WAALS WOLLEN EN ZIJDEN STOFFEN WOENSDAG 17 OCTOBER 1934 DE LEÏDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 BAROMETER. TFXEGKAFIBCn WEERBERICHT naar waarnemingen verricht In den morgen van 17 Oct. 1934, medegedeeld door het Kon. Ned Met lust. te Oe Bildt Hoogste barometerst.: 709.4 te Valentia. Laagste barometerst.: 745.4 te Seydisfjord. Verwachting tot den avond van 18 Oct.: Tijdelijk afnemende, later weer toenemen, de wind uit Weste- ijke richtingen, z^aar bewolkt met regen- buien en tijdelijke opklaringen, iets zachter. Een stroom van daalgebieden trekt in Zuidelijke en Zuid-Oostelijke richting over IJsland cn Schotland. Het voorlaatste ver sterkte de depressie in het Ooatzeegcbied, zoodat de wind opnieuw plaatselijke storm kracht bereikte, het laatste vormt een vrij diepe depressie, die bij IJsland storm brengt. De hooge drukking op den Oceaan houdt een kern boven 775 m.m., maar trekt zich Zuid-Westwaarts terug. Hierdoor houdt het buiige weer ln geheel Europa aan, alleen Scandinavië kreeg bij tijdelijke drukstüging toenemende vorst, in Skagen viel echter 48 m.m. regen. Op de Britache Eilanden neemt de regen weer toe. De wind is er tijdelijk afgenomen. In Frankrijk is het weer nog zeer buiig met stormachtige wind in het Noorden, ook Duitschland heeft veel regen. In de bovenlucht werd het nog kouder. Na een korte periode van wind vermindering is weer meer wind en regen te wachten. LUCHTTEMPERATUUR Temperatuur dea middags te half drie 10,4 gr. C. LICIIT OP VOOR FIETSERS e.a. Van Woensdagnamiddag 5.33 uur tot Donderdagmorgen 5.59 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Donderdag 18 October voorm. 10.42 uur en nam* 11.30 uur. De Leidsche Vroedschap Het voornaamste besluit, dat In de raads vergadering van J.l. Maandag is gevallen, is de toestemming in de voorgestelde reor ganisatie van de brandweer. In principe is besloten de brandweer onder te brengen bij dc politie. Eén gelukkige verandering, daar het aan alle kapten een verbetering is. De Leidsche brandweer is van ouds een vrijwillige geweest. Er was een kern van acht vaste brandwachts, die in gemeente dienst waren, en de rest werd gerecruteerd uit vrijwilligers, die een vergoeding kregen per keer. Men heeft het jarenlang met dit systeem gedaan, maar de ontwikkeling schrijdt voort, men stelt hoogcre clschcn. De tijden, dat de Leidenaar trotsch was op de prestatie van de spuit der weesjongens, die volgens vaste traditie steeds het eerst bij dc brand waren en daarvoor dc premie opstaken, liggen achter ons. Dat was nog in den goeden tijd van vóór den oorlog. Natuurlijk hoeft de reeks van groote bran den in de laatste jaren ook wel het hare bijgedragen tot de overtuiging, dat er wat moest gebeuren met onze brandweer. En nu is het oogenbllk gekomen, dat er wat gaat gebeuren. Hoe de reorganisatie precies in zijn werk zal gaan, staat nog niet in finesses vast. Er komt een vaste kern van geschoold personeel onder leiding van ccn aparten inspecteur cn deze inspecteur zal de reorganisatie-plannen nader uitwer ken, Zuilen dc nu in dienst zijnde acht vaste brandwachts tot die vaste kern behooren? Er is Maandagmiddag veel over gepraat, maar men zal dat moeten overlaten aan den inspecteur. Wanneer deze met zijn uitge werkte plannen komt, zal, blijkens de toe zegging van wethouder Splinter, alles op nieuw in den raad worden gebracht, waarna de leden de gelegenheid zullen hebben, daarover nog eens breedvoerig te discus sieeren. De Commissaris van politie, onder wiens opperloiding der politie-brandweer zal stpan, heeft reeds erin toegestemd, dat hij vier van de acht vaste brandwachts zal overnemen, maar voor de andere vier staat dat nog niet vast. Dat zijn evenwel alle maal ondergeschikte kwesties, waarover wij wellicht later nog een opmerking zullen kunnen maken; de hoofdzaak blijft het principe-besluit, dat er een politie-brand weer zal komen en dat kan niet anders dan een belangrijke verbetering worden ge noemd. Veel is er ook gesproken over een oogen- achijnlijk erg onschuldig voorstel van B. en W. om n.L aan ir. Stokhuyren, die op 2 Juli benoemd is tot adjunct-directeur van de Lichtfabrieken, twee periodieke verhoogin gen vervroegd uit te koeren en één aan den heer Wiggers, die in diezelfde raads zitting benoemd is tot administrateur al daar. Bij de stemming over dit voorstel staakten de stemmen (1616); de eene helft vond de salarisverhooging (want daar komt het op neer) billijk, omdat een promo tie zonder salarisverhooging geen promotie is; de andere helft meende, dat het nu geen tijd was voor verhooging van zulke sala rissen, die toch reeds behoorlijk genoemd kunnen worden. Om deze kwestie te begrijpen, moeten we even teruggaan tot de raadsvergadering van J.l. 18 Juni. Toen kwam aan de orde de pro motie van drie verdienstelijke ambtenaren bij de Lichtfabrieken n.l. ir. Fchmera, ir. Stokhuyzen en de heer Wiggers. De eerste was reeds adjunct-directeur en kreeg nu den titel van adjunct-directeur plaatsver vangend directeur, voor welke vroeger niet bestaande functie een salaris werd uitge trokken, welkt bU die promotic paste, het bestaande salaris met een verhooging van 500 gld. 's jaars. De beide anderen schoven ln rang op en kwamen in een reeds be staande salarisregeling; zij gingen practizch niet in salaris vooruit, omdat het maximum salaris van hun oude rang gelijk staat met het aanvangssalaris van hun nieuwe rang. Aan deze mogelijkheid had de raad niet ge dacht. Gaat men de debatten van 18 Juni na, dan blijkt daaruit, dat het de bedoeling van den raad was, om de prestaties dezer beide heeren geldelijk te beloon en door middel van een promotie, gelijk men ook den heer Fehmers geldelijk beloonen wil de. Door het besluit van 2 Juli (over dit voorstel werd n.l. pas in de volgende ver gadering gestemd) werd evenwel bereikt, dat de heer Fehmers direct in het genot van een hooge re wedde werd gesteld, doch dat de beide andere heeren zouden moeten wachten totdat hun periodieke verhooging mettertijd vanzelf zou komen. Dit schiep een onbillijke verhouding en vandaar het voorstel van B. en W. Nu kan men met de oppositie van gevoelen zijn, dat de tijden er niet naar zijn, om zulke salarisverhoogin- gen te geven, hoe buitengewoon ook de prestaties der ambtenaren zijn en met volle erkenning van de uitbreiding hunner werk zaamheid en hunner verantwoordelijkheid. Men kan in dat geval het besluit van 2 Juli J.l. betreuren. Maar nu het eenmaal aange nomen is, moet men de consequenties ervan aanvaarden en is het onbillijk gebruik te maken van een omstandigheid, waaraan toen niet gedacht ia, om dat besluit gedeel telijk illusoir te maken. De verdere agenda-punten leveren wei nig stof tot commentaar. Besloten is o.a. het drukken van het stenoanalytisch verslag en van de Ingekomen Stukken opnieuw onder hands op te dragen aan de drukkerij Groen en Zn., ofschoon er meermalen aangedron gen is op een openbare aanbesteding. De verdediging van den voorzitter was even wel zóó warm, dat de meerderheid van den raad meeging. Aandrang werd ook nog uitgeoefend om het pas vastgestelde „snorverbod" te wijzi gen. Men wilde wel het z.g. „snorren" weren, maar dc aan zulk een verbod ver bonden onaangenaamheden voor het pu bliek vermijden. Een puzzle voor de com missie voor de strafverordeningen. Mr. H. G. INBRAKEN IN IIET GOOI. Tot drie jaar veroordeeld. Dc Amsterdamsche Rechtbank veroor deelde vandaag den 30-jarigen koopman P. E. J. H., wegens poging tot diefstal, dief stal meermalen gepleegd en wegens be dreiging met doodslag tot een gevangenis straf van drie jaar met aftrek van voorar rest. Het O. M. had vijf jaar gerequireerd. De man had een groot aantal diefstallen en inbraken in het Gooi gepleegd. Zoo zou hij op 14 Oct. 1929 hebben inge broken in het kinderhuis ..Erica" aan den Naarderstraatweg te Naarden. Hij werd gesnapt en vluchtte. Op 14 Februari 1934 had hij uit een fietstasch een electrische lantaarn gestolen. Vervolgens had hij zijn geluk beproefd in de woning van de fimi- lie van Eeghen aan den Naarderstraatweg; ook hier werd hij betrapt en moest hij vluchten. Ook had hij ingebroken in de woning van de familie Baas aan de Scha pendrift te Blaricum; een aantal kleinig heden worden vermist. In den nacht van 1 op 2 Augustus 1930 had hU ingebroken in een villa aan de Schubertlaan te Bilthoven. Tenslotte was hem nog ten laste gelegd, dat hij in den nacht van 20 op 21 October 1930 te Den Dolder in een gebouw van dc Willem Arntz- IEDER DIE PRIJS STELT OP CHIQUE NOUVEAUTE'S EN PRIMA KWALITEITEN BEZOEKT ONZE SPECIAAL AFD. DAGELIJKS AANVULLING MET DE LAATST UITGEKOMEN MODESNUFJES ALS BIJZONDERE RECLAME l/flOTd fMPflD «i WORDEN ALLE STOFFEN ONGEACHT HET BEDRAG VAN UW AANKOOP HAARL.STRAAT 130-136 LEIDEN hoeve had ingebroken. Hier werd hij be trapt door een der verpleegsters. Hij trok een revolver en riep: „Als je alarm maakt, dan schiet ik je dood". Ook hier vluchtte de man. De verdachte hield ter zitting zijn on schuld vol. OPRUIING. Tot drie maanden veroordeeld. De Vierde Kamer der Arr. Rechtbank veroordeelde vandaag den heer D. Schilp, voorzitter van den Ned. Federatieven Bond van Personeel in openbaren Dienst te Am sterdam, conform den eisch van het O. M. wegens by geschrifte opruien tot een straf baar feit, tot een gevangenisstraf van drie maanden. Verdachte heeft in een nummer van „de Gemeenschap", verspreid in April en Mei 1934 opgeruid tot strafbare feiten in een artikel, getiteld: „1 Mei 1934; op voor het socialisme; tegen het Fascisme". Hierin wordt opgewekt tot het ondernemen van een aanslag met het oogmerk de grondwet tige regeeringsvorm omver te werpen of op onwettige wyze te veranderen. R. K. S. V. „SANCTUS AUGUSTINUS" „Richting in de moderne Literatuur". In de lezingenreeks over Literatuur, die de R. K. S. V. „St. Augustinus" voor haar leden heeft georganiseerd, sprak Maandagavond de heer Jos. Panhuysen over „Richting in de moderne Literatuur". Na een kort openingswoord van Praeses Melief begon de heer Panhuysen voor een zeer talrijk gehoor zijn rede. Spreker was volkomen overtuigd van de moeilijke taak, die hij op zich had genomen, maar toch leek het hem goed de moderne literatuur eens in haar geheel te beschou wen om na te gaan of in de groote ver scheidenheid der verschijnselen eenige eenheid te vinden is. Daartoe leek hem een zekere groepeering, hoe eenzijdig deze noodwendig zyn moet, onmisbaar. Hij be gon te spreken over de sensitivisten, den Ier James Joyce, den Amerikaan Ernest Hemingway en de Engelsche schrijfster Virginia Woolf. Van een uiterste gecom pliceerdheid komen zy tot iets eenvoudi- gers, aan den rand van een overbeschaving lijken ze genaderd tot een nieuw land, vooral bij Virginia Woolf keert telkens de gemeenschapsvraag terug, evenals, zonder ling genoeg, bij de zeer groote groep van individualisten. Hiervan behandelde spreker den Duit- scher Kaf ka, den Oostenrijker Joseph Roth, de Engelsche schrijvers D. H. Lawrence, Robert Graves en Aldous Huxley, en de Fransche schrijvers André Gide, Paul Va- léry cn André Malraux. In hen allen toon de hij een verzet tegen een enghartig in tellectualisme aan, een zoeken naar nieuwe waarden, die van een grootere algemeen geldigheid zijn, het verlangen naar een nieuwe menschelljkheid, dat bij sommigen echter vertwijfeling wordt, een vertwijfe ling, die vaak tot een stoïcijnsch heroïsme voert. Na de pauze liet spreker zien, dat deze drang naar een andere menschelljkheid ook bij het grootere publiek reeds aanwezig is en hoe daar door de schrijvers van de blo- graphie romancée op niet altijd kieskeurige, wijze aan voldaan wordt. Hij sprak in ver band daarmede over het werk van den Duitscher Emil Ludwig, den Oostenrijker Stefan Zweig, de Franschen Delteil en Maurois en vooral over den Engelschen schrijver Lytten Strachey. Gewoonlijk wordt in het werk dezer auteurs de hoo- gere levenseenheid gemist, die de schijn bare tegenstrijdigheden in het karakter hunner helden opheft. Diezelfde eenheid mist men vaak in de werken van de ge meenschapsschrijvers, dc schrijvers der nieuwe zakelijkheid en de communisten. Van deze groep werd achtereenvolgens het werk van den Amerikaan Sinclair Lewis, van de Duitschers Fallada, Heinrich Hau- set* en Alfred DÖblin, van den Rus Ilja Eh- renburg, van den Amerikaan John des Passes, van de Russen Iwanow, Romanow, Anna Karajewa en Bogdanow beschouwd. Spreker toonde aan hoe dc communisten, als Indertijd de volgelingen van de Fran sche revolutie, inderdaad een nieuwe raen- schelijkheid willen, maar dat deze een on houdbare aimplificatie is. Tot zijn spijt kon hij uit tijdgebrek niet over de moderne dichters spreken, hoewel hij hun werk in zich hooger acht dan het proza, hij beschouwde hier echter alleen het tijdelijke verschijnsel in de literatuur en dat is bij hen minder sterk aanwezig, evenals bij de meeste katholieken, daarom behandelde hij meer dan de Fransche schrij vers Claudel, Mauriac en Jacob het werk j van den Engelschen schrijver Chesterton, dat van den Franschen schrijver Malègue en van de Amerikaansche Willa Cather, die, hoewel protestant, haast uitsluitend 'n haar laatste boeken over het katholieke geestesleven schrijft. Zij allen toonen, dat hetgeen door de moderne literatuur ge zocht wordt eigenlijk iets is, dat men oud noch nieuw noemen kan, n.l. wat Chester ton kenschetste als de everlasting man. Eenvoudig is dit echter allerminst, en, om dat een schrijver katholiek is, dringt hij nog niet altijd door tot de wezenlijke be- teekenis van het eeuwige, ook in de stre vingen van de moderne literatuur, noch kan hij steeds dit eeuwige nieuw toonen. Spreker liet dan de spiegeling van het mo derne streven in de Nederlandsche lette ren zien en sprak daarbij over de auteurs Menno ter Braak, Lodewyk van Deyssel, Helman, Jef Last, Revls, en vooral over den Doolaard en Gerard Walschap, daarna vatte hij het gehoorde samen in enkele conclu sies. Hierna dankte de Pröescs spreker voor zijn uiterst gedocumenteerd en leerzaam betoog. PATER BORROMAEUS VOOR 8T. PETER KANIS. Mooie inzet van het winterseizoen. De afd. Leiden der Kath. Jonge Midden- standsvereeniging St. Peter Kanis heeft gisteravond het winterprogramma ingezet met een apologetischen avond, waarvan de verzorging in goede handen was bij den zeereerw. pater Borromaeus de Greeve o.f.m. Velen hadden aan den oproep der K. J. M. V. gehoor gegeven, zoodat de groote Burchtzaal nagenoeg gevuld was, toen de voorz. van P. K., de heer J. Coster, den aanwezigen een hartelijk welkom toeriep. Onder hen merkten we, behalve pater Bor romaeus en den moderator, kapelaan Gudde, o.m. op pastoor Smitz. de paters Frigge, Jorna en Smits alsmede kapelaan Hessing. Verder waren er het bondsbestuur alsmede afgevaardigden van diverse jeugd- en andere vereenigingen. De heer Coster noemde het een verblij dend teeken, dat zoovelen van hun belang stelling blijk gaven en hieruit concludeer de hij. dat er geen propaganda-avond noo- dig was om het doel der K. J. M. V. uiteen te zetten. Het gaat goed met de K. J. M. V. Het winterprogramma geeft een groot aantal lezingen op godsdienstig, cultureel en so ciaal terrein, terwijl ook aan de vakkun dige ontwikkeling der leden wordt ge werkt door het organiseeren van cursussen voor diverse vakgroepen. Spr. roept ten slotte de jongeren op om zich niet langer afzijdig te houden van dez.e mooie beweging en vraagt ook van dc ouderen steun, moreelen cn financieelcn steun. Voor dit laatste heeft de K. J. M. V. een nieuwen titel uitgedacht, in den vorm n.l. van een steunpilaar-actie. Wie de K. J. M. V. met een gulden per jaar steunt wordt ingeschreven als steunpilaar. Hierna was het woord aan pater Borro maeus, die in de inleiding tot zijn onder werp de K. J. M. V. noemt de Hanze-bloe- sem aan den boom van onze Katholiciteit, de hoop der toekomst, de ridderschap van Christus* Kerk, een Gédeonsgroep als de beste. Spr. zegt dan, dat de behandeling van het van hem gevraagde onderwerp niet in de eerste plaats de bedoeling heeft enthou siasme te wekken, maar eerder tot her nieuwde beleving en diepere verinniging van het geloofsleven. Van spr. wordt ge vraagd te antwoorden wie die wondere Mensch was, die voor ruim 19 eeuwen zijn hand over de wereld heeft uitgestrekt en voor ons den eenig volmaakten, waren godsdienst gesticht heeft. Dat was Jezus Christus. Niet ieder eert hem in zijn grootheid. De twist en strijd rondom hem neemt geen einde. Christus is het teeken van tegen spraak en zijn kruis splijt de wereld in tweeën Dwaalleeraren hebben de godheid van Christus geloochend: Arius loochende de goddelijke natuur, Nestorius ontkende de eenheid in persoon en weer anderen, tal van anderen bestreden andere eigenschap pen van den God-Mensch. Wat zou er van het beeld van den Christus zijn overgebleven, indien de Ka tholieke Kerk het niet ongerept en onge kreukt had bewaard? Van de dwaalleeraren verviel men in het ongeloof en spr. noemt er verschillen de op met Voltaire als een der grootste on- geloovigen. Wij katholieken hebben altijd geleerd, dat Jezus Christus is de God-Mensch. Van de schuurkerk tot de Kathedraal, Christus blijft dezelfde. Eenmaal aannemende de betrouwbaar heid der Evangeliën, dan komt men tot de conclusie, dat Christus is de God-Mensch. Op vragen van zijn apostelen cn leer lingen, van zijn vijanden en zijn rechters, antwoordde Christus altijd klaar en dui delijk, dat hij God was. Bij de twistgesprekken me tde Schriftge leerden, in den tempel bij de overspelige AGENDA LEIDEN. Donderdag. „Residentieorkest". 1ste Abon nementsconcert, Stadsgehoorzaal, 8 uur. Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeniging Zitting St Vincentiusgebouw, Hoogl. Kerkgracht 32, 89 uur. Dinsdag. Leidsche Kunstkring „Voor Al len", Willem Andriessen. Stadsge hoorzaal 8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 15 tut en met Zondag 21 October as. waar genomen door de apotheken: G. F. Reijst, Steenstraat 35. teief. 136, A. J. Donk, Doe- zastraat 31, telef. 1318, en C. van Zyp, Wil- helmin .park 8, Tel. 274, Oegstgeest. Morgenmiddag (Donderdag) GEEN ge legenheid tot het verkrijgen van monde linge inlichtingen op rechtskundig gebied. vrouw, bij de genezing op den Sabbath van een lamme te Nazareth, tegenover Nicodemus, later weer tot de Joden en tenslotte by den aanvang van zyn lijden, in het paleis van Caïphas, omringd door het Sanhedrin. Christus heeft bij al die gelegenheden duidelijk getuigenis van zichzelven gege ven en gezegd, dat hy God was. Groote mannen waren Hem voorgegaan en zijn na Hem gekomen: Mozes, de pro feten, de heiligen, maar geen van allen heeft zich ooit God durven noemen, nie mand gaf zich uit voor den God-Mensch. Daar is voorts het getuigenis van St. Petrus: Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God. Verder haalt spr. aan het tafereel op Calvarië, waar Dismas, de goede moordenaar, tot den gekrulsten Za ligmaker zegt: Heer, gedenk mijner, won neer Gij in Uw rijk zult zijn gekomen. En als God-Mensch sprak Christus: Heden nog zult gy met Mij in het paradijs zijn. Behalve de eigen woorden van Christus leggen ook zijn wonderen getuigenis af van zijn godheid. Hij genas den blindgeborene, Hij wekte den jongeling van Na'«m op, Hij vermenigvuldigde vijf brooden op wonder baarlijke wyze, den storm op zee bedwong Hij, den blinde van Jericho genas Hij, een vrouw, die aan bloedvloeiing leed verlostte Hij van haar kwaal. Lazarus en het doch tertje van Jaïrus gaf Hij het leven weer en het summum van alle macht, toonde Christus door zyn eigen verrijzenis. De goddelijkheid van den Christus straalt ook uit naar buiten. Hij is het Licht der wereld, Hy schouwt in alle diepten en alle verborgenheden, elk van Zijn woor den is vol vruchtbaarheid, als Hij spreekt: Zalig dc armen, zalig die weenen, zalig de zuiveren, zalig die vervolging lijden.... Wie heeft ooit zulke worden gesproken en een wereld aan zijn voeten gezien! De armen: een St. Franciscus van Assisië en tien, ja honderdduizenden anderen, die van alles vrijwillig afstand deden! De weenenden: een H. Teresia, die jam merde te gaan sterven, omdat zy dan niet meer lijden kon! De zuiveren: zoo talrijk velen, die zich wijden aan den dienst van God, priesters, zusters en broeders! Zy die vervolging lijden: miilioenen mar telaren, die met één woord hun leven had den kunnen redden! Wat een goddelijke vruchtbaarheid van woorden! Ook de heerlijkheid van Zijn hart straalt naar buiten. Hij bemint en Hij be mint geheel. Wij menschen geven slechts 'n stukje van ons zelf. Spr. weidt hierover nog verder uit en zegt, dat Christus alle beroemdheden van wetenschappen en kunsten verre heeft overtroffen, omdat Hij, zooals Renan het zeide, niet overtroffen is kunnen worden, want Zijn geest is onuitputtelijk door alle eeuwen heen. Tenslotte wordt de Godheid van Chris tus nog bewezen, omdat Hy de voorspel lingen die Hy heeft gedaan, heeft bewaar heid ook na zijn dood. Christus is bemind na zyn dood, zooals niemand ooit na zijn dood bemind is. Sterker echter nog: Hij wordt nog gehaat na zijn dood. Houdt bij den dood van den mensch alls vijandschap op, bij den God- mensch is dit niet het geval. Hij blijft het teeken van tegenspraak, ook na zijn dood. Daarna spreekt pater Borromaeus een woord van heilig enthousiasme en zegt: wat moesten wij met ons diep geloof den Christus toch eigenlijk liefhebben. Maar, onder den drang naar en van het materieele gaat er zooveel verloren van onze diepe overtuiging. Met Bossuet herhaalt spr. de woorden, welke deze groote Fransche rede naar op zyn sterfbed sprak: „Tu solus Do- minus, Tu solus Altissimus, Jesu Christe". De mensch bemint het licht, het genie van den geest, maar Christus is de grootste van allen. Spr. hoopt tenslotte, dat in een stil uurtje bij ieder deze gedachten eens verder doorwerken zullen en dat ieder dan in diepe overtuiging naregge het mooie woord, dat in de H. Boeken is bewaard: Rabboni, goede Meester! Een hartelijk applaus volgde op de prach tige uiteenzetting van pater Borromaeus, waaraan d-: voorzitter van PJC. «en har telijk woord toevoegde. Na een korte pauze sprak de bondsvoor zitter, de heer Lohman, nog eenige propa gandistische woorden tot de leden der K.J.M.V., om zichzelf te vormen tot man nen van karakter, tot mannen, die wat presteeren in de maatschappij, tc werken aan de hervorming der zieke wereld. Doet men dit en doet men dit goed, dan zal ieder later zyn, wat spr. hun nu reeds allen toewenscht: een gelukkig mensch. Hierna volgde sluiting van den uitste kend geslaagden avond, die door de Jong Studenten Vereeniging met muziek werd opgeluisterd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 2