De „Uiver" vannacht te Melbourne geland. ALS TWEEDE GEËINDIGD ONDANKS PECH BIJ ALBURY. 26ste Jaargang No. 7947 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN De Boeing van Turner zat hem op z'n hielen. WOENSDAG 24 OCTOBER 1934 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij voormtbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bjj onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I! GIRONUMMER 103003, FOSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: G W o n e Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrek kingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 PRACHT PRESTATIE VAN K.L.M, MACHINE BETROUWBAARHEID, REGELMAAT, ZEKERHEID. Hoogspanning. Wat hebben we in spanning Boven heel Nederland stond gisteren een sfeer van hoogspanning, van „Uiver"- koorts, een geladen atmosfeer, waarin slechts één gedachte mogelijk was: Waar is de „Uiver"? Is hij nog niet aangekomen? Inophoudelijk ging de telefoon en steeds weer klonk hetzelfde antwoord: De „Uiver" is neg niet aangekomen. Hij is uit Charle- ville vertrokken, maar nog steeds niet te Melbourne gearriveerd. Zelfs in de dagen van de meest beslissende momenten in de wereldgeschiedenis hebben wij niet zooveel inlichtingen moeten geven. Op straat ving men in het passeeren tel kens de woorden: „Melbourne" en „Uiver" op. Op de trambalcons besprak men de kansen van Parmentier en Mol, of zij Roscoe Turner vóór zouden blijven. Wie in de trein een krant opensloeg, had direct de heel coupé als medelezer. Voor de bul letins verdrong men zich,. Heel Nederland vloog mee met zijn K. L. M. machine en kende de kaart van Australië op een wijze, zooals sinds de schoolbanken niet voor mo gelijk zou zijn gehouden. Aanvankelijk scheen de grootste span ning geweken, toen 's morgens bekend werd, dat de Engelschen Scott en Campbell Black als eersten te Melbourne waren ge land. De mooie Douglas van de K. L. M. zou eenige uren later binnenkomen als tweede en weer eenige uren later zou de „Boeing Transport" van Roscoe Turner wel arriveeren. Ja, die Turner? Hij zou de „Uiver" toch niet inhalen? Men had toch graag geweten of de „Uiver" er al was. Een telefoontje naar de redactie gaf echter geen bevesti gend antwoord; de bulletins al evenmin. Het duurde lang, langer dan men gedacht had; en opeens kwam 's middags het be richt, dat de „Uiver" de koers kwijt was. Eenigen tijd later: de Uiver heeft een nood landing moeten maken op de renbaan van Albury, 250 km. van Melbourne. De spanning steeg toen tot het toppunt? Zou er wat aan mankeeren? Zou die dek- selsche Turner ze nu toch inhalen? De uren verliepen. Men vernam in den avond, dat de Douglas starten zou, zoodra de och tend over het Australische land zou gloren. Als het maar niet te laat was! Het werd middernacht vóór de tijding kwam: De Uiver vliegt verder en eindelijk diep in den nacht kon de radio melden: De „Uiver" is geland te Melbourne. Hoera! Schitterende prestaties. De groote race was volbracht. Een pracht- prestatie van de vliegende Hollandes. In drie-en-een-halven dag van Engeland naar Australië; drie werelddeelen doorvlogen in iets meer dan drie dagen. De Engelschen hebben de groote vlucht gewonnen, in een schitterend tempo en met een bewonderenswaardig uithoudingsver mogen. Zij hebben ons geklopt met niet minder dan 20 uren en wie een dergelijke topprestatie naar haar waarde weet te schatten en dat kunnen wij, Hollanders, die trotsch zijn op onze Indië-vluchten, als weinig anderen die zal hun de overwin ning van harte gunnen. Maar dan vergeten wij niet, dat deze overwinning is behaald door een speciaal voor dezen wedvlucht gebouwde machine, een echte race-luchtwagen, die voor de practijk, voor het luchtvaartverkeer niet deugt. Een overwinning van deze machine brengt de luchtvaart niet vooruit. De En gelschen hebben uit hun machine gehaald wat eruit te halen was; zij hebben haar op volle toeren laten draaien met het ge volg, dat een der motoren warm geloopen is en zij een gedeelte van den tocht op één motor hebben moeten vliegen. Meer geluk dan wijsheid dat zij heelhuids aankwamen. Door de bijzondere constructie van hun toe stel hebben zij uren en uren in een nauwe cockpit moeten zitten, zonder eenig com fort, onafgebroken achter hun als razend loeiende motoren. Hun tocht is een helsche tocht geweest. Scott verklaarde na zijn aan komst te Melbourne: „We hadden een zeer moeilijke vlucht. Geen van ons beiden heeft op de vlucht een oog dicht gedaan. We hadden voortdurend wat te doen in het toe stel, voelden ons nu en dan wat ellendig, maar nu gaat het beter. Toen we straks nog in het toestel zaten kwam het ons soms voor, dat we een eeuw geleden uit Enge land waren vertrokken en het scheen, dat we bij iedere mijl, die we aflegden, er twee teruggingen. Het was een vlucht als een nachtmerrie. Boven de Golf van Ben galen hingen de wolken het laagst en 1400 mijlen lang bleef het regenen. Ik heb nog nooit zulk een slecht gezicht gehad. Uren waren we gedwongen op een paar voet bo ven de oppervlakte van het water te vlie gen. Het was een stikdonkere nacht." Uit dat alles blijkt wel, dat hun tocht geen pleiziertocht is geweest. Des te groo- ter waardeering kunnen wij hebben voor de persoonlijke prestatie der vliegers. Veiligheid vóór roem. Daarentegen hebben Parmentier en Mol getoond wat een K. L. M.-machine kan presteeren. Smirnoff c.s. hebben datzelfde reeds eenmaal op schitterende wijze aan getoond met hun beroemde Pelikaan-vlucht Toen de snelle Postjager het moest afleg gen, nam het gewone lijntoestel zijn taak over en hoe het deze taak volbracht heeft ligt nog versch in het geheugen. Thans heeft een verkeersvliegtuig met post en passagiers zwaar beladen de race beëindig als tweede; het heeft de gewone K. L. M.-route gevolgd, tot Batavia: aller lei tusschenstations aangedaan, zonder ri sico's te willen loopen, getrouw aan het devies der K. L. M. „safety first", en toch heeft het betrekkelijk weinig uren later dan de winnaar het einddoel bereikt. De Hollanders hebbén andere lauweren willen behalen en zij hebben die behaald. Zij vlo gen hun machine alsof het een gewone lijn- vlucht was. Leest maar het verschil in ver klaringen tusschen Scott en Parmentier. Toen deze laatste ie Port Darwin aankwam, zeide hij tegen een Engelschen journalist: „We maken ons niets bezorgd over deze race. De bemanning zal laten zien, wat ver- keersmachines kunnen doen. Alle passa giers zijn fit en in de beste conditie. Ze hebben juist een uitstekend maal gehad. Hoewel de Douglas drie passagiers en post vervoert, bereikte ze Australië in twee da gen en 16uur, terwijl Scott er twee da gen en 4% uur over gedaan heeft. Het is het eerste verkeerstoestel, dat van Enge land naar Australië vloog. De betrouwbaarheid van de Hollandsche luchtvaart heeft zich in deze /lucht een stralend gedenkteeken opgericht. De ..Uiver" heeft gevlogen met een rustige re gelmaat en een stoere zekerheid, welke nauwelijks minder bewondering van de we reld moet afdwingen dan de snelle race der Engelschen. Eén oogenblikje slechts was er een hapering, toen de piloten de koers kwijt waren en zich te Albury op nieuw moesten orienteeren. Hieruit blijkt weer het nut van een goede grond-organi satie, daar het vooral de gebrekkige radio verbinding was, die hen in de steek liet. Op de Indië-route was hun zoo iets niet overkomen. Daar vlogen zij naar Batavia in twee etmalen, de helft van den tijd, welke de Pelikaan noodig had. Welke perspectie ven opent dat voor de toekomstige ver binding van Indië met het Moederland! DE „UIVER", DIE GISTERMORGEN OM 10 UUR (A.T.) VAN HET VLIEGVELD TE CHARLEVILLE WAS VERTROKKEN GE RAAKTE IN DE BUURT VAN ALBURY IN HET DUISTER VAN DEN NACHT DE KOERS KWIJT TENGEVOLGE VAN EEN ONWEERSSTORM. TE 3.37 UUR (A.T.) LANDDE HET TOESTEL OP DE REN BAAN VAN ALBURY, WAAR HET UREN WERD OPGEHOUDEN, OMDAT BEN ZINE MOEST WORDEN AANGEVOERD VAN MELBOURNE. TE MIDDERNACHT (A.T.) VERTROK DE „UIVER" MET ACH TERLATING VAN POST EN PASSA GIERS EN LANDDE TE 1.11 UUR (A.T.) OP HET VLIEGVELD TE MELBOURNE. HIERMEDE HEEFT HET DE TWEEDE PLAATS VEROVERD IN DE SNELHEIDS RACE. ROSCOE TURNER, DIE TE 11.20 UUR (A.T.) WEGENS MOTORPECH TE BOUR- KE MOEST LANDEN, ARRIVEERDE TE 3.56 UUR TE MELBOURNE, DUS Zy3 UUR LATER DAN DE UIVER. DE AANKOMST VAN DE UIVER" TE ALBURY. EEN PERFECTE LANDING ONDER MOEILIJKE OMSTANDIGHEDEN. De Uiver zakte weg in den weeken bodem. De Nederlandsche bankier Gilissen, die, zooals men weeit aan boord van de „Uiver" den emotioneelen tocht naar Melbourne meemaakt, verklaarde in een onderhoud met den United Press-agent te Albury, over de onverwachte daling het volgende: „Wij kwamen terecht in een geweldigen onweersstorm ten gevolge waarvan wij uit onzen koers werden geslagen. Wij konden daardoor niet meer vaststellen of wij ons in de richting naar Melbourne bewogen, terwijl wij ook geen radio-berichten ont vingen. Bijna twee uur lang hebben wij in dit afschuwelijke weer rondgezwalkt waarbij wij verscheidene malen in de nabij heid van Albury waren. De piloten besloten toen zoo mogelijk te landen". Zij zagen de lichten van rijen auto's, die op weg waren naar een racebaan en met behulp van dit lichtschijnsel konden zij een geschikt landingsterrein opzoeken. De kop lampen der auto's stelden Parmentier in staat op prachtige wijze te landen". De landing van de „Uiver" gesohiedde op volmaakte wijze. Langzaam cirkelde de machine boven het veld om geleidelijk de racebaan te naderen. In het duister zagen de enkele aanwezigen hoe de prachtige machine volkomen be- hesrscht neerkwam. Als gevolg van den zachten bodem liep de „Uiver" ten slotte in de modder vast, maar bij onderzoek bleek onmiddellijk, dat er in het geheel geen schade was aangericht. De „Uiver" had nog 120 gallon benzine aan boord toen zij land de, de bemanning was wel zeer vermoeid, maar bevond zich overigens in uitstekende conditie. S.O.S. SIGNALEN. Parmentier, de gezagvoerder van de „Uiver", verklaard, dat hij op de laatste etappe naar Melbourne was, toen hij ge noodzaakt werd westwaarts te vliegen ten gevolge van een hevig onweder tusschen de plaats Yarrawonga en Beechworth. Hij zond S.O.S.-signalen uit en vroeg hem de positie op te willen geven. De radio-stations adviseerden hem daarop westwaarts te vlie gen om de bergen te vermijden en daarna weer zuidwaarts te gaan. Al de plaatsen langs de North Eastern Railway werd verzocht licht te ontsteken om de Hollandsche machine als gids te die nen. De postbeambten van Albury gaven door middel van licht-morseteekens den naam van deze plaats op aan de vliegers. De rehbaan van Albury was eveneens verlicht door middel van koplampen van de automobielen. Den eigenaars van de auto mobielen was n.l. verzocht daar bijeen te komen en de koplampen te ontsteken. Na verscheiden malen boven het veld te heb ben gecirkeld kwam de „Uiver" neer en landde veilig. De machine was bij het lan den eenigszins in den grond gezakt en moest zooveel mogelijk ontlast worden, ten ein de het mogelijk te maken bij het aanbre ken van den dag op te stijgen. Parmentier verklaarde, dat hij na Charle- ville te hebben verlaten in een hevig on weer geraakte. Hierdoor functionneerde ook de radio niet meer normaal. Als zij niet te Albury konden landen, waren zij van plan in Cootamandra neer te komen. Verder ver telde hij, dat toen de „Uiver" over de plaats Boarki vloog er zich ijs op de vleugels be gon te vormen. De bemanning was zeer ver moeid. Slechte organisatie te Charleville. Toen de „Uiver" in Charleville aankwam, was het vliegveld in duister gehuld. Par mentier moest zes maal over het vliegveld cirkelen alvorens de officials de lichten ontstaken. Parmentier's houding tegenover de offi cials was zeer koel. Moll vooral was zeer verstoord en zeide, dat het vliegveld ge reed had moeten zijn voor de landing. Toen hij de cantine van het vliegveld binnen kwam, aldus Moll, waren er niets dan leege stoelen en de aanwezige journalisten slaag den er met moeite in, een flesch bier te be machtigen voor de bemanning van de „Uiver". HET VERTREK UIT DEN MODDER. Passagiers en post achtergelaten. Ondanks het feit, dat de Britsche krui ser „Sussex", die in de haven van Mel bourne ligt, met zijn zoeklichten felle bundels licht den nacht inzond en men er toe was overgegaan, den spoorweg Albury Melbourne te verlichten, hebben Par mentier en Moll het toch raadzaam geacht, de vlucht uit te stellen tot het aanbreken van de dageraad. Bij de K. L. M. is hedenmorgen het vol gende telegram van Parmentier uit Mel bourne ontvangen: „Tengevolge van voortdurenden regen was het zeer moeilijk de renbaan van Al bury te verlaten. Ik moest daarom alles achterlaten ten einde het opstijgen moge lijk te maken en ben behouden in Mel bourne aangekomen. Alleen Moll bij mij. De overige leden der bemanning, de pas sagiers en de post volgen per auto. Het Douglas-vliegtuig, de Cycloon-mo toren en de geheele uitrusting bevonden zich nog steeds in zeer goeden toestand, dank zij de uitmuntende organisatie der K. L. M. Ik werd hier zeer geestdriftig ontvangen door sir Mac Pherson Robertson en verdere overheidspersonen. Ik dank u zeer voor de telegrammen en bloemen en wij zijn zeer erkentelijk voor de onder scheiding, welke ons door H. M. de Konin gin verleend werd." ONDERHOUD MET DEN HEER PLESMAN. De pers had gisternamiddag in verband met de omstandigheid, dat de „Uiver" Melbourne niet op den gehoopten tijd heeft kunnen, bereiken, een onderhoud met den heer A. Plesman, directeur der K. L. M., alsmede met enkele der leiders der di verse K. L. M.-afdeelingen. De heer Plesman deelde ongeveer het volgende mede: „Toen ik het bericht kreeg, dat de„Uiver" op de renbaan van Albury was geland, heb ik mij dadelijk in verbinding gesteld met den chef van het vliegwezen in Mel bourne, den heer Armstrong. Ik heb met hem een radio-telefonisch gesprek gehad, dat buitengewoon goed overgekomen is en waarin de heer Armstrong mij verschillen de bijzonderheden heeft medegedeeld. Volgens hem is het ongeluk te wijten aan een samenloop van ongunstige facto ren. De „Uiver" kwam recht op Melbourne afvliegen en "bevond zich op eenige hon derden kilometers afstand, toen hij over het randgebergte in het Zuiden van Austra lië moest vliegen. Dit gebergte is berucht in de vliegerswereld in verband met de ongunstige weersomstandigheden, welke daar vaak heerschen en welke den piloten dikwijls de grootste verrassingen berei den. Het was middernacht, toen de „Uiver" dit gebergte naderde. Dit was al een zeer ongelukkige samenloop, omdat dan door het zoogenaamde nachteffect de radiopei lingen afwijkingen geven. En dit zou nog niet het ergste geweest zijn, waneer de „Uiver" daarbij niet in een donderbui te recht was gekomen. DE BEMANNING GERIDDERD. H. M. de Koningin heeft alle vier leden der bemanning van de Uiver benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De Nederlandsche consul-generaal te Melbourne, heeft hun bij de lan ding deze welverdiende onderschei ding medegedeeld. Al deze dingen maakten het den bestuur der van de „Uiver" onmogelijk, koers te houden. De machine dreef naar het Oos ten af. Dit bracht haar in een buitengewo ne precaire positie, daar naar schatting de „Uiver" voor slechts nog 11/2 uur ben zine aan boord had. Ongetwijfeld zal de be manning dan ook wel eenige benauwde oogenblikken hebben doorgemaakt, toch wist de piloot weer zijn koers terug te vin den en zag kans, Albury op te zoeken. Toen heeft de bestuurder een staaltje van navigatiekunde gegeven, waarover de heer Armstrong niet genoeg lof kon betui gen en waarover alle vliegautoriteiten in Australië stom verbaasd staan. Het was hol, stikdonkere nacht, zonder maanlicht en in een volkomen onbekende streek en toch heeft de bestuurder kans gezien, door middel van zijn eleetrische schijnwerpers, zich boven Albury te oriënteeren, de ren baan op te zoeken en de machine daar vlug zonder eenige schade aan den grond te zet ten. De heer Plesman heeft zich onmiddellijk met de Shell in Londen in verbinding ge steld. Hij heeft hem verzocht, aan hun vertegenwoordiger te melden, al het mo gelijke te doen, om de Douglas verder te helpen en haar van benzine te voorzien. Het werd door den heer Plesman uitgeslo ten geacht, dat de bestuurder van de „Uuiver" op de kleine hoeveelheid ben zine, welke hij nog had, zou starten. Deze benzine-voorziening zou echter eenigen tijd duren. Er zat niets anders op, daar de Douglas met een speciaal soort benzine vliegt, welke alleen op de moder ne vliegvelden te verkrijgen is. De ben zine moest van Melbourne per tankauto naar Albury gebracht worden. Dit is een afstand van 250 K.M. en het sprak van zelf, dat een tankauto midden in den nacht daar eenige uren voor noodig had. EEN UIYER-AVOND VOOR DE RADIO. Minister Colijn spreekt hedenavond. Hedenavond na 8 uur zal de minister president dr. H. Colijn over de beide zen ders in den zendtijd van N. C. R. V. en de V. A. R. A. een radio-telefonische toespraak houden tot de bemanning van de „Uiver" in Melbourne, zoo mogelijk zal het ant woord van de bemanning eveneens worden uitgezonden. Ook zullen de vrouwen van de vier leden van de bemanning voor de V. A. R. A.-microfoon worden geïnter viewd, terwijl overigens het geheele pro gramma voor dezen avond aan de presta tie van de „Uiver" zal zijn gewijd. GELUKWENSCHEN. Een van de eersten, die van zijn belang stelling deed blijken, was de minister-pre sident dr. H. Colijn, die na het ontvangen van het bericht van de behoude naankomst van de Uiver te Melbourne het volgende telegram heeft gezonden aan Parmentier: „Vol bewondering voor schitterende prestatie bie dik u en de verdere beman ning mijn hartelijke gelukwenschen aan met geslaagde overkomst en met uw aller benoeming tot ridder Oranje Nassau-orde. w.g. COLIJN"-: RONDVLUCHT VAN. DE „UIVER" OVER AUSTRALIë EN INDIë. Naar wij vernemen, ligt het in de be doeling dat de „Uiver" na aankomst in Melbourne een bezoek aan Sydney en Canberra brengt. Na ruim een week verblijf in Australië zal de Douglas naar Ned.-Indië terugkee- ren, waar het toestel eenigen tijd blijft om bezichtigd te kunnen worden. Op 12 November zal de „Uiver* dan uit Medan naar Nederland vertrekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1