Buitenlandsche zaken aangenomen
Economische zaken in behandeling
genomen
Nieuwe regeling van den
wettelijken tijd
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
TWEEDE KAMER
Waar elders ter wereld zou een Minister
van Buitenlandsche Zaken kunnen verkla
ren, dat hij de Commissie van Buitenland
sche Zaken uit de Kamer slechts eenmaal
bijeengeroepen had, en toen nog maar al
léén vanwege de aangename kennismaking,
om de eenvoudige reden, dat hij werkelijk
aan de heeren niets mede te deelen had,
omdat er nu eenmaal niets was?
Dit nu was het antwoord van den Ne-
derlandschen Minister van Buiten
landsche Zaken op de tegen hem in
gebrachte beschuldiging van te geringe
mededeelzaamheid tegenover de Kamer.
De Minister acht zichzelf veeleer te mede
deelzaam dan niet mededeelzaam genoeg
van aard!
Al evenzeer ontkende de Minister, dat
hij niet genoeg bezuinigd had.
Er is 15 pet. op mijn departement bezui
nigd, verklaarde hij; maar met de inkrim
ping van den diplomatieken dienst is men
dan ook reeds verder gegaan dan eigen
lijk toelaatbaar was; en, als men niet zoo
ver wil komen, dat de Nederlandsche
Staat, zooals het vroeger was, zou gaan pa
rasiteeren op het eigen bezit zijner verte
genwoordigers, zoodat alleen zeer gegoe
den iin den diplomatieken dienst zouden
kunnen worden opgenomen, kan er ook
niet meer bezuinigd worden op de bezol
digingen van het diplomatieke personeel.
Hier is dus niet veel meer te halen!
De Nederlanders in Duitschland be
schermt het ministerie naar best vermo
gen; en het doet alles, wat maar in zijn
vermogen is; en de Minister bracht tegen
de heeren Vliegen en Sneevliet, die dit
betwijfeld hadden, den verdediger van
Spansier in het geweer, die hem een brief
had geschreven vol lof over den krachti-
gen en onophoudelijken steun, dien Span
sier van de zijde van zijn'Departement had
ondervonden.
Nog krachtiger wees de Minister de be
schuldiging van de hand, dat hij niet vol
doende van den ernst van het vraagstuk
der verhouding ten opzichte van België
zou doordrongen zijn. fk sta er mee op; en
ik ga er meer naar bed, constateerde Z.Exc.
Maar iets naders omtrent de zaak kon hij
niet mededeelen, tenzij dan zeer vaag: er
was toenadering van de zijde van België
en ook van Nederlandsche zijde; en de Mi
nister hoopte, dat hij spoedig in staat zou
zijn tot meer concrete mededeelingen; hij
had goede hoop op een bevredigende re
geling.
Daar moest de Kamer het mee doen wat
de hoofdzaken aangaat.
Het belangrijkste deel van het debat had
zich ook gisteren bewogen rond den Vol
kenbond. Men was eenigermate benieuwd,
hoe van communistische zijde de omzwaai
van Rusland bij het toetreden tot den Bond
zou worden verklaard. De heer W ij 11-
koop (C.P.) heeft deze nieuwsgierigheid
bevredigd. Rusland, zeide hij, voert wer
kelijkheidspolitiek. Toen Duitschland en
Japan uit den Bond waren getreden; wa
ren daarmede de ergste oorlogsmakers
verdwenen. Het kon zyn, dat de Volken
bond nu eenigermate dienstbaar kon wor
den gemaakt aan den Russischen vredes
wil, omdat de mogendheden, die overble
ven, belang hadden bij den status quo, dus
by den vrede. Ook Sovjet-Rusland heeft
„voor het oogenblik" den vrede noodig,
niet omdat het.eenigen aanvaller vreest
wie het aanvalt, zal worden vernietigd
maar, omdat het nog in het midden van
den socialistischen opboüw zit, welke door
een oorlog in zijn snel tempo zou worden
geremd.
De verklaring had het voordeel van
openhartigheid; men kan er uit lezen, dat
Sovjet-Rusland vredelievend is om oppor-
tuniteitsredenen; zal het dat ook nog zijn,
als de socialistische opbouw eens voltooid
wordt geacht?
De heer Zandt (St. G.) acht den Vol
kenbond den laatsten babeltorenbouw, die
aan het instorten is. Maar den Paus wilde
hij er in geen geval in hebben, wat zeer
inconsequent mag worden genoemd; want
waar zou de Paus, volgens de opvattingen
van die zijde, nu beter kunnen zijn dan
in een ineenstortenden Babeltoren?! Mil
der dacht de heer Joekes (V.D.) over
den Volkenbond. Erkennend, dat deze niet
heeft beantwoord aan de hooggespannen
BINNENLAND
PRINS CARL JR. VAN ZWEDEN
OP SCHIPHOL.
Op doorreis naar Londen.
Gisterenmiddag heeft Schiphol vorstelijk
bezoek gehad. Z. K. H. prins Carl jr. van
Zweden is op doorreis van Malmö naar
Londen, om er de huwelijksplechtigheden
bij te wonen van prins George en prinses
Marina.
De prins reisde in een volmaakt incog
nito. Zelfs de autoriteiten van Schiphol wa
ren van te voren niet verwittigd, dat er
een Zweedsche prins op het vliegveld zou
arriveeren. De stationschef van Schiphol,
de heer Thomson, die pas op het laatste
oogenblik van de aankomst van den hoo-
verwachtingen, merkte deze heer op, dat
dit bij alle ondernemingen, die een hoog
doel nastreven, zoo pleegt te zijn. Het
komt er op aan vol te houden en zich niet
te laten ontmoedigen. Ook de Minister
achtte den Volkenbond een instituut van
onschatbare waarde. Hoe zou het er in de
wereld uitzien zonder dien Bond, vroeg hij.
Beslissend voor de weigerende stem ten
aanzien van de toelating van Sovjet-Rus
land was de twijfel der Regeering geweest
of de bedoelingen van dit land bij de toe
treding wel volkomen oprecht waren.
Nadat de begrooting van Buitenlandsche
Zaken z. h. s. was goedgekeurd, kwam die
van Economische Zaken aan de orde.
Doch eerst kwam nog in behandeling het
wetsontwerp inzake nieuwe regeling van
de surséance van betaling. De heer Gos e-
ling (R.K.) zeide, dat het overleg over
dit ontwerp schriftelijk vruchtdragend is
geweest. Spr. treedt in een beschouwing
over de beteekenis van het ontwerp. De
Minister verheugde zich ook over den
vlotten gang van zaken. Het wetsontwerp
werd z. h. st. goedgekeurd.
En vervolgens ook nog het wetsontwerp
inzake de herziening vein den wettelijken
tijd. De heer v. d. W a e rd e n (S.D.) meent
dat men op het oogenblik bezig is, vrede te
bewerkstellingen tusschen voor- en tegen
standers van den zomertijd. Spr. vindt de
thans voorgestelde oplossing zeer gelukkig.
De heer Kersten (S.G.) wil thans niet
herhalen zijn bezwaren tegen verandering
van den tijd. Die bezwaren bestaan nog
steeds en spr. ziet geen aanleiding, den
ouden Nederlandschen tijd prijs te geven.
De Minister zegt, dat zijn streven is
geweest een einde te maken aan een ja-
renlangen strijd. De oude vaderlandsche
tijd, dien de heer Kersten zoo mooi vindt,
wijkt ook nogal af van den zomertijd. De
nieuwe tijd dient zoo spoedig te worden in
gevoerd, dat de spoorwegen met hun
dienstregeling daarmee rekening kunnen
houden.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd
met aanteekening, dat de heer Kersten er
tegen is.
Gisteren kwamen nog vier sprekers aan
het woord.
De heer Schilthuis (V.D.) waar
schuwde tegen het streven, om de coritin-
genteeringen te vervangen door verhooging
der invoerrechten; de heer Bakker (C.
H.) drukte den minister op het hart toch
de organisaties uit het bedrijfsleven wel
willend te ontvangen; de heer Van
Voorst tot Voorst (R.K.) pleitte
voor de grootst mogelijke teelt van land
bouwgewassen voor de binnenlandscne
markt; en de laatste spr., de heer Van
der Putt (R.K.) wilde juist het tegen
deel van den heer Schilthuis: verhooging
van invoerrechten in de plaats van de con-
tingenteeringen, die geen cent in de schat
kist brengen en onvoldoende tot het beoog
de doel leiden.
Heden voortzetting.
EERSTE KAMER
DE RUILVERKAVELINGSWET.
In de avondvergadering van gisteren
was een wetsontwerp aan de orde tot wij
ziging van eenige artikelen van de ruil-
verkavelingswet. De beraadslagingen had
den niet veel om het lijf.
Vooreerst vroeg de heer Ruiter (R.K.)
zekerheid omtrent de salarissen van de be
trokken ambtenaren, waarbij de heer Van
Sasse van Ysselt (R.K.) zich aan
sloot. De laatste vond, dat het goed zou
zijn bij een volgende wetswijziging een
norm voor het kostenbedrag der ruilver
kaveling vast te stellen, zoodat men zou
weten waar men aan toe was. Minister
Steenberghe zeide toe dit voorstel te
zullen overwegen. Wat de salarissen betreft
had de Regeering geen klachten van be
langhebbenden ontvangen; het zou dus wel
zoo'n vaart niet loopen. In ieder geval zou
nog een onderzoek ingesteld worden.
Het voorstel werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Hierna trok de Senaat zich in de afdee-
lingen terug. Hedeil is weer vergaderd.
gen gast vernam, kon nog net bijtijds toe
schieten om den prins te ontvangen.
Het gewone, druk bezette diensttoestel,
waarmee de prins reisde, was door den
mist nog ongeveer een half uur vertraagd
en arriveerde te omstreeks 12.20 uur, een
der laatste passagiers, die uitstapte, was
een lange, slanke jongeman, die diep moest
bukken, om door het lage deurtje van het
Zweedsche vliegtuig te komen. Het was
prins Carl jr.
Met zijn secretaris, die na hem was uit
gestapt, wandelde de prins naar het doua
ne-lokaal.
Na de formaliteiten bij de douane ge
bruikten de prins en zijn secretaris haastig
een lunch in het restaurant, geheel onop
gemerkt, temidden van andere passagiers.
Met het K. L. M. vliegtuig is de prins,
door den heer Thomson uitgeleide gedaan,
om 1.10 uur voor Londen gestart.
PRINSES JULIANA.
De Apeldoornsche correspondent van de
„Msb." meldt:
H. K. H. Prinses Juliana heeft tijdens
Haar jongste verblijf op Het Loo in gezel
schap van mej. A. L. Schoch, de directrice
van de particuliere zaken van H. M. de
Koningin en H. K. H. Prinses Juliana, voor
Het Loo en omgeving, vele arme zieken
en ouden van dagen bezocht.
Gistermiddag heeft H. K. H. Prinses Ju
liana, op haar reis van het Loo naar Den
Haag, een kwartier verwijld op het konink
lijk paleis te Amsterdam. De prinses, die
gekleed was in een grijzen bontmantel met
zwarten hoed, arriveerde omstreeks kwart
over twaalf en vertrok weer om circa half
één, in gezelschap van freule Bentinck.
De hofauto bleef voor het paleis staan
en dit werd onmiddellijk opgemerkt door
de menschen, die bleven wachten, tot H.
K. H. weer zou vertrekken.
De hofauto vertrok onmiddellijk, voor
afgegaan door de motorbrigade via de
Raadhuisstraat in de richting Den Haag.
Prinses Juliana met de ;ata-
vier n naar Engeland ver
trokken
Gisteravond is Prinses Juliana met de
Batavier II van Rotterdam naar Engeland
vertrokken, ten einde het huwelijk van
Prins George bij te wonen.
De prinses kwam per auto uit Den Haag
raar de Jobskade, de legplaats der „Bata-
vierbootdienst".
Dp het afgezette „Jobs-terrein" waren
een honderdtal belangstellenden aanwezig,
die de prinses met een hartelijk hoera be
groetten. Op de kade merkten wij o.m. op
den hoofd-commissaris van politie, mr. L.
Enthoven en den heer Waler, een der di
recteuren van de Eatavierlijn.
Aan boord van den steiger werd H.K.H.
verwelkomd door den kapitein, den heer
Zwart, die dezen avond juist zijn laatste
reis RotterdamEngeland v.v. aanving.
Kort voor het vertrek verscheen de
Prinses op het promanedadek, waarna
de belangstellenden op de kade het Wil
helmus inzetten.
Om vijf minuten over zeven voer de
Batavia II af. Op de rivier was het vrij
mistig.
Het gevolg van de Prinses bestaat uit
freule Bentinck, hofdame E. D. Juckema
van Burmania, Baron Rengers, dienst
doend grootmeester.
TEGENSTELLINGEN IN HET KABINET?
Tusschen de ministers Van Schaik
en Oud?
Naar „Ons Noorden" uit parlementaire
kringen verneemt, accentueeren zich be
paalde tegenstellingen in het kabinet.
Zoo bestaan er niet alleen tegenstellin
gen inzake de defensie-politiek, maar zou
b.v. ook minister Van Schaik ten opzichte
van maatregelen inzake het executierecht
verder willen gaan dan de overige leden
van het kabinet. Speciaal zou hier van een
controverse gesproken kunnen worden
tusschen minister Van Schaik en minister
Oud.
Het zou in de bedoeling liggen bij de
behandeling van de Justitie-begrooting
hieromtrent nadere inlichtingen te ver
krijgen. Ook hoe de minister van Justitie
nog staat tegenover zijn schrijven aan de
Kamer van 12 Juni j.l. toen Zijn Excellen
tie meedeelde, dat een beslissing van de
regeering inzake het executierecht spoedig
zou vallen, terwijl ruim vijf maanden la
ter nog steeds niets is gehoord.
HET NEDERLANDSCH CLEARING-
INSTITUUT
Slecht van betalen?
Men schrijft ons:
In de door het Nederl. Clearinginstituut
gepubliceerde balans over het verloop der
Clearing Nederland-Duitschland, moeten
wij opmerken, dat de achterstand in de
uitbetaling der stortingen op Clearing-
rekening bij de Duitsche Verrechnungs-
kasse geweldig is toegenomen.
De vóór op 31 Oct. gedane stortingen
bedragen 9.6 millioen, waarvan 15 No
vember, dus 14 dagen later, nog maar 7.9
millioen is betaald. In deze periode is 4
mill, uitbetaald, terwijl meer dan 10 mill,
op Verrechnungskonto was gestort. Het
verschilbedrag in uitbetaling en storting
op Verrechnunskcmto is verdriedubbeld
en bedraagt bijna 12 mill.
Uit den aard moet er achterstand op een
bepaald moment zijn, omdat natuurlijk
de stortingen niet la minute door uit
betaling kan worden gevergd.
Maar zóó, wil het ons voorkomen, dat
het ook volstrekt niet noodig is. Indien
een week speling wordt genomen voor
uitwisseling der documenten etc., lijkt
ons meer dan voldoende en de verwijten
van de Duitsche zijde dat er bij ons „iets
aan hapert" moet wel als gegrond wor
den verondersteld.
Uit de practijk komen intusschen di
verse klachten onze bemerkingen bevesti
gen en hopelijk kan hierin verandering
worden gebracht. Het Instituut gelieve te
bedenken, dat de betrokkenen op de be
dragen zitten te springen, gezien ook de
dikwijls zeer groote bedragen die in
Duitschland bevroren zijn, en waarvan de
regeering zoo vriendelijk is geweest er
over te beschikken, zonder eenige contra
prestatie.
Indien vlot werd uitbetaald, zou er o.i.
circa 5 of 6 mill, vroeger bij de exporteurs
naar Duitschland beland zijn.
Wij hopen, dat nu ook niet de Clearing
Nederland-Duitschland met de Duitsche
ziekte is besmet geworden.
Niet vasthouden dus, maar afschuiven.
STATENKIESKRING LEIDEN.
De R.K. Statenkieskring Leiden houdt
Zaterdagmiddag te 3 uur een alg. vergade
ring in den Burcht te Leiden. Aan de or
de komen een voorstel tot vaststelling
van nieuwe regelen voor de verkiezingen
en van de diverse data voor de verkiezin
gen. Bij dit laatste punt stelt het bestuur
voor: a. uit te komen met 6 candidaten; b.
de inzending der namen van de gestelde
candidaten te doen plaats hebben uiterlijk
6 Januari 1935; c. de stemmingen in de af
deelingen te doen plaats hebben op 10 en
24 Februari 1935 en de inzending der pro
cessen verbaal etc., te doen geschieden
uiterlijk resp. 11 en 25 Februari.
Voorts stelt het bestuur voor in het ver
kiezingsjaar voor de Provincale Staten
aan den secretaris een vergoeding van één-
honderd gulden toe te kennen.
R.K. STATENKIESKRING „GOUDA".
De R.K. Statenkieskring Gouda heeft Za
terdagmiddag in de Leesvereeniging te
Gouda een algemeene vergadering gehou
den, waarop vele afdeelingen der R.K.
Staatspartij vertegenwoordigd waren.
In zijn openingswoord wijdde de vice-
voorzitter, de heer A. C. Deerenberg uit
Schoonhoven, eenige treffende en waar-
deerende woorden aan de nagedachtenis
van den oud-voorzitter dr. A. C. A. Hoff
man, voor wiens zielerust de kring binnen
kort in de kerk van O. L. Vr. Hemelvaart
een H. Mis zal doen opdragen. Ook werd
het overleden bestuurslid de heer Veelen-
turf herdacht.
Spreker heette vervolgens bijzonder
welkom het Tweede Kamerlid, den heer v.
d. Weijden, waarna hij er op wees, dat deze
vergadering reeds in 't teeken zal staan
van de a.s. verkiezingen voor de Provin
ciale Staten. Uit bestuursleden van de Ka
mer-Centrale Leiden en den Statenkies
kring is een contact-commissie gevormd,
nadat in een gecombineerde bestuursver
gadering van beide organisaties het nieu
we reglement voor de Statenkieskringen
was besproken. Dit reglement zal voor de
a.s. verkiezing bindend zijn; op 1 Septem
ber j.l. is het in opdracht van de R.K.
Staatspartij van kracht geworden. Wijzi
gingen zijn evenwel nog mogelijk.
In de ontstane bestuursvacatures in den
Statenkieskring Gouda is voorzien door de
automatische opvolging, ingevolge de in
1929 gehouden stemming, van de heeren A.
Brand te Boskoop en H. G. Veltman te Al
phen a. d. Rijn.
Het financieel verslag van den penning
meester vermeldde aan ontvangsten sinds
1931 1182.56 en aan uitgaven ƒ488.48, zoo
dat er momenteel een saldo is van ƒ694.08.
De boeken en bescheiden werden in orde
bevonden.
Het vaststellen der contributie over
1934 veroorzaakte eenige discussie. Ten
slotte werd besloten over de jaren 1932,
1933 en 1934 geen bijdrage meer te heffen
en de contributie voor 1935, welke in April
zal worden geïncasseerd, te bepalen op 2
cent der aangesloten lid. De Kring zal de
afdeelingen in de verkiezingscampagne
voor de Provinciale Staten tegemoet ko
men door de beschikbaarstelling van mate
riaal, o.a. in den vorm van een model
stembiljet.
Uitvoerig heeft de vergadering zich be
zig gehouden met de behandeling van het
reglement op de voorbereiding der Sta
tenverkiezing, van 't welk de hoofdstuk
ken I en III door de R.K. Staatspartij impe
ratief zijn voorgeschreven. In hoofdstuk II
werden na bespreking nog enkele wijzi
gingen aangebracht, waarvan de voor
naamste is, dat op de groslijst zes candi
daten moeten worden gestemd, terwijl cr
op de officieele lijst negen zullen worden
vermeld. Geheel nieuw is de vorming van
een adviescommissie, welke zal bestaan
uit drie bestuursleden van den kring en
vier leden. Deze commissie geeft eventueel
advies voor de groslijststemming.
Op voorstel van het bestuur besloten de
afgevaardigden het aantal candidaten voor
de as. verkiezing van de Provinciale Sta
ten in den kring Gouda op negen te bepa
len. De gelegenheid tot het opgeven van
candidaten zal opengesteld zijn tot 15 Ja
nuari 1935. In een op 26 Januari wederom
te beleggen bijeenkomst van den Staten
kieskring wordt dein de advies-commissie
gekozen. De stemming voor de definitieve
candidatenlijst zal in de kiesvereenigingen
geschieden op 24 Februari e.k.
Aangenomen werd het bestuursvoorstel
om aan de Vereeniging voor R.K. Gemeen
teraadsleden in den kring Gouda een sub
sidie ad 50 te verstrekken in de oprich
tingskosten, terwijl tevens werd goedge
keurd aan den secretaris een gratificatie
van 50 toe te kennen in een verkiezings
jaar.
In de vacature van voorzitter, ontstaan
door het overlijden van dr. Hoffman, werd
met groote meerderheid van stemmen ge
kozen de heer J. P. van Breukelen te Woer
den; de heer W. G. de Vroom zag zich in
de vacature-Deerenberg bij stemming aan
gewezen als secretaris. Na een onbelang
rijke rondvraag bracht de heer van Breu
kelen namens alle afgevaardigden dank
aan den heer Deerenberg, die deze verga
dering, welke bijna vier uur duurde, op
zoo prettige wijze leidde.
DR. A. SIEGENBEEK VAN HEUKELOM
Benoemd tot hoogleeraar aan de Genees
kundige Hoogeschool te Batavia
Dr. A. Siegenbeek van Heukelom, ge
neesheer aan het Wilhelminaziekenhuis te
Nijmegen, is benoemd tot hoogleeraar aan
LEIDEN.
PROF. DR. W. DE SITTER
In den ouderdom van 62 jaar is na een
betrekkelijk korte ongesteldheid hier ter
stede overleden prof. dr. W. de Sitter,
hoogleeraar in de wis- en natuurkunde,
aan de Leidsche Universiteit en directeur
van de Leidsche Sterrewacht.
Willem de Sitter werd den 6den Mei 1872
te Sneek geboren. Na de lagere school door.
loopen te hebben, studeerde hij aan het
Gymnasium te Arnhem, waarna hij zich'
op 21 Sept. 1891 als student in de wis-
en natuurkunde liet inschrijven aan de
Universiteit te Groningen, onder rectoraat
van prof. Barend Symons.
In het jaar 1902 promoveerde hij tot
doctor in de wis- en natuurkunde op proef
schrift: „Discussion of heliometer-obser-
vations of Jupiter's Satellites".
Tevoren had hij reeds practisch weten
schappelijk werk verricht,, want van 1897
1899 was hij als volontair-rekenaar werk
zaam geweest aan de sterrewacht te Kaap
stad.
Na zijn terugkomst uit Zuid-Afrika was
dr. de Sitter van 1900—1908 assistent aan
het sterrekundig laboratorium te Gronin
gen.
Toen volgde in dat jaar zijn benoeming
tot hoogleeraar in de sterrekunde aan de
Leidsche Universiteit, welk ambt hij den
21sten Oct. aanvaardde met het uitspre
ken van een inaugureele rede over: „De
nieuwe methoden in de mechanica der he
mellichamen." Elf jaar later in 1919 werd
hij benoemd tot directeur der Leidsche
Sterrewacht. Alvorens deze benoeming te
aanvaarden, stelde hij als eisch, dat hem
de noodige middelen ter beschikking zou
den worden gesteld om de werkzaamheid
der sterrewacht uit te breiden. Deze eisch
werd ingewilligd en zoodoende is er naast
de oude fundamenteele afdeeling, die on
der leiding van dr. Hins staat, sindsdien een
astrophysisehe afdeeling onder leiding van
prof. Hertzsprung bijgekomen, een afdee
ling voor statistisch onderzoek onder lei
ding van dr. Oort en een afdeeling voor
theoretische astronomie onder dr. Woltjer.
Zoodoende zijn er op het oogenblik eigen-
luk twee sterrewachten. Een, die den arbeid
van Kaiser voortzet en een, die met de
moderne hulpmiddelen der fotografie de
eigenschappen- en de structuur van ons
sterrenstelsel onderzoekt.
Dat deze uitbreiding veel heeft bijgedra
gen tot nieuwen roem voor de Leidsche
Sterrewacht is dus het werk van den thans
ontslapen directeur.
Van 19251928 was prof. de Sitter voor
zitter van de internationaal astronomische
Unie. In 1912 werd hij lid van de Kon. Aca
demie van Wetenschappen te Amsterdam.
Vele onderscheidingen werden hem om
zijn talrijke verdiensten voor de sterre-
kundige wetenschap toegekend. Zoo ver
wierf hij in 1931 de gouden Catharine Wolf
Bruce medaille der Astronomie Society of
the Pacific.
Voorts was hij Ridder in de Orde van
den Nederlanlschen Leeuw.
Tal van werken zijn' van zijn hand ver
schenen. De resultaten van zijn menigvul
dige onderzoekingen werden gepubliceerd
in de Annalen van de Kaapsche Sterre
wacht, van de Sterrewacht te Leiden en in
publicaties van het Groninger laborato
rium. In verschillende vaktijdschriften pu
bliceerde hij artikelen over photometrie,
satellieten van Jupiter, over relativiteits
theorie en theoretische astronomie.
Ter gelegenheid van het 300-jarig be
staan der Leidsche Universiteit heeft prof.
de Sitter op 6 October 1933 bij de
plechtige herdenking daarvan in de Leid
sche Academie een historische rede ge
houden, terwijl hij tevens een korte histo
rische beschrijving ter gelegenheid daar
van het licht deed zien.
De crematie van het stoffelijk overschot
van den overledene zal Zaterdagmiddag
op Westerveld plaats hebben.
De gebruikelijke rouw door universiteit
en diverse studentencorporaties is aange
nomen.
de geneeskundige hoogeschool te Batavia.
Dr. A. Siegenbeek van Heukelom is ge
boren in 1894 te Leiden, promoveerde in
1920 tot arts, was tot 1925 assistent van
prof. Hijmans van den Bergh te Utrecht,
daarna eenige jaren scheepsdokter op e-
derlandsche schepen naar Oost- en West-
Indië. Vervolgens vestigde hij zich eenige
jaren als huisarts te Den Haag om in 1927
benoemd te worden als internist aan het
Wilhelminaziekenhuis te Nijmegen.
In Januari a.s. zal hij zijn functie aan
vaarden.