ns te wijzen op de ad vertentie-lectuur in de courant. En dat niet alléén om de advertenties, „van een komisch gehalte" naast de „in- tragische annonces"! Maar, vóóral, om de feitelijke mededee lingen, welke in de advertenties worden gedaan, m.a.w. om het „nieuws", en verder om de nuttige wenken, welke daarin wor den gegeven. De advertentie-pagina's zijn voor de le zers een belangrijk gedeelte van de cou rant. Om volledig op de hoogte zijn móet men ook de advertentie-pagina's trouw en goed lezen! SCHITTERENDE PLECHTIGHEID IN DE WESTMINSTER ABBEY Enthousiasme in heel Londen BIJZONDERE VOORZORGSMAAT REGELEN. In een schitterende omlijsting van pracht en schoonheid, waarin de majestueuze plechtigheid van het religieus ceremonieel op superbe wijze was verbonden aan de praal van den Staat, is de Hertog van Kent, de jongste zoon van den Koning en de Koningin van Egeland, heden in het hu welijk getreden met Prinses Marina van Griekenland. Het was een gebeurtenis, die de harten ontroerde van de millioenen, die zich ver drongen in de feestelijk versierde straten van Londen om slechts een glimp te kun nen opvangen van het jonge paar. De route, welke tusschen het paleis en de abdjj werd gevolgd, was een gloed van kleuren. Vlaggen van alle naties hingen van de gebouwen, vele honderden extra- vlaggenstokken waren op de daken en aan de bovenste vensters der huizen bevestigd; de tribunes, welke op de open plaatsen wa ren opgericht, waren blauwgeschilderd, zoo dat de beroemde Parliamant Square tegen over de Abdij een schilderij was van blauw, rood en goud. In de historische Whitehall wapperden duizenden gekleurde vlaggetjes van een aantal Venetiaansche masten ter hoogte van dertig voet, terwijl langs de deftige Bond Street hoog boven de straat omvangrijke bloemversieringen met slingers van anjers, groen en sleutelbloemen in alle nuances, waren opgehangen. De politieautoriteiten hadden bijzondere voorzorgmaatregelen genomen. Niet alleen waren ongeveer achtduizend man op straat, doch om te voorkomen, dat iemand in staat zou zijn moeilijkheden te veroorzaken uit een venster langs de route, hadden zy lijs ten laten opmaken van de toeschouwers, die kamers of vensters langs de route had den gehuurd. Maar in deze mooie omlijsting viel niets meer op dan de uniformen van de solda ten levendige klateringen van kleuren, gemengd met schitteringen van zilver als lichtpijlen op hun uniformen. Slank, onbeweeglijk als standbeelden, stonden zij aan eiken kant van de route, welke gevolgd werd. Zij hadden de bewon dering van de honderdduizenden toeschou wers, die op sommige plaatsen tien of meer rijen dik stonden. Bij het naderen van den tijd der plechtig heid bereikte de spanning bij de menigte haar hoogtepunt. Men rekte zich uit om de Koninklijke optochten te zien passeeren en een luid gejuich barstte los, toen bekend werd dat Koning George en Koningin Mary van Buckingham Palace waren vertrokken voor hun tocht naar Westminster Abbey. Langzaam reden zij, geëscorteerd door cavalerie in groot tenue, langs de ontzag gelijke menigte aan weerszijden van de route luide toegejuicht Wellicht nog luider waren de toejuichin gen voor Prinses Marina, toen zy met haar ouders Prins en Prinses Nicholas het paleis verliet. Gekleed in een hermelijnen mantel over haar bruidstoilet was zij een schilderij van gratie en schoonheid. Nimmer tevoren had Engeland een beminnelijker bruid gezien; zij had de harten der Engelschen gewonnen. De onstuimige toejuichingen van de hon derdduizenden langs den weg, toen de auto van de Prinses passeerde, is onvergetelijk. Mannen en vrouwen en kinderen er wa ren duizenden kinderen schenen het an dere voor dit oogenblik vergeten te zijn. „Marina, Marina"! schreeuwen zij totdat hun stemmen heersch waren, en al dien tijd antwoordde de Prinses met een lieve glim lach. Een half uur voor den aanvang van de plechtigheid verliet de Hertog van Kent, vergezeld door zijn oudsten broer, den Prins van Wales, het St. James-palace, voor zijn laatste rit als vrijgezel. Groot, slank, flink, gekleed in marine uniform, scheen hij de volmaakte brui degom. Zijn gelaat stond in een lach bij het aanschouwen van de enthousiaste menigle. Hij zag eruit als de gelukkigste man ter we reld. IN DE WESTMINSTER ABBEY. De eerste Koninklijke stoet, die aan de Westminster Abbey arriveerde, was die van den Koning en de Koningin, die begroet werden door vele Koninklijke gasten en de hooge geestelijken. Toen alle gasten zich bij den ingang hadden verzameld, traden de Koning en de Koningin het kerkgebouw binnen en begaven zich naar hun plaatsen by het altaar. Sinds vele jaren had Londen niet zoo vele Koninklijke persoonlijkheden bijeen gezien als vandaag. Met Koning George en Koningin Mary zaten bij het altaar de Ko ning en de Koningin van Denemarken, de Koning en de Koningin van Noorwegen, Prins Karei van België, Prins Paul van Hel vorstelijk bruidspaar, Z. K H. Prins George van Engeland en H K. H. Prinses Marina van Griekenland, omringd door de bruidsmeisjes Boven v.l.n.r. Prinses Irene van Griekenland; lady Mary Cambridge; Prinses Elisabeth van York en Prinses Juliana. Onder v.l.n.r.: Prinses Calharina van Griekenland; lady Iris Mountbatten: Prinses Eugenie van Griekenland en Groothertogin Kyra van Rusland Joego Slavië, een zuster van Prinses Ma rina, de graaf en gravin Toerring, haar an dere zuster en zwager, prins Waldemar van Denemarken, Prins George van Grieken land, Prinses Maria van Griekenland en de Groothertog en Groothertogin Cyril van Rusland. In de stoelen van het koor zaten de leden van het kabinet, oud-ministers, de leden van het parlement, diplomaten, ambassa- reus en gezanten o.w. de Nederlandsche ge- zarit jhr. mr. R. de Marees van Swinderen en andere geprivilegieerde gasten. De mees ten van hen waren, evenals de andere heeren onder de gasten in de Abdij, in avondtoilet. Dit is de eerste maal, dat aan gasten was toegestaan een Koninklijke huwelijksplech tigheid in gewoon avondtoilet bij te wonen. Aan de plechtigheid werd nog meer luis ter en kleur bijgezet door de tegenwoordig heid van Koning George's „Honourable Corps of Gentlemen-at-Arms" in hun schar laken en gouden uniformen, met hun witte pluimen en door de Yeomen of the Guard. Eenige minuten nadat de Koning en de Koningin het kerkgebouw waren binnen getreden, arriveerde de bruidegom, die plaats nam bij de treden naar den kansel om daar op zijn bruid te wachten. Naast hem stonden de Prins van Wales en de Her tog van York, die in overeenstemming met de gewoonte bij Koninklijke huwelijken i optraden als zyn begeleiders, j Het groote moment was echter de aan- komst van de bruid kort daarop. Aan de I groote westelijke ingang van de Westmin- Ister Abbey werd zij ontvangen door den deken dr. Foxley Norris, den kanunnik van de Westminster en andere functionarissen van de Abdij. Daar waren ook de acht bruidsmeisjes, Prinses Juliana, de Neder landsche Koninklijke gast bij deze huwe lijksplechtigheid, Prinses Irene van Grie kenland, Prinses Katherine van Grieken land, Groothertogin Kira van Rusland, Prin ses Elisabeth van York, Prinses Eugenie van Griekenland, Lady Iris Mountbatten en Lady Mary Cambridge, de 7-jarige ach ternicht van Koningin Mary. Alle bruidsmeisjes waren gekleed in een japon van witte crêpe, doorweven met een dunnen zilveren draad en droegen bou- quetten van kleine witte rozen, bijeenge houden door een zilveren lint. Zij vormden een uitstekenden achtergrond voor de bruid. Toen deze onder het hooge balda kijn, welke boven de ingang was aange bracht, uit haar auto stapte, ontsnapte een kreet van bewondering aan de duizenden toeschouwers. Nooit tevoren zagen zij een gelukkiger bruid. Toen zij een oogenblikje op de treden bleef staan, straalde zij van ge luk. Haar japon was van witte zilverbrocaat, waarop in zilver een Engelsche roos was ge borduurd en zij scheen het tamelijk som bere portaal van de Westminster Abbey te verlichten. Zonder ceintuur reikte de nauwsluitende japon tot de knieën, waar zij wijder werd en in een kleine sleep ein digde. De lange witte mouwen hadden zil ver lamé kappen en van de schouders af hing een ongeveer 4»/ï meter lange sleep, eveneens van wit zilverbrocaat en afgezet met zilverlamé. De Prinses droeg een sluier van prachtige antieke kant, een familiebezit, dezelfde sluier, die haar moeder Prinses Nicholas bij haar huwelijk droeg. Een diamanten tiara, die fonkelde en schitterde als duizenden lichtjes, kroonde haar hoofd en zy droeg een bouquet van sneeuwwitte lelies. Aan den arm van haar vader. Prins Nicholas, trad zy de Abdij binnen, gra cieus gevolgd door de bruidsmeisjes Op de treden naar den kansel voegde de Hertog van Kent zich bij zijn bruid, waar na de huwelijksplechtigheid een aanvang nam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1