HACHELIJKE UREN BOVEN ALBURY. DONDERDAG 8 NOVEMBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 10 EEN SPAARBANKBOEKJE VERVALSCHT. De dader, een werklooze kantoorbediende, aangehouden. Een tijd geleden heeft een stempelfabri- kant voor een spaarbank, die in Rotterdam verschillende filialen heeft, twee stempels gemaakt, één met het woord „gestort" en één met het woord „terugbetaald". De vorige week kwam bij deze zelfde fabrikant een jongeman, die zijn naam niet opgaf en die precies dezelfde stem pels bestelde. De fabrikant vond dit nog al vreemd en deed er mededeeling van aan de politie. Afgesproken werd toen, dat de fabrikant in de stempels voor den jonge man een kleine wijziging zou aanbrengen, die een leek niet zou opmerken. De vorige week kwam in een der filia len van de spaarbank een man met een spaarbankboekje, dat een tegoed vermeld de van 1600 gulden, waarop hij 1200 gul den terug vroeg. De kassiers der verschil lende filialen waren natuurlijk gewaar schuwd,. zoodat deze bij aanbieding van spaarbankboekjes deze nauwgezet contro leerden. Deze controle duurde nog al lang en de aanbieder van het boekje moet daardoor argwaan hebben gekregen, want hij nam de vlucht'met achterlating van het boekje. Bij nader onderzoek bleek dit een gesto len spaarbankboekje te zijn, waarop met de valsche stempels een groot aantal be dragen als tegoed en als betaald waren in geschreven, zoodanig, dat het eindcijfer ten slotte een tegoed van 1600 gulden aan gaf. Daar de aanbieder van het boekje ge vlucht was en het boekje gestolen bleek, was het dus niet gemakkelijk den dader op te sporen. De stempelfabrikant had des tijds de opdracht van den onbekenden jon geman gekregen op een blaadje papier, dat uit een spaarbankboekje gescheurd bleek te zijn. Aan den achterkant van deze bladzijde stonden eenige letters van een straatnaam, niet de volledige naam ech ter, maar het laatste gedeelte en wel inghstraat met een huisnummer er achter. Men is toen geruimen tijd aan het zoeken gegaan naar de straat, die hier bedoeld moest zijn en kwam zoodoende aan de Gij- zinghstraat. Eerst bleek nog, dat het huis nummer van het uitgescheurde velletje vervalscht was, maar toen ook dit opge lost was kon men den dader aanhouden. Hij bleek te zijn de 24-jarige kantoorbe diende K. H. De man is gearresteerd en legde een volledige bekentenis af. LAND- EN TUINBOUW INLEVERING VAN BLOEMBOLLEN Gezien het bepaalde in het Bloembollen- saneeringsplan Teeltbeschikking 1934, art. 8. slot, wordt aan belanghebbenden in Noord-Holland, benoorden het Noordzee kanaal medegedeeld, dat op 14 en 15 No vember a.s. voor de laatste maal gelegen heid wordt gegeven om bloembollen ter vernietiging in te leveren: a. voor hen, die* in 1933 niet geheel aan de inleveringsvoorschriften hebben vol daan; b. voor hen, die in het plantjaar 1933- 1934 teveel beplant hadden. De inleveringsdepots, die geopend zijn van 812 uur voorm. en van 15 uur nm., zijn gevestigd in de gemeenten Hillegom (Zilk), Lisse, Voorhout, Katwijk, Roelof- arendsveen en Naaldwijk; aan de bekende depots. Op 14 November te De Kwakel (gemeente Uithoorn) en Brielle; op 15 November op het eiland Texel, te Gouds waard en op het eiland Rozenburg; even eens aan de bekende depots. Die aangeslotenen, die nog op afdoening van hun ingediende klacht wachten, zullen vóór bovengenoemde inleveringsdata een uitnoodiging ontvangen om namens de Ne- derlandsch Sierteeltcentrale door een Commissie te worden gehoord. Voor de goede orde wordt nog op het volgende speciaal de aandacht gevestigd: 1. Bloembollen, aangevoerd wegens in 1933 te weinig ingeleverd en wegens in 1933-1934 te veel geplant moeten op afzon derlijke aanvoernota's worden vermeld. 2. Op elke aanvoernota moet het num mer worden aangegeven, waaronder de kweeker was aangesloten bij de Nederland- sche Bloembollenkweekers Centrale. 3. Op elke aanvoernota vooral duidelijk vermelden of de bloembollen worden aan gevoerd wegens: a. te weinig ingeleverd in 1933; b. te veel geplant in 1933-1934. Wat kwalitit enz. betreft, wordt naar voorgaande circulaires verwezen. RECHTZAKEN DE TREINBOTSING BIJ DIDAM. Machinist vrijgesproken. De rechtbank te Arnhem heeft Dinsdag uitspraak gedaan in de zaak tegen een 38- jarigen machinist bij de Nederlandsche Spoorwegen, die in den nacht van 4 Jan. met een goederentrein door een onveilig sein zou zijn gereden, waardoor een bot sing met een voor het station stilstaanden trein was gevolgd. Het O. M. had een maand gevangenisstraf geëischt. De rechtbank achtte de schuld van den machinist niet bewezen en sprak hem vrij. LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD. VAN DEN VIVER PARMENTIER GEEFT EEN RELAAS. Een verslaggever van Aneta heeft een onderhoud gehad met Parmentier te Soerabaja. Veel van wat de vlieger daarin vertelt hebben wij onzen lezers reeds eenige malen voorgezet en dat gedeelte van het interview zullen wij niet meer herhalen. Maar interessant is zeker wel, wat de commandant van den „Uiver" te vertellen heeft over dat laatste deel van de vlucht, dat over Australië voerde. En dat deel van het interview laten wij dan ook in extenso volgen. Parmentier, die er wat vermoeid uitzag kan het ook anders? antwoordde grif op de vele vragen die de Aneta-vertegen- woordiger hem stelde. Hoe is het met uw logboek? Het logboek is nog slechts in klad ge reed. Het bevat nog slechts weinig feiten omdatdeze reis alleen maar een Hol landIndië-reis is geweest met een ver lengstuk. Zooals ik op het vliegveld al zei, alleen maar een beetje vlugger en een beet je langer. Maar bovendien wordt mijn logboek eerst belangwekkend zoodra het begint te hande len over de gebeurtenissen sinds het mo ment, waarop we Australië hadden bereikt en nu stel ik er prijs op, dat ik nu eindelijk eens een juist verhaal kan geven van wat er gebeurd is, een verhaal over onze reis door Australië, dat nu Holland ook zal be reiken Het begon er dan mede", vertelde Parmentier, „dat we een telegram kregen uit Kobar, waarin we gewaarschuwd wer den, dat we zware onweersbuien tegemoet vlogen, maar waarin ook werd medege deeld, dat het weer boven Melbourne zelf gunstig was. We vertrokken in donker uit Charleville en al spoedig ontmoetten we de reeds aangekondigde onweersbuien. Dat was in de buurt van Kobar. We konden er intusschen voortdurend omheen vliegen door telkens onzen koers te wijzigen, zoo dat we dit slecht-weer-gebied veilig zijn ge passeerd. „Daarmede scheen de narigheid voor ons j achter den rug. Nu kwam goed weer ons begunstigen en ik ging me maar vast scheren voor onze a.s. aankomst te Mel bourneje wilt bij de eindstreep allicht netjes voor den dag komen „Toen gebeurde er echter iets merkwaar digs. Van Brugge kon maar geen verbin ding met Melbourne krijgen. Oorspronkelijk schreven wij dat toe aan atmosferische sto ringen tengevolge van het slechte weer, dat we achter ons hadden, maar helaas bleek, dat de wolken, die wij achter ons waanden, nu ook voor ons kwamen opzet ten, en er was geen mogelijkheid om boven die wolken uit te stijgen. „Plotseling zaten we er midden in. „En dat zonder radio-communicatie. zonder mogelijkheid om ons te oriëntee- renin stikdonkeren nacht. „Toch bleven we gelooven dat het maar een plaatselijke onweersbui was en daarom stegen we tot op ëen hoogte van 5000 meter met de bedoeling om naar de kust te komen, want dan zouden we ons veel gemakkelij ker kunnen oriënteeren. Dan zouden we Melbourne wel vinden. Maar dat viel tegen „Na eenigen tijd merkten we, dat ons toestel niet verder wilde stijgen. We vlo gen vol gas, maar het toestel zakte „Dat zakken nu", zei Parmentier, „werd veroorzaakt door de groote hoeveelheden ijs, die zich op den voorrand van onze vleu gels en op de propellers hadden afgezet. Iets wat het stijgvermogen ongunstig be- invloedt". „We wisten dat we boven bergterrein vlogen en toen besloot ik terug te keeren naar een beter weergebied om dat ijs kwijt te raken. Dat gelukte eerst op een hoogte, waar het een beetje warmer was. We hoor den toen hoe het ijs met zware klappen tegen den rand van het toestel vloog, maar dat was geen bezwaar, want de Douglas is op die plaatsen speciaal versterkt met sta len platen, welke op zulke gevallen bere kend zijn". „Na verloop van eenigen tijd, toen het ijs op de stalen deelen door het lagere vlie gen waren weggesmolten, besloot ik vast te stellen.wat onze positie was en te pro- beeren onder de buien door Melbourne te bereiken". „We ontdekten nu spoedig lichten van een stadje, en eenigen tijd bleven we boven die lichten cirkelen. Intusschen zaten we onze kaarten te bestudeeren om onze po sitie te bepalen. We keken ingespannen naar beneden, zagen flauwtjes het maan licht weerkaatsen in eenige rivieren en aangezien we begonnen te vermoeden, dat wij ten gevolge van het omvliegen ter ver mijding van de onweersbuien, in Oostelijke richting waren afgedreven, stelde ik vast dat hier Albury moest zijn. Dit was dus onze eerste kennismaking met Albury, maar zeker waren we er nog niet van. Later eerst zou die zekerheid komen...." „Intusschen zat van Brugge maar te pro- beeren om radio-verbinding te krijgen. Voortdurend en voortdurend. Van Brugge heeft het bovenmenschelijke verricht. Maar hij slaagde er niet in. Toen later die z.g. verbinding tot stand kwam, heb ik aan de koptelefoon meegeluisterd en toen heb ik me afgevraagd hoe een marconist ooit wijs kan worden uit zoo'n cacophonie van gelui den. „Aanvankelijk probeerde ik", vertelde Parmentier verder, „in Zuid-Westelijke richting Melbourne te bereiken en werke lijk bleek ik toen tot op 100 km vóór Mel bourne te zijn geweest", „Intusschen is het toen van Brugge, dank zij 's mans vasthoudendheid gelukt, een paar berichten op te vangen, welke door Melbourne waren uitgezonden en waaruit ons bleek, dat we inderdaad zoo juist boven Albury gevlogen hadden, In die berichten adviseerde Melbourne ons, om eerst Wes telijk te houden en dan naar het Zuiden te vliegen. Want op die manier zouden we over de bergen heenkomen en onder wol kenmassa's door de laagvlakte van Mel bourne kunnen bereiken". „Dat hadden we al gedaan, maar als we naar het Westen vlogen, liepen we steeds maar weer vast tegen zware regen- en hagelbuien, die ons alle zicht benamen". „Van Brugge heeft al dien tijd zyn uiter ste best gedaan om een weerbericht uit Melbourne op te vangen, doch hij kon het rriaar niet hooren en dat was wel onze ver schrikkelijkste handicap. We vlogen over onbekend terrein. „De kaarten geven op het gebied van vlieg-informaties heelemaal geen voldoen den uitleg, zoo ontbreekt er b.v. iedere juiste opgave in van de hoogte van het ge bergte, dat we vóór Melbourne moesten overvliegen „En door dat alles was het niet te ver antwoorden om door te vliegen zonder dat we zicht hadden en zonder dat we te weten konden komen, wat de weersomstandig heden in Melbourne waren". Hoe hielden de passagiers zich intus schen onder die omstandigheden? „Ze bleven uiterst rustig", zeide Parmen tier eenvoudig, „en ze gaven daarmede blijk, dat ze een volkomen vertrouwen in de bemanning hadden. Wij, piloten, waren hard aan het werk en daarom kregen we gelukkig geen briefjes van onze passagiers, die hadden blijkbaar voldoende aan de rap porten van den mecanicien. En nu vervolgde Parmentier zijn boeiend reisverhaal. Uit zijn wijze van vertellen bleek ons wel, dat hij nog altijd niet over dien bijna fatalen dag van zijn vlucht heen is, want hij zei: „ik besloot, hoewel het mij zeer ter harte ging, om die laatste 200 km. geen risico te nemen en daarom wilde ik mijn plan om naar Melbourne door te gaan, opgeven. Kalm heb ik toen met Moll zitten overleggen, toen we terugkeerden op on zen koers, wat we nu verder zouden doen en intusschen bleef van Brugge maar door seinen en doorseinen naar Melbourne en werkelijkplotseling met succes. Van Brugge verzocht toen aan Cootamun- dra om de „flares" (landingslichten) aan te steken en daarop ontving hij bevestiging. „Het leek toen wel of Cootamundra onze aanvlieghaven zou worden, maar wederom grepen andere krachten in". „We hadden nog voor twee uur benzine aan boord, want we hadden zoo zuinig mogelijk gevlogen. Voor ongerustheid was geen reden.... maar wel voor teleurstel ling, omdat we Melbourne niet zouden kun nen halen. „Ik besloot toen maar eerst terug te gaan naar de plaats, waarvan we waren uitge gaan, want ik wist nu, dat het Albury was. Dat wist ik uit de intusschen ontvangen radiobevestiging. Het was mijn plan om dan van daaruit naar Cootamundra te vlie gen. Moll was het heelemaal met me eens, want dit plan was immers in overeenstem ming met het motto onzer maatschappij: „Safety first". „We werden nu gehinderd door een he- weg vigen slagregen en door die watergordijnen bereikten we opnieuw Albury. Op onze kaart vonden we waar het noodlandings terrein gelegen was". „Toen we Albury daar onder ons zagen bleek ons, dat uit dit plaatsje zonderlinge signalen werden gegeven. De stad, die al leen te onderscheiden was door de verlich ting, verdween plotseling, en dan kwam de geheele verlichting op eens weer te voor schijn. Opeens begrepen we het: er werd met alle stadslichten geseind. Toen we boven Albury aankwamen zagen we boven dien nog een heele reeks auto's die langs het raceterrein stonden opgesteld en een vloed van licht uit hun koplampen daarop wierpen. „Maar nog hadden we geen weerberich ten en nadat we zorgvuldig hadden over legd over de kansen van Cootamundra be sloot ik toen te onderzoeken of dat race- terrein van Albury geschikt was voor een landing. Om daar achter te komen heb ik toen parachutefakkels uitgegooid, dat zijn fakkels die onmiddelijk ontstoken worden zoodra de parachute zich ontplooit; en eerst toen wist ik dat we inderdaad te doen had den met het raceterrein. Allereerst had ik nu na te gaan vanuit welke richting ik het beste landen kon. Naar beneden kijkend zag ik opeens dat de bevolking letters van vuur aan het schrijven was door benzine op den grond, en waarachtig, daar zag ik in eens in vlammen het woord Albury onder mij „Zoo kon ik al gauw, nadat ik eerst nog wat parachutefakkels had neergelaten, vei lig op het raceterrein landen. Precies tusschen de boomen door scheer den we en net over het afscheidingshek van het raceterrein. We raakten den grond en ik gevoelde dat mijn wielen slipten door dat het terrein zoo glad was. Maar mijn toestel kwam tot stilstand op 100 meter voor den rand van het terrein. Te Albury. „De ontvangst daar in Albury", zegt Parmentier, „was zeer enthousiast. De eerste die ons begroette, was de burgemees ter, een man op krukken, die in den slag regen op ons had staan wachten. Hij ver telde ons van de angsten die men beneden over ons had uitgestaan. Maar u hadt toch ook s.o.s.-seinen uit gezonden? „Ja, wel zeker", zeide Parmentier, „maar dat was alleen maar om die andere sta tions het zwijgen op te leggen en daar zijn we dan ook in geslaagd". Dan vertelt Parmentier hoe Australië had gewerkt en hoe oud en jong waren opge bleven dien nacht om de landing van de Uiver af te wachten.... „We waren veilig geland, al was het dan niet in Melbourne", zei Parmentier, nog altijd spijtig, ook al toonde hij zich in het verdere gesprek verheugd over den eind uitslag, die* precies volgens de bedoeling van den opzet, den Hollandschen Uiver den eersten prijs bracht in de handicaprace.. Ondanks tijdverlies en ondanks aftrek van het achterlaten van de passagiers en de post te Albury. Wat het laatste betreft moge het verhaal van Parmentier nog even verder op den voet worden gevolgd: „Ik probeerde na al die uren van span ning een oogenblikje den slaap te vatten, maar ik kon maar niet in slaap komen, want boven* me hoorde ik den regen steeds maar kletteren en kletteren en dat deed de vrees bij mij opkomen, dat ons toestel ge durende die uren in de modder zou weg zakken. Den volgenden morgen bij dag licht ging ik naar mijn toestel en daar zag ik mijn vrees bewaarheid. Het toestel was heelemaal tot de wielassen in de modder weggezakt en het veld stond vol water. Hoewel de lucht weer was opgeklaard leek de algemeene toestand nog weinig roos kleurig. Heel Albury was op de been en hielp mee. Het toestel werd met lange tou wen uit de modder gesleept en onder dat werk zakte het telkens en telkens maar weer weg, totdat het eindelijk op een plaats was gesleept waar de grond wat vaster was en van waar uit een startbaan beschikbaar was van een 300 meter. Ik heb toen beslo ten het toestel zoo licht mogelijk te maken en mijn passagiers en de post met twee leden van de bemanning achter te laten. Onder die omstandigheden deed ik mijn eerste startpoging. Die mislukte. „En weer ging heel Albury aan het werk. Weer startte ik en dank zij het feit, dat ze de omheining van het raceterrein aan de overzijde hadden gesloopt, slaagde ik erin weg te komen. „Nog net hoorde ik een groot gejuich on- der me en daar waren we dan weer op De allerlaatste étappe. „Daar gingen we dan om tien uur 's och tends, de laatste étappe naar de eindstreep. „Het is goed, dit alles zoo uitvoerig weer te geven, omdat hieromtrent nog zooveel vreemde verhalen in omloop zijn; ook in Australië", aldus beëindigde Parmentier het verhaal van zijn reis. Sir MacRobertson, de organisator van de zen wedstrijd, die een rondvlucht met den „Uiver" heeft gemaakt, gaf daarvan een treffende typeering, toen hij verklaarde: „Juist dit had ik mij bij het uitschrijven van de race voorgesteld, dat met post en passagiers zou worden bewezen, welke commercieele mogelijkheden tusschen Euro pa en Australië door middel van het lucht verkeer te verwezenlijken zijn". „Handelsblad" UIT DE OMGEVING LISSE Kruisverbond. Gisteravond hield het Kruisverbond „St. Jan de Dooper" zijn ledenvergadering in de zaal van den heer J. J. A. Koot. De 2e voorzitter, de heer J. Zandvliet, leidde de vergadering. Het bestuur heeft besloten een Dr. Ariëns-avond te organiseeren. Hiervoor worden uitgenoodigd de besturen van L.T. B„ Hanze, Volksbond, St. Isidorus, Vrou wenbond en Groote Gezinnen, welke voor af in vergadering bijeen zullen komen voor het organiseeren van dezen avond. Bij ge noegzame deelname zal deze avond, welke grootsch beloofd te worden, doorgang vin den. Voor de propaganda-vergadering te Haarlem op Zondag 25 Nov. a.s. in St. Bavo wordt de leden vrijen „overtocht" gegeven. Het bestuur vertrouwt derhalve op aller deelname. Het onderwerp dat daar behandeld zal worden is: „Het drank kapitaal". Dit onderwerp zal behandeld worden door den heer P. Dieges, secretaris van het Dioc. Kruisverbond in het Aartsbisdom Utrecht. Voorts wordt door den secretaris medegedeeld, dat hij een onderhoud heeft gehad met den weleerw. heer directeur kapelaan Kuiper, betreffende het jeugd werk en de drankbestrijding. Aan de orde is verkiezing van een voorz. wegens bedanken van den heer L. B. Jonk man. De heer Salman kan mededeeling doen, dat de 2e voorz., de heer J. Zand vliet, het voorzitterschap op zich heeft ge nomen, terwijl de heer Pollé de alcohol- cursus zal houden, welke ook in handen was van den vroegeren voorz. De heer Salman feliciteerde den nieuwen voorz., wat voorzeker de bloei der vereeniging goed zal doen. De heer Zandvliet dankt bestuur en leden voor het vertrouwen in hem gesteld. Gekomen aan de rondvraag, vroeg de heer v. Meijgaarden de verslagen te plaat sen in de Kruisbanier. De secretaris zet uiteen, dat de verslagen van de vergade ringen toch eerst eenige maanden na da tum in „De Kruisbanier" komen. WARMOND. Landarbeidersbond. Onder groote be langstelling hield de afdeeling Warmond van „St Deus Dedit" een vergadering on der leiding van den heer P. v. d. Kerkhof. Na opening sprak hij 'n woord van harte lijk welkom tot de aanwezigen. Hierna werden door den secretaris de noluten der vorige bijeenkomst gelezen en vastgesteld. Als voornaamste punt der agenda gold de kwestie met betrekking tot de aanvragen voor kostwinnerschap en de verklaring voor werkloozen die in de uit- keeringsperiode 19331934 uitgetrokken waren. Wat deze laatste betreft werd me degedeeld, dat door de betrokkenen sinds 1 Mei 1934 minstens vier weken in het vrije bedrijf gearbeid moet zijn, alvorens zij voor uitkeering der werkloozenkas in aanmer king komen. Beide aangelegenheden wer den door den voorzitter nog uitvoerig toe gelicht en met klem drong spreker er op aan beide verklaringen zoo spoedig moge lijk bij den heer Weyers in te leveren daar zij vóór 15 November a.s. bij het Hoofdbe stuur gedeponeerd moeten zijn. De hierna gehouden rondvraag bracht reeds de zoo veel besproken kwestie naar voren inzake het organiseeren van de patroons. Beslo ten werden deze aangelegenheid nogmaals onder de aandacht van het hoofdbestuur te brengen, waarbij dan tevens de aan dacht van dit hoofdbestuur gevraagd zou worden voor de jeugdige werkloozen. Stem men werden gehoord om krachtige pogin gen in het werk te stellen om alle R.-K. Landarbeiders lid te doen worden van de R.-K. Kiesvereeniging. Het bestuur deed toezegging aan deze aangelegenheid de noodige aandacht te schenken. De voorzit ter deed een krachtig beroep op de leden om de aanstaande jaarvergadering te be zoeken, daar hier een belangrijke agenda zal worden afgewerkt en in deze vergade ring tevens moet worden overgegaan tot verkiezing van twee bestuursleden. Hierna sluiting. Overvaren. Een roeiboot bemand met een drietal visschers uit Den Haag, is door een groote vrachtboot op de meren alhier overvaren. Een der inzittenden kwam on der de boot terecht, doch aangezien hij goed kon zwemmen, kon hij zich nog gelukkig in veiligheid brengen. De twee andere vis schers werden door de vrachtboot aan boord genomen. Het vischgerei was echter in de diepte verdwenen. DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA. 5. Hij stapte in de boot, draaide eens aan een paar knop pen, haalde een stang over en opeens rrrrrt daar begon de motor te snorren en eer hij er erg in had vloog de boot van den wal af en schoot de rivier op. Hij kon nog net bijtijds het roer grijpen en wilde juist naar land sturen, toen het zeil op vreemde wijze bewoog.,.. 6. Het ging hol en bol staan net of er iets onder bewoog, en jawel daar kwam eensklaps een gezicht te voorschijn. Zóó'n groote baard had Pietje nog nooit gezien. Er bleef maar juist plaats over voor twee oogen en een puntje van een neus. Brrrr wat een gezicht. Hij voelde al zijn moed in de schoenen zinken. Wat moest hij doen, alleen in de boot met dien vreemden sinjeur?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 10