LEIDEN -A.D.0.
DE SCHAT IN HET
OUDE HOLLAND
ZATERDAG 20 OCTOBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
DE LUCHTRACE LONDEN—MELBOURNE VANDAAG BEGONNEN.
DE KONINGSMOORD TE MARSEILLE SCHIJNT NOG GOEDE GE
VOLGEN TE HEBBEN. AARDIGE BIJZONDERHEDEN OM
TRENT DE HOUDING VAN ALEXANDER T.O.V. DE KATHOLIEKEN.
Lucht-race. Vanochtend is de
groote luohtrace van Londen naar Mel
bourne in Australië begonnen, een race
rond de halve wereld. Het is een wed
strijd zooals nog nimmer aanschouwd is;
vogels van allerhande pluimage vliegen
langs de langste vliegroute, van Engeland,
via het Europeesche vasteland, dwars door
Zuid-Azië, over de Indische eilanden naar
Australië. Van den Atlantischen Oceaan
tot den Stillen Oceaan.
Twee Hollandsche vogels vliegen mee,
nl de Douglas vein de K.L.M., bestuurd
door de piloten Parmentier en Moll, en de
ex-Post jager, bestuurd door Geysendorffer
en luitenant Asjes. Onze landgenooten ma
ken een goede kans, omdat zij grootendeels
over bekend terrein vliegen. Zij hebben er
varing van een dergelijke vlucht, welke
zich uitstrekt over allerlei klimaten, van
de Noordelijke tot de tropische, en zij ken
nen de speciale moeilijkheden, welke aan
deze luohtroute vast zitten. Zij kennen de
vliegvelden, hun ligging en eigenaardighe
den; zij kennen ook de bezwaren van den
moesson. Alleen het laatste gedeelte van
Java tot Melbourne is vreemd gebied voor
hen.
De afstand is niet minder dan 18.100 K.M.
hemelsbreed.
De „N. R. Crt.' maakte de volgende be
rekening: De ex-Postjager, de Douglas en
andere groote machines hebben alle een
kruissnelheid, die boven 300 K.M. ligt. In
totaal zal dus wel gemaakt worden een
aantal vlieguren van 6575. Rekent men,
dat de winnaar per etmaal wel 22 vlieg
uren maken zal en verzuimt men niet het
tijdsverschil in zijn berekening te betrek
ken, dan komt men tot het resultaat, dat
de winnaar reeds 3H dag na zijn vertrek
uit Mildenhall, dus in den loop van Dins»"
dag de eindstreep te Melbourne kan pas-
seeren. Dit zou een reisschema kunnen op
leveren als volgt:
Vertrek Mildenhall Zaterdagmorgen, aan
komst te Bagdad Zaterdagavond; als het
weer niet al te slecht is door naar Ka-
ra tsji, aankomst Zondag in den vroegen
ochtend of, wat de Cornets betreft, door
rechtstreeks naar Allahabad, aankomst
Zondagmiddag vroeg, Zondagmiddag over
de golf van Bengalen, omstreeks zonson
dergang boven Malakka en als de regen
dan niet al te onbarmhartig is, Zondag
avond door naar Singapore. Dan in den
nacht op Java aan. Te Singapore moet zoo
lang gewacht worden tot de verschillen in
de tijden van vertrek zijn geneutraliseerd.
De vlieger, die hier het eerst vertrekken
mag zal, als in de werkelijkheid alles zoo
vlot verloopt als op papier, een nacht
vlucht naar Batavia maken en daar Maan
dagmorgen aankomen. De avond kam hem
boven de Timorzee verrassen, den nacht
zal hij over Australië doorbrengen, opdat
de Dinsdag hem de glorieuze aankomst te
Melbourne brengen zal, dat voor hem niet
meer, maar ook niet minder be teekenis zal
hebben dan de naam van een hotel, met
een bad en een bed, waarvan het dek is
opengeslagen.
Deze wedvlucht is, zooals men weet, in
tweeën gesplitst; een snelheidswedstrijd en
een handicap-wedstrijd. De eerste is hier
boven beschreven; winnaar is wie het eerst
aankomt De handicap-wedstrijd is kalmer.
Volgens een bepaalde formule is voor ieder
vliegtuig een zeker aantal vlieguren vast
gesteld. Winnaar is hij, die de meeste uren
heeft overgespaard. Hier worden alleen de
werkelijke vlieguren in rekening gebracht,
zoodat het zeer goed denkbaar is, dat de
laatste aankomer de winnaar is van dezen
handicap-wedstrijd. De vliegers kunnen
n.l. rustig hun tijd afwachten, en bij tegen
wind bijv. een dag te Bagdad of Singapore
overbleven, mits zij maar zorgen binnen
16 dagen over te zijn.
Nederland volgt z'n piloten met spanning
en denkt stiekum aan een herhaling van de
befaamde Pelikaan-vlucht. Wie weet.
De koningsmoord. De dingen
komen wel eens anders uit dan men ge
dacht had.
Dat is by den koningsmoord te Marseille
ook weer gebleken. Toen de echo van de
schoten, die koning Alexander en Barthou
doodden, Europa deed opschrikken, was de
eerste gedachte aan een herhaling van Se-
rajewo; maar een zucht v-an verlichting
steeg op, toen men hoorde, dat de moor
denaar een Kroaat was. Toen dacht men:
gelukkig, nu blijft de herrie tenminste ln
Joegoslavië zelf. Want dat er herrie van
zou komen, dat stond als een paal boven
water.
Wij schijnen ons evenwel vergist te heb
ben, want volgens de berichten uit Belgra
do zou de doode koning bereikt hebben,
wat de levende koning maar niet kon klaar
spelen, n.L de eenheid tusschen de Serven
en de Kroatën. Het begon al in Spalato, de
havenstad aan de Dalmatische kust, waar
de „Dubrovnik" het stoffelijk overschot
van koning Alexander aan wal bracht.
Daar verscheen tot aller verbazing de lei
der van de Sloveensche oppositie dr. Ko-
rosjets, een der krachtigste bestrijders van
het streven van koning Alexander; hij
boog zich voor het lijk en verklaarde, dat
allen moesten samenwerken voor het heil
van Joegoslavië.
Daarna werd het lijk naar Zagreb ge
bracht, de hoofdstad van Koatië, waar het
de nacht overbleef. Geheel de stad rouwde.
Aan de doodsbaar zijn de geschillen ver
geten en voelt men zich inniger aan elkaar
verbonden. Wellicht dat Alexanders dood
althans dit goede gevolg met zich zal bren
gen, dat de ongelukkige tweespalt tus
schen de Kroaten en de Serven tot het ver
leden gaat behooren.
Het blijkt anders een heel complot te
zijn geweest, waarvan de leider dezer da
gen te Turijn is gearresteerd. Verschillen
de dezer verdachte heeren heeft men reeds
achter slot en grendel, al zal het uitermate
moeilijk zijn hun medeplichtigheid aan den
moord te bewijzen. Zelfs hun bekentenis
sen kan men niet vertrouwen. Allen heb
ben een heele serie namen, welke zij ge
bruiken al naar het uitkomt. Maar voor
zoover valt na te gaan, zijn zij allen be
trokken bij 'n geheime Kroatische moord-
organisatie, die haar plannen smeedde op
Hongaarsch grondgebied. Vandaar de ani
mositeit tusschen Joegoslavië en Honga
rije, welke zich uit in booze artikelen over
en weer van de Joegoslavische en Hon-
gaarsche pers en welke misschien zal lei
den tot diplomatieke stappen.
Het ietwat onrustbarende bericht, dat
de Joegoslavische regeering een ultimatum
aan de Hongaarsche regeering zou willen
zenden, schijnt gelukkig niet op waarheid
te berusten.
Nu de begrafenis van koning Alexander
achter den rug is, moeten we nog even
afwachten, hoe de nieuwe Joegoslavische
heerschers (de regentschapsraad met prins
Paul aan het»hoofd) hun politiek zullen in
zetten, maar de kans schijnt toch groot, dat
Alexanders dood niet die gevolgen zal heb
ben, welke er aanvankelijk van gevreesd
werden.
Alexander en de Katholieken.
In de „Universe" publiceert een anonie
me schrijver een aantal interessante bijzon
derheden over de verhouding van den ver
moorden koning tot de Katholieken.
„Koning Alexander", aldus vertaalde de
„Msb." dit artikel, „wiens tragische dood
de gansche wereld met afschuw vervult,
was een ijverig en oprecht christen. In de
orthodoxe kerk opgevoed, bleef hij haar
sacramenteele leer trouw; dank zij zijn
diep religieuze overtuiging besefte hij ook,
hoe na de orthodoxe kerk aan de Katho
lieke Kerk staat.
Een der innigste wenschen van den over
leden vorst was, een toenadering tusschen
zijn katholieke en orthodoxe onderdanen
tot stand te brengen. „Wellicht", zoo zeide
hij mij eens, „zien de Katholieken de uit
eindelijke hereeniging der kerken van een
ander standpunt, doch alvorens dit stadium
in de hereenigingsdiscussies zal zijn be
reikt, kan wederzijds toch reeds veel wor
den tot stand gebracht." Het is immers zoo
noodzakelijk, dat men elkaar beter leert
kennen en begrijpen. Ik beschouw den te-
genwoordigen Paus als een der grootste
mannen van onzen tijd en als den onver
vaarden strijder voor recht en gerechtig
heid; ik volg Zijn pogingen tot hereeni
ging onzer kerk met de kerk van Rome
met de diepste achting en de grootste be
langstelling".
Koning Alexander had vele persoonlijke
vrienden in de katholieke hiërarchie, op de
eerste plaats Z. H. Exc. mgr. Bauer, aarts
bisschop van Zagreb. Klachten en verzoe
ken van de katholieken van Joegoslavië
Bereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
vonden steeds een willig oor, indien ze
door mgr. Bauer aan den koning konden
worden voorgelegd.
De kwestie van het godsdienstonderwijs
op de scholen, die de anticlericale elemen
ten zoo gaarne wilden oplossen met een
algeheel verbod van zoodanig onderricht,
vond, dank zij voor een groot deel aan de
interventie van mgr. Bauer bij den ko
ning, een gunstiger regeling.
Toen, kort na de gebeurtenissen in Span
je, ook in Joegoslavië tegen de Jezuieten
een vijandelijke campagne losbrak, maakte
de koning aan deze actie snel een einde.
Verre van toe te geven aan de eischen der
anti-clericalen, die de volgelingen van St
Ignatius allen over de grens wilden zet
ten, gaf de koning zijn goedkeuring aan
een verzoek tot uitbreiding van de Je-
zuietenkerk in Belgrado.
„Ik mag thans ook wel mededeelen",
aldus de schrijver in de „Universe" ver
der, „dat de H. Vader steeds een geheel
bijzondere belangstelling en sympathie
voor koning Alexander aan den dag heeft
gelegd. Door Zijn nuntius te Belgrado in
gelicht omtrent Alexander's streven, om
de christelijke grondbeginselen en de wet
ten der zedelijkheid in het openbare en
nationale leven van zijn land in eere te
doen houden, heeft de H. Vader den vorst
herhaaldelijk van Zijn welwillendheid
doen blijken".
SPORT
VOETBAL
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
S. J. C. NAAR DE HEKKENSLUITERS.
Thuiswedstrijden voor Leiden,
Lisse en Teylingen.
In de eerste klasse van West II zijn nog
drie clubs ongeslagen, n.l. H. B. C., Onze
Gezellen en Santpoort. Eerstgenoemde club
verloor één punt door 'n gelijk spel, doch
uit de behaalde resultaten blijkt maar al
te duidelijk, dat de Heemstedenaren er dit
seizoen zin in hebben en dat het Haar-
lemsch element hier den boventoon voert.
Slechts T. Y. B. B. blijft bij de stadge-
nooten leelijk achter en staat met twee ver
loren wedstrijden onderaan. Toch is haar
positie niet hopeloos, gezien beide wedstrij
den slechts met één punt verschil werden
verloren, waarmede we maar willen zeg
gen, dat S. J. C., welke club morgen bij de
Haarlemmers op bezoek gaat, niet moet
denken aan T. Y. B. B. een gemakkelijken
tegenstander te hebben. Er zal stevig aan
gepakt moeten worden, beter dan de
Noord wij kers na den goeden wedstrijd te
gen Spartaan, hebben gedaan. Alleen dan
is het mogelijk beide punten mee te ne
men naar Noord wijk.
Van veel belang is hier voorts de wed
strijd H. B. C.Onze Gezellen, want hier
uit zal wellicht blijken of de jongste eer
ste klassers reeds nu ernstige plannen heb
ben voor de eereplaatr. We gelooven voor
alsnog meer aan een suprematie der oudere
H. B. C.'ers.
Een tweede belangrijke strijd voor de
eerste plaats is die tusschen Santpoort en
Graaf Willem. De Hagenaars mogen al
eenige goede resultaten hebben behaald, de
Santpoorters zullen hen toch wel de baas
blijven.
Spartaan—G. D. A. is 'n open vraag,
want de Rotterdammers mogen tot heden
BEZOEKT MORGEN
het R.K. Sportpark „Haagweg"
2 uuri
2e Klasse I. V. C. B.
niet veel gepresteerd hebben, ook van G.
D. A. hebben we nog niet veel bijzonders
gezien.
De wedstrijd D. H. L.Leonidas zal wel
'n overwinning voor de Delftenaars bren
gen.
In de 2e klasgse A heeft Blauw Zwart
rust. 'n Mooie gelegenheid voor Teylingen
om de leiding over te nemen, want zij zul
len ongetwijfeld Geel Wit wel de baas
blijven.
Ook Lisse kan boven Blauw Zwart ko
men. Daartoe moet van de Santpoort-reser-
wen gewonnen worden en al zal dit niet ge
makkelijk gaan, onmogelijk lijkt het ons
toch allerminst.
Ten slotte krijgt Leiden bezoek van
A. D. O. De Leidenaars, misschien wat on
fortuinlijk geweest in de eerste wedstrij
den, zullen nu hebben te toone\ of zij van
plan zijn weer het geheele seizoen onder
aan de ranglijst te blijven huizen, of een
betere plaats in te nemen. Dat het noodig
is naar boven te komen op de ranglijst, be
hoeven we waarlijk niet te betoogen, in
dien we er slechts op wijzen, dat V. V. E.
morgen met beide handen de gelegenheid
aangrijpt om Wilhelmus te kloppen. Ge
lukt dit en winnen de Leidenaars, dan stij
gen ze enkele plaatsen.
In de B-af deeling krijgt V. E. P. bezoek
van Celer, de leiders deze afdeeling. Dat
is voor de Woerdenaars geen gemakke
lijke opgaaf, doch tot 'n gelijk spel achten
we hen desniettemin wel in staat.
Wedstrijdprogramma voor a_s. Zondag
Zuid I le klasse: RKWLRKONS;
Sittardsche BoysValkenburg; Caesar
Volharding.
Zuidllleklasse: Venl. BoysMulo;
Brabantia—RKTVVWilhelmina—Kolping;
Best VooruitSVB.
Oost. le klasse: VestaAltior; VDZ
Emos; QuickTreffers; SDOUC's Hee-
renberg.
West I le klasse: WZDe Meer;
Wilskracht—EMM; SDO—DEM; WY—
HMS.
West. II le klasse: DHLLeonidas;
HBCOnze Gezellen; TYBBSJC; Spar
taanGDA; SantpoortGraaf Willem.
2e klasse A: Teylingen—Geel Wit;
LisseSantpoort II; VVEWilhelmus;
LeidenADO.
2e klasse B: DONK—Excelsior; L. en
SnelSpartaan II; OliveoPFC; VEP
Celer.
VAN DE D. H. V. B.-VELDEN.
Er komt teekening in de diverse klassen.
Zoo is het, inderdaad. Reeds na enkele
wedstrijden valt er hier en daar reeds een
scheiding te trekken tusschen de aspirant
gegadigden naar den kampioenstitel ern
tusschen degenen, die voor de laatste plaat
sen in aanmerking komen.
Dit zien we in de 1ste klasse B reeds dui
delijk. De resultaten tot heden toch zijn.
B. S. M.
D. O. S.
V. V. L.
D. S. S.
St. Martinua
Concordia
v. Nispen
4 3—1 10_8 4
3 2—1 10—4 4
8 1 2 9—8 4
2 1—17—82
2 1—1 6—8 2
3—21 5—9 2
4—22 11—18 2
Vogelenzang 1 1 18 0
Hieruit blijkt reeds, dat de drie eerstge
noemde clubs ernstige candidaten zijn voor
het kampioenschap. Van Vogelenzang heb
ben we na den eersten (verloren) wed-
FEUILLETON.
(Een geval uit de practyk van
WiL J. Sanders, detective),
door
UDO VAN EWOUD.
26)
„De heeren hadden zich wel eens de
moeite kunnen getroosten my te berich
ten, waar ik hen kon vinden", zei Nieu-
wenhuis, toen hij na de wederzijdschè be
groeting aan ons tafeltje had plaats ge
nomen. ,,'t Is hier weliswaar geen wereld
stad, maar ik heb toch al bij twee hotels
tevergeefs naar jullie geinformeerd. Had
jij me niet even van het statiton kunnen
halen?" besloot hij, zich tot van Dobben
wendend.
Deze besefte blijkbaar evenals ik, dat
het verwijt van zijn compagnon niet ge
heel ongegrond was, want hij maakte on
middellijk zijn excuses, er op wijzend, dat
de opwindende gebeurtenissen der laatste
dagen oorzaak waren van dit verzuim.
Nieuwenhuis was direct een en al aan
dacht. Opwindende gebeurtenissen? Wat
hebben jullie dan allemaal beleefd? Ver
tel me dat eens gauw alsjeblieftEn
in één adem voortgaande. „Menschen,
menschen, wat een reis naar dit oord hier.
Bijna 24 uur aan één stuk in den trein
gelukkig, dat ik aan het station, die li
mousine nog op den kop kon tikken....
hij moest extra voor mij uit het museum
worden gehaald, waar hij bij de prae-his-
torische vervoermiddelen was opgebor
genMaar hoe is 't nou? Hebben jul
lie den man al, die er in is geslaagd vier
volwassen menschen naar het andere ein
de van de wereld te brengen....?
Sanders onderbrak zijn woordenstroom.
„Mijne heeren, het lijkt me minder ge-
wenscht, dat we hier aar de openbare
straat dit babbeltje vortzetten. Ik zou
de heeren willen verzoeken één voor één
en zoo mogelijk onbemerkt naar mijn ka
mer te gaan No. 12, meneer Nieuwen
huis. Wat u persoonlijk betreft: laat u de
hotelgasten voorloopig niet zien, dat u bij
ons behoort. Ik hoop u straks op mijn
kamer de reden van dit verzoek duidelijk
te maken. Laat u zich nu eerst door iemand
van 't personeel uw kamer wijzen en ver
voegt u zich daarna bij ons op nummer
12."
Ook Nieuwenhuis, hoewel eerst kort in
ons gezelschap, en dus niet gewend aan
de onverbiddelijke wijze, waarop Sanders
in gevallen als deze de leiding placht te
nemen, onderwierp zich onmiddellijk aan
den detective. Zonder verder nog een woord
te zeggen, begaf hij zich naar binnen,
waar een kellner zich over hem ontfermde,
om hem naar zijn kamer te brengen. Vijf
minuten later verliet Sanders het terras
van het hotel om via het Marktplein en
het steegje de poort in den tuin te berei
ken en weer vijf minuten later liep van
Dobben naar boven met de doelbewuste
stap van den hotelgast, die haastig op
zijn kamer iets gaat halen. Tenslotte volg
de ik.
Het hotel bood voor hen, die prijs stel
len op comfort, weinig aantrekkelijks.
De eenvoudige slaapkamers lagen aan
weerszijde van een breede gang op de
eerste verdieping. Zij waren zeer beschei
den ingericht: een ledikant, een waschtafel
een divan, een groote ronde tafel en een
paar stoelen maakten vrijwel het geheele
meubilair uit, maar alles zag er zeer hel
der uit en meer konden wij in dit kleine
provincieplaatsje met slechte weinig
vreemdelingenverkeer bezwaarlijk verlan
gen.
Toen ik de bovenste trede van de trap
bereikt had, hoorde ik stemmen en even
later zag ik, dat een kellner met een pre
senteerblad, waarop een kannetje koffie;
melk en suiker, voor de deur van een der
kamers het woord voerde tot iemand, die
zich daarbinnen bevond. Ik bleef staan
en luisterde scherp toe.
„Hier is uw koffie professor", hoorde
ik hem zeggen en eenige seconden later
werd de deur geopend en overhandigde de
kellner den bewoner van de kamer het
blaadje waarna de deur weer gesloten
werd.
Sanders had gelijk gehad; de professor
was dus weer op zijn kamer en naar het
scheen, was hij niet van plein deze voorloo
pig te verlaten. Ware dat wel het geval,
dan zou hij zeker geen koffie hebben la
ten aanrukken. Met iets van voldoening
constateerde ik, dat mijn speurdersneigin
gen zich meer en meer ontwikkelden. Het
feit, dat ik uit dit simpele voorval on
middellijk een conclusie trok, vormde, zoo
meende ik, daarvoor een afdoend bewijs.
Sanders mocht dan aan mijn capaciteiten
als medewerker niet veel waarde hechten,
in ieder geval, had hij een dankbare leer
ling aan mij, die er steeds op uit was,
zich verder in het speurdersvak te be
kwamen.
Ik had intusschen mijn eigen slaapka
mer bereikt, en na mij even verfrischt te
hebben, begaf ik mij naar de kamer van
Sanders, waar ik de anderen reeds aan
trof.
De detective nam, als president van de
kleine vergadering, plaats aan de, zich ook
in dit vertrek bevindende, ronde tafel,
welke hij bij de divan had geschoven,
zoodat dit meubelstuk in het tekort aan
stoelen kon voorzien. Daar deze divan
plaats nog onbezet was, legde ik daar be
slag op en onmiddellijk daarna nam San
ders op fluisterenden toon het woord.
In korte trekken bracht hij allereerst
Nieuwenhuis op de hoogte van den stand
van zaken, verhaalde hem van den misluk
ten aanslag in het bosch bij Wannsee en
den daarop gevolgden „gasaanval" in den
D-trein om te besluiten met een korte be
schrijving van den persoon van den Noor-
schen professor, tegen wien zulke ernstige
verdenkingen gerezen waren.
Zijn woorden maakten zichtbaar indruk
op Nieuwenhuis, die nu alle luchthartig
heid, welke hij bij zijn aankomst ten toon
spreidde, had afgelegd en met het noodi-
de ontzag en klimmende verbazing naar
de woorden van den detective luisterde.
Deze laatste gaf eindelijk nog een kort
resumé van hetgeen er dezen dag gebeurd
was, waarbij ik scherp oplette, of hij nog
iets nieuws vertelde over de achtervolging
van den professor door Elbing, maar daar
in werd ik teleurgesteld.
Toen hij eindelijk was uitgesproken, wist
Nieuwenhuis slechts met één woord aan
zijn verbazing lucht te geven: „Zeldzaam!"
Een kwalificatie, welke van Dobben als
zijn trouwe en eensgezinde compagnon
meende te moeten onderstrepen met het
woord „Inderdaad" en daarop zwegen wij
alle drie eenige seconden. Nauwelijks ech
ter had Nieuwenhuis zijn eerste indruk
ken verwerkt, of hij werd wat spraakza
mer en informeerde naar verschillende dé
tails, welke Sanders bij zijn apergu van
de belangrijkste feiten zou hebben kunnen
vergeten. Deze begreep wel, dat al die
vragen vroeg of laat toch zouden worden
gesteld; Nieuwenhuis' niewusgierigheid
was wellicht niet grooter, maar toch ook
niet kleiner dan die van andere stervelin
gen en waar van nu af aan zij medewer
king vereischt werd, was het zelfs noodza
kelijk, dat hij een juist inzicht kreeg van
den stand van zaken. Sanders beantwoord
de de tot hem gerichte vragen dan ook op
de hem eigen korte en duidelijke wijze om
eindelijk, toen de tot durver zakelijke bij
eenkomst dreigde te verloopen in een ge
noeglijk babbeltje, waarin de drie leeken
hun, niet altijd van veel schranderheid
getuigende veronderstellingen tegen el
kaar uitwisselden, in te grijpen en ons er
aan te herinneren, dat wij bijeen gekomen
waren met het doel te overleggen, wat
ons verder te doen stond.
„In de eerste plaats", zoo zei hij, „ben üc
den heer Nieuwenhuis nog een verklaring
schuldig in verband met mijn verzoek voor
loopig niets te laten merken, dat hij bij
ons behoort. Wij mogen namelijk veronder
stellen, dat de Noorsche professor allang
begrepen heeft, dat wij hem verdenken
met deze zaak iets uitstaande te hebben en
hoezeer hij op zijn qui vive is, hebben wij
vanmiddag nog kunnen constateeren. Het
is dus voor ons zeer gewenscht in bepaal
de omstandigheden te kunnen beschikken
over iemand, van wien verondersteld wordt
dat hij geheel buiten deze geschiedenis
staat. Ik heb daarbij natuurlijk voorname
lijk het oog op een eventueel noodzake
lijke achtervolging van onzen verdachte op
klaarlichten dag, wanneer hij zijn onder
zoek naar den verborgen schat mocht voort
zetten. Wanneer u dus straks het vreemde-
lingenboek wordt voorgelegd, meneer Nieu
wenhuis, zoudt u het beste doen zich in te
schrijven als de heer Schulze uit Berlijn.
Het dunkt mij niet kwaad, dat u terloops
bij de andere hotelgasten den indruk wekt,
dat u hier een paar dagen vor zaken moet
doorbrengen. Misschien wilt u beginnen
met een taak op u te nemen, waarvan de
heer Wils zich vanmiddags reeds op zoo
voortreffelijke wijze gekwetst heeft, n.l.
die van bewaker van het tuinpoortje...."
(Wordt vervolgd).