25ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDENEN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN OFFICIEELE KENNISGEVING. WOENSDAG 4 JULI 1934 No. 7853 S)e £eki&eli£(Boti/fca/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 1 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 tl GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. UJ, regel DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone AdTertentiën 30 cent per Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: 0.50 In een buitengewone editie van de Staatscourant" is de volgende mede- deeling opgenomen: „Het heeft God behaagd Mijn beminden echtgenoot tot Zich te nemen. Hij is zacht en kalm plotseling ontslapen. Met groote droefheid geef ik daarvan kennis en ben overtuigd, dat allen deelen in Mijn smart en die van Mijn dochter." WILHELMINA. Het vorstenhuis in rouw Pr.iins Hendrik overleden Wij zijn gisteren overvallen door dit, ons ontstellende bericht! Met enkele woorden slechts hebben wij er in ons vorig nummer, waarvan een groot gedeelte reeds ter perse was, melding van kunnen maken. Wij hadden zelfs geen oogenblik gedacht aan de mogelijkheid, dat zoo spoedig en zoo plotseling door den dood uit het leven zou worden weggerukt de man, van wien nog zoo kart geleden, in December van het vorig jaar, bij het zilveren jubileum van den prins als voorzitter van het Nederland - sche Roode Kruis, generaal Röell getuigde: „U, die aan een betrekkelijk jeugdigen leef tijd, een voortreffelij ken gezondheidstoe stand paart...," Op 58-jarigen leeftijd ging Prins Hendrik van ons heen. Wij zijn opgeschrokken door den dood, die hier wéér is gekomen als een dief in den nacht. Toen wij dit jaar ingingen, was 't ruim drie en veertig jaar geleden, dat de doods klokken luidden bij de lijkbaar van een Oranje. Nu werden binnen een half jaar twee leden door den dood opgeroepen. Op 20 Maart ontsliep onze Koningin- Moeder in den gezegenden ouderdom van ruim 75 jaren. En nu zal de Delftsche graf kelder weer geopend woorden om het stof felijk overschot van den Gemaal onzer Ko ningin te ontvangen. Er gingen feestelijke geruchten door het land; er werd gesproken van een vorste lijke verlovingmaar plotseling is ons Vorstenhuis wederom in diepen rouw ge dompeld. De Prins was in ons land een bekende persoonlijkheid, die de eenigszins teere po sitie, waarin de echtgenoot van een regee- rend vorstin zich geplaatst ziet, met groote tact heeft ingenomen. Dikwijls moet hem dat moeilijk zijn gevallen, want Prins Hen drik was een man van den daad. Eén trek treedt in het karakter van den Prins duidelijk op den voorgrond: goed heid van harte. Van des Prinsen karakter heeft bet volk each slechts zelden een juist idee kunnen vormen. De plaats, welke Z.K.H. in ons staatsbestel innam was de eigenaardige, die aan een Prins-Gemaal is toebedeeld. Men zou kunnen zeggen al mag dit woord niet worden misverstaan dat Prins Hendrik leefde in de schaduw van den Troon. Wel vertoonde Z.K.H. zich veel in het openbaar. Het was bekend, dat juist in zijn gulhartigheid hij moeilijk een uitnoodiging kon weigeren om door zijn hooge tegen woordigheid aan een gebeurtenis luister bij te zetten. Maar bij zulke officieele gelegenheden vermocht men de persoonlijkheid van den Prins niet te doorgronden. De Prins waarom zouden wij het verzwijgen is bij het Nederlandsche volk niet populair ge worden. Hij heeft ook nooit de populariteit nagestreefd, maar de genegenheid en waar deering van de breede lagen der natie heeft de ontslapen Hoogheid zeker verworven. Degenen, die den Prins van nabij heb ben gekend, leerden hem hoogachten en eeren om zijn groote goedheid des harten. In den dagelij kschen omgang was hij vriendelijk en eenvoudig, ook voor de la gere functionarissen van de hofhouding. Al tijd was zijn optreden tegenover onderge schikten even vriendelijk. Plechtstatige strakheid en hooghartige afzondering wa ren hem vreemd, ofschoon de militaire op voeding, welke de Prins had genoten, juist een ontwikkeling in die richting zouden doen verwachten. In de eerste jaren van zijn verblijf in Ne derland voelde de Prins zich bijzxmder aan getrokken tot het reddingswezen en dat is wel op zeertreffende wijze tot uiting ge komen bij de ramp van het groote stoom schip Berlin in Februari 1907, toen deze boot bij Hoek van Holland te pletter was geloopen. In den hevigsten storm stond de Prins op de reddingsboot vooraan om hulp te bieden waar mogelijk was en om te hel pen redding te brengen aan de vele slacht offers van die ramp. Op 16 December 1908 werd de Prins voor zitter van het hoofdbestuur van het Neder landsche Roode Kruis en ook in deze kwa liteit heeft hij herhaalde malen zich aan het hoofd gesteld van groote hulpacties,, - bij spoorwegrampen, overstroomingen, enz. Bij zijn 25-jarig jubileum in die kwaliteit werd hem, in December van het vorige jaar, van allerlei zijden opnieuw blijk gegeven hoezeer die activiteit van den Prins werd gewaardeerd. Het oudste lid van het dagelij ksch be stuur, prof. Koolemans Beynen richtte zich in de volgende bewoordingen tot Z.K.H.: „De lange reeks van jaren, gedurende welke ik in de steeds in aantal toenemende vergaderingen, aanvankelijk van het dage- lijksch bestuur, later ook van het bureau, uw werkzaamheden als voorzitter van het Nederlandsche Roode Kruis heb kunnen bij wonen, geven mij het recht en zelfs den plicht hier te komen getuigen van uw har telijke, nooit vermoeide belangstelling, ja meer dan dat, ik zou willen zeggen van uw vaderlijk gevoel voor deze, onze en uwe vereeniging. Want dezen indruk heeft ieder, die u eenigen tijd hier heeft mogen gade slaan, wel moeten meenemen, dat u een zeer persoonlijk aandeel neemt in het be stuur der vereeniging, aan welker verga deringen u niet alleen met vriendelijke be langstelling deelneemt, maar welker wel en wee u zoozeer blijken ter harte te gaan. nooit werd dan ook tevergeefs een beroep op uwe hulp gedaan, altijd stond u bereid hare doeleinden te helpen verwezenlijken en steeds toonde u gedurende al die jaren uwe hartelijke belangstelling zoowel in de handelingen der vereeniging zelve als in al hare leden. De gevolgen hiervan zijn dan ook niet uitgebleven en het feit, dat het Ne derlandsche Roode Kruis zijne werkingsfeer steeds meer -uitbreidt, steeds wakkerder en levendiger wordt, is zeker in niet geringe mate te danken aan het geluk, dat zij ge durende de laatste 25 jaren gehad heeft, u als voorzitter te mogen bezitten"; Met deze woorden is aan de groote werk zaamheid van den Prins als voorzitter van het Roode Kruis ternauwernood recht ge daan. Zeer juist was hetgeen de Nieuwe Rott. Grt. toentertijd schreef: „De geschiedenis van het Roode Kruis van alle deze jaren is de geschie denis van zijn vorstelijken voorzitter. Men kan zich het Nederlandsche Roode Kruis moeilijk meer denken zonder hem". Niet alleen het Roode Kruis had des Prinsen warme belangstelling, ook de Pad vinders hebben het ervaren, dat Z.K.H. hun beweging zeer welgezind was. Herhaal delijk woonde Prins Hendrik in padvinders- oostuum hun bijeenkomsten bij. De Prins zal in de herinnering blijven leven van allen, die hem leerden kennen, als een voorbeeld van plichtsbestrachting in dienst van de naastenliefde, als een goed hartig, eenvoudig en hulpvaardig mensch. Des Prinsen levensloop Z. K. H. de Prins der Nederlanden, Hen drik Vladimir, Albrecht, Ernst, Hertog van Mecklenburg, werd 19 April 1876 te Schwe- rin geboren als vierde kind uit het derde huwelijk van Friedrich, Franz, Hertog van Mecklenburg-Schwerin en Marie van Schwarzburg-Rudolffstadt. Uit het eerste huwelijk van zijn vader waren zes, uit het tweede was er slechts één en uit het derde waren vier kinderen ge boren. Prins Hendrik was de jongste van deze elf. Hij genoot zijn opleiding aan het gymnasium te Vitzthuim en daarna aan de Krijgsschool te Metz. Op 12 September 1895 legde hij met succes het officiersexamen af en werd benoemd tot luitenant bij het Gar de JagerbataiLlon te Potsdam. Al zeer vroeg moesten de jonge herto gen deelnemen aan militaire oefeningen; op zesjarigen leeftijd werd de jonge her tog Hendrik op het slotplein van de va derlijke residentie reeds met zijn beide oudere broertjes door een onderofficier gedrild en toen hij zeven was kreeg hij zijn eerste les in het paardrijden. Stipte gehoorzaamheid werd den kinderen inge- pent, want waarachtigheid, plichtsbetrach ting logica, gevoel voor anderen en spe ciaal achting voor ondergeschikten waren de eigenschappen die groothertog Frie drich Franz in zijn kinderen ontwikkeld wilde zien. Hertog Hendrik's opvoeding was opge dragen aan den predikant van de Pauls- kerk te Schwerin, dr. Kliefoth, en aan min. Belnamy, die later gaarne vertelde van het vriendelijk karakter van haar pupil. Dr. Kliefoth die met den jongen hertog één slaapkamer deelde, heeft later eens verteld, dat op zekeren nacht de jongen van pure opwinding niet slapen kon en hem wakker maakte met den uit roep: „Morgen wird der Friedrich Wil helm sich ausserordentlich freuen". Mor gen zou namelijk de oudste broer luite nant worden en hertog Hendrik verheug de zich zóó voor zijn broer, dat het hem niet mogelijk was om te slapen. Voor regeeringsaangelegenheden in Mecklenburg-Schwerin, verkreeg hij in 1899 voor den tijd van een jaar verlof en kort daarna verloofde hij zich met Ko ningin Wilhelmina. Op Woensdag 19 October 1900 bevatte de Buitengewone Nederlandsche „Staats courant" de volgende proclamatie betref fende de verloving van Hare Majesteit de Koningin: Aan mijn volk! Het is mij eene behoefte, aan het Ne derlandsche volk, van welks levendige belangstelling in het geluk van Mij en Mijn huis Ik zoo diep ben overtuigd, per soonlijk mededeeling te doen van Mijne verloving met Zijne Hoogheid, Hertog Hendrik van Mecklenburg Schwerin. Moge deze gebeurtenis, onder Gods ze gen bevorderlijk zijn aan het welzijn van ons land en van zijne bezittingen en ko loniën in Oost en West. Nadat deze noodzakelijke wettelijke maatregelen waren getroffen, waarbij o.m. aan den a.s. Prins-gemaal de staat van Nederlanderschap werd verleend, gevolgd door zijne aanstelling tot generaal-majoor a la suite by het leger en tot schout-bij- nacht a la suite bij de marine, had den 7den Februari 1901 te 'sGravenhage de huwelijksvoltrekking plaats, ten overstaan van den Minister van Justitie Cort van der Linden, wat betreft het burgerlijk huwelijk, terwijl de hofprediker dr. Van der Flier het kerkelijk huwelijk inzegen de. De Prins-gemaal ontving den titel van „Zijne Koninklijke Hoogheid" en werd benoemd tot lid met raadgevende stem van den Raad van State. Van den gestadigden arbeid, door den Prins verricht op het terrein der naasten liefde, is boven reeds gewag gemaakt. Met reden kan men op deze charitatieve werk zaamheid van Z.K.H. de woorden uit het „Wilhelmus" toepassen: „Seer prinsel/ck werd gedreven myn prinselyck gemoed". Prins Hendrik stond bekend als een uit nemend schutter en hartstochtelijk jager. Z.K.H. was luitenant-generaal en vice- admiraal a la suite, lid van den Raad van State, eere-Baljuw-Grootkruis in de Sou- vereine Orde van Malta, Balije van Ne derland en Commandator van de Com- menderij Nederland der Johanniter Orde, welke laatste functie hij met groote toe wijding waarnam. Na het overlijden De tijding van het plotseling overlijden van Prins Hendrik heeft in binnen- en bui tenland groote ontroering gewekt. Reeds korten tijd na het bekend worden van het overlijden kwamen telegrammen met betui gingen van deelneming in. Een groote me nigte verzamelde zich voor het paleis. Van bijna alle huizen in de binnenstad werd de vlag half stoks uitgestoken. Prinses Juliana had, naar wij vernamen, in den loop der laatste dagen, herhaaldelijk getelefoneerd om te informeeren of Haar overkomst noodzakelijk was. Men was ech ter van meening dat dit niet dringend ge boden was. H.K.H. besloot daarom zooals reeds eerder gemeld werd, heden een be zoek aan haar vader te brengen. Zoo weinig was men op deze tragische wending voor bereid, dat reeds vastgesteld was, dat de Prinses hedenavond weer naar Londen terug zou keeren teneinde aldaar nog eeni gen tijd door te brengen. Voorts zijn de naaste familieleden van wijlen Prins Hendrik telefonisch op de hoogte gesteld van het plotseling verschei den. Naar men weet had de Prins nog een broeder. Hertog Adolf van Mecklen/burg en een zuster, de Groothertogin van Olden burg. Hertog Adolf van Mecklenburg heeft laten weten dat hij heden in Den Haag zou aankomen. Hij zal in Paleis Noordeinde lo- geeren. In den loop van den middag kwamen reeds velen ten Paleize om hun handteeke- ning in het rouwboek als blijk van deelne ming te plaatsen. De eerste was de Fransche gezant en kort daarop kwam de Belgische gezant en ver volgens velschillende andere leden van het corps diplomatique, onder wiie de deken, de Zweedsche gezant von Adlercreutz. DE KONINGIN VERTREKT.... Precies om vijf uur gistermiddag ging er een diepe ontroering door de voor het Pa leis aan het Noordeinde wachtende menig teDe Koninklijke auto reed vóór, en uit het Paleis kwam H. M. de Koningin, die daar sinds des middags 2 uur had vertoefd. Zichtbaar onder den indruk van dezen tweeden slag, welke Haar in zoo' korte spanne tijds trof, liet Hare Majesteit, hare ontroering met moeite bedwingende, toch niet na, de eerbiedig groetende massa dank baar terug te groeten. Het was op dat mo ment van diepe tragiek hoorbaar stil op het plein voor het Paleis, ondanks het feit, dat de wachtende menigte zeker tot een dui zendtal was aangegroeid. Wel een bewijs, dat het Nederlandsche volk opnieuw diep onder den indruk is van de zware beproe vingen welke ons Vorstenhuis dit jaar wor den opgelegd. Hare Majesteit, die op dat moment nog niet in rouwkleeding was, begaf zich per auto naar het Huis ten Bosch. In de omgeving van het paleis heerschte een ontzaglijke drukte; de politie had alle rij verkeer in de omgeving stopgezet. TIJDSTIP DER PUBLICATIE. Het heeft eeruige bevreemding gewekt, dat het overlijden van Z. K. H. ongeveer anderhalf uur nadien eerst bekend is ge worden. In dit verband vernemen we, dat H. M. de Koningin er zeer begrijpelijk prijs op heeft gesteld haar dochter, prinses Ju liana, eerst op de hoogte te doen stellen van het smartelijk verlies, dat Haar zoo plotse ling heeft, ge troffen. Dit heeft de vertraging doen ontstaan in het publiek worden van het overlijden van den Prins. Ook in de de partementen van algemeen bestuur was men eerst tegen drie uur op de hoogte ge steld, evenals ten stadhuize. GESPREK TUSSCHEN MOEDER EN DOCHTER. Onmiddellijk na het heengaan van den Prins heeft de Koningin zich telefonisch met Londen in verbinding gesteld. Het gesprek tusschen Moeder en Dochter is zeer tra gisch geweest, aldus de „Tel.". De Koningin heeft in een langdurig onderhoud Haar dochter langzaam voorbereid en haar eerst toen mededeeling gedaan van het verschrik kelijke feit, dat de Prins overleden was en Prinses Juliana haar Vader niet meer le vend zou kunnen zien. Het was de uitdrukkelijke wensch van de Koningin, dat niemand van de leden der Hofhouding bij het stoffelijk overschot van den Prins werd toegelaten, noch eenigerlei beslissing omtrent den datum en den aard van de begrafenisplechtigheid genomen werd, alvorens Prinses Juliana terug was en haar overleden vader had gezien. Alle be slissingen over wat er thans gebeuren gaat, alle regelingen, die in deze droeve omstan digheden vereischt worden, wensebte de Ko ningin te nemen in overleg met de Prinses. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. DE PRINSES VERLAAT ENGELAND. De Londensche correspondent van de „Tel." bericht het volgende omtrent het vertrek van de Prinses van het Victoria- station te Londen: Aan het station, waarvan het perron dat naar den trein voerde door de politie was afgezet, waren de graaf van Athlone en prinses Alice aanwezig, terwijl ook de Ne derlandsche gezant, jhr. De Marees van Swinderen en mevrouw Van Swinderen de Prinses uitgeleide deden. Prinses Juliana zag er diepbedroefd uit. Met een zakdoek veegde zij telkens haar behuild gelaat af. Zij had zelfs nog geen ge legenheid gehad om rouwkleeding aan te doen en droeg nog een zilvergrijs zijden japon en een kleinen grijzen hoed. Het was haar duidelijk aan te zien, dat zij zeer on der het gebeurde leed. De autoriteiten der spoorwegen en de leden van haar gevolgd, die voor haar com partiment, dat voor de reis was gereser veerd, wachtten, droegen allen rouwklee ding. De autoriteiten der spoorwegen en de leden van haar gevolg, döe voor haar com partiment, dat voor de reis was gereser veerd, wachtten, droegen allen rouwklee ding. Toen de trein op het punt stond om te vertrekken gaf Prinses Juliana aan prinses Alice en mevrouw De Marees van Swin deren een afscheidskus. Daarna nam zij met een hantelijken kus afscheid van den graaf van Athlone en terwijl zij ernstig naar het publiek boog, dat achter de afzetting het tooneel gadesloeg, stapte zij in haar com partiment, waarna de trein zich in bewe ging zette. DEELNEMING ENGELSCIIE KONINKLIJKE FAMILIE. De koning van Engeland heeft mede na mens de koningin een telegram van rouw beklag gezonden aan H. M. Koningin Wil helmina. Ook de Prins van Wales heeft een telegram van deelneming gezonden. De Enigelsche koninklijke familie heeft Prinses Juliana haar deelneming betuigd niet het verlies van haar vader. CONDOLéAN£E VAN PRESIDENT VON HINDENBURG. Rijkspresident von Hindenburg heeft het volgende telegram aan H. M. de Koningin gezonden Diep ontroerd door het overlijden van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, verzoek ik u de verzekering van mijn diepe en in nige deelname te willen ontvangen. w.g. VON HINDENBURG. DE BOURDON TE DELFT LUIDDE. De Bourdon, de groote klok van de Oude Kerk te Delft, heeft gistermiddag geluid. Van alle openbare gebouwen en van tal van particuliere woningen is de vlag half stok uitgestoken. Het Delftsche studenten corps heeft voor den tijd van drie wek den rouw aangenomen. BIJEENROEPING STATEN GENERAAL. De leden der Eerste Kamer zijn ter ver gadering bijeengeroepen tegen Donderdag 5 Juli a.s. des namiddags te half één, in verband met het overlijden van Z. K. H. den Prins der Nederlanden. De Tweede Kamer is bijeengeroepen eveneens tegen Donderdag 5 Juli, te één uur. BUITENGEWONE VERGADERING ROODE KRUIS-BESTUUR. In verband met het overlijden van Z. K. H. den Prins, voorzitter van het Neder landsche Roode Kruis, zal <-cen°d y het hoofdbestuur dier vereeniging in buiten gewone vergadering bijeenkomen. DE INDRUK IN ENGELAND. Alle Engelsche avondbladen bevatten waardeerende artikelen en portretten van den Prins. Zij brengen in herinnering, hoe Prins Hendrik zesentwintig jaar geleden de achting van alle Engelschen won door zijn moedig gedrag bij het vergaan van de Harwichboot „Berlin", bij Hoek van Hol- lang en het aandeel dat hij genomen had in de reddingspogingen, waarvoor Koning Edward hem het grootkruis van de Bathor- de heeft verleend. Ook worden vele bijzonderheden ver teld over zijn reizen, zijn liefde voor berg beklimmen en zijn bezoeken aan Enge land; ook hoe hij in het Lakedistrict een der moeilijkste bergen, de Scawfcll Pike, had beklommen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1