Buitenlandsche zaken aangenomen Economische zaken in behandeling genomen Nieuwe regeling van den wettelijken tijd WOENSDAG 21 NOVEMBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 TWEEDE KAMER Waar elders ter wereld zou een Minister van Buitenlandsche Zaken kunnen verkla ren, dat hij de Commissie van Buitenland sche Zaken uit de Kamer slechts eenmaal bijeengeroepen had, en toen nog maar al léén vanwege de aangename kennismaking, om de eenvoudige reden, dat hij werkelijk aan de heeren niets mede te deelen had, omdat er nu eenmaal niets was? Dit nu was het antwoord van den Ne- derlandschen Minister van Buiten landsche Zaken op de tegen hem in gebrachte beschuldiging van te geringe mededeelzaamheid tegenover de Kamer. De Minister acht zichzelf veeleer te mede deelzaam dan niet mededeelzaam genoeg van aard! Al evenzeer ontkende de Minister, dat hij niet genoeg bezuinigd had. Er is 15 pet. op mijn departement bezui nigd, verklaarde hij; maar met de inkrim ping van den diplomatieken dienst is men dan ook reeds verder gegaan dan eigen lijk toelaatbaar was; en, als men niet zoo ver wil komen, dat de Nederlandsche Staat, zooals het vroeger was, zou gaan pa rasiteeren op het eigen bezit zijner verte genwoordigers, zoodat alleen zeer gegoe den iin den diplomatieken dienst zouden kunnen worden opgenomen, kan er ook niet meer bezuinigd worden op de bezol digingen van het diplomatieke personeel. Hier is dus niet veel meer te halen! De Nederlanders in Duitschland be schermt het ministerie naar best vermo gen; en het doet alles, wat maar in zijn vermogen is; en de Minister bracht tegen de heeren Vliegen en Sneevliet, die dit betwijfeld hadden, den verdediger van Spansier in het geweer, die hem een brief had geschreven vol lof over den krachti- gen en onophoudelijken steun, dien Span sier van de zijde van zijn'Departement had ondervonden. Nog krachtiger wees de Minister de be schuldiging van de hand, dat hij niet vol doende van den ernst van het vraagstuk der verhouding ten opzichte van België zou doordrongen zijn. fk sta er mee op; en ik ga er meer naar bed, constateerde Z.Exc. Maar iets naders omtrent de zaak kon hij niet mededeelen, tenzij dan zeer vaag: er was toenadering van de zijde van België en ook van Nederlandsche zijde; en de Mi nister hoopte, dat hij spoedig in staat zou zijn tot meer concrete mededeelingen; hij had goede hoop op een bevredigende re geling. Daar moest de Kamer het mee doen wat de hoofdzaken aangaat. Het belangrijkste deel van het debat had zich ook gisteren bewogen rond den Vol kenbond. Men was eenigermate benieuwd, hoe van communistische zijde de omzwaai van Rusland bij het toetreden tot den Bond zou worden verklaard. De heer W ij 11- koop (C.P.) heeft deze nieuwsgierigheid bevredigd. Rusland, zeide hij, voert wer kelijkheidspolitiek. Toen Duitschland en Japan uit den Bond waren getreden; wa ren daarmede de ergste oorlogsmakers verdwenen. Het kon zyn, dat de Volken bond nu eenigermate dienstbaar kon wor den gemaakt aan den Russischen vredes wil, omdat de mogendheden, die overble ven, belang hadden bij den status quo, dus by den vrede. Ook Sovjet-Rusland heeft „voor het oogenblik" den vrede noodig, niet omdat het.eenigen aanvaller vreest wie het aanvalt, zal worden vernietigd maar, omdat het nog in het midden van den socialistischen opboüw zit, welke door een oorlog in zijn snel tempo zou worden geremd. De verklaring had het voordeel van openhartigheid; men kan er uit lezen, dat Sovjet-Rusland vredelievend is om oppor- tuniteitsredenen; zal het dat ook nog zijn, als de socialistische opbouw eens voltooid wordt geacht? De heer Zandt (St. G.) acht den Vol kenbond den laatsten babeltorenbouw, die aan het instorten is. Maar den Paus wilde hij er in geen geval in hebben, wat zeer inconsequent mag worden genoemd; want waar zou de Paus, volgens de opvattingen van die zijde, nu beter kunnen zijn dan in een ineenstortenden Babeltoren?! Mil der dacht de heer Joekes (V.D.) over den Volkenbond. Erkennend, dat deze niet heeft beantwoord aan de hooggespannen BINNENLAND PRINS CARL JR. VAN ZWEDEN OP SCHIPHOL. Op doorreis naar Londen. Gisterenmiddag heeft Schiphol vorstelijk bezoek gehad. Z. K. H. prins Carl jr. van Zweden is op doorreis van Malmö naar Londen, om er de huwelijksplechtigheden bij te wonen van prins George en prinses Marina. De prins reisde in een volmaakt incog nito. Zelfs de autoriteiten van Schiphol wa ren van te voren niet verwittigd, dat er een Zweedsche prins op het vliegveld zou arriveeren. De stationschef van Schiphol, de heer Thomson, die pas op het laatste oogenblik van de aankomst van den hoo- verwachtingen, merkte deze heer op, dat dit bij alle ondernemingen, die een hoog doel nastreven, zoo pleegt te zijn. Het komt er op aan vol te houden en zich niet te laten ontmoedigen. Ook de Minister achtte den Volkenbond een instituut van onschatbare waarde. Hoe zou het er in de wereld uitzien zonder dien Bond, vroeg hij. Beslissend voor de weigerende stem ten aanzien van de toelating van Sovjet-Rus land was de twijfel der Regeering geweest of de bedoelingen van dit land bij de toe treding wel volkomen oprecht waren. Nadat de begrooting van Buitenlandsche Zaken z. h. s. was goedgekeurd, kwam die van Economische Zaken aan de orde. Doch eerst kwam nog in behandeling het wetsontwerp inzake nieuwe regeling van de surséance van betaling. De heer Gos e- ling (R.K.) zeide, dat het overleg over dit ontwerp schriftelijk vruchtdragend is geweest. Spr. treedt in een beschouwing over de beteekenis van het ontwerp. De Minister verheugde zich ook over den vlotten gang van zaken. Het wetsontwerp werd z. h. st. goedgekeurd. En vervolgens ook nog het wetsontwerp inzake de herziening vein den wettelijken tijd. De heer v. d. W a e rd e n (S.D.) meent dat men op het oogenblik bezig is, vrede te bewerkstellingen tusschen voor- en tegen standers van den zomertijd. Spr. vindt de thans voorgestelde oplossing zeer gelukkig. De heer Kersten (S.G.) wil thans niet herhalen zijn bezwaren tegen verandering van den tijd. Die bezwaren bestaan nog steeds en spr. ziet geen aanleiding, den ouden Nederlandschen tijd prijs te geven. De Minister zegt, dat zijn streven is geweest een einde te maken aan een ja- renlangen strijd. De oude vaderlandsche tijd, dien de heer Kersten zoo mooi vindt, wijkt ook nogal af van den zomertijd. De nieuwe tijd dient zoo spoedig te worden in gevoerd, dat de spoorwegen met hun dienstregeling daarmee rekening kunnen houden. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd met aanteekening, dat de heer Kersten er tegen is. Gisteren kwamen nog vier sprekers aan het woord. De heer Schilthuis (V.D.) waar schuwde tegen het streven, om de coritin- genteeringen te vervangen door verhooging der invoerrechten; de heer Bakker (C. H.) drukte den minister op het hart toch de organisaties uit het bedrijfsleven wel willend te ontvangen; de heer Van Voorst tot Voorst (R.K.) pleitte voor de grootst mogelijke teelt van land bouwgewassen voor de binnenlandscne markt; en de laatste spr., de heer Van der Putt (R.K.) wilde juist het tegen deel van den heer Schilthuis: verhooging van invoerrechten in de plaats van de con- tingenteeringen, die geen cent in de schat kist brengen en onvoldoende tot het beoog de doel leiden. Heden voortzetting. EERSTE KAMER DE RUILVERKAVELINGSWET. In de avondvergadering van gisteren was een wetsontwerp aan de orde tot wij ziging van eenige artikelen van de ruil- verkavelingswet. De beraadslagingen had den niet veel om het lijf. Vooreerst vroeg de heer Ruiter (R.K.) zekerheid omtrent de salarissen van de be trokken ambtenaren, waarbij de heer Van Sasse van Ysselt (R.K.) zich aan sloot. De laatste vond, dat het goed zou zijn bij een volgende wetswijziging een norm voor het kostenbedrag der ruilver kaveling vast te stellen, zoodat men zou weten waar men aan toe was. Minister Steenberghe zeide toe dit voorstel te zullen overwegen. Wat de salarissen betreft had de Regeering geen klachten van be langhebbenden ontvangen; het zou dus wel zoo'n vaart niet loopen. In ieder geval zou nog een onderzoek ingesteld worden. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hierna trok de Senaat zich in de afdee- lingen terug. Hedeil is weer vergaderd. gen gast vernam, kon nog net bijtijds toe schieten om den prins te ontvangen. Het gewone, druk bezette diensttoestel, waarmee de prins reisde, was door den mist nog ongeveer een half uur vertraagd en arriveerde te omstreeks 12.20 uur, een der laatste passagiers, die uitstapte, was een lange, slanke jongeman, die diep moest bukken, om door het lage deurtje van het Zweedsche vliegtuig te komen. Het was prins Carl jr. Met zijn secretaris, die na hem was uit gestapt, wandelde de prins naar het doua ne-lokaal. Na de formaliteiten bij de douane ge bruikten de prins en zijn secretaris haastig een lunch in het restaurant, geheel onop gemerkt, temidden van andere passagiers. Met het K. L. M. vliegtuig is de prins, door den heer Thomson uitgeleide gedaan, om 1.10 uur voor Londen gestart. PRINSES JULIANA. De Apeldoornsche correspondent van de „Msb." meldt: H. K. H. Prinses Juliana heeft tijdens Haar jongste verblijf op Het Loo in gezel schap van mej. A. L. Schoch, de directrice van de particuliere zaken van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana, voor Het Loo en omgeving, vele arme zieken en ouden van dagen bezocht. Gistermiddag heeft H. K. H. Prinses Ju liana, op haar reis van het Loo naar Den Haag, een kwartier verwijld op het konink lijk paleis te Amsterdam. De prinses, die gekleed was in een grijzen bontmantel met zwarten hoed, arriveerde omstreeks kwart over twaalf en vertrok weer om circa half één, in gezelschap van freule Bentinck. De hofauto bleef voor het paleis staan en dit werd onmiddellijk opgemerkt door de menschen, die bleven wachten, tot H. K. H. weer zou vertrekken. De hofauto vertrok onmiddellijk, voor afgegaan door de motorbrigade via de Raadhuisstraat in de richting Den Haag. Prinses Juliana met de ;ata- vier n naar Engeland ver trokken Gisteravond is Prinses Juliana met de Batavier II van Rotterdam naar Engeland vertrokken, ten einde het huwelijk van Prins George bij te wonen. De prinses kwam per auto uit Den Haag raar de Jobskade, de legplaats der „Bata- vierbootdienst". Dp het afgezette „Jobs-terrein" waren een honderdtal belangstellenden aanwezig, die de prinses met een hartelijk hoera be groetten. Op de kade merkten wij o.m. op den hoofd-commissaris van politie, mr. L. Enthoven en den heer Waler, een der di recteuren van de Eatavierlijn. Aan boord van den steiger werd H.K.H. verwelkomd door den kapitein, den heer Zwart, die dezen avond juist zijn laatste reis RotterdamEngeland v.v. aanving. Kort voor het vertrek verscheen de Prinses op het promanedadek, waarna de belangstellenden op de kade het Wil helmus inzetten. Om vijf minuten over zeven voer de Batavia II af. Op de rivier was het vrij mistig. Het gevolg van de Prinses bestaat uit freule Bentinck, hofdame E. D. Juckema van Burmania, Baron Rengers, dienst doend grootmeester. TEGENSTELLINGEN IN HET KABINET? Tusschen de ministers Van Schaik en Oud? Naar „Ons Noorden" uit parlementaire kringen verneemt, accentueeren zich be paalde tegenstellingen in het kabinet. Zoo bestaan er niet alleen tegenstellin gen inzake de defensie-politiek, maar zou b.v. ook minister Van Schaik ten opzichte van maatregelen inzake het executierecht verder willen gaan dan de overige leden van het kabinet. Speciaal zou hier van een controverse gesproken kunnen worden tusschen minister Van Schaik en minister Oud. Het zou in de bedoeling liggen bij de behandeling van de Justitie-begrooting hieromtrent nadere inlichtingen te ver krijgen. Ook hoe de minister van Justitie nog staat tegenover zijn schrijven aan de Kamer van 12 Juni j.l. toen Zijn Excellen tie meedeelde, dat een beslissing van de regeering inzake het executierecht spoedig zou vallen, terwijl ruim vijf maanden la ter nog steeds niets is gehoord. HET NEDERLANDSCH CLEARING- INSTITUUT Slecht van betalen? Men schrijft ons: In de door het Nederl. Clearinginstituut gepubliceerde balans over het verloop der Clearing Nederland-Duitschland, moeten wij opmerken, dat de achterstand in de uitbetaling der stortingen op Clearing- rekening bij de Duitsche Verrechnungs- kasse geweldig is toegenomen. De vóór op 31 Oct. gedane stortingen bedragen 9.6 millioen, waarvan 15 No vember, dus 14 dagen later, nog maar 7.9 millioen is betaald. In deze periode is 4 mill, uitbetaald, terwijl meer dan 10 mill, op Verrechnungskonto was gestort. Het verschilbedrag in uitbetaling en storting op Verrechnunskcmto is verdriedubbeld en bedraagt bijna 12 mill. Uit den aard moet er achterstand op een bepaald moment zijn, omdat natuurlijk de stortingen niet la minute door uit betaling kan worden gevergd. Maar zóó, wil het ons voorkomen, dat het ook volstrekt niet noodig is. Indien een week speling wordt genomen voor uitwisseling der documenten etc., lijkt ons meer dan voldoende en de verwijten van de Duitsche zijde dat er bij ons „iets aan hapert" moet wel als gegrond wor den verondersteld. Uit de practijk komen intusschen di verse klachten onze bemerkingen bevesti gen en hopelijk kan hierin verandering worden gebracht. Het Instituut gelieve te bedenken, dat de betrokkenen op de be dragen zitten te springen, gezien ook de dikwijls zeer groote bedragen die in Duitschland bevroren zijn, en waarvan de regeering zoo vriendelijk is geweest er over te beschikken, zonder eenige contra prestatie. Indien vlot werd uitbetaald, zou er o.i. circa 5 of 6 mill, vroeger bij de exporteurs naar Duitschland beland zijn. Wij hopen, dat nu ook niet de Clearing Nederland-Duitschland met de Duitsche ziekte is besmet geworden. Niet vasthouden dus, maar afschuiven. STATENKIESKRING LEIDEN. De R.K. Statenkieskring Leiden houdt Zaterdagmiddag te 3 uur een alg. vergade ring in den Burcht te Leiden. Aan de or de komen een voorstel tot vaststelling van nieuwe regelen voor de verkiezingen en van de diverse data voor de verkiezin gen. Bij dit laatste punt stelt het bestuur voor: a. uit te komen met 6 candidaten; b. de inzending der namen van de gestelde candidaten te doen plaats hebben uiterlijk 6 Januari 1935; c. de stemmingen in de af deelingen te doen plaats hebben op 10 en 24 Februari 1935 en de inzending der pro cessen verbaal etc., te doen geschieden uiterlijk resp. 11 en 25 Februari. Voorts stelt het bestuur voor in het ver kiezingsjaar voor de Provincale Staten aan den secretaris een vergoeding van één- honderd gulden toe te kennen. R.K. STATENKIESKRING „GOUDA". De R.K. Statenkieskring Gouda heeft Za terdagmiddag in de Leesvereeniging te Gouda een algemeene vergadering gehou den, waarop vele afdeelingen der R.K. Staatspartij vertegenwoordigd waren. In zijn openingswoord wijdde de vice- voorzitter, de heer A. C. Deerenberg uit Schoonhoven, eenige treffende en waar- deerende woorden aan de nagedachtenis van den oud-voorzitter dr. A. C. A. Hoff man, voor wiens zielerust de kring binnen kort in de kerk van O. L. Vr. Hemelvaart een H. Mis zal doen opdragen. Ook werd het overleden bestuurslid de heer Veelen- turf herdacht. Spreker heette vervolgens bijzonder welkom het Tweede Kamerlid, den heer v. d. Weijden, waarna hij er op wees, dat deze vergadering reeds in 't teeken zal staan van de a.s. verkiezingen voor de Provin ciale Staten. Uit bestuursleden van de Ka mer-Centrale Leiden en den Statenkies kring is een contact-commissie gevormd, nadat in een gecombineerde bestuursver gadering van beide organisaties het nieu we reglement voor de Statenkieskringen was besproken. Dit reglement zal voor de a.s. verkiezing bindend zijn; op 1 Septem ber j.l. is het in opdracht van de R.K. Staatspartij van kracht geworden. Wijzi gingen zijn evenwel nog mogelijk. In de ontstane bestuursvacatures in den Statenkieskring Gouda is voorzien door de automatische opvolging, ingevolge de in 1929 gehouden stemming, van de heeren A. Brand te Boskoop en H. G. Veltman te Al phen a. d. Rijn. Het financieel verslag van den penning meester vermeldde aan ontvangsten sinds 1931 1182.56 en aan uitgaven ƒ488.48, zoo dat er momenteel een saldo is van ƒ694.08. De boeken en bescheiden werden in orde bevonden. Het vaststellen der contributie over 1934 veroorzaakte eenige discussie. Ten slotte werd besloten over de jaren 1932, 1933 en 1934 geen bijdrage meer te heffen en de contributie voor 1935, welke in April zal worden geïncasseerd, te bepalen op 2 cent der aangesloten lid. De Kring zal de afdeelingen in de verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten tegemoet ko men door de beschikbaarstelling van mate riaal, o.a. in den vorm van een model stembiljet. Uitvoerig heeft de vergadering zich be zig gehouden met de behandeling van het reglement op de voorbereiding der Sta tenverkiezing, van 't welk de hoofdstuk ken I en III door de R.K. Staatspartij impe ratief zijn voorgeschreven. In hoofdstuk II werden na bespreking nog enkele wijzi gingen aangebracht, waarvan de voor naamste is, dat op de groslijst zes candi daten moeten worden gestemd, terwijl cr op de officieele lijst negen zullen worden vermeld. Geheel nieuw is de vorming van een adviescommissie, welke zal bestaan uit drie bestuursleden van den kring en vier leden. Deze commissie geeft eventueel advies voor de groslijststemming. Op voorstel van het bestuur besloten de afgevaardigden het aantal candidaten voor de as. verkiezing van de Provinciale Sta ten in den kring Gouda op negen te bepa len. De gelegenheid tot het opgeven van candidaten zal opengesteld zijn tot 15 Ja nuari 1935. In een op 26 Januari wederom te beleggen bijeenkomst van den Staten kieskring wordt dein de advies-commissie gekozen. De stemming voor de definitieve candidatenlijst zal in de kiesvereenigingen geschieden op 24 Februari e.k. Aangenomen werd het bestuursvoorstel om aan de Vereeniging voor R.K. Gemeen teraadsleden in den kring Gouda een sub sidie ad 50 te verstrekken in de oprich tingskosten, terwijl tevens werd goedge keurd aan den secretaris een gratificatie van 50 toe te kennen in een verkiezings jaar. In de vacature van voorzitter, ontstaan door het overlijden van dr. Hoffman, werd met groote meerderheid van stemmen ge kozen de heer J. P. van Breukelen te Woer den; de heer W. G. de Vroom zag zich in de vacature-Deerenberg bij stemming aan gewezen als secretaris. Na een onbelang rijke rondvraag bracht de heer van Breu kelen namens alle afgevaardigden dank aan den heer Deerenberg, die deze verga dering, welke bijna vier uur duurde, op zoo prettige wijze leidde. DR. A. SIEGENBEEK VAN HEUKELOM Benoemd tot hoogleeraar aan de Genees kundige Hoogeschool te Batavia Dr. A. Siegenbeek van Heukelom, ge neesheer aan het Wilhelminaziekenhuis te Nijmegen, is benoemd tot hoogleeraar aan LEIDEN. PROF. DR. W. DE SITTER In den ouderdom van 62 jaar is na een betrekkelijk korte ongesteldheid hier ter stede overleden prof. dr. W. de Sitter, hoogleeraar in de wis- en natuurkunde, aan de Leidsche Universiteit en directeur van de Leidsche Sterrewacht. Willem de Sitter werd den 6den Mei 1872 te Sneek geboren. Na de lagere school door. loopen te hebben, studeerde hij aan het Gymnasium te Arnhem, waarna hij zich' op 21 Sept. 1891 als student in de wis- en natuurkunde liet inschrijven aan de Universiteit te Groningen, onder rectoraat van prof. Barend Symons. In het jaar 1902 promoveerde hij tot doctor in de wis- en natuurkunde op proef schrift: „Discussion of heliometer-obser- vations of Jupiter's Satellites". Tevoren had hij reeds practisch weten schappelijk werk verricht,, want van 1897 1899 was hij als volontair-rekenaar werk zaam geweest aan de sterrewacht te Kaap stad. Na zijn terugkomst uit Zuid-Afrika was dr. de Sitter van 1900—1908 assistent aan het sterrekundig laboratorium te Gronin gen. Toen volgde in dat jaar zijn benoeming tot hoogleeraar in de sterrekunde aan de Leidsche Universiteit, welk ambt hij den 21sten Oct. aanvaardde met het uitspre ken van een inaugureele rede over: „De nieuwe methoden in de mechanica der he mellichamen." Elf jaar later in 1919 werd hij benoemd tot directeur der Leidsche Sterrewacht. Alvorens deze benoeming te aanvaarden, stelde hij als eisch, dat hem de noodige middelen ter beschikking zou den worden gesteld om de werkzaamheid der sterrewacht uit te breiden. Deze eisch werd ingewilligd en zoodoende is er naast de oude fundamenteele afdeeling, die on der leiding van dr. Hins staat, sindsdien een astrophysisehe afdeeling onder leiding van prof. Hertzsprung bijgekomen, een afdee ling voor statistisch onderzoek onder lei ding van dr. Oort en een afdeeling voor theoretische astronomie onder dr. Woltjer. Zoodoende zijn er op het oogenblik eigen- luk twee sterrewachten. Een, die den arbeid van Kaiser voortzet en een, die met de moderne hulpmiddelen der fotografie de eigenschappen- en de structuur van ons sterrenstelsel onderzoekt. Dat deze uitbreiding veel heeft bijgedra gen tot nieuwen roem voor de Leidsche Sterrewacht is dus het werk van den thans ontslapen directeur. Van 19251928 was prof. de Sitter voor zitter van de internationaal astronomische Unie. In 1912 werd hij lid van de Kon. Aca demie van Wetenschappen te Amsterdam. Vele onderscheidingen werden hem om zijn talrijke verdiensten voor de sterre- kundige wetenschap toegekend. Zoo ver wierf hij in 1931 de gouden Catharine Wolf Bruce medaille der Astronomie Society of the Pacific. Voorts was hij Ridder in de Orde van den Nederlanlschen Leeuw. Tal van werken zijn' van zijn hand ver schenen. De resultaten van zijn menigvul dige onderzoekingen werden gepubliceerd in de Annalen van de Kaapsche Sterre wacht, van de Sterrewacht te Leiden en in publicaties van het Groninger laborato rium. In verschillende vaktijdschriften pu bliceerde hij artikelen over photometrie, satellieten van Jupiter, over relativiteits theorie en theoretische astronomie. Ter gelegenheid van het 300-jarig be staan der Leidsche Universiteit heeft prof. de Sitter op 6 October 1933 bij de plechtige herdenking daarvan in de Leid sche Academie een historische rede ge houden, terwijl hij tevens een korte histo rische beschrijving ter gelegenheid daar van het licht deed zien. De crematie van het stoffelijk overschot van den overledene zal Zaterdagmiddag op Westerveld plaats hebben. De gebruikelijke rouw door universiteit en diverse studentencorporaties is aange nomen. de geneeskundige hoogeschool te Batavia. Dr. A. Siegenbeek van Heukelom is ge boren in 1894 te Leiden, promoveerde in 1920 tot arts, was tot 1925 assistent van prof. Hijmans van den Bergh te Utrecht, daarna eenige jaren scheepsdokter op e- derlandsche schepen naar Oost- en West- Indië. Vervolgens vestigde hij zich eenige jaren als huisarts te Den Haag om in 1927 benoemd te worden als internist aan het Wilhelminaziekenhuis te Nijmegen. In Januari a.s. zal hij zijn functie aan vaarden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9