DE SCHAT IN HET OUDE HOLLAND WOENSDAG 24 OCTOBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 BINNENLAND VRAGEN OVER VERRUIMING VERKOOP OP ZONDAG. Minister vindt geen aanleiding tot aanvulling der regeling. De Tweede Kamerleden Westerman, (nat. herstel) en Duymaer van Twist (a.r.) hebben den minister van Economische Za ken schriftelijke vragen gesteld in zake verruiming van de verkoopsgelegenheid op Zondag. De eerstgenoemde wenschte, naar aan leiding van het feit, dat verschillende ge meenten de in de wet tot wijziging der Winkelsluitingswet bedoelde verklaring betreffende de Zondagsverkoop ten behoe ve van bepaalde groepen van winkeliers niet hadden afgelegd, een zoodanige aan vulling van de getroffen regeling, dat met de belangen van de bedoelde categoriën wel naar behooren rekening wordt gehou den. De laatstgenoemde stelde den minis ter de vraag, of hij ook niet van meening was, dat, aangezien het overgroote deel der betrokken winkeliers in Den Haag kennelijk met het bestaande tevreden is. er dan ook geen reden aanwezig is, om tot verruiming van verkoopgelegenheid op Zondag van brood, banket enz. over te gaan. Minister Steenberghe antwoordt den heer Westerman o.m., dat noch in de wet noch in de circulaires, die hij aan de ge meenten heeft gezonden, valt te lezen, dat, indien in een gemeente de meerderheid uit een groep vóór de crisisregeling bleek te zijn, ten aanzien van die groep ook een verklaring moest worden afgelegd. De mi nister acht het zeer wel denkbaar en ook volkomen toelaatbaar, dat niettemin in verschillende gemeenten, op grond van motieven, die aan het doel der crisisrege ling vreemd waren, doch welke ten slotte zwaarder bleken te wegen, dan het win- keliersbelang, besloten werd, de verklaring niet af te leggen. Voor een aanvulling der bestaande rege ling kan de minister dan ook geen aanlei ding vinden. Den heer Duymaer van Twist antwoordt de minister, dat in de omstandigheid, dat te Den Haag slechts een betrekkelijk klein deel der betrokken winkeliers van zich blijkt te hebben doen hoor en, inderdaad een aanwijzing kan worden gezien, dat die groep der Haagsche winkeliers in het alge meen geen ernstig verlangen voor"een ver ruiming van de verkoopgelegenheid op Zondag koestert. Tenzij de gemeenteraad zich bij zijn beslissing mocht hebben doen leiden door nog andere overwegingen, dan die, welke gebaseerd zijn op het aantal stemmen van de voorstanders eener ver ruiming, ware de verklaring ten behoeve van deze categorie naar de minister meent, dan ook beter achterwege gebleven. TEELTREGELING VOOR VEE. Identiteitsbewijzen moeten bewaard worden. Ten aanzien van de teeltregeling voor vee is het seizoen 1934 1 November a. s,. geëindigd, terwijl op dien datum het seizoen 1935 ingang vindt. Dit houdt echter niet in, dat het in voorraad hebben van kalve ren, waarvoor een identiteitsbewijs 1934 werd uitgereikt, van dien datum af niet meer door dit identiteitsbewijs gedekt zou behoeven te zijn. Zooals bekend, zijn met ingang van 1 No vember 1934 de gewichtsgrenzen, welke de vorenbedoelde kalveren betreffen, gewij zigd in 60300'kg. voor stierkalveren en 100250 kg. voor vaarskalveren, terwijl het in de bedoeling ligt ten aanzien van de zelfde kalveren de bovenste grenzen t. g. t. wederom te verhoogen. Hieruit valt dus af te leiden, dat na 1 November 1934 de indentiteitsbewijzen 1934 voor de betrokkenen in het algemeen dezelfde beteekenis en Waarde zullen heb ben als voordien het geval was. Om deze reden wordt den veehouders met nadruk aanbevolen ook gedurende het komende seizoen 1935 deze identiteitsbewij zen 1934 zorgvuldig te bewaren. BRANDSTOFFENTOESLAG. Regeling voor deze winter komt nagenoeg overeen met het vorige jaar. Naar het Ned. Correspondentie Bureau voor Dagbladen verneemt, heeft de minis ter van Sociale Zaken thans definitief be sloten, ook dezen winter weer een brand- stoffentoeslag aan de ondersteunde en te werk gestelde arbeiders toe te kennen. De desbetreffende regeling, die binnen enkele dagen te kennis van de gemeentebestu ren zal worden gebracht, stemt nagenoeg geheel overeen met die van het vorige jaar. PRIJS LOSSE-MELK. De Crisis-Zuivel-Commissie maakt be kend, dat voor de periode van 28 October tot en met 3 November 1934 de prijs voor het taxe-gedeelte van consumptiemelk, ge kocht op Regeeringscontract, is bepaald op 5 3/4 cent per liter, met dien verstande, dat voor melk van de eerste klasse deze prijs wordt verhoogd met de kwaliteits premie en voor die van de derde klasse wordt verminderd met de kwaliteits-af- dracht van 1/4 cent. De afdracht op andere in conseumptie gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent per liter. VREEMDE WERKKRACHTEN. Wie in de afdeelingen der ingestelde commissie zitting zullen nemen. Betreffende de instelling van een com missie, die van advies kan dienen inzake het afgeven van pasvisa en het verleenen van vergunningen voor het laten verrichten van arbeid, voor wat betreft niet-Neder- landsch personeel in hotel-, restaurant-, café en andere bedrijven, kan nog worden gemeld, dat in de afdeeling voor musici en artiste,n tot lid zijn benoemd: J. Sassen, di recteur van het Grand Hotel Central te Den Haag; Abr. Staalman, directeur van het bureau van den Ned. Bond van Koffie huis-, Restauranthouders en Slijters, te Am sterdam; D. Reese, bestuurslid van de ver- eeniging van Lunchroomhouders te Rotter dam; D. Hamburger Jr, voorzitter van den Ned, Bioscoopbond te Utrecht; Everhard van Beinum, le secretaris der Kon. Ned. Toonkunstenaarsvereeniging te 's-Graven- hage; J. Olman, voorzitter van den Ned. Toonkunstenaarsbond te Rotterdam en H. Wallig, voorzitter van de Ned. Artisten- Organisatie te Amsterdam. Tot lid van ie afdeeling voor hotel-, res taurant- en cafépersoneel zijn benoemd: T. A. Pfeiffer, directeur van het Centraal Bu reau der Exploitatie Mij. Scheveningen te 's-Gravenhage; B. H. Nijenhuis, eigenaar van het Hotel Derion te Maastricht; J. Sas sen, directeur van het Grand Hotel Central te rs-Gravenhage; Abr. Staalman, direc teur van het bureau van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slij ters te Amsterdam; D. Reese, bestuurslid van de Vereeniging van Lunchroomhouders te Rotterdam; J. C. B. van Hilst, secretaris- penningmeester van den Bond van Hotel-, Café en Restaurantpersoneel in Nederland te Amsterdam; J. F. Bijsterveld, secretaris van den Ned. R. K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurant-geëmployeerden „St. Anto- nius" te 's-Gravenhage en F. A. Claassen, voorzitter van den Ned. Geneefschen Bond van Hotel-, Café- en Restaurantpersoneel te Amsterdam. De vergadering van de commissie en van de beide afdeelingen kunnen worden bijge- I wóond door den directeur van den Rijks- dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, die zich kan doen bij- staan of vervangen door Th. van Lier, re- ferendaris bij genoemden Rijksdienst. Tot de taak van de afdeeling voor mu- sici en artisten behoort ook het uitbren- gen van adviezen betreffende het verleenen j van vergunningen tot uitoefening van ar- beidsbemiddeling met winstoogmerk voor musici en artisten en het verleenen van bij stand inzake het uitoefenen van toezicht op de naleving van de verplichtingen van de genen, aan wie een zoodanige vergunning is verleend. De taak van de eerste afdeeling werd tot dusver verricht door een in Februari 1933 ingesteld commissie, die nu is opgeheven. GEMENGDE BERICHTEN DOOR DEN TREIN OVERREDEN. Uit Ootmarsum wordt gemeldt: In het naburige Neuenhaus (Did) ge raakte gistermorgen de heer Meyer uit Barchem (Gld) die nabij Neuenhaus in be trekking was, onder den trein Neuenhaus Nordhorn. De jongeman overleed spoedig aan de bekomen verwondingen. Het lijk werd naar het ziekenhuis te Neuenhaus overgebracht. LANDBOUWERSWAGEN IN EEN SLOOT. De landbouwer gedood. Gistermiddag omstreeks drie uur is te Wierden het paard, dat gespannen was voor een landbouwerswagen, waarop de land bouwer Lannentink gezeten was, geschrok ken voor een passeerende auto. Het paard sprong hierbij op zij met het noodlottig ge volg, dat de wagen in een naast den weg gelegen sloot geraakte. Hierbij kwam de landbouwer onder den wagen terecht. Hij was op slag dood. Na eenigen tijd is het paard zoowel als de wagen op het droge gebracht. GEVAARLIJK TWEETAL ACHTER SLOT Een warnet van bedrog. Naar de „Tel." verneemt, is de rijkspo litie er in geslaagd, de hand te leggen op een tweetal personen, een man en een vrouw, v. d. H. en mevr. R. genaamd, die beiden de justitie en politie doorloopend last en onaangenaamheden hebben be zorgd. Geruimen tijd heeft v. d. H. in Am sterdam vertoefd, waar hij allerlei functies vervulde. Hij noemde zich publicist, jour nalist, speelde voor particulier detective en gaf zich nog voor véél meer uit. Ook elders dan in de hoofdstad heeft v. d. H. verblijf gehouden, zoowel in 't eigen land als over de grenzen, maar telkens weer achtte de politie het noodig haar volle aandacht aan hem te wijden. Het heeft geruimen tijd geduurd, alvo rens voldoende bewijsmateriaal tegen v. d. H. en zijn helpster, mevr. R., was verza meld. Dat beiden ten slotte te Gent, als verdacht van valschheid in geschrifte, kon den worden gearresteerd, hield verband met zeer gecompliceerd opgezette oplich terspraktijken. Hierbij ging het tweetal als volgt te werk; Er werden gefingeerde schuldbekentenissen in elkaar gezet, waar bij mevr. R. ook wel als „opdrachtgeefster" optrad. Het bedrog was zóó geraffineerd in elkaar gezet, dat het eenigen tijd kon worden voortgezet, alvorens v. d. H. en zijn handlangster ontmaskerd konden wor den. Met een groote brutaliteit werden handteekeningen nagemaakt van te goetier naam en faam bekend staande persopen, van wie de thans gearresteerden wisten, dat zij over een flink banksaldo beschik ten. De valsche schuldbekentenissen wer den van een endossement voorzien, waar van de handteekening wél echt was en als dan werden zij aan een deurwaarder ter hand gesteld, ten einde beslag te doen leg- gen op een deel der bankgelden. J Voorts heeft v. d. H. zich ook meermalen bewogen op het gebied der vrijmetselarij j en wist hij irt de kringen der vrijmetse- j laars slachtoffers te maken. Ook om nog andere redenen had de politie aan hem heeds eerder haar aandacht gewijd. De praktijken van v. d. H. en zijn help ster liepen ten slotte vast, doordat degene, wiens handteekening weer eens was nage maakt en die naar den vervalschers be kend was in het buitenland vertoefde, inmiddels aldaar overleed. De manipulaties van v. d. H. kwamen daardoor aan het licht en onmiddellijk werd een bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd, zoowel UIT DE RADIOWERELD Programma's van Donderdag 25 Octoer. Huizen, 1875 M. 8.00 KRO, 10.00 NCRV. 11.00 KRO, 2.00—11.45 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Morgendienst. 10.45 en 11.00 Gramofoonplaten. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.15 Orkestconcert en Gramofoonpl. 2.00 Cursus Fraaie Handwerken. 3.00 Orgelconcert. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Violarecital en Gramofoonplaten. 6.30 Lezing. 7.15 Gramofoonplaten. 7.30 Weekoverzicht. 8.00 „Samson", oratorium van Handel. M. m.v. de Chr. Orat. Vereen. „Halleluja" te Baarn. Om 9.00 Causerie. 10.30 Vaz Dias. 10.4511.45 Gramofoonplaten. Hilversum, 301 M. AVRO-uitzending. 8,00 Gramofoonplaten. 9.00 Omroeporkest. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Voordracht en Gramofoonplaten. 12.00 Omroeporkest en Gramofoonpl. 2.00 Pianorecital Mien Potharst. 2.30 Gramofoonplaten. 3,003.45 Naailes. 4.00 Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gramofoonplaten. 4.45 Radiotooneel voor de jeugd. 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. |j 7.00 Kovacs Lajos en zijn orkest. 7.30 Engelsche les Fred Fry. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Gramofoonplaten. 8.15 Concertgebouw-orkest o.l.v. Bruno Walter, m.m.v. Joseph Szigeti (viool). 10.30 Uit Carré, A'dam: Tweede deel van de revue „Dat zou je wel willen". In de pauze om 11.00: Vaz Dias. 11.3012.00 Gramofoonplaten. D r o i t w i c h 1500 M. 10.3510.50 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 11.25 Gramofoonplaten. 11.50 Voor de scholen. 12,10 Rutland Square en New Victoria- orkest. I.20 Gramofoonplaten. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Gramofoonplaten. 5.05 Orgelconcert. 5,35 Het Fol-kwintet. 6.50 Koorzang. 7.10 Duitsche causerie. 7.40 Gramofoonplaten. 7.50 Lezing. 8.20 Orgelconcert. 9.05 Reynoldsconcert o.l.v. den compo nist. 10.20 Korte Dienst. 10.35 Het Boyd Neel Kamer-orkest. II.30 Voordracht. 11.3512.-20 Lou Preager en zijn band. „Radio Pari s", 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12.50 ^ascal-orkest. 8.35 Koorco-ncert uit Praag. 9.35 Symphonieconcert. Kalundborg, 1261 M. 11.201.20 Concert uit rest. „Wivex", 2.00 Zang en piano. 2.204.05 Concert uit rest. „Ritz". 7.30 Symphonieconcert. 10.0511.50 Dansmuziek. Keulen, 456 M. 5.20 en 6.35 Gramofoonplaten. 11.20 dito. 12.20 Omroepkleino-rkest. 3.20 Uit Leipzig: Omroeporkest. 4.35 Pianorecital. 6.20 Trioconcert. 7.35 Zie DeutsChlandsender. 9.05 Harmonicaconcert. 9.5011.20 Omroepkleinorkest. Rome, 421 M. 8.05 Concert door orkest. 9.20 Dansmuziek. Brussel, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Omroeporkest. 1.302.20 Gramofoonplaten. 5.20 Chopin-programma. 8.20 Vocaal concert met instrumentale in termezzi. 10.3011.20 Gramofoonplaten. 484 M.: 12.20 Gramofoonplaten. I.302.20 Salonorkest. 5.20 en 6.35 Gramofoonplaten. 8.20 Omroeporkest. In de pauze: Cabaret programma. 10.3011.20 Gramofoonplaten. Deutschlandsender 1571 M. 7.35 „Wilhelm Teil", van Fr. v. Schiller. Muziek van Rud. Wagner-Regeny. 9.05 Pianorecital. 9.30 Berichten. 10.20 Zwitsersche muziek door het Ber- ner Omroeporkest. 10.5011.20 Schubert's 5de Sympohnie. Gemeentelijk Radiodistributiebedrljf en de R.O.V. Radio-centrale. 3e Programma. 8.0011.20 Een der Duitsche zenders. II.2012.20 Kalundborg. 12.20—14.20 Brussel (VI.). 14.2015.20 Kalundborg of Luxemburg. 15.2017.20 Deutschl. sender. 17.20—18.35 Brussel (VI.). 18.35—19.35 Brussel (Fr.). 19.3521.20 Luxemburg. 21.20—22.50 Brussel (VI.). 22.50afloop Deutschl. sender. 4e Programma. 8.208.50 Parijs Radio. 11.05—17.35 North. Reg. 17.3518.20 Droitwich. 18.2019.30 Deutschl. sender. 19.3020.00 Locale uitzending. Sport praatje door den heer J. G. A. Japssen (journalist). 20.00—21.35 North. Reg. 21.3522.50 Parijs Radio. 22.50afloop Droitwich. (Wijzigingen voorbehouden). tegen v. d. H. als tegen zijn helpster en medepliohtige mevr. R. Intusschen hadden beiden de wijk geno men naar België. Door ijverige nasporin gen wist de rijkspolitie hen echter op 't spoor te komen en met behulp van de po litie te Gent, had in een klein logement je aldaar de arrestatie plaats. VALSCHE MUNTERIJ. Twee in de Goudsbloemstraat te Amster dam wonende broers zijn gisteren door den Substituut-Officier van Justitie Mr. B. Kist, die daarbij vergezeld was door ambtenaren van de Valsch Geld Centrale, gesnapt ter wijl zij bezig waren met het vervaardigen van valsche munten. Beiden zijn gearres teerd, terwijl de verschillende werktuigen in beslag werden genomen. Het tweetal had reeds kans gezien eenige valsche rijksdaal ders uit te geven. Na kort geleden uit de gevangenis te zijn ontslagen, waar zij een langdurige straf hadden ondergaan voor een soortgelijk misdrijf, staat de cel thans op nieuw voor hen open. HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - vóór Ragout FEUILLETON. (Een geval uit de practijk van Wil. J. Sanders, detective), door UDO VAN EWOUD. 29) Door een zwijgzamen kellner liet ik mij het diner serveeren, nog wat nasoezend over Sanders' laatste opmerking. Wat had hij daarmee bedoeld? Twijfelde hij on danks het telegram van de Oslosche po litie, aan het bestaan van professor Chris tiansen? Maar die verdenking leek mij toch wel wat al te ver te gaan. Ook ik had de naam Christiansen voor het eerst van den hotelier gehoord, maar daarom zou ik nog niet graag willen beweren, dat er geen professor van dien naam op dit ondermaan- sche rondwondelde. Stel je voor, dat je de hoogleeraren moest kennen van alle univer siteiten in Europa. Zelfs van Sanders, met zijn uitgebreide kennis, zou dat wat te veel gevergd zijn. Een oploopje op het marktplein voor mij leidde mijn aandacht af. Kinderen en ook vele ouderen groepeerden zich joelend om een drietal straatmuzikanten, die, begeleid door ban ja, mandoline en guitaar een po pulair liedje uit een bekende klankfiim aanhieven. Het klonk werkelijk aardig on der de machtige hoornen van het oude marktplein en ik concludeerde al weer haastig: drie leden van een of andere goede band, die zonder emplooy gedurende de zomermaanden op deze manier aan de kost trachten te komen. Een armzalig be staan, dat in deze streek zeker niet veel meer dan een boterham zou opleveren. Toen ik in den zwarten flambard, welke mij met een uitnoodigend gebaar werd voorgehouden, een geldstuk had laten val len, stond ik op, grabbelde op de leestafel in het café wat lectuur bij elkaar en nam daarmee weer m'n plaats in op het terras. Zonder belangstelling gleed mijn blik over de illustratie van „Die Woche", de carica- turen van „Der Wahre Jacob", en de ko lommen van het „Elbinger Kreisblatt." Met een zucht van verveling vouwde ik het dagblad op, toen mijn oog viel op een kort bericht onder de rubriek „Uit de om geving", waarboven met groote letters het hoofdje „Bezoek uit Holland" prijkte. „Naar wij vernmen,", zoo luidde het bericht, „zijn Zondagochtend alhier een drietal heeren uit Holland aangekomen, die 't voornemen koesteren een nader onder zoek in te stellen naar de verborgen schat in het slot „Pazlok", wahrvan wij reeds eerder melding hebben gemaakt. Op welke wijze men daarbij te werk zal gaan, is ons niet bekend. Het gemeentebestuur schijnt echter bereids toestemming te hebben ge geven op de plaats, waar men de schat hoopt te vinden, te graven. In den loop van gisteren arriveerde even eens een hoogleeraar van de universiteit te Oslo, prof. Christiansen, die voor het zelfde doel naar Pr. Holland zou zijn ge komen. Allen hebben hun intrek genomen in hotel „Schwarzer Adler". „Akelige krantenmenschen", siste ik tus- schen m'n tanden, maar op hetzelfde oogenblik schoot ik in een lach. Hoe vaak zou ik zelf reeds mijn lezers aanleiding hebben gegeven tot een dergelijke opmer king? Natuurlijk, dat zag je niet zoo in, als je zelf de copie doorgaf. De belang stelling van de massa woog zwaarder dan het misnoegen van een enkeling. En plot seling bezag ik het bericht uit een journa listiek oogpunt. Een handig berichtgever- tje hield dat Elbinger Kreisblatt er in Pr. Holland op na. Alleen: er was wat meer van te maken geweest. Een voor zijn taak be rekende correspondent zou onmiddellijk naar de drie Hollanders en de Noorsche professor zijn toegestapt om te probee- ren door een interview wat meer omtrent het doel van het bezoek te weten te komen. Bij ons zouden wij een dergelijk geval ze ker wat meer hebben uitgebuit. 'tKwam toch waarachtig niet eiken dag voor, dat er naar een verborgen schat werd gezocht. Neen, dan wist onze, correspondent in Zaandam er beter raad mee. Hoeveel kolommetjes zou die man nu al niet over de escapade van Madame Sylvia hebben volgeschre ven! M'n hemel, als ons werk hier ook eens zoo lang zou duren? Dan zou ik meteen m'n pensioen kunnen nemen, als ik in Am sterdam terug kwam. Enfin, ze zouden mij wel tijdig een telegrammetje sturen, als zij het daar mooi genoeg vonden. Jonge, bedacht ik plotseling, dat man netje van het Elbinger Kreisblatt moést eens weten, wat ons allemaal overkomen was op onze reis naar Pr. Holland. Eén woord slechts en morgen aan den dag zou de heele wereld lezen, dat op een paar Hollandsche schatgravers tot tweemaal toe een aanslag was gepleegd. Ik trachtte mij het gezicht voor te stel len, wanneer hij een dergelijk bericht van het Wolffbureau kreeg. En toch: de mo gelijkheid, dat dit nieuwtje over onze aan komst in Pr. Holland naar ons land zou worden overgeseind, lëek mij niet denk beeldig. Het moest maar eens onder de oogen komen van een collega die het be langrijker vond dan de redactie van het Elbinger Kreisblatt. Toch vervelend, dat het ontdekt was. Hoe zou die man er in 's hemelsnaam achter zijn gekomen? De heer Jeschoneck scheen, althans van het doel van ons be zoek geen flauw idee te hebben. Enfin, in zoo'n dorp als 'hier zagen ze natuurlijk op honderd meter afstand al dat je hier een vreemdeling was. Dat prikkelde natuurlijk de nieuwsgierigheid en die conclusie van den verborgen schat, waarover hier uiter aard iedereen de mond val had, lag dan vrijwel voor de hand. Ten overvloede zou men dan ook nog op het gemeentehuis kunnen informeeren. Tot eiken prijs moest ik echter voor komen, dat andere bladen in ons land eer der een bericht over dit zonderlinge geval hadden dan de „Mercuur". Ik zou er straks direct met Sanders over spreken. Het werd te frisch om langer buiten te zitten en derhalve zocht ik een plaatsje in het café, waar aan de stamtafel reeds enkele vaste bezoekers een druk gesprek voerden over de hun blijkbaar na aan het hart liggende politieke vragen van den dag. Een gezeten middenstander, kennelijk een winkelier, wiens enbonpoint duidelijk verried, dat hij tot de beste afnemers van de „Löwenbrau"-producten behoorde en die juist in één teug een halve liter pul door zijn getraind keelgat had gegoten, bracht, terwijl hij behaaglijk het schuim van zijn snorpunten zoog, de aanstaande presidentsverkiezingen ter sprake. „Een moeilijke tijd voor Hindenburg, maar kranig, kranig, zooals die oude heer zich weer beschikbaar stelde een zoo zware taak op de schouders te nemenMaar ja, 't was immers een Oost Pruis! Kerels van dat slag vond je alleen in het land der 3000 meren....! Een andere stamgast, nietig mannetje, sprekend met een typisch Beiersch dialect, waagde, na een paar diepe halen aan zijn lange pijp, schuchter de opmerking: 't Komt mij voor, dat het beter zou zijn, wanneer een dergelijke belangrijke post aan jongeren handen werd toevertrouwd. Hitier bijvoorbeeld Met een dreunende slag kwam de vuist van den dikken winkelier op het tafelblad terecht, zoo hard, dat het koperen bordje met het woord „Stammtisch" even ram melde. „Hitiermensch, verkoop derge lijke nonsens bij jullie in Munchen! Oost Pruisen is Hindenburg en Hin denburg is Oost Pruisen. Pas op, brave verkiezingen één stem op Hitier wordt uit gebracht, dan is die stem van jou en reken er dan op, dat je Munchen nooit zult terug zien!" Hij lachte daverend, den kellner wen kend om hem nog eens in te schenken en het kleine mannetje vatte de bedreiging blijkbaar als een grapje op. „Alles goed en wel", protesteerde hij met ware doodsverachting, „met alle respect voor den bevrijder van Oost Prui sen, maar Hindenburg is in de eerste plaats generaal, een vechtjas, die in die kwaliteit zijn sporen verdiend heeft, maar hij mist het diplomatieke talent van den staatsman, de noodzakelijke capaciteiten, wat zeg ik, neen de kracht van de jeugd om een zoo hopeloos verdoold rijk als het onze te besturen, terwijl Hitier, hij moge dan zijn, wie hij wil, getoond heeft dui zenden naar zijn hand te kunnen zetten, een heerscher te kunnen zijn, die de massa aan zijn voeten weet te brengen, een dic tator, een Mus.... een Muso.... Musso lini (Wordt vervol^-'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9