WUENSDAG 17 OCTOBER 1934 CE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD. - PAG. 12 UIT DE RIJNSTREEK GEMEENTERAAD VAN WARMOND WOERDEN. DE L. T. B. UIT ZIJN SLAAP ONTWAAKT. Een vurige rede van prof. Clcophas. De afdeeling Woerden van den L. T. B. hield gisteravond een vergadering in café Buys voor leden en huisgenooten. Het be zoek was bevredigend te noemen. Dea te meer viel dit op, daar de afdeeling de laatste jaren in een soort slapende toe stand verkeerde. De voorzitter, de heer Smorcnburg, open de de vergadering en sprak zijn spijt er over uit dat de geestelijk adviseur verhin derd was aanwezig te zijn. Hu verwelkom de in 't bijzonder den spreker van dezen avond, prof, Cleophas, hooglceraar te War mond, die zou spreken over het vereeni- gin galeven. De ecrw. spreker begon zijr rede met er op te wijzen, dat men zich bewust moet zijn van het principieele der Katholieke organisatie. Vooral in dezen tijd van crisis, die maar steeds nog niet 2s opgelost. Het liberalisme, aldus spr., heeft de mcnsch geleerd alles te doen voor zichzelf, zonder eenigszins rekening te houden met God. We hebben daardoor een systeem ge kregen, waardoor we ten slotte zitten voor een toestand, waarin aan de ecne zijde een groot aantal goederen is opgepropt en aan de andere zijde niets is. Niemand minder dan de Paus heeft zoo juist op de kwaal van onze tijd gewezen. Een streven naar welstand is geoorloofd, maar dit moet tot een zekere hoogte gaan. Het leven in dc maatschappij, goed ge leefd, zal zich uiten in een goede arbeids verdeling. Waar we voor werken, het is voor het levensonderhoud. Toch hebben we ook een deel te doen van het werk, dat voor anderen noodig is. Hier komt de spreker tot de z.g. standen d.z. de functies die de leden in de maat schappij vervullen. Ook in de boerenstand is noodig een redelijke arbeidsverdeeling. De menschen zijn volgens het woord van den Paus vergeten, dat ze allen deelen van één lichaam zijn. Een maatschappij moet steunen op een redelijke verdeeling. Als redmiddel wordt aangegeven de verdeeling in bedrjjfs- schappcn, de ordening van de maatschap pij naar de standen. Steeds blijkt, dat de mensch tot egoisme geneigd is, maar wanneer hij zijn plaats weet in de maatschappij kan dit tot de kleinste proporties worden /teruggebracht. De eenigste weg tot redding der maat schappij is, behalve natuurlijk Gods zegen, dat iedereen zijn plaats weet in die maat schappij. Zooals we nu de organisaties hebb#n zijn we nog lang niet waar we wezen moeten. Maar de menschen moe ten hierdoor al vast tot gemeenschapszin worden gebracht. Zij moeten ons weer brengen tot de liefde voor onze medemen- schen, een liefde die offers weet te bren gen. Deze hebben we in onze dagen hard noodig. En dit beginsel moet onze maat schappij weer gezond maken. Ook noodig voor onze tijd is een veran dering van zeden. Zonder de Kerk is het onmogelijk te ko men tot deze verandering van /eden, die leidt tot sociale rechtvaardigheid en lief de. De sociale rechtvaardigheid moet het beginsel worden van ons maatschappelijk leven, terwijl de liefde daarin naar bui ten moet worden gedragen. De kerk is het eenigste instituut, dat ons deze verandering kan leeren. Met klem wijst spr. op de plicht om ka tholiek georganiseerd te zijn, omdat wü daardoor dc beginselen der Katholieke Kerk vanuit deze organisaties kunnen op nemen. De geest van dat slappe Katholicisme moet er uit de geest die helaas nog vele Katholieken bezielt. Men moet de uiterste consequenties van ons geloof aanvaarden. In 't bijzonder wijst spr. er op, dat we ook de jongeren in onze beweging kunnen betrekken door middel van de aspiran- ten-afdeelingen. De jeugd moet dan ook ontwikkeld wor den voor later en hierbij dringt spr. aan op het volgen van onderwijs. Ten slotte wijst" spr. nog op het ontzag lijke werk dat voor ons staat. Hiervoor is kracht noodig, die we moeten putten uit onze Katholieke beginselen. De taak, die wacht, is mooi en in onze sombere tijd lig gen toch nog mooie perspectieven open. Voor het werk, dat nog voor ons ligt, moe ten we elkaar vinden in onze organisatie, aldus besluit spr. zijn heldere en enthou siast voorgedragen rede. Van de gelegenheid tot vragen wordt slechts weinig gebruik gemaakt. De voorzitter dankt hierna de spreker voor zijn vurige rede en hoopt, dat deze ook leiden mag tot de noodige actie. Daar na volgt sluiting. NOORDEN. Volksbond. Gisteravond hield dc Volksbond een ledenvergadering met den Christelijkcn groet en heette allen wel kom, vooral den kapelaan en de heeren Steinmetz en P. M. v. d. Weydcn. Een be knopte uiteen/ettin werd gegeven op so ciaal en staatkundig gebied, door het Tweede Kamerlid, de heer W. Stinemetz. Vervolgens werden nog eenige vragen ge steld. welke naar behooren werden beant woord. Hierna werd dank gebracht aan den spreker voor de leerzame rede. tevens werden alle thans aanwezigen uitgenoo- digd om den veleenden cursusavond bij te wonen, welkt. 'ven wordt op 13 Novem ber door den heer Kuypcr, hoofdbestuur der van .de Landarbeidersbond. Hierna bracht de voorzitter dank aan alle leden en belangstellenden en sloot dc vergade ring met den chr. groet. Onder voorzitterschap van den heer A. J. L. Ketelaar hield de Raad dezer gemeen te een openbare vergadering, waarbij alle leden tegenwoordig waren. De bijeenkomst werd op de gebruikelijke wijze geopend, waarna op verzoek van den voorzitter de notulen der vorige bijeenkomst werden aangehouden. Bij de ingekomen stukken werd voor lezing gedaan van het ingekomen rapport betreffende opneming van kas en boeken en controle van de administratie van den gemeente-ontvanger, welk rapport voor kennisgeving werd aangenomen. Hierna werd overgegaan tot afwerking van de agenda. Bij punt 2 van deze agenda deelde de voorzitter mede, dat door Gedeputeer de Staten bezwaren waren geopperd, met betrekking tot het in de vorige vergadering genomen besluit tot het aangaan van een conversie-leening groot 150.676.25. Onder dit bedrag is begrepen een bedrag van 60.500.ten dienste van het Waterlei dingbedrijf. Het door den Raad vastgestel de aflossingspian dezer laatste leening kan niet de goedkeuring wegdragen van Go- deputeerde Staten. Burgemeester en Wet houders stellen derhalve voor, aan het ver langen van Gedeputeerde Staten tegemoet te komen en het aflossingsplan samen te stellen op de wijze ais door dit College aangegeven. De heer Weijers betreurt het, dat het eerste plan niet de goedkeuring heeft kun nen wegdragen, daar dit plan toch voor de Gemeente het meest juiste was. Spreker keurt het af, dat van honger hand steeds besluiten van de Gemeente worden afge keurd, waarvan de Raad de overtuiging heeft, dat zü toch genomen zün, In het belang der Gemeente. De voorzitter zegt, dat de wijzigingen welke door Ged. Sta ten in het aflossingsplan gewenscht wor den niet van zoo'n ingrijpende beteekenis zijn. Na nog eenige bespreking wordt beslo ten het aflossingsplan te wijzigen in den zin als door Ged. Staten aangegeven. Hierna komt aan de orde het verleg gen van de vijver bij de buitenplaats van mr. Nüpels en de villa „de Driehoek" voor verbreeding van den Heerenweg. Burgemeester en Wethouders verzoeken den Raad machtiging om met bedoelde eigenaren een voorloopige overeenkomst aan te gaan. De definitieve plannen zullen den Raad te zijner tijd worden voorgelegd. Conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt besloten. Vervolgens worden diverse comptabili- teitsbesluiten vastgesteld met betrekking tot wijziging van de begrooting van in komsten en uitgaven dezer gemeente, dienstjaar 1934. Komt ter tafel een voorstel van Burge meester en Wethouders tot het aangaan van een overeenkomst met de firma Schouls te Leiden, met betrekking tot het door deze firma verschuldigde opslag en havengeld voor het lossen en opslaan van steencn, be- noodigd voor den nieuwen Rijksstraatweg. Zij stellen voor de door genoemde firma verschuldigde tarieven te verlagen, waar tegenover de firma zich verbindt eenige werkloozen uit deze gemeente voor het 1 Dssen dezer steenen in dienst te nemen en aan hen hiervoor uit te keeren 80 centen per 1000 steenen, terwijl zij tevens een man als opperman in dienst zullen nemen. Het wil Burgemeester en Wethouders voorko men, dat deze regeling in het belang der Gemeente is, niet het minst in dat van de werkloozen, weshalve zij den Raad machti ging verzoeken meergenoemde overeen komst aan te gaan. De Raad, overtuigd van het werkelijk be lang, dat aan deze overeenkomst voor de Gemeente verbonden is, besloot met alge- meene stemmen de gevraagde machtiging te verleenen. De contra-prestatie. Bij de gebruikelijke rondvraag ontspon zich een langdurige discussie met betrek king tot het verrichten van contra-presta tie door de werkloozen alhier. De heer Weijers is van oordeel, dat het niet juist is, dat de 10 pet. toeslag, die aan de werkloozen wordt gegeven op hun steun als zij werken in contra-prestatie moeten verdiend worden, m.a.w., dat ook voor deze toeslag gewerkt moet worden. Dit is zijns inziens niet juist, daar dan niet van een extra-vergoeding kan worden gespro ken. Spreker is van oordeel, dat op deze wijze onder de arbeiders verzet gekweekt wordt. Hij zou derhalve Burgemeester en Wethouders willen verzoeken pogingen in hfet werk te stellen, om dezen toeslag bui ten de werkprestatie te plaatsen. Wethouder Zwetsloot kan zich met de zienswijze van den heer Weijers niet ver eenigen. Spreker zegt, dat niet uit het oog mag worden verloren, dat momenteel in contra-prestatie meer verdiend wordt, dan in het vrije bedrijf. Hij voor zich kan dan oook niet indenken, dat er onder de ar beiders verzet is tegen het werken ook voor den toeslag. Het is zijn stellige meening, aat het overgroote deel der arbeiders te gen de thans geldende regeling geen be zwaren hebben, doch dat het verzet komt uit een bepaalde groep. Spreker weet wel, dat de arbeiders bang zijn, dat door deze maatregel de loonstandaard gedrukt zal worden, doch laten zij zich wel indenken, dat vele andere kleine menschen moeten rondkomen met een bedrag nog minder dan wekelijks aan de werkloozen aan steun wordt uitgekeerd, terwijl zij dan boven dien in den vorm van belasting aan de steun aan de werkloozen moeten bijdra gen. Wethouder Oudshoorn had liever gezien, dat het uurloon hooger was gesteld en vindt het werken voor den toeslag uit bil- lijkheidsoogpunt niet juist. Spreke%is ook van meening, dat de geest onder de ar beiders goed is, behoudens enkele uitzon derlijke gevallen, waarvan hij ér persoon lijk een heeft meegemaakt. Tégen derge lijke gevallen moet en zal ook krachtig worden opgetreden, aldus spreker. De voorzitter zegt, dat ook hij liever had gezien, dat het uurloon hooger was ge steld en voof den toeslag niet gewerkt be hoefde te worden. Te dezer zake zijn ech ter van den Minister bindende voorschrif ten ontvangen. Burgemeester en Wethou ders willen op verzoek van den Raad wel pogingen in het werk stellen, om alsnog den toeslag buiten de werk-prestatie te houden, met welk voorstel de Raad ac- coord ging. Hierna werd overgegaan in geheime zit ting, ter afdoening van eenige belasting aangelegenheden. DE RIJKE OOM UIT AMERIKA. Aan de reeling van het stoomschip leunt John Murdock, passagier eerste klas. Nie mand zou het gelooven, dat hij zich in deze voorname zalen, op deze deelen van het dek bewoog ja eenige luxe-cabines voor zich had gehuurd. Maar allen wisten het: achter den man in het ouderwetsche, eenigszins armoedige costuum verborg zich een der rijkste mannen van Amerika. John Murdock is vrijgezel, verstokte vrij gezel. een werker, een wroeter, een, die vóór 30, 40 jaren arm en veracht in de Sta ten kwam, in de stadsriolen sliep, een, die met iederen cent woekerde en ze tot dol lars opeenhoopte en uit een dollar er 100 wist te slaan en bij wie de honderden tot millioenen groeiden, niemand kan zeggen, hoe. Hij zelf ook niet. En nu leunt hij tegen de reeling en kijkt door den dichten nevel heen.... niemand weet waarnaarWeet hij het zelf? Den volgenden morgen. In een hotelka mer, te midden van een heele reeks pronk- volle kamers, waarvan de deuren wijd ge opend staan, zoodat men de heele, opdrin gerige rijkdom van zijden en fluweelen be hangen, schitterende lusters en spiegels, vergulde meubels met eenige blikken op kan nemen, temidden van al deze pracht staat, in zijn armoedige kleeren, handen wrijvend John Murdock.... kijkt in dezen spiegelenlacht met zijn eigen beeld.... pakt in den rechter, daarna in den linkerborstzaktast naar het chèque- boek en potlood. Niets is vergeten. „Nie mand zal mij herkennen", mompelt de een zame man. „Oom Bernard niet, tante Siddy niet, Ed ward niet en Jane nietniemand. „Oogen zullen ze opzetten.... God.... oogen als theekoppen....! Hij drukt op de knop van de bel. Direct meldt zich een page in livrei en vraagt naar zijn wenschen. „Wenschen! mompelt hij. ..Heb er geen., momenteel heelemaal niet. Zijn nu alle ver vuld". Hij lacht in zich zelf, snauwt dan den jongen toe: „Kijk me aanik wil weten hoe ik er uitzie". Daar de boy aarzelt en niet weet wat hij zeggen zal, snauwt John Murdock hem toe: ,,'k Weet zelf, dat ik geen Amor en geen Adonis ben! Wil weten of men aan mij kan zien wat ik ben: De rijke oom uit Amerika. Hè, zie ik er zoo uit?.... Nu, dus niet?. Lach niet lummel.... Vogelverschrikker hè? Armoedig genoeg.... Zal een verras sing zijn voor mijn lieve familieleden.... Hebben 40 jaar niets van me gehoord.... Dus armoedig genoeg? „Dank je.... Ga heen!" De boy is blij, als hij de deur tusschen zich en deze raadselachtigen man dicht trekt. Maar de millionair staat nog een heele poos voor den spiegel, bindt een oude ge vlekte das om, lacht in zich zelf, lacht tot de spiegel rinkelt, slaat met de vuist op tafel en mompelt, met zijn tandenloozen mond. „O, zij zullen lachen, zullen weer lachen met den domkop, die met niets naar Amerika gaat en daar fortuin wil maken.. Uitlachen zullen ze mij evenals voor 40 jaar.... Oom Bernard, oom William, de nichtjesallemaal, Mabel Vichy met haar zomersproeten en rood haar, Jane, Augusta.Maar dan, dan. En hij glundert al hoe het zijn zal, als hij spelend het chèqueboek voor den dag haalt en den reiscredietbrief van de Lloyd als hü hun zeggen zal, hoeveel kamers hü in dit hotel bewoont, waarvan zijn oom steeds met den grootsten eerbied sprak ja en als hij hen uitnoodigen zal op een prachtig diner.... en als hij hun dan naderhand de deur wijzen en de straat op gooien zal, zooals zij eens hem, den bedeljongen vóór 40 jaren. Daarop had hij gewacht, daarvoor had hü gewerkt, geploeterd, geschraapt, ge wroet 40 jaar lang. 40 jaar voor dit eene oogenblik. Maar dan is er iets hoe zal hij het zeggen: 40 jaar is een heele tüd. Of Vichy of Jane zonen zouden hebben? Zoons, die nu zün neven waren, zooals hü toen Bernards neef was? En wat zal hü met hen doen? Op straat gooien zooals die, dieEn dus zelf zün, zooals die oom was? Of zal hü een oom zün, zooals hü zich als jongen die gedroomd had, lief devol, edelmoedig? John Murdock weet het niet, voelt het, dat hü juist dit niet weet, nog niet weet., hü zal afwachten, zien, het oogenblik zal hem wel de juiste daden ingeven. Uren later. Met een verkreukeld plan van de groote stad in de bevende handen dwaalt een eenzame man door de haven- wük. Argwanend bekükt hü huis na huis. „Hier woonde oom Bernard", bromt hü in zich zelf. „Hier heb ik met Jane en Ed ward gespeeld daar in die deur was de scène met de katwat was dat toch weer met die kat van tante SiddyAch, ik weet het niet meer, maar ik heb slaag ge kregen, dat weet ik. Of ook vandaag daar weer jongens spelen, mün neven?.... Wist ik maar wat ik met hen beginnen moest. Och wat, er uit met hen, met allemaal. Waarom zouden ze het beter hebben dan ik?" Hü stapt op uitgesleten treden, zoekt naar naamplaatjes, het eene is er niet bü- Hü gaat een groentewinkel binnen, kwaad aardig kükt de vrouw hem aan, want hü koopt niets, voor geen penny.... „Murdock, wat is dat voor e ennaam? Nooit gehoord. Sedert menschen heugenis woont zü in hetzelfde huis, maar Murdock? Wat voor christenmensch had nu zoo'n naam.... Hier niet, in huis niet, in de straat niet.... in de heele stad niet..., bü God niet. Wankelend verlaat John Murdock den winkel, kükt hoofdschuddend rond, laat de deur met de gebroken ruiten op en neer gaan eens sloeg hü er een van kapot en kreeg er een flinke aframmeling voor. In een café bestelt hü een whiskey en een adresboek. Met sidderende handen slaat hü het open, zoekt., zoekt. Likt aan den vin ger en bladert.geen Murdock staat er in. Bernard niet, Edward nietHij lacht. Jammer. Heimwee, echt heimwee had hü naar den oom gehad, ja, en naar den neef. Maar met hen zal hü het anders doen, die zullen hem niet voor de voeten gooien, wat hü tegen den oom had; die zullen hem ze genen, die tenminsteal zouden de an deren vloeken, wanneer zün naam valt, de neven, jongens, zooals hü er een was Neen, voor hen zal hü goed zijn, later, maar eerst zullen zij hetzelfde lot onder gaan, wat hü de zünen toegedacht had. Hü glimlacht. Cromer zoekt hü nu, William Cromer. Oom William, die hem het hardste pak slaag van zün leven toediendeen waar voor? Om een peer.... Ja, ook voor oom William is een plaats aan zün tafel ge dekt, een eereplaats, met bloemen versierd en een blik in zün bankboek. En ook oom William zal op de straat terechtkomen, wanneer hij zich de oogen ziek gekeken heeft aan de Dollarszon Maar ook William Cromer is in het dikke boek niet te vinden. Op dezen avond zien politieagenten een ouden man in de goot zitten. De beenen heeft hü. dwars over el kaar gelegd, de veters van zün versleten schoenen hangen bijna in het vuile stroo- mende rioolwater. Naast hem ligt een hoop je papieren, telkens neemt hij een blad, vouwt het dicht, vouwt het nog eens tot een scheepje, zooals kinderen dat doen, idioot.... lachend zet hü het in het grüs- gele snel stroomende water, ziet het na, lacht het na: „Goede reis, groet oom Ber nard, groet Mabel Vichy, Jane, allemaal.. Maar het is voor John, uw lieven kleinen John, alleen voor hem, een ander heeft er niets mee te maken! Vinger er af, roert het niet aanSchooiers die ge züt!" Zün stem is krüschend geworden; dan weer scheurt hü een papier in honderd stukjes, gooit het weg en grinnikt het na: „Voor den kleinen Dickie is het, uw kleinen Dickie, met 'n hobbelpaard daarvoor koo- pen, looden soldaatjes.... wat hü wil, de kleine Dickie....!" Een poosje kijken de bobbies naar hem, lachen achter zün rug, wüzen op zün voor hoofd, laten hem rustig voortgaan, met zün onschuldig speL Toen de lantaarns oplich ten zei plotseling een van hen: „God ze- gene mün oogen maar dat is geld! De oude speelt met geld!" En krachtig zet hü den voet op de rest van de bankbiljetten. De man in de goot merkt het niet eens. Hü lacht maar, goedig, zooals nog nooit anders. „Alles voor Dickie, alles voor den kleinen John, niets voor oom William, geen penny voor oom Bernard. Gewillig laat hü zich bü den arm om hoog tillen en wegleiden. Alleen toen ze de Prince Edward-straat passeeren is het een seconde, alsof hü een oud, somber don ker huis met versleten trappen binnen wil treden. Maar hü schudt het hoofd en komt tegeUjk weer terug en de agenten hooren hem mompelen: „Niemand meer daar Alles vergeefs. Veertig jaar40 jaar...." STOOM V AARTBERICHTEN STOOMV MAATSCH. NEDERLAND. TANIMBAR (thuisr.) vertr. 15 Oct. van Sabang. KON. NED. STOOMB MAATSCHAPPIJ EUTERPE arr. 16 October van Amster dam te Bordeaux. MARS, Cephalonia naar Amsterdam, pass. 16 Oct. nam. 1 uur 50 St. Catharines Point. PERSEUS arr. 15 Oct. van Bilbao te San tander. TRAJANUS vertr. 15 Oct. van Licata n. Palermo. ULYSSES vertr. 16 Oct. van Salonica a. Smyrna. RESTES vertr. 16 Oct. van Amsterdam naar Hamburg. KON. PAKETV. MAATSCHAPPIJ. LE MAIRE vertr. 13 Oct. van Mombassa naar Batavia. SAWAHLOENTO vertr. 14 Oct van Lo renzo Marques naar Port Natal. TASMAN vertr. 15 Oct. van Kaapstad naar Mosselbaai. HOLLAND-AMERIKA-LIJN. BEEMSTERDIJK New Orleans naar Rotterdam 15 Oct. op 460 mül West van Land's End. VOLENDAM arr. 16 Oct. van New York te Rotterdam. NEBRASKA, Vane.Rotterdam arr. 15 Oct. te Liverpool. KON. HOLL. LLOYD. SALLAND (thuisr.) arr. 16 October te Bahia. ROTTERDAMSCHE LLOYD KOTA TJANDI (thuisr.) pass. 14 Oct Perim. KOTA GEDE (uitr.) pass. 16 October te Gibraltar. SIBAJAK (uitr.) vertr. 16 Oct. van Port Said. STOOMVAART MIJ. OCEAAN. HECTOR, Japan-Rotterdam vertr. 16 Oct. van Aden. STENTOR Ja va-Amsterdam vertr. 15 Oct. van Port Said. ANTENOR arr. 15 Oct van Rotterdam te Glasgow. POLYPHEMUS vertr. 13 Oct van Bata via naar Amsterdam. VEREEN NEDERL SCHEEPVAART MIJ. (HollandAustralië Lijn). AAGTEKERK (thuisr.) vertr. 15 October van Antwerpen naar Londen. (HollandOost-Azië Lijn». MEERKERK (thuisr.) vertr. 14 Oct van Sjanghai ZEG ZE WSA AR GERUST HOE LAAT HET IS l IEDER KATHOLIEK behoort abonné te zijn op een Katholiek Dagblad, en dit is voor LEIDEN en OMGEVING „De Leidsche Courant'. Een leder die ons jen abonné (vcor minstens drie maanden) aanbrengt, zullen wij gelegenheid geven te kunnen zien hoe iaat het is. Wij zenden hem (haar) onderstaand klokje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 12