HACHELIJKE UREN BOVEN ALBURY.
DONDERDAG 8 NOVEMBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 10
EEN SPAARBANKBOEKJE
VERVALSCHT.
De dader, een werklooze kantoorbediende,
aangehouden.
Een tijd geleden heeft een stempelfabri-
kant voor een spaarbank, die in Rotterdam
verschillende filialen heeft, twee stempels
gemaakt, één met het woord „gestort" en
één met het woord „terugbetaald".
De vorige week kwam bij deze zelfde
fabrikant een jongeman, die zijn naam
niet opgaf en die precies dezelfde stem
pels bestelde. De fabrikant vond dit nog
al vreemd en deed er mededeeling van aan
de politie. Afgesproken werd toen, dat de
fabrikant in de stempels voor den jonge
man een kleine wijziging zou aanbrengen,
die een leek niet zou opmerken.
De vorige week kwam in een der filia
len van de spaarbank een man met een
spaarbankboekje, dat een tegoed vermeld
de van 1600 gulden, waarop hij 1200 gul
den terug vroeg. De kassiers der verschil
lende filialen waren natuurlijk gewaar
schuwd,. zoodat deze bij aanbieding van
spaarbankboekjes deze nauwgezet contro
leerden.
Deze controle duurde nog al lang en de
aanbieder van het boekje moet daardoor
argwaan hebben gekregen, want hij nam
de vlucht'met achterlating van het boekje.
Bij nader onderzoek bleek dit een gesto
len spaarbankboekje te zijn, waarop met
de valsche stempels een groot aantal be
dragen als tegoed en als betaald waren in
geschreven, zoodanig, dat het eindcijfer ten
slotte een tegoed van 1600 gulden aan
gaf.
Daar de aanbieder van het boekje ge
vlucht was en het boekje gestolen bleek,
was het dus niet gemakkelijk den dader op
te sporen. De stempelfabrikant had des
tijds de opdracht van den onbekenden jon
geman gekregen op een blaadje papier,
dat uit een spaarbankboekje gescheurd
bleek te zijn. Aan den achterkant van deze
bladzijde stonden eenige letters van een
straatnaam, niet de volledige naam ech
ter, maar het laatste gedeelte en wel
inghstraat met een huisnummer er achter.
Men is toen geruimen tijd aan het zoeken
gegaan naar de straat, die hier bedoeld
moest zijn en kwam zoodoende aan de Gij-
zinghstraat. Eerst bleek nog, dat het huis
nummer van het uitgescheurde velletje
vervalscht was, maar toen ook dit opge
lost was kon men den dader aanhouden.
Hij bleek te zijn de 24-jarige kantoorbe
diende K. H. De man is gearresteerd en
legde een volledige bekentenis af.
LAND- EN TUINBOUW
INLEVERING VAN BLOEMBOLLEN
Gezien het bepaalde in het Bloembollen-
saneeringsplan Teeltbeschikking 1934, art.
8. slot, wordt aan belanghebbenden in
Noord-Holland, benoorden het Noordzee
kanaal medegedeeld, dat op 14 en 15 No
vember a.s. voor de laatste maal gelegen
heid wordt gegeven om bloembollen ter
vernietiging in te leveren:
a. voor hen, die* in 1933 niet geheel aan
de inleveringsvoorschriften hebben vol
daan;
b. voor hen, die in het plantjaar 1933-
1934 teveel beplant hadden.
De inleveringsdepots, die geopend zijn
van 812 uur voorm. en van 15 uur nm.,
zijn gevestigd in de gemeenten Hillegom
(Zilk), Lisse, Voorhout, Katwijk, Roelof-
arendsveen en Naaldwijk; aan de bekende
depots. Op 14 November te De Kwakel
(gemeente Uithoorn) en Brielle; op 15
November op het eiland Texel, te Gouds
waard en op het eiland Rozenburg; even
eens aan de bekende depots.
Die aangeslotenen, die nog op afdoening
van hun ingediende klacht wachten, zullen
vóór bovengenoemde inleveringsdata een
uitnoodiging ontvangen om namens de Ne-
derlandsch Sierteeltcentrale door een
Commissie te worden gehoord.
Voor de goede orde wordt nog op het
volgende speciaal de aandacht gevestigd:
1. Bloembollen, aangevoerd wegens in
1933 te weinig ingeleverd en wegens in
1933-1934 te veel geplant moeten op afzon
derlijke aanvoernota's worden vermeld.
2. Op elke aanvoernota moet het num
mer worden aangegeven, waaronder de
kweeker was aangesloten bij de Nederland-
sche Bloembollenkweekers Centrale.
3. Op elke aanvoernota vooral duidelijk
vermelden of de bloembollen worden aan
gevoerd wegens:
a. te weinig ingeleverd in 1933; b. te veel
geplant in 1933-1934.
Wat kwalitit enz. betreft, wordt naar
voorgaande circulaires verwezen.
RECHTZAKEN
DE TREINBOTSING BIJ DIDAM.
Machinist vrijgesproken.
De rechtbank te Arnhem heeft Dinsdag
uitspraak gedaan in de zaak tegen een 38-
jarigen machinist bij de Nederlandsche
Spoorwegen, die in den nacht van 4 Jan.
met een goederentrein door een onveilig
sein zou zijn gereden, waardoor een bot
sing met een voor het station stilstaanden
trein was gevolgd.
Het O. M. had een maand gevangenisstraf
geëischt.
De rechtbank achtte de schuld van den
machinist niet bewezen en sprak hem vrij.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW DAGBLAD.
VAN DEN VIVER
PARMENTIER GEEFT EEN RELAAS.
Een verslaggever van Aneta heeft
een onderhoud gehad met Parmentier
te Soerabaja. Veel van wat de vlieger
daarin vertelt hebben wij onzen lezers
reeds eenige malen voorgezet en dat
gedeelte van het interview zullen wij
niet meer herhalen. Maar interessant
is zeker wel, wat de commandant van
den „Uiver" te vertellen heeft over dat
laatste deel van de vlucht, dat over
Australië voerde. En dat deel van het
interview laten wij dan ook in extenso
volgen.
Parmentier, die er wat vermoeid uitzag
kan het ook anders? antwoordde grif
op de vele vragen die de Aneta-vertegen-
woordiger hem stelde.
Hoe is het met uw logboek?
Het logboek is nog slechts in klad ge
reed. Het bevat nog slechts weinig feiten
omdatdeze reis alleen maar een Hol
landIndië-reis is geweest met een ver
lengstuk. Zooals ik op het vliegveld al zei,
alleen maar een beetje vlugger en een beet
je langer.
Maar bovendien wordt mijn logboek eerst
belangwekkend zoodra het begint te hande
len over de gebeurtenissen sinds het mo
ment, waarop we Australië hadden bereikt
en nu stel ik er prijs op, dat ik nu eindelijk
eens een juist verhaal kan geven van wat
er gebeurd is, een verhaal over onze reis
door Australië, dat nu Holland ook zal be
reiken
Het begon er dan mede", vertelde
Parmentier, „dat we een telegram kregen
uit Kobar, waarin we gewaarschuwd wer
den, dat we zware onweersbuien tegemoet
vlogen, maar waarin ook werd medege
deeld, dat het weer boven Melbourne zelf
gunstig was. We vertrokken in donker uit
Charleville en al spoedig ontmoetten we
de reeds aangekondigde onweersbuien. Dat
was in de buurt van Kobar. We konden er
intusschen voortdurend omheen vliegen
door telkens onzen koers te wijzigen, zoo
dat we dit slecht-weer-gebied veilig zijn ge
passeerd.
„Daarmede scheen de narigheid voor ons j
achter den rug. Nu kwam goed weer ons
begunstigen en ik ging me maar vast
scheren voor onze a.s. aankomst te Mel
bourneje wilt bij de eindstreep allicht
netjes voor den dag komen
„Toen gebeurde er echter iets merkwaar
digs. Van Brugge kon maar geen verbin
ding met Melbourne krijgen. Oorspronkelijk
schreven wij dat toe aan atmosferische sto
ringen tengevolge van het slechte weer,
dat we achter ons hadden, maar helaas
bleek, dat de wolken, die wij achter ons
waanden, nu ook voor ons kwamen opzet
ten, en er was geen mogelijkheid om boven
die wolken uit te stijgen.
„Plotseling zaten we er midden in.
„En dat zonder radio-communicatie.
zonder mogelijkheid om ons te oriëntee-
renin stikdonkeren nacht.
„Toch bleven we gelooven dat het maar
een plaatselijke onweersbui was en daarom
stegen we tot op ëen hoogte van 5000 meter
met de bedoeling om naar de kust te komen,
want dan zouden we ons veel gemakkelij
ker kunnen oriënteeren. Dan zouden we
Melbourne wel vinden. Maar dat viel
tegen
„Na eenigen tijd merkten we, dat ons
toestel niet verder wilde stijgen. We vlo
gen vol gas, maar het toestel zakte
„Dat zakken nu", zei Parmentier, „werd
veroorzaakt door de groote hoeveelheden
ijs, die zich op den voorrand van onze vleu
gels en op de propellers hadden afgezet.
Iets wat het stijgvermogen ongunstig be-
invloedt".
„We wisten dat we boven bergterrein
vlogen en toen besloot ik terug te keeren
naar een beter weergebied om dat ijs kwijt
te raken. Dat gelukte eerst op een hoogte,
waar het een beetje warmer was. We hoor
den toen hoe het ijs met zware klappen
tegen den rand van het toestel vloog, maar
dat was geen bezwaar, want de Douglas is
op die plaatsen speciaal versterkt met sta
len platen, welke op zulke gevallen bere
kend zijn".
„Na verloop van eenigen tijd, toen het
ijs op de stalen deelen door het lagere vlie
gen waren weggesmolten, besloot ik vast
te stellen.wat onze positie was en te pro-
beeren onder de buien door Melbourne te
bereiken".
„We ontdekten nu spoedig lichten van
een stadje, en eenigen tijd bleven we boven
die lichten cirkelen. Intusschen zaten we
onze kaarten te bestudeeren om onze po
sitie te bepalen. We keken ingespannen
naar beneden, zagen flauwtjes het maan
licht weerkaatsen in eenige rivieren en
aangezien we begonnen te vermoeden, dat
wij ten gevolge van het omvliegen ter ver
mijding van de onweersbuien, in Oostelijke
richting waren afgedreven, stelde ik vast
dat hier Albury moest zijn. Dit was dus
onze eerste kennismaking met Albury, maar
zeker waren we er nog niet van. Later
eerst zou die zekerheid komen...."
„Intusschen zat van Brugge maar te pro-
beeren om radio-verbinding te krijgen.
Voortdurend en voortdurend. Van Brugge
heeft het bovenmenschelijke verricht. Maar
hij slaagde er niet in. Toen later die z.g.
verbinding tot stand kwam, heb ik aan de
koptelefoon meegeluisterd en toen heb ik
me afgevraagd hoe een marconist ooit wijs
kan worden uit zoo'n cacophonie van gelui
den.
„Aanvankelijk probeerde ik", vertelde
Parmentier verder, „in Zuid-Westelijke
richting Melbourne te bereiken en werke
lijk bleek ik toen tot op 100 km vóór Mel
bourne te zijn geweest",
„Intusschen is het toen van Brugge, dank
zij 's mans vasthoudendheid gelukt, een
paar berichten op te vangen, welke door
Melbourne waren uitgezonden en waaruit
ons bleek, dat we inderdaad zoo juist boven
Albury gevlogen hadden, In die berichten
adviseerde Melbourne ons, om eerst Wes
telijk te houden en dan naar het Zuiden te
vliegen. Want op die manier zouden we
over de bergen heenkomen en onder wol
kenmassa's door de laagvlakte van Mel
bourne kunnen bereiken".
„Dat hadden we al gedaan, maar als we
naar het Westen vlogen, liepen we steeds
maar weer vast tegen zware regen- en
hagelbuien, die ons alle zicht benamen".
„Van Brugge heeft al dien tijd zyn uiter
ste best gedaan om een weerbericht uit
Melbourne op te vangen, doch hij kon het
rriaar niet hooren en dat was wel onze ver
schrikkelijkste handicap. We vlogen over
onbekend terrein.
„De kaarten geven op het gebied van
vlieg-informaties heelemaal geen voldoen
den uitleg, zoo ontbreekt er b.v. iedere
juiste opgave in van de hoogte van het ge
bergte, dat we vóór Melbourne moesten
overvliegen
„En door dat alles was het niet te ver
antwoorden om door te vliegen zonder dat
we zicht hadden en zonder dat we te weten
konden komen, wat de weersomstandig
heden in Melbourne waren".
Hoe hielden de passagiers zich intus
schen onder die omstandigheden?
„Ze bleven uiterst rustig", zeide Parmen
tier eenvoudig, „en ze gaven daarmede
blijk, dat ze een volkomen vertrouwen in
de bemanning hadden. Wij, piloten, waren
hard aan het werk en daarom kregen we
gelukkig geen briefjes van onze passagiers,
die hadden blijkbaar voldoende aan de rap
porten van den mecanicien.
En nu vervolgde Parmentier zijn boeiend
reisverhaal. Uit zijn wijze van vertellen
bleek ons wel, dat hij nog altijd niet over
dien bijna fatalen dag van zijn vlucht heen
is, want hij zei: „ik besloot, hoewel het mij
zeer ter harte ging, om die laatste 200 km.
geen risico te nemen en daarom wilde ik
mijn plan om naar Melbourne door te gaan,
opgeven. Kalm heb ik toen met Moll zitten
overleggen, toen we terugkeerden op on
zen koers, wat we nu verder zouden doen
en intusschen bleef van Brugge maar door
seinen en doorseinen naar Melbourne en
werkelijkplotseling met succes.
Van Brugge verzocht toen aan Cootamun-
dra om de „flares" (landingslichten) aan
te steken en daarop ontving hij bevestiging.
„Het leek toen wel of Cootamundra onze
aanvlieghaven zou worden, maar wederom
grepen andere krachten in".
„We hadden nog voor twee uur benzine
aan boord, want we hadden zoo zuinig
mogelijk gevlogen. Voor ongerustheid was
geen reden.... maar wel voor teleurstel
ling, omdat we Melbourne niet zouden kun
nen halen.
„Ik besloot toen maar eerst terug te gaan
naar de plaats, waarvan we waren uitge
gaan, want ik wist nu, dat het Albury was.
Dat wist ik uit de intusschen ontvangen
radiobevestiging. Het was mijn plan om
dan van daaruit naar Cootamundra te vlie
gen. Moll was het heelemaal met me eens,
want dit plan was immers in overeenstem
ming met het motto onzer maatschappij:
„Safety first".
„We werden nu gehinderd door een he- weg
vigen slagregen en door die watergordijnen
bereikten we opnieuw Albury. Op onze
kaart vonden we waar het noodlandings
terrein gelegen was".
„Toen we Albury daar onder ons zagen
bleek ons, dat uit dit plaatsje zonderlinge
signalen werden gegeven. De stad, die al
leen te onderscheiden was door de verlich
ting, verdween plotseling, en dan kwam de
geheele verlichting op eens weer te voor
schijn. Opeens begrepen we het: er werd
met alle stadslichten geseind. Toen we
boven Albury aankwamen zagen we boven
dien nog een heele reeks auto's die langs
het raceterrein stonden opgesteld en een
vloed van licht uit hun koplampen daarop
wierpen.
„Maar nog hadden we geen weerberich
ten en nadat we zorgvuldig hadden over
legd over de kansen van Cootamundra be
sloot ik toen te onderzoeken of dat race-
terrein van Albury geschikt was voor een
landing. Om daar achter te komen heb ik
toen parachutefakkels uitgegooid, dat zijn
fakkels die onmiddelijk ontstoken worden
zoodra de parachute zich ontplooit; en eerst
toen wist ik dat we inderdaad te doen had
den met het raceterrein. Allereerst had ik
nu na te gaan vanuit welke richting ik het
beste landen kon. Naar beneden kijkend zag
ik opeens dat de bevolking letters van vuur
aan het schrijven was door benzine op den
grond, en waarachtig, daar zag ik in eens
in vlammen het woord Albury onder mij
„Zoo kon ik al gauw, nadat ik eerst nog
wat parachutefakkels had neergelaten, vei
lig op het raceterrein landen.
Precies tusschen de boomen door scheer
den we en net over het afscheidingshek van
het raceterrein. We raakten den grond en
ik gevoelde dat mijn wielen slipten door
dat het terrein zoo glad was. Maar mijn
toestel kwam tot stilstand op 100 meter
voor den rand van het terrein.
Te Albury.
„De ontvangst daar in Albury", zegt
Parmentier, „was zeer enthousiast. De
eerste die ons begroette, was de burgemees
ter, een man op krukken, die in den slag
regen op ons had staan wachten. Hij ver
telde ons van de angsten die men beneden
over ons had uitgestaan.
Maar u hadt toch ook s.o.s.-seinen uit
gezonden?
„Ja, wel zeker", zeide Parmentier, „maar
dat was alleen maar om die andere sta
tions het zwijgen op te leggen en daar zijn
we dan ook in geslaagd".
Dan vertelt Parmentier hoe Australië had
gewerkt en hoe oud en jong waren opge
bleven dien nacht om de landing van de
Uiver af te wachten....
„We waren veilig geland, al was het dan
niet in Melbourne", zei Parmentier, nog
altijd spijtig, ook al toonde hij zich in het
verdere gesprek verheugd over den eind
uitslag, die* precies volgens de bedoeling
van den opzet, den Hollandschen Uiver den
eersten prijs bracht in de handicaprace..
Ondanks tijdverlies en ondanks aftrek van
het achterlaten van de passagiers en de post
te Albury.
Wat het laatste betreft moge het verhaal
van Parmentier nog even verder op den
voet worden gevolgd:
„Ik probeerde na al die uren van span
ning een oogenblikje den slaap te vatten,
maar ik kon maar niet in slaap komen,
want boven* me hoorde ik den regen steeds
maar kletteren en kletteren en dat deed de
vrees bij mij opkomen, dat ons toestel ge
durende die uren in de modder zou weg
zakken. Den volgenden morgen bij dag
licht ging ik naar mijn toestel en daar zag
ik mijn vrees bewaarheid. Het toestel was
heelemaal tot de wielassen in de modder
weggezakt en het veld stond vol water.
Hoewel de lucht weer was opgeklaard leek
de algemeene toestand nog weinig roos
kleurig. Heel Albury was op de been en
hielp mee. Het toestel werd met lange tou
wen uit de modder gesleept en onder dat
werk zakte het telkens en telkens maar
weer weg, totdat het eindelijk op een plaats
was gesleept waar de grond wat vaster was
en van waar uit een startbaan beschikbaar
was van een 300 meter. Ik heb toen beslo
ten het toestel zoo licht mogelijk te maken
en mijn passagiers en de post met twee
leden van de bemanning achter te laten.
Onder die omstandigheden deed ik mijn
eerste startpoging. Die mislukte.
„En weer ging heel Albury aan het werk.
Weer startte ik en dank zij het feit, dat ze
de omheining van het raceterrein aan de
overzijde hadden gesloopt, slaagde ik erin
weg te komen.
„Nog net hoorde ik een groot gejuich on-
der me en daar waren we dan weer op
De allerlaatste étappe.
„Daar gingen we dan om tien uur 's och
tends, de laatste étappe naar de eindstreep.
„Het is goed, dit alles zoo uitvoerig weer
te geven, omdat hieromtrent nog zooveel
vreemde verhalen in omloop zijn; ook in
Australië", aldus beëindigde Parmentier
het verhaal van zijn reis.
Sir MacRobertson, de organisator van de
zen wedstrijd, die een rondvlucht met den
„Uiver" heeft gemaakt, gaf daarvan een
treffende typeering, toen hij verklaarde:
„Juist dit had ik mij bij het uitschrijven
van de race voorgesteld, dat met post en
passagiers zou worden bewezen, welke
commercieele mogelijkheden tusschen Euro
pa en Australië door middel van het lucht
verkeer te verwezenlijken zijn".
„Handelsblad"
UIT DE OMGEVING
LISSE
Kruisverbond. Gisteravond hield het
Kruisverbond „St. Jan de Dooper" zijn
ledenvergadering in de zaal van den heer
J. J. A. Koot. De 2e voorzitter, de heer J.
Zandvliet, leidde de vergadering.
Het bestuur heeft besloten een Dr.
Ariëns-avond te organiseeren. Hiervoor
worden uitgenoodigd de besturen van L.T.
B„ Hanze, Volksbond, St. Isidorus, Vrou
wenbond en Groote Gezinnen, welke voor
af in vergadering bijeen zullen komen voor
het organiseeren van dezen avond. Bij ge
noegzame deelname zal deze avond, welke
grootsch beloofd te worden, doorgang vin
den. Voor de propaganda-vergadering te
Haarlem op Zondag 25 Nov. a.s. in St.
Bavo wordt de leden vrijen „overtocht"
gegeven. Het bestuur vertrouwt derhalve
op aller deelname. Het onderwerp dat daar
behandeld zal worden is: „Het drank
kapitaal".
Dit onderwerp zal behandeld worden
door den heer P. Dieges, secretaris van het
Dioc. Kruisverbond in het Aartsbisdom
Utrecht.
Voorts wordt door den secretaris
medegedeeld, dat hij een onderhoud heeft
gehad met den weleerw. heer directeur
kapelaan Kuiper, betreffende het jeugd
werk en de drankbestrijding.
Aan de orde is verkiezing van een voorz.
wegens bedanken van den heer L. B. Jonk
man. De heer Salman kan mededeeling
doen, dat de 2e voorz., de heer J. Zand
vliet, het voorzitterschap op zich heeft ge
nomen, terwijl de heer Pollé de alcohol-
cursus zal houden, welke ook in handen
was van den vroegeren voorz. De heer
Salman feliciteerde den nieuwen voorz.,
wat voorzeker de bloei der vereeniging
goed zal doen. De heer Zandvliet dankt
bestuur en leden voor het vertrouwen in
hem gesteld.
Gekomen aan de rondvraag, vroeg de
heer v. Meijgaarden de verslagen te plaat
sen in de Kruisbanier. De secretaris zet
uiteen, dat de verslagen van de vergade
ringen toch eerst eenige maanden na da
tum in „De Kruisbanier" komen.
WARMOND.
Landarbeidersbond. Onder groote be
langstelling hield de afdeeling Warmond
van „St Deus Dedit" een vergadering on
der leiding van den heer P. v. d. Kerkhof.
Na opening sprak hij 'n woord van harte
lijk welkom tot de aanwezigen.
Hierna werden door den secretaris
de noluten der vorige bijeenkomst gelezen
en vastgesteld. Als voornaamste punt der
agenda gold de kwestie met betrekking tot
de aanvragen voor kostwinnerschap en de
verklaring voor werkloozen die in de uit-
keeringsperiode 19331934 uitgetrokken
waren. Wat deze laatste betreft werd me
degedeeld, dat door de betrokkenen sinds
1 Mei 1934 minstens vier weken in het vrije
bedrijf gearbeid moet zijn, alvorens zij voor
uitkeering der werkloozenkas in aanmer
king komen. Beide aangelegenheden wer
den door den voorzitter nog uitvoerig toe
gelicht en met klem drong spreker er op
aan beide verklaringen zoo spoedig moge
lijk bij den heer Weyers in te leveren daar
zij vóór 15 November a.s. bij het Hoofdbe
stuur gedeponeerd moeten zijn. De hierna
gehouden rondvraag bracht reeds de zoo
veel besproken kwestie naar voren inzake
het organiseeren van de patroons. Beslo
ten werden deze aangelegenheid nogmaals
onder de aandacht van het hoofdbestuur
te brengen, waarbij dan tevens de aan
dacht van dit hoofdbestuur gevraagd zou
worden voor de jeugdige werkloozen. Stem
men werden gehoord om krachtige pogin
gen in het werk te stellen om alle R.-K.
Landarbeiders lid te doen worden van de
R.-K. Kiesvereeniging. Het bestuur deed
toezegging aan deze aangelegenheid de
noodige aandacht te schenken. De voorzit
ter deed een krachtig beroep op de leden
om de aanstaande jaarvergadering te be
zoeken, daar hier een belangrijke agenda
zal worden afgewerkt en in deze vergade
ring tevens moet worden overgegaan tot
verkiezing van twee bestuursleden.
Hierna sluiting.
Overvaren. Een roeiboot bemand met
een drietal visschers uit Den Haag, is door
een groote vrachtboot op de meren alhier
overvaren. Een der inzittenden kwam on
der de boot terecht, doch aangezien hij goed
kon zwemmen, kon hij zich nog gelukkig
in veiligheid brengen. De twee andere vis
schers werden door de vrachtboot aan
boord genomen. Het vischgerei was echter
in de diepte verdwenen.
DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA.
5. Hij stapte in de boot, draaide eens aan een paar knop
pen, haalde een stang over en opeens rrrrrt daar begon de
motor te snorren en eer hij er erg in had vloog de boot van
den wal af en schoot de rivier op. Hij kon nog net bijtijds
het roer grijpen en wilde juist naar land sturen, toen het
zeil op vreemde wijze bewoog.,..
6. Het ging hol en bol staan net of er iets onder bewoog,
en jawel daar kwam eensklaps een gezicht te voorschijn.
Zóó'n groote baard had Pietje nog nooit gezien. Er bleef
maar juist plaats over voor twee oogen en een puntje van
een neus. Brrrr wat een gezicht. Hij voelde al zijn moed in
de schoenen zinken. Wat moest hij doen, alleen in de boot
met dien vreemden sinjeur?