DE SCHAT IN HET
OUDE HOLLAND
WOENSDAG 24 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
BINNENLAND
VRAGEN OVER VERRUIMING
VERKOOP OP ZONDAG.
Minister vindt geen aanleiding tot
aanvulling der regeling.
De Tweede Kamerleden Westerman,
(nat. herstel) en Duymaer van Twist (a.r.)
hebben den minister van Economische Za
ken schriftelijke vragen gesteld in zake
verruiming van de verkoopsgelegenheid op
Zondag.
De eerstgenoemde wenschte, naar aan
leiding van het feit, dat verschillende ge
meenten de in de wet tot wijziging der
Winkelsluitingswet bedoelde verklaring
betreffende de Zondagsverkoop ten behoe
ve van bepaalde groepen van winkeliers
niet hadden afgelegd, een zoodanige aan
vulling van de getroffen regeling, dat met
de belangen van de bedoelde categoriën
wel naar behooren rekening wordt gehou
den. De laatstgenoemde stelde den minis
ter de vraag, of hij ook niet van meening
was, dat, aangezien het overgroote deel
der betrokken winkeliers in Den Haag
kennelijk met het bestaande tevreden is. er
dan ook geen reden aanwezig is, om tot
verruiming van verkoopgelegenheid op
Zondag van brood, banket enz. over te
gaan.
Minister Steenberghe antwoordt den
heer Westerman o.m., dat noch in de wet
noch in de circulaires, die hij aan de ge
meenten heeft gezonden, valt te lezen, dat,
indien in een gemeente de meerderheid
uit een groep vóór de crisisregeling bleek
te zijn, ten aanzien van die groep ook een
verklaring moest worden afgelegd. De mi
nister acht het zeer wel denkbaar en ook
volkomen toelaatbaar, dat niettemin in
verschillende gemeenten, op grond van
motieven, die aan het doel der crisisrege
ling vreemd waren, doch welke ten slotte
zwaarder bleken te wegen, dan het win-
keliersbelang, besloten werd, de verklaring
niet af te leggen.
Voor een aanvulling der bestaande rege
ling kan de minister dan ook geen aanlei
ding vinden.
Den heer Duymaer van Twist antwoordt
de minister, dat in de omstandigheid, dat
te Den Haag slechts een betrekkelijk klein
deel der betrokken winkeliers van zich
blijkt te hebben doen hoor en, inderdaad
een aanwijzing kan worden gezien, dat die
groep der Haagsche winkeliers in het alge
meen geen ernstig verlangen voor"een ver
ruiming van de verkoopgelegenheid op
Zondag koestert. Tenzij de gemeenteraad
zich bij zijn beslissing mocht hebben doen
leiden door nog andere overwegingen, dan
die, welke gebaseerd zijn op het aantal
stemmen van de voorstanders eener ver
ruiming, ware de verklaring ten behoeve
van deze categorie naar de minister meent,
dan ook beter achterwege gebleven.
TEELTREGELING VOOR VEE.
Identiteitsbewijzen moeten bewaard
worden.
Ten aanzien van de teeltregeling voor
vee is het seizoen 1934 1 November a. s,.
geëindigd, terwijl op dien datum het seizoen
1935 ingang vindt. Dit houdt echter niet
in, dat het in voorraad hebben van kalve
ren, waarvoor een identiteitsbewijs 1934
werd uitgereikt, van dien datum af niet
meer door dit identiteitsbewijs gedekt zou
behoeven te zijn.
Zooals bekend, zijn met ingang van 1 No
vember 1934 de gewichtsgrenzen, welke de
vorenbedoelde kalveren betreffen, gewij
zigd in 60300'kg. voor stierkalveren en
100250 kg. voor vaarskalveren, terwijl het
in de bedoeling ligt ten aanzien van de
zelfde kalveren de bovenste grenzen t. g.
t. wederom te verhoogen.
Hieruit valt dus af te leiden, dat na 1
November 1934 de indentiteitsbewijzen
1934 voor de betrokkenen in het algemeen
dezelfde beteekenis en Waarde zullen heb
ben als voordien het geval was.
Om deze reden wordt den veehouders
met nadruk aanbevolen ook gedurende het
komende seizoen 1935 deze identiteitsbewij
zen 1934 zorgvuldig te bewaren.
BRANDSTOFFENTOESLAG.
Regeling voor deze winter komt nagenoeg
overeen met het vorige jaar.
Naar het Ned. Correspondentie Bureau
voor Dagbladen verneemt, heeft de minis
ter van Sociale Zaken thans definitief be
sloten, ook dezen winter weer een brand-
stoffentoeslag aan de ondersteunde en te
werk gestelde arbeiders toe te kennen. De
desbetreffende regeling, die binnen enkele
dagen te kennis van de gemeentebestu
ren zal worden gebracht, stemt nagenoeg
geheel overeen met die van het vorige
jaar.
PRIJS LOSSE-MELK.
De Crisis-Zuivel-Commissie maakt be
kend, dat voor de periode van 28 October
tot en met 3 November 1934 de prijs voor
het taxe-gedeelte van consumptiemelk, ge
kocht op Regeeringscontract, is bepaald op
5 3/4 cent per liter, met dien verstande,
dat voor melk van de eerste klasse deze
prijs wordt verhoogd met de kwaliteits
premie en voor die van de derde klasse
wordt verminderd met de kwaliteits-af-
dracht van 1/4 cent.
De afdracht op andere in conseumptie
gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent per
liter.
VREEMDE WERKKRACHTEN.
Wie in de afdeelingen der ingestelde
commissie zitting zullen nemen.
Betreffende de instelling van een com
missie, die van advies kan dienen inzake
het afgeven van pasvisa en het verleenen
van vergunningen voor het laten verrichten
van arbeid, voor wat betreft niet-Neder-
landsch personeel in hotel-, restaurant-,
café en andere bedrijven, kan nog worden
gemeld, dat in de afdeeling voor musici en
artiste,n tot lid zijn benoemd: J. Sassen, di
recteur van het Grand Hotel Central te
Den Haag; Abr. Staalman, directeur van
het bureau van den Ned. Bond van Koffie
huis-, Restauranthouders en Slijters, te Am
sterdam; D. Reese, bestuurslid van de ver-
eeniging van Lunchroomhouders te Rotter
dam; D. Hamburger Jr, voorzitter van den
Ned, Bioscoopbond te Utrecht; Everhard
van Beinum, le secretaris der Kon. Ned.
Toonkunstenaarsvereeniging te 's-Graven-
hage; J. Olman, voorzitter van den Ned.
Toonkunstenaarsbond te Rotterdam en H.
Wallig, voorzitter van de Ned. Artisten-
Organisatie te Amsterdam.
Tot lid van ie afdeeling voor hotel-, res
taurant- en cafépersoneel zijn benoemd: T.
A. Pfeiffer, directeur van het Centraal Bu
reau der Exploitatie Mij. Scheveningen te
's-Gravenhage; B. H. Nijenhuis, eigenaar
van het Hotel Derion te Maastricht; J. Sas
sen, directeur van het Grand Hotel Central
te rs-Gravenhage; Abr. Staalman, direc
teur van het bureau van den Ned. Bond
van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slij
ters te Amsterdam; D. Reese, bestuurslid
van de Vereeniging van Lunchroomhouders
te Rotterdam; J. C. B. van Hilst, secretaris-
penningmeester van den Bond van Hotel-,
Café en Restaurantpersoneel in Nederland
te Amsterdam; J. F. Bijsterveld, secretaris
van den Ned. R. K. Bond van Hotel-, Café-
en Restaurant-geëmployeerden „St. Anto-
nius" te 's-Gravenhage en F. A. Claassen,
voorzitter van den Ned. Geneefschen Bond
van Hotel-, Café- en Restaurantpersoneel
te Amsterdam.
De vergadering van de commissie en van
de beide afdeelingen kunnen worden bijge-
I wóond door den directeur van den Rijks-
dienst der Werkloosheidsverzekering en
Arbeidsbemiddeling, die zich kan doen bij-
staan of vervangen door Th. van Lier, re-
ferendaris bij genoemden Rijksdienst.
Tot de taak van de afdeeling voor mu-
sici en artisten behoort ook het uitbren-
gen van adviezen betreffende het verleenen
j van vergunningen tot uitoefening van ar-
beidsbemiddeling met winstoogmerk voor
musici en artisten en het verleenen van bij
stand inzake het uitoefenen van toezicht op
de naleving van de verplichtingen van de
genen, aan wie een zoodanige vergunning
is verleend.
De taak van de eerste afdeeling werd tot
dusver verricht door een in Februari 1933
ingesteld commissie, die nu is opgeheven.
GEMENGDE BERICHTEN
DOOR DEN TREIN OVERREDEN.
Uit Ootmarsum wordt gemeldt:
In het naburige Neuenhaus (Did) ge
raakte gistermorgen de heer Meyer uit
Barchem (Gld) die nabij Neuenhaus in be
trekking was, onder den trein Neuenhaus
Nordhorn. De jongeman overleed spoedig
aan de bekomen verwondingen. Het lijk
werd naar het ziekenhuis te Neuenhaus
overgebracht.
LANDBOUWERSWAGEN IN EEN SLOOT.
De landbouwer gedood.
Gistermiddag omstreeks drie uur is te
Wierden het paard, dat gespannen was voor
een landbouwerswagen, waarop de land
bouwer Lannentink gezeten was, geschrok
ken voor een passeerende auto. Het paard
sprong hierbij op zij met het noodlottig ge
volg, dat de wagen in een naast den weg
gelegen sloot geraakte. Hierbij kwam de
landbouwer onder den wagen terecht. Hij
was op slag dood. Na eenigen tijd is het
paard zoowel als de wagen op het droge
gebracht.
GEVAARLIJK TWEETAL ACHTER SLOT
Een warnet van bedrog.
Naar de „Tel." verneemt, is de rijkspo
litie er in geslaagd, de hand te leggen op
een tweetal personen, een man en een
vrouw, v. d. H. en mevr. R. genaamd, die
beiden de justitie en politie doorloopend
last en onaangenaamheden hebben be
zorgd. Geruimen tijd heeft v. d. H. in Am
sterdam vertoefd, waar hij allerlei functies
vervulde. Hij noemde zich publicist, jour
nalist, speelde voor particulier detective en
gaf zich nog voor véél meer uit. Ook elders
dan in de hoofdstad heeft v. d. H. verblijf
gehouden, zoowel in 't eigen land als over
de grenzen, maar telkens weer achtte de
politie het noodig haar volle aandacht aan
hem te wijden.
Het heeft geruimen tijd geduurd, alvo
rens voldoende bewijsmateriaal tegen v. d.
H. en zijn helpster, mevr. R., was verza
meld. Dat beiden ten slotte te Gent, als
verdacht van valschheid in geschrifte, kon
den worden gearresteerd, hield verband
met zeer gecompliceerd opgezette oplich
terspraktijken. Hierbij ging het tweetal
als volgt te werk; Er werden gefingeerde
schuldbekentenissen in elkaar gezet, waar
bij mevr. R. ook wel als „opdrachtgeefster"
optrad. Het bedrog was zóó geraffineerd
in elkaar gezet, dat het eenigen tijd kon
worden voortgezet, alvorens v. d. H. en
zijn handlangster ontmaskerd konden wor
den. Met een groote brutaliteit werden
handteekeningen nagemaakt van te goetier
naam en faam bekend staande persopen,
van wie de thans gearresteerden wisten,
dat zij over een flink banksaldo beschik
ten. De valsche schuldbekentenissen wer
den van een endossement voorzien, waar
van de handteekening wél echt was en als
dan werden zij aan een deurwaarder ter
hand gesteld, ten einde beslag te doen leg-
gen op een deel der bankgelden.
J Voorts heeft v. d. H. zich ook meermalen
bewogen op het gebied der vrijmetselarij
j en wist hij irt de kringen der vrijmetse-
j laars slachtoffers te maken. Ook om nog
andere redenen had de politie aan hem
heeds eerder haar aandacht gewijd.
De praktijken van v. d. H. en zijn help
ster liepen ten slotte vast, doordat degene,
wiens handteekening weer eens was nage
maakt en die naar den vervalschers be
kend was in het buitenland vertoefde,
inmiddels aldaar overleed. De manipulaties
van v. d. H. kwamen daardoor aan het
licht en onmiddellijk werd een bevel tot
inhechtenisneming uitgevaardigd, zoowel
UIT DE RADIOWERELD
Programma's van Donderdag 25 Octoer.
Huizen, 1875 M.
8.00 KRO, 10.00 NCRV. 11.00 KRO,
2.00—11.45 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
10.15 Morgendienst.
10.45 en 11.00 Gramofoonplaten.
11.30 Godsd. halfuurtje.
12.15 Orkestconcert en Gramofoonpl.
2.00 Cursus Fraaie Handwerken.
3.00 Orgelconcert.
4.00 Bijbellezing.
5.00 Handenarbeid v. d. jeugd.
5.30 Violarecital en Gramofoonplaten.
6.30 Lezing.
7.15 Gramofoonplaten.
7.30 Weekoverzicht.
8.00 „Samson", oratorium van Handel. M.
m.v. de Chr. Orat. Vereen. „Halleluja" te
Baarn. Om 9.00 Causerie.
10.30 Vaz Dias.
10.4511.45 Gramofoonplaten.
Hilversum, 301 M.
AVRO-uitzending.
8,00 Gramofoonplaten.
9.00 Omroeporkest.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Voordracht en Gramofoonplaten.
12.00 Omroeporkest en Gramofoonpl.
2.00 Pianorecital Mien Potharst.
2.30 Gramofoonplaten.
3,003.45 Naailes.
4.00 Voor zieken en ouden van dagen.
4.30 Gramofoonplaten.
4.45 Radiotooneel voor de jeugd.
5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest.
6.30 Sportpraatje H. Hollander. |j
7.00 Kovacs Lajos en zijn orkest.
7.30 Engelsche les Fred Fry.
8.00 Vaz Dias.
8.05 Gramofoonplaten.
8.15 Concertgebouw-orkest o.l.v. Bruno
Walter, m.m.v. Joseph Szigeti (viool).
10.30 Uit Carré, A'dam: Tweede deel van
de revue „Dat zou je wel willen". In de
pauze om 11.00: Vaz Dias.
11.3012.00 Gramofoonplaten.
D r o i t w i c h 1500 M.
10.3510.50 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
11.25 Gramofoonplaten.
11.50 Voor de scholen.
12,10 Rutland Square en New Victoria-
orkest.
I.20 Gramofoonplaten.
2.25 Voor de scholen.
3.20 Vesper.
4.10 Gramofoonplaten.
5.05 Orgelconcert.
5,35 Het Fol-kwintet.
6.50 Koorzang.
7.10 Duitsche causerie.
7.40 Gramofoonplaten.
7.50 Lezing.
8.20 Orgelconcert.
9.05 Reynoldsconcert o.l.v. den compo
nist.
10.20 Korte Dienst.
10.35 Het Boyd Neel Kamer-orkest.
II.30 Voordracht.
11.3512.-20 Lou Preager en zijn band.
„Radio Pari s", 1648 M.
7.20 en 8.20 Gramofoonplaten.
12.50 ^ascal-orkest.
8.35 Koorco-ncert uit Praag.
9.35 Symphonieconcert.
Kalundborg, 1261 M.
11.201.20 Concert uit rest. „Wivex",
2.00 Zang en piano.
2.204.05 Concert uit rest. „Ritz".
7.30 Symphonieconcert.
10.0511.50 Dansmuziek.
Keulen, 456 M.
5.20 en 6.35 Gramofoonplaten.
11.20 dito.
12.20 Omroepkleino-rkest.
3.20 Uit Leipzig: Omroeporkest.
4.35 Pianorecital.
6.20 Trioconcert.
7.35 Zie DeutsChlandsender.
9.05 Harmonicaconcert.
9.5011.20 Omroepkleinorkest.
Rome, 421 M.
8.05 Concert door orkest.
9.20 Dansmuziek.
Brussel, 322 en 484 M.
322 M.: 12.20 Omroeporkest.
1.302.20 Gramofoonplaten.
5.20 Chopin-programma.
8.20 Vocaal concert met instrumentale in
termezzi.
10.3011.20 Gramofoonplaten.
484 M.: 12.20 Gramofoonplaten.
I.302.20 Salonorkest.
5.20 en 6.35 Gramofoonplaten.
8.20 Omroeporkest. In de pauze: Cabaret
programma.
10.3011.20 Gramofoonplaten.
Deutschlandsender 1571 M.
7.35 „Wilhelm Teil", van Fr. v. Schiller.
Muziek van Rud. Wagner-Regeny.
9.05 Pianorecital.
9.30 Berichten.
10.20 Zwitsersche muziek door het Ber-
ner Omroeporkest.
10.5011.20 Schubert's 5de Sympohnie.
Gemeentelijk Radiodistributiebedrljf
en de R.O.V. Radio-centrale.
3e Programma.
8.0011.20 Een der Duitsche zenders.
II.2012.20 Kalundborg.
12.20—14.20 Brussel (VI.).
14.2015.20 Kalundborg of Luxemburg.
15.2017.20 Deutschl. sender.
17.20—18.35 Brussel (VI.).
18.35—19.35 Brussel (Fr.).
19.3521.20 Luxemburg.
21.20—22.50 Brussel (VI.).
22.50afloop Deutschl. sender.
4e Programma.
8.208.50 Parijs Radio.
11.05—17.35 North. Reg.
17.3518.20 Droitwich.
18.2019.30 Deutschl. sender.
19.3020.00 Locale uitzending. Sport
praatje door den heer J. G.
A. Japssen (journalist).
20.00—21.35 North. Reg.
21.3522.50 Parijs Radio.
22.50afloop Droitwich.
(Wijzigingen voorbehouden).
tegen v. d. H. als tegen zijn helpster en
medepliohtige mevr. R.
Intusschen hadden beiden de wijk geno
men naar België. Door ijverige nasporin
gen wist de rijkspolitie hen echter op 't
spoor te komen en met behulp van de po
litie te Gent, had in een klein logement je
aldaar de arrestatie plaats.
VALSCHE MUNTERIJ.
Twee in de Goudsbloemstraat te Amster
dam wonende broers zijn gisteren door den
Substituut-Officier van Justitie Mr. B. Kist,
die daarbij vergezeld was door ambtenaren
van de Valsch Geld Centrale, gesnapt ter
wijl zij bezig waren met het vervaardigen
van valsche munten. Beiden zijn gearres
teerd, terwijl de verschillende werktuigen
in beslag werden genomen. Het tweetal had
reeds kans gezien eenige valsche rijksdaal
ders uit te geven. Na kort geleden uit de
gevangenis te zijn ontslagen, waar zij een
langdurige straf hadden ondergaan voor een
soortgelijk misdrijf, staat de cel thans op
nieuw voor hen open.
HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - vóór Ragout
FEUILLETON.
(Een geval uit de practijk van
Wil. J. Sanders, detective),
door
UDO VAN EWOUD.
29)
Door een zwijgzamen kellner liet ik mij
het diner serveeren, nog wat nasoezend
over Sanders' laatste opmerking. Wat had
hij daarmee bedoeld? Twijfelde hij on
danks het telegram van de Oslosche po
litie, aan het bestaan van professor Chris
tiansen? Maar die verdenking leek mij
toch wel wat al te ver te gaan. Ook ik had
de naam Christiansen voor het eerst van
den hotelier gehoord, maar daarom zou ik
nog niet graag willen beweren, dat er geen
professor van dien naam op dit ondermaan-
sche rondwondelde. Stel je voor, dat je de
hoogleeraren moest kennen van alle univer
siteiten in Europa. Zelfs van Sanders, met
zijn uitgebreide kennis, zou dat wat te veel
gevergd zijn.
Een oploopje op het marktplein voor mij
leidde mijn aandacht af. Kinderen en ook
vele ouderen groepeerden zich joelend om
een drietal straatmuzikanten, die, begeleid
door ban ja, mandoline en guitaar een po
pulair liedje uit een bekende klankfiim
aanhieven. Het klonk werkelijk aardig on
der de machtige hoornen van het oude
marktplein en ik concludeerde al weer
haastig: drie leden van een of andere
goede band, die zonder emplooy gedurende
de zomermaanden op deze manier aan de
kost trachten te komen. Een armzalig be
staan, dat in deze streek zeker niet veel
meer dan een boterham zou opleveren.
Toen ik in den zwarten flambard, welke
mij met een uitnoodigend gebaar werd
voorgehouden, een geldstuk had laten val
len, stond ik op, grabbelde op de leestafel
in het café wat lectuur bij elkaar en nam
daarmee weer m'n plaats in op het terras.
Zonder belangstelling gleed mijn blik over
de illustratie van „Die Woche", de carica-
turen van „Der Wahre Jacob", en de ko
lommen van het „Elbinger Kreisblatt."
Met een zucht van verveling vouwde ik
het dagblad op, toen mijn oog viel op een
kort bericht onder de rubriek „Uit de om
geving", waarboven met groote letters het
hoofdje „Bezoek uit Holland" prijkte.
„Naar wij vernmen,", zoo luidde het
bericht, „zijn Zondagochtend alhier een
drietal heeren uit Holland aangekomen, die
't voornemen koesteren een nader onder
zoek in te stellen naar de verborgen schat
in het slot „Pazlok", wahrvan wij reeds
eerder melding hebben gemaakt. Op welke
wijze men daarbij te werk zal gaan, is ons
niet bekend. Het gemeentebestuur schijnt
echter bereids toestemming te hebben ge
geven op de plaats, waar men de schat
hoopt te vinden, te graven.
In den loop van gisteren arriveerde even
eens een hoogleeraar van de universiteit
te Oslo, prof. Christiansen, die voor het
zelfde doel naar Pr. Holland zou zijn ge
komen. Allen hebben hun intrek genomen
in hotel „Schwarzer Adler".
„Akelige krantenmenschen", siste ik tus-
schen m'n tanden, maar op hetzelfde
oogenblik schoot ik in een lach. Hoe vaak
zou ik zelf reeds mijn lezers aanleiding
hebben gegeven tot een dergelijke opmer
king? Natuurlijk, dat zag je niet zoo in,
als je zelf de copie doorgaf. De belang
stelling van de massa woog zwaarder dan
het misnoegen van een enkeling. En plot
seling bezag ik het bericht uit een journa
listiek oogpunt. Een handig berichtgever-
tje hield dat Elbinger Kreisblatt er in Pr.
Holland op na. Alleen: er was wat meer van
te maken geweest. Een voor zijn taak be
rekende correspondent zou onmiddellijk
naar de drie Hollanders en de Noorsche
professor zijn toegestapt om te probee-
ren door een interview wat meer omtrent
het doel van het bezoek te weten te komen.
Bij ons zouden wij een dergelijk geval ze
ker wat meer hebben uitgebuit. 'tKwam toch
waarachtig niet eiken dag voor, dat er naar
een verborgen schat werd gezocht. Neen,
dan wist onze, correspondent in Zaandam
er beter raad mee. Hoeveel kolommetjes
zou die man nu al niet over de escapade
van Madame Sylvia hebben volgeschre
ven!
M'n hemel, als ons werk hier ook eens
zoo lang zou duren? Dan zou ik meteen
m'n pensioen kunnen nemen, als ik in Am
sterdam terug kwam. Enfin, ze zouden mij
wel tijdig een telegrammetje sturen, als zij
het daar mooi genoeg vonden.
Jonge, bedacht ik plotseling, dat man
netje van het Elbinger Kreisblatt moést
eens weten, wat ons allemaal overkomen
was op onze reis naar Pr. Holland. Eén
woord slechts en morgen aan den dag zou
de heele wereld lezen, dat op een paar
Hollandsche schatgravers tot tweemaal toe
een aanslag was gepleegd.
Ik trachtte mij het gezicht voor te stel
len, wanneer hij een dergelijk bericht van
het Wolffbureau kreeg. En toch: de mo
gelijkheid, dat dit nieuwtje over onze aan
komst in Pr. Holland naar ons land zou
worden overgeseind, lëek mij niet denk
beeldig. Het moest maar eens onder de
oogen komen van een collega die het be
langrijker vond dan de redactie van het
Elbinger Kreisblatt.
Toch vervelend, dat het ontdekt was.
Hoe zou die man er in 's hemelsnaam
achter zijn gekomen? De heer Jeschoneck
scheen, althans van het doel van ons be
zoek geen flauw idee te hebben. Enfin, in
zoo'n dorp als 'hier zagen ze natuurlijk op
honderd meter afstand al dat je hier een
vreemdeling was. Dat prikkelde natuurlijk
de nieuwsgierigheid en die conclusie van
den verborgen schat, waarover hier uiter
aard iedereen de mond val had, lag dan
vrijwel voor de hand. Ten overvloede zou
men dan ook nog op het gemeentehuis
kunnen informeeren.
Tot eiken prijs moest ik echter voor
komen, dat andere bladen in ons land eer
der een bericht over dit zonderlinge geval
hadden dan de „Mercuur". Ik zou er
straks direct met Sanders over spreken.
Het werd te frisch om langer buiten te
zitten en derhalve zocht ik een plaatsje in
het café, waar aan de stamtafel reeds
enkele vaste bezoekers een druk gesprek
voerden over de hun blijkbaar na aan het
hart liggende politieke vragen van den dag.
Een gezeten middenstander, kennelijk
een winkelier, wiens enbonpoint duidelijk
verried, dat hij tot de beste afnemers van
de „Löwenbrau"-producten behoorde en
die juist in één teug een halve liter pul
door zijn getraind keelgat had gegoten,
bracht, terwijl hij behaaglijk het schuim
van zijn snorpunten zoog, de aanstaande
presidentsverkiezingen ter sprake.
„Een moeilijke tijd voor Hindenburg,
maar kranig, kranig, zooals die oude heer
zich weer beschikbaar stelde een zoo zware
taak op de schouders te nemenMaar
ja, 't was immers een Oost Pruis! Kerels
van dat slag vond je alleen in het land
der 3000 meren....!
Een andere stamgast, nietig mannetje,
sprekend met een typisch Beiersch dialect,
waagde, na een paar diepe halen aan zijn
lange pijp, schuchter de opmerking:
't Komt mij voor, dat het beter zou zijn,
wanneer een dergelijke belangrijke post
aan jongeren handen werd toevertrouwd.
Hitier bijvoorbeeld
Met een dreunende slag kwam de vuist
van den dikken winkelier op het tafelblad
terecht, zoo hard, dat het koperen bordje
met het woord „Stammtisch" even ram
melde.
„Hitiermensch, verkoop derge
lijke nonsens bij jullie in Munchen!
Oost Pruisen is Hindenburg en Hin
denburg is Oost Pruisen. Pas op, brave
verkiezingen één stem op Hitier wordt uit
gebracht, dan is die stem van jou en reken
er dan op, dat je Munchen nooit zult terug
zien!"
Hij lachte daverend, den kellner wen
kend om hem nog eens in te schenken en
het kleine mannetje vatte de bedreiging
blijkbaar als een grapje op.
„Alles goed en wel", protesteerde hij
met ware doodsverachting, „met alle
respect voor den bevrijder van Oost Prui
sen, maar Hindenburg is in de eerste
plaats generaal, een vechtjas, die in die
kwaliteit zijn sporen verdiend heeft, maar
hij mist het diplomatieke talent van den
staatsman, de noodzakelijke capaciteiten,
wat zeg ik, neen de kracht van de jeugd
om een zoo hopeloos verdoold rijk als het
onze te besturen, terwijl Hitier, hij moge
dan zijn, wie hij wil, getoond heeft dui
zenden naar zijn hand te kunnen zetten,
een heerscher te kunnen zijn, die de massa
aan zijn voeten weet te brengen, een dic
tator, een Mus.... een Muso.... Musso
lini
(Wordt vervol^-'