WOENSDAG 24 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
BUITENLAND
ONTWAPENING.
VLOOTBESPREGINGEN BEGONNEN.
Bilaterale conferentie tusschen
Engeland en Japan.
Gistermorgen om 10.30 uur zyn in de
ambtswoning van den Engelschen premier,
Downingstreet, onder leiding van MacDo-
nald, de voorbereidende besprekingen voor
de Vlootconferentie 1935 geopend met een
onderhoud tusschen de Britsche en Japan-
sche gedelegeerden.
De chef van de Japansche delegatie, ad
miraal Jamamoto, en de Japansche ambas
sadeur Matsoederira worden terzijde ge
staan door den gezantschapsraad Kato,
twee zee-officieren als deskundigen en een
tolk.
Het eerste onderhoud tusschen de Air.e-
rikaansche en Japansche gedelegeerden is
voorloopig op heden bepaald.
FRANKRIJK.
Verzet van den Franschen Senaat.
De Fransche minister-president Dou-
mergue heeft groote hervormingsplannen.
Hij is voornemens den beiden kamers voor
te stellen, den nationalen raad tegen den
vijftienden November bijeen te roepen.
De hervormingsplannen betreffen de
volgende punten:
1. De eerste minister krijgt bijzondere
volmachten en de rechten van een pre
mier, terwijl hij op het oogenblik niets
meer is dan de overige kabinetsleden.
2. De minister-president mag in geval
van ernstige meeningsverschillen tusschen
regeering en kamer den staatspresident
zonder voorafgaande goedkeuring van den
senaat verzoeken, de kamer te ontbinden
en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
3. De regeering zal alleen het recht krij
gen de begrootingsuitgaven voor te stellen.
4. De begrooting van het loopende jaar
kan verlengd worden, wanneer de eerst
volgende begrooting niet tijdig is aange
nomen.
5. In het kader van de grondwet wordt
een ambtenarenwet uitgevaardigd.
Het schijnt, dat de meerderheid van den
senaat vijandig staat tegenover het toe
kennen aan het hoofd der regeering of het
hoofd van den staat van het recht tot ont
binding der kamer, waarin het plan-Dou-
mergue voorziet.
Dit is gebleken op de bijeenkomst, wel
ke gistermiddag is gehouden door het da-
gelijksch bestuur van de belangrijkste par
tij in den senaat, de „gauche démocrati-
que", welke met de redicaal-socialistische
partij in de kamer overeenkomt.
Bij de bespreking van de kwestie der
grondwetsherziening waren de radicale se
natoren het eens over de noodzakelijkheid,
zich te verzetten tegen bepaalde punten
van het program, dat Doumergue in zijn
jongste radio-rede heeft uiteengezet.
Het bestuur besloot zich onverwijld met
den voorzitter der radicaal-socialistische
partij, Herriot, in verbinding te stellen om
hem mede te deelen, dat de senatoren ge
kant zijn tegen het ontwerp inzake het
ontbindingsrecht. Het bestuur hoopte, dat
Herriot in dien zin bij Doumergue zijn in
vloed zal doen gelden.
Daar Herriot zich niet te Parijs bevond,
stelde het bestuur zich in verbinding met
William Bertrand, den minister van koop
vaardij en benoemde daarna een delegatie,
die zich naar Doumergue begaf om dezen
den toestand uiteen te zetten.
Des avonds stelde Doumergue de jour
nalisten van dit bezoek op de hoogte. „Ik
deelde de delegatie mede", zeide hij, „dat
mijn plannen gereed zijn en dat ik ze in een
radio-rede zal kenbaar maken. Ik denk er
niet aan, er afstand van te doen, maar
neem mij voor, het er op aan te laten ko
men. Ik zal zoo noodig alle constitutioneele
middelen gebruiken om de hervormingen
o.a. de ontbinding, er door te krijgen. Ik
za 1 de grondwet niet schenden, ik zal ze
toepassen."
SPANJE.
DE TOESTAND IN ASTURIE.
Het laatste verzet opgegeven.
De opstandelingen, die zich te Mieris in
Asturië nog handhaafden, hebben thans
ook deze laatste verzethaard opgegeven. Zij
deden dit niet zonder slag of stoot, omdat
zij terneer geslagen waren wegens gebrek
aan levensmiddelen in hun gezinnen en
het opraken der munitievoorraden.
De door het blad „El Debate" naar Astu
rië gezonden verslaggever geeft uitvoerig
zijn indrukken van het tooneel van den
strijd in Asturië weer. De huizen zijn groo-
tendeels platgeschoten. Viaducten en brug
gen zijn door de rebellen opgeblazen en
slechts voorloopig door pioniers met be
hulp van planken en balken hersteld. Hart
verscheurende tooneelen speelden zich bij
de bevrijding van Oviedo onder de inwo
ners af. Eenerzijds de vreugde van het
weerzien van hen, die na dagen lang niets
van elkander te hebben gehoord hun vrien
den en verwanten gezond en wel aantrof
fen, anderzijds de smart dergenen, die tot
de ontdekking moesten komen, dat hun fa
milieleden bij het vreeselijke bloedbad wa
ren omgekomen. Te Sama werden in to
taal 110 politie-agenten vermoord. Te La
Gelguera moeten de rebellen, volgens het
blad. 60 man en de politietroepen 78 man
hebben verloren.
In de verschillende revolutiecentra had
den deels de syndicalisten of de socialisten
en deels het communisme de overhand.
lieem bij nuüTU-en rwbpij
of andere pijnen
MIJNHARDT'S POEDERS
„WatMijnhard! maakt is goed."
Hierdoor was vooral, ook de wijze waarop
de revolutionnaire comité's te werk gingen,
verschillend. Te Moeres werd direct na de
eerste gevechten op 6 October de commu
nistische republiek uitgeroepen, met een
revolutionnair comité als hoogste instantie
en verder strijd-, programma-, transport
en gezondheidscomité's. Men schafte het
geld af en gaf als betaalmiddel geldbons
uit, waarmede het goederenverkeer werd
geregeld. Dokters moesten van 's morgens
8 tot 's avonds 8 uur dienst doen en van
's avonds 8 tot 's morgens 8 uur in het re
volutionnaire hospitaal waken.
Voor dit werk ontvingen zij voor hun
geheele familie een geldbon van 1 peseta.
Boven de doctoren werd een volontair aan
gesteld, die o.a. de door de artsen geschre
ven recepten moest goedkeuren.
Bij de politie te Madrid ^eft zich een
26-jarig student aangemeld, die beweer
de, de verantwoordelijke leider van de
schietpartijen en overvallen tijdens den op
stand te Madrid te zijn geweest. Hij achtte
het den plicht van iederen revolutionnai-
ren leider, de volle verantwoordelijkheid
voor de onder zijn leiding gepleegde daden
op zich te nemen, en betreurde het zeer,
dat zich een aantal leiders der beweging
door de vlucht aan de verantwoordelijk
heid had onttrokken. Zijn onmiddellijke
chef was eveneens gevlucht, met medene
ming van een aanzienlijke som gelds.
De minister van Justitie heeft bekend
gemaakt, dat de door de krijgsraden te
Barcelona en Asturië uitgesproken dood
vonnissen aan het hooggerechtshof zullen
worden voorgelegd. Aangezien het aantal
der door de regeeringstroepen in Asturië
gevangen genomen rebellen buitengewoon
groot is, staat men bij het onderbrengen
der gevangenen voor een moeilijk pro
bleem. Daar de gevangenissen van Asturië
reeds overvol zijn en in verband met het
slechte weer het instellen van concentra
tiekampen moeilijkheden oplevert, is een
groot schip naar de Asturische haven Gij on
gezonden, dat op dezelfde wijze als dit
reeds te Barcelona geschiedt een deel der
gevangenen zal moeten herbergen.
OOSTENRIJK.
NAAR EEN NIEUWEN BURGERSTRIJD?
Onthullingen in politie-orgaan.
Het orgaan van den bond van politie
personeel te Weenen „Die Bundespolizei"
publiceert onthullingen over de voorberei
ding van een burgeroorlog door socialisten
en communisten, die een eenheidsfront heb
ben gevormd en over ruime geldmiddelen
beschikken.
Volgens dift orgaan worden verboden bla
den en vlugschriften verspreid en wapens
naar Oostenrijk gesmokkeld. Door talrijke
inbeslagnemingen is de juistheid van die op
vatting bewezen. Er wordt o.a. een blad,
„Der Kunsthandier" uitgegeven, waarin
wordt aangespoord geld te geven voor het
strijdfonds.
JOEGO-SLAVIE.
TERRORISTEN-KAMP IN ITALIë?
Beschuldigingen van de „Prawda"
Een uitvoerige beschrijving van het kamp
van Zuid-Slavische opstandelingen, Borgo-
taro, in Italië verschijnt in de „Prawda",
welk blad de lezers herinnert aan de eerste
poging, om koning Alexander te vermoor
den, in December 1933.
„De misdadige bedrijvigheid van de op
standelingen-organisatie „Oestasja", welker
verzamelpunt zich te Borgotaro in Italië
bevindt, aldus het blad, is ontdekt door de
bekentenissen van Oreb, die in September
van het vorig jaar een aanslag moest ple
gen op den koning.
Oreb had toen van Pavelitsj opdracht ge
kregen, naar Agram te gaan en den aanslag
uit te voeren, waarvoor 500.000 dinaren be
loofd waren.
Oreb kreeg twee bommen, twee revolvers
met 90 schoten munitie en valsche passen
en legitimatieibewijzen. Met zes makkers
ging hij op weg, kwam ook tijdig in Agram
aan, maar had geen moed, den aanslag uit
te voeren. Door zijn kameraden met ver
wijten overladen beloofde hij den koning
den volgenden dag te dooden.
Intusschen had de politie van Agram ech
ter zijn spoor gevonden en deed des mor
gens bij verrassing een inval in zijn wo
ning.
Het kwam tot een vuurgevecht tusschen
Oreb en de politie, waarbij een agent werd
gedood en 'n tweede zwaar werd gewond.
Oreb slaagde er in te ontvluchten, .doch
werd nog denzelfden avond in de omge
ving van de stad gearresteerd.
Het gerechtshof veroordeelde hem op 19
Maart ter dood. In den loop van het onder
zoek had hij een uitvoerige bekentenis af
gelegd en mededeelingen over het kamp
leven van Borgotaro gedaan, waarbij hij
o.m. mededeelde, dat bij zijn vertrek onge
veer 400 man in het kamp aanwezig waren.
Zij waren gekleed in een grijze uniform en
moesten dagelijks militaire oefeningen
doen. Zij werden vooral geoefend in het
bommenwerpen en revolverschieten.
Naar Reuter uit Turijn meldt hebben
Pavelitsj en Kramer, tijdens hun verhoor
nadrukkelijk ontkend iets met den aanslag
te Marseille te maken te hebben.
Pavelitsj zeide dat indien de mannen, die
in Frankrijk gearresteerd zijn, beweren van
hem bevel gekregen te hebben, zij eenvou
dig liegen. Hij ontkende in Marseille te zijn
geweest. Hy was van Turijn naar Brescia
gegaan en van daar naar Milaan.
Kramer, alias Kwaterniitsj verklaarde:
„Sedert tien maanden ben ik een balling;
ik verborg mij te Berlijn bij een vriend,
maakte intusschen eenige reizen naar Oos
tenrijk. Ik ben geen handlanger van Pa
velitsj en sedert 1930 was ik niet in Frank
rijk".
BUTTENL. BERICHTEN.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ
DUISBURG.
De drie inzittenden verbrand.
Gisternacht te ongeveer 2 uur heeft een
ernstig auto-ongeval plaats gehad in de
nabijheid van Duisburg.
Een vrachtauto uit Eitorf botste, door tot
nu toe onbekende oorzaken, met zulk een
kracht tegen een boom, dat het voorste
gedeelte van den wagen, waarin twee
broers en een jonge vrouw waren gezeten,
geheel werd platgedrukt. Het benzine-re
servoir explodeerde, waardoor de auto in
brand vloog. De drie inzittenden zijn le
vend verbrand.
BANDIETEN OVERVALLEN TREIN IN
KOREA.
Zes passagiers gedood, negen ontvoerd.
In den nacht- van Zondag op Maandag
hebben Chineesche bandieten een overval
gepleegd op den soorweg Tatoengou
Tsjoeng-Sjoe (Korea). Een personentrein
werd door zes bandieten beschoten en aan
gehouden en de passagiers leeggeplunderd.
Zes passagiers werden door de bandieten
gedood en negen passagiers ontvoerd.
Van het station Dasjisjau heeft men
troepen gezonden ter achtervolging van de
roovers.
JUWEELENDIEFSTAL TE WEENEN.
In een Weensoh hotel is een groote dief
stal van sieraden gepleegd.
Hoteldieven hebben de kostbare sieraden
gestolen vaii gravin Cecilie Sternberg, die
van haar slot in de nabijheid van Praag
naar Weenen was gekomen, om daar eeni
ge dagen door te brengen. Zij had al haar
sieraden meegebracht en bewaarde deze
in het hotel.
Onder de gestolen voorwerpen bevinden
zich uiterst zeldzame steen en, welke ge
deeltelijk uit het bezit van een maharadja
afkomstig zijn.
INGEZONDEN STUKKEN
NEDERLANDSCHE CRISIS-POLITIEK
EN DIE DOMME HOLLANDERS,
DIE NIETS BEGRIJPEN.
Wat is er al niet geschreven om ons, ge
wone Hollanders, duidelijk te maken, dat
Nederland met zijn aanpassings-politiek op
den goeden weg is.
Als we maar flink doorgaan met bezui
nigen en inkrimpen eenerzijds en alle hoo-
ge en verhoogde lasten blijven betalen an
derzijds, dan zullen we eens zien hoe puik
wij in Nederland er voor staan als aan
stonds de Crisis is afgeloopen.
Wie er met die wij bedoeld wordt, zegt
men ons niet.
Toch waren er ondanks al dat beweren
ook nog eenige Nederlanders, die reeds
lang aan deze richting twijfelden, neen
stellig durfden beweren, dat we met onze
aanpassings-politiek op den verkeer
den weg zijn.
Het aantal van hen die evenzoo denken
is sinds Januari 1934 bedenkelijk toegeno
men, zoodat we thans gerust kunnen zeg
gen: heel Nederland voelt het en zegt het.
Maar wat weten nu gewone Nederlan
ders, die niet in Regeering of Kamer zit
ten, van Staatkunde en Economie af?
Wat begrijpen die nu van tarieven-po
litiek, van prijzen en loon-politiek, van ar
beiders- en werkeloozen-vraagstukken?
Niets weten of begrijpen die daar van.
Ze begrijpen niet eens hoe ver ze wel
naar beneden zullen moeten met hun loo-
nen en de waarde van hun goederen-bezit,
om de welvaart in ons land te doen terug-
keeren en hoe dat dan gebeuren zal.
Daarom hebben die gewone Nederlan
ders altijd een onprettig gevoel als ze
steeds opnieuw hooren: We moeten naar
naar beneden, maar constateeren, dat er
blijkbaar in dien zin een woord verkeerd
staat en bedoeld wordt: J u 11 i e moeten
naar beneden, want wij hebben er geen
trek in.
Dit alles weten en begrijpen alléén ras
echte politikers en ieder ander gewoon Ne
derlander moest zich schamen om over die
zaken te spreken, alsof de Regeering niet
alles en veel beter zou weten.
Wel hebben ook vele onzer knappe pro
fessoren en hoogleeraren al maanden lang
verteld en geschreven, dat het voor ons
met de Nederlandsche aanpassings-politiek
verkeerd zal afloopen, maar dat zijn geen
mannen uit de praktijk en die zitten ook
niet in de politiek, daardoor begrijpen zij
er ook niets van.
Toch hebben zich bij deze heeren een
groot aantal van onze knapste Industrielei
ders aangesloten, maar die weten er ook
niets van en beoogen hoofdzakelijk eigen
belang.
Met zulke motieven kan en mag geen re
geering rekening houden.
Maar nu in Helmond werd het nog
mooier; daar kwam voor enkele dagen een
Pater Capucyn ook al vertellen, dat het zoo
niet goed gaat, dat onze geheele nijvere
en werkende bevolking zoo tot de bedel
staf zal worden gebracht, dat we niet van
onze verplichting af zijn door de werkloo-
zen te steunen, maar dat we verplicht zijn,
dezen werk te verschaffen, productieve
arbeid tegen een behoorlijk loon.
Maar wat weet nu zoo'n Pater van de
brandende vraagstukken van dezen tijd,
van werkloosheid, die ons volk demorali
seert en verarmt?
Welnee, zoo'n Pater zegt maar wat.
En als in de kolommen van de „Maas
bode" de vraag is gesteld of die Pater Hen-
ricus wel eens over een en ander grondig
heeft nagedacht, dan kunt u gerust geloo-
ven, als u dat prettig vindt, dat iemand die
zulke rake, alarmeerende dingen zegt, na
tuurlijk nooit denkt, dooh slechts een on
doordacht verhaaltje vertelt, dat geloove
wie het wil.
Zeer juist schrijft een schrijver (onder
den naam Oudeis) in de „Nieuwe Eeuw",
dat deze rede van Pater Henricus zuiver
is afgestemd op de gedachten en beste ver
langens van millioenen Nederlanders, die
deze klare, duidelijke taal beter verstaan
en begrijpen, dan de vele hoogdravende,
om de zaak heengaande, niets zeggende
dooddoeners, die him dagelijks worden op
gediend.
Gejuicht hebben millioenen in den lan
de bij deze juiste en duidelijke vertaling
van de grootsche Encycliek „Quadragesi-
mo Anno".
Wij hebben nu twee jaar genoten van
de regeering-Colijn en kregen in de laatste
Troonrede te hooren, dat, ondanks alle
maatregelen, het er steeds donkerder gaat
uitzien, zoodat er zelfs geen lichtpunten
meer zijn aan te wijzen, dat wy in duide
lijk Hollandsch gezegd: steeds dieper de
kuil inglijden en daarom gaan we onver-
wonderd door.
Neemt u het ons niet kwalijk, Regeering,
maar dat begrijpen wij ook niet.
Maar vermoedelijk wordt het wel begre
pen door het kleine groepje Nederlanders
wier bezit grootendeels bestaat uit baai-
geld vorderingen en zeker wel door de
verschillende banken zooals Hypotheek-,
Crediet. en Voorschotbanken en meer
van deze de menschhedd helpende instel
lingen, die, dank zy de maatregelen welke
ons volk steeds zwaarder drukten, hun
geldbezit geregeld in waarde zien stijgen,
ten koste van alle arbeidswaarde en goe
deren waarde.
Maar ach, wat weten wij, gewone Neder
landers, daar toch allemaal van.
Begrijpen we dan niet, dat we in zoo'n
landje als Nederland deze wereld-crisis niet
kunnen oplossen.
Dat we toch moeten waohten tot zulks
door de groote landen wordt gedaan.
Proost!
Onzinnig kunnen wy, gewone Neder
landers, toch denken.
Wie gaat er nu als er een aardbeving
heeft plaats gehad in zijn eigen huis de
boel weer in orde brengen.
Dat kan toch niet voordat buiten eerst
de straten en de geheele stad in orde ge
bracht is.
Zoolang blijft je huis natuurlijk tus
schen de scherven zitten wachten.
In Engeland, Scandinavië en Tsjecho
Slowakije hebben ze dat wel niet gedaan,
maar daar is het heel wat anders als hier
en weten ze er ook niets van.
Neen, laten we hier in Nederland maar
voorzichtig zijn en vooral geen experimen
ten.
Laten we maar liever de kat uit den
boom blijven kijken.
Het is wel een geweldige taaie kat, die
Crisis-kat.
Als dit zoo blijkt zal het niet meevallen
die uit den boom te kijken en zullen er
voor dat gebeurd heel wat kijkers bezwe
ken zijn.
Maar daar is niets aan te doen, daardoor
zullen juist de sterksten en de besten
met het grootste uithoudingsvermogen
overblijven en zullen de uitvallers zich een
anderen werkkring moeten zoeken; dien
hebben ze tegenwoordig zoo.
En mochten ze daarmee niet slagen, dan
kunnen ze worden opgenomen in de rijen
der steuntrekkenden bij het Crisis-comité.
Beter en meer kan men toch van een Re
geering niet verlangen.
Gelukkig maar, dat wij voor twee jaar
zulke sterke mannen in onze regeering
hebben gekregen, die zich door niets van
hun weg laten afbrengen, al zou het
grootste deel der bevolking straatarm
worden.
Ja, dat is pas sterk en sterke politiek,
maar daar begrijpen gewone Nederlan
ders ook niets van, en dat is maar goed
ook.
J. J. M. MELJERS.
De classificatie.
In uw Dagblad van 17 Oct. jongstleden
lees ik in een stukje, dat het leven in de
stad duurder is (ten minste volgens uw be
schouwing) dan in een dorp. Op welken
grond berust dit? Volgens onze beschou
wing is dit niet. Men kan het leven in de
stad wel duurder maken, maar in het alge
meen is het goedkooper. Als dit niet zoo is:
waarom komen dan de menschen van bui
ten hun levensmiddelen in de stad halen
en ook bijna al haar kleeding en schoeisel.
Men betaalt in een dorp veel meer dan
in de stad, bij voorbeeld te Voorschoten
25 ct. voor een pond speklappen, 5055 ct.
voor 'n pond magere varkenslappen, 89
ct. voor 1 kilogram aardappelen, 30 ct. voor
1 Kilowatt electriciteit, 7 ct. voor 1 M3.
gas enz. De Belastingen zijn ook bijna ge
lijk als in de stad. Voor een behoorlijke
woning ook 4.50 tot 5.50. De loonen zijn
lager dan in de stad, de levensmiddelen
duurder. Dus volgens mijn beschouwing is
het leven in de stad goedkooper dan in een
dorp. Maar beschouwt u, zooals een stad
bewoner mij al eens heeft verteld, de bios
coop als een levensbehoefte? Zoo ook een
uitvoering in de Stadsgehoorzaal? Maar
men mag hieraan toch niet toeschrijven het
duurdere leven in de stad, zooals u dit
heeft bedoeld.
Indien mijn schrijven op een verkeerde
ondergrond berust wil u mij dan mede-
deelen, op welke wijze u het goedkoope le
ven in het dorp beschouwt?
U dankend voor de verleende plaats
ruimte
R. W. KAANDORP,
Voorschoten.
Wy hebben juist in denzelfden geest als
inzender betoogt, dat de classificatie heel
veel willekeurigheden bevat; dat er geen
verschil is; zoo sohreven wij, tusschen Am
sterdam en Leiden en tusschen Leiden en
Hillegom wat de duurte van het leven be
treft. Daarnaast erkenden wij echter wel
een verschil tusschen de gemeenten onder
ling, welk verschil zou kunnen leiden tot
een 1ste en 2de klasse-indeeling. Niet is
waar, dat in alle dorpen het leven goed
kooper is dan in de steden. Maar ook is
waar, dat er dorpen zijn, waar huishuur,
levensmiddelen enz. zeker betrekkelijk veel
goedkooper zijn, dan in de steden. In laatst
bedoelde dorpen mogen de salarissen en
loonen daarom zeker lager zijn.
Leiden, 23 October 1934.
„Het Katholieke principe".
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik naar aanleiding van het ingezon
den stuk in uw blad, d.d. 23 October '34,
over: „De N.S.B. en het Katholieke prin
cipe" een paar opmerkingen maken?
De inzender heeft het over principe. Nu
als ik een principe nastreef, durf ik daar
voor ook uitkomen. Nu teekent inzender
met: „Een R.K. bezoeker van de vergade
ring der N.S.B."
Ook heeft inzender het over: „van de
aanwezige Katholieken enz." Denkt inzen
der nu heusch, dat dit dan allemaal volge
lingen van Mussert zijn?
Ook ondergeteekende heeft meerdere
malen een vergadering der N.S.B. bijge
woond, doch is daarom nog geen aan
hanger dier beweging. Integendeel.
Geachte inzender, wil men ergens op
reageeren, dan moet men ook recht door
zee durven en daarom teekenü! met uw
naam. Als N.S.B.-er moet men dit toch
durven. Uit het ingezonden stuk van u
moet ik, of ik wil of niet, opmaken, dat u
volbloed volgeling der N.S.B. bent en durft
u daarvoor nu niet uitkomen? Het is be
lachelijk.
Ik ben een felle tegenstander van de
N.S.B. en van alle fascistische partijen;
daarvoor durf ik ook uitkomen.
M. de Redacteur, u bij voorbaat dank
zeggend, teeken ik,
J. W. DE HEIDEN,
Morschstraat 35a, Leiden.
M. de Redacteur,
Bijbetrekkingen van onderwijzers.
Naar aanleiding van het onderschrift van
Oom Wim bij het versje „Een moeder over
vacantietijd", moet mij toch iets van 't
hart, n.l. hoe het mogelijk is, dat onder
wijzend personeel durft klagen over druk
ke bezigheden, daar zij die toch zelf zoe
ken!! Dat een onderwijzer zich houdt aan
de hem opgedragen taak, n.l. onderwijzer
te zijn van 's morgens 912 en 's middags
24, is misschien ook wel 'ns zwaar. Doch
de grootste drukte komt van de bijbetrek
kingen, daar mij van zeer nabij bekend is,
dat de meeste onderwijzers het drukker
hebben na- dan onder schooltijd. (Dat is
wel erg overdreven! Red.)
Gezien in verband met vele onderwij
zers, die niets te doen hebben, zouden deze
werkloozen de bijbetrekkingen kunnen
vervullen van degenen, die alreeds een sa
laris hebben, dus het leven zou dan aan
merkelijk lichter worden. En van den an
deren kant kan daarbij ook een collega
met een klein beetje zijn geholpen, die mis
schien in 't vooruitzicht gesteld was, ge-
ruimen tijd werkloos te blijven.
J. v. d. B.