GEMEENTERAAD VAN LEIDEN GOSDS VSGSN VSLVAAaï DINSDAG 3 JULI 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 6 EEN DISCUSSIE OVER WONINGBOUW. WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE. DRIE EN HALF UUR GEPRAAT OVER DEMPING VAN HET LEVEN DAAL, ENZ., MAAR NOG GEEN BESLUIT GENOMEN. Arbeiderswoningbouw. 3o. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van straataanleg op het aan de gemeente toobehoorend terrein ten Oosten van de van Speijkstraat; b. tot verkoop van H. P. Jansen van de perceelen bouwterrein ten Oosten van de Kortenaerstraat, kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie N. Nis 334 ged. en 335 ged.; c. tot verkoop aan H. C. de Jong van het perceel bouwterrein, ten Oosten van den sub. b. bedoelden grond, kad. bekend Ge meente Leiden, Sectie N. Nis 334 görd. en 335 ged.; d. om het adres van het bestuur van de woningbouwvereeniging „Eensgezindheid" inzake het te har er beschikking stellen van den sub b. bedoelde grond als afgedaan te beschouwen. De heer Kooistra (S.D.) meent dat de Leidsche bouwers hebben willen aantoonen, dat de particuliere bouw van arbeiderswo ningen goedkooper is dan vereenigings- bouw. Tegenover dit standpunt houdt spr. een pleidooi voor vereenigingsbouw. Spr. wijst er op dat in de jaren van de oorlog de particulieren zich aan den arbeiderswo ningbouw nimmer gelegen hebben laten liggen. Nu de villabouw en de bouw van middenstandswoningen niets meer oplevert, gaat men zich op de arbeiderswoningbouw toeleggen. Bouwen de particulieren goed kooper? De onderhavige woningen zullen komen op 3200.—. De vereenigingswonin- gen kosten 3500.De woningen van de particulieren zullen echter verkocht moeten worden. Spr. heeft uitgerekend dat ze zul len komen op 3481.De lasten voor de bewoners worden ongeveer 6.50 per week. Arbeiders hebben dus niets aan deze bouw. De woningen van een Vereen iging zouden komen op 5.— huur per week. Spr. is er togen om deze bouw aan particulieren over te laten. Bij de regeering moet worden aan gedrongen op goedkoopere arbeiderswo ningbouw. Het gemeentebestuur werkt in dit opzicht niet mee. De heer Eikerbout (A.R.) begrijpt niet dat deze grond thans aan particulieren wordt toegewezen. De wethouder heeft meermalen de toezegging gedaan dat deze grond voor „Eensgezindheid" zou woxden bestemd. Waarom is men niu plotseling ver anderd? De huizen door de Vereeniging te bouwen zijn iets duurder, maar dat maakt weinig uit. Een kinderspeelterrein ter plaat se is geen overbodige luxe. Daar wordt nu weer een gedeelte van af genomen. Er is alles voor om den bouw aan „Eensgezind heid" in handen te ge-ven. De Vereeniging heeft reeds een belangrijk offer gebracht door een bijdrage in de kosten van de dem ping van een sloot in diie omgeving. Dat komt thans ten goede aan de bouwers. Sph wil niet zoggen dat de wethouder zijn mede werking niet geeft, maar toch gelooft hij dat door vlugger afdoening van zaken voor de bouwvoreeniging iets te bereiden ware geweest. De heer v. Wel zen (C.P.) zegt dat de arbeiderswoningbouw een bron tot spe culatie begint te warden. De Overheid moet dit tegen gaan en de vereenigingswo- ningbouw bevorderen. De heer van Es (A.R.) is van meening dat het belang van de gemeente meebrengt dat de grond wordt verkocht ^an particu lieren. De verkoop brengt direct geld in het laatje en dat is in dezen tijd niet te versma den. Er is niet veel kans op dat de regeering een voorschot voor de bouw door een ver eeniging zal verstreikken. Wanneer men dit voorschot probeert te krijgen en de adspi- rant-koopcrs zien intusschen van den koop af, dan is men verder van huis. De Raad dienit het zekere voor het onzekere te ne- De heer Wilbrink (C.H.) wijst er op dat in den na-oorlogstijd de woningbouw- vereenigingen bouwden met toeslag van rijk en gemeente. Zij hebben wel de zaak georganiseerd, maar de Overheid heeft be taald. Men kan dus moeilijk een verwijt richten tot de particuliere bouwers, dat zij niet gebouw hebben in dien tijd. De verwij ten van den heer Kooistra gaan niet op. Wat nu het onderhavige voorstel betreft merkt spr. op dat het zeer begrijpelijk is dat de Overheid voor het oogenblik de arbei derswoningbouw wil loslaten, nu de parti culieren zich hoe langer hoe meer op dit terrein gaan begeven. Wat er voor bezwaar tegen is dat de arbeiders zich een eigen wo ning opsparen, begrijpt spr. niet. Spaarzame arbeiders vormen de minste risico voor de gemeente. Nu de centrale regeering geen medewerking wil verleen en voor woning bouw, is er alles voor om de grond aan par ticulieren te verkoopen. Er blijft dan geen geld renteloos liggen. Geen grond blijft braak liggen. Het beteekent ook woning- verruiming en een aanleiding te meer voor huurverlaging. Spr. zal gaarne zijn stem aan het voorstel geven. De heer Bergers (R.K.) steunt even eens het voorstel van B. en W. De woning- bouwvereenigingen moesten eigenlijk deze goedkoope woningbouw toejuichen. Spr. prijst het in de arbeiders wanneer zij een huisje koopen en op die manier hun spaar geld beleggen. Deze goedkoope bouw komt aan de arbeiders ten goede. Spr. is er har telijk voor. De heer Schüller (S.D.) ontkent, dat de particuliere bouwers goedkooper kunnen bouwen dan de vereenigingen. Spr. weet wel wat er te koop is in de bouwerswereld. In zijn tegenwoordige functie doet spr. nog meer aan deze materie dan toen hij nog in het particuliere bedrijf was. (Spr. is tim merman in Rijksdienst). Wethouder Splinter: Toen deed je er dan zeker heelemaal niet aan. De heer Schüller heeft het over den tijd toen hij nog jong maatje was. De voorzitter: Wilt U Uw biografie zoo kort mogelijk maken? De heer Schüller: Ik heb een goede leerschool gehad in de Commissie van Fa bricage. De heer Bosman: Hij was altijd een moeilijke leerling! Wethouder Splinter wijst er op, dat B. en W. zich zeer veel moeite hebben ge geven om de vereenigingsbouw te bevor deren. Er zullen echter nog slechts enkele plannen aan de orde komen, alleen die van „Tuinstadwijk", „Ons Belang" en „Werk manswoningen". De rest komt bij de regee ring niet meer in aanmerking. Daar heeft men zich bij neer te leggen. Dat de exploi tatie van particuliere woningen duurder zou zijn, ontkent spr. Voor arbeiders die willen sparen zijn ze uitstekend geschikt. Spr. wijst er voorts op, dat reeds meerdere> malen grond aan particulieren is verkocht, b.v. in de Kooi. Een toezegging aan „Eens gezindheid" is inderdaad gedaan, en deze toezegging is de gemeente geheel nageko men. De kinderspeelplaats blijft even groot als aanvankelijk was geprojecteerd. De slootdemping was een voordeel voor de Vereeniging zelf. Als het voorstel van B. en W. verworpen wordt blijft de grond braak liggen. Tenslotte wijst spr. er op, dat er op 't oogenblik een woningoverschot is van 537. Er zijn momenteel 819 wonin gen in aanbouw. Daaronder zijn vele kleine woningen. De heer Kooistra (S.D.) repliceert en noemt het een praatje, dat particulieren goedkooper bouwen. Het principe van het voorstel is onjuist. Merkwaardig noemt spr. het, dat de hoofdinspecteur van volks gezondheid, de heer v. d. Kaa, tevergeefs heeft moeten wachten op inlichtingen van B. en W. inzake woningbouwplannen. Dat is niet bevorderlijk voor een goede gang van zaken. Spr. dient een amendement in, dat de voorwaarde wordt gesteld, dat de huren der woningen niet hooger mogen zijn dan ƒ5.per week. De voorzitter ontzenuwt met tal van argumenten het verwijt van den heer Kooistra, bij zijn repliek genoemd. De heer Eikerbout (A.R.) repliceert eveneens, waarna de heer L o m b e r t (R.K.) de vereenigingsbouw verdedigt. De bouw van een goede arbeiderswoning en de exploitatie daarvan is het best toe te vertrouwen aan de woningbouwvereeni- gingen. Spr. is daarom tegen het voorstel van B. en W. De heer v. Rosmalen (C.H.) wil eie ren voor z(jn geld kiezen. Als het Rijk toch niet steunt en er van vereenigingsbouw niets kan komen is het 't best deze parti culiere bouw te steunen. De heer Wilbrink (C.H.) bestrijdt het amendement-Kooistra. Men kan de particulieren niet aan een prijs binden. Denk eens aan eventueele inflatie. Ook wethouder Splinter bestrijdt dit voor- stel-Kooistra op dezelfde gronden. Het voorstel van B. en W. sub a wordt aangenomen z. h. st. Het voorstel-Kooistra wordt verworpen met 21 tegen 13 stemmen. Vóór stemden de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen, Vos en Eikerbout Het voorstel van B. en W. sub b wordt aangenomen met 20 tegen 14 stemmen. Tegen stemden de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen, Vos, Eikerbout en Lombert De rest van het voorstel van B. en W. wordt aangenomen z. h. st Het reglement van orde. 4o. Voorstel tot wijziging van het Re glement van Orde voor de ver0 ideringen van den Raad der gemeente Leiden. Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Bii de artikelsgewijze behandeling komen enkele amendementen van den heer Vos aan de orde. Deze amendementen zijn hoofdzakelijk van redactioneelen aard. B. en W. stellen naar aanleiding van zulk een amendement voor de aankondiging der raadsvergaderingen niet meer te doen plaats hebben in een of meer plaatselijke bladen maar alleen op het raadhuis. Dit maakt naar wethouder G o s 1 i n g a toe licht, een einde aan een bevoorrechting van het Leidsch Dagblad, dat alleen voor deze aankondiging een vergoeding ontving. De bladen ontvangen alle de raadsagenda dus in 't vervolg alleen als bericht Het amen dement wordt aangenomen. De heer Groeneveld verdedigt een amendement om de notulen der vergade ringen te doen vervallen. Het gedrukte ver slag is voldoende. Dat kan opgelegd wor den als notulen. De voorzitter antwoordt dat de heer Groeneveld de notulen wat erg kleineert. Archivarisch hebben die notulen groote be teeken is, Het steno-analytisch verslag als notulen te aanvaarden vindt spr. onjuist. Het is gevaarlijk daaraan een officieel ka rakter te geven. De heer Groeneveld acht het noodig over dit voorstel ook nog in tweede en der de instantie te spreken. Daarna wordt het verworpen met alleen de stem van den heer Groeneveld voor! De vergadering wordt daarna geschorst tot 's avonds kwart over acht. AVOND ZITTING. De demping van het LevendaaL In de avondzitting wordt de behandeling van het gewijzigde Reglement van orde, in verband met afwezigheid van den Burge meester geschorst en komt aan de orde punt 5: 5o. Vocrstel in zake het dempen van het Levendaal c. a., tot het doortrekken van de Oegstgeesterlaan en de Mariënpoelstr. c. a., alsir ie tot het vaststellen van de desbetreffende begrootingsregelingen en van verordeningen resp. op de heffing en de invordering van een belasting onder den naam van „Baatbelasting Levendaal" te Leiden. Wethouder Splinter presideert het eerste gedeelte van den avond. Hierbij komt tevens in behandeling punt 6: de interpellatie van den heer van Stra len inzake de Levendaal-demping en de doortrekking van de Mariënpoelstraat. Ook kwam tegelijk in behandeling een voorstel van den heer Schüller om te be sluiten sub 1 en 2 van het ingekomen stuk No. 39, dxi. 14 Juni 1934 aldus te lezen: le over te gaan tot het dempen van het Levendaal tusschen Steenschuur en de 4e Binnenvestgracht; 2e. dat voor het maken van een verbindingsweg tusschen het Le vendaal en de Utrechtsche brug de rooilij nen van het Levendaal dienen te worden aangehouden en daarvoor de perceelen Plantage no. 9 en Plantsoen no. 21 aan te koopen of te onteigenen. De heer M anders (R.K.) begrijpt niet de motieven, die er toe geleid hebben om het Levendaal niet tot aan de Steenschuur te dempen. De kosten daarvan zouden slechts weinig meer bedragen hebben. Dat dit laatste stukje een typisch stukje stads- schoon zou zijn, kan spr. niet inzien. Inte gendeel. Het stukje zal ook erg vervuilen en de klachten zullen opnieuw loskomen. Dat het laatste stukje gedempt wordt is ook een belang voor het verkeer. Zeer gevoegelijk kan ook de zgn. Groene brug uit het plan blijven. De Oegstgeesterlaan heeft spr. voorge steld door te' trekken op de bestaande breedte, namelijk 25 M. Spr. dacht dat dit loigisch was. Men handhaaft deze breedte niet, omdat de Oegstgeesterlaan zijn be stemming verloren zou hebben. Dat kan spr. niet inzien. Het verkeer zal hem zijn bestemming doen behouden. Ook aesthe- tisch zal een smallere doortrekking van de Oegstgeesterlaan een onbevredigende op lossing geven. Dat de 25 M. oplossing duur der zou zijn, acht spr. niet juist. De bouw grond aan een laan van 25 M. is meer waard dan aan een laan van 15 M. Boven dien behoeft de geheele breedte niet be straat te worden. Om de verschillende werken uit te voe ren bij wijze van werkverschaffing heeft veel voor. De loonen zijn niet hoog, maar het is in elk geval beter loon te ontvangen voor geleverd werk dan steun te trekken. Daarom zal spr. zich neerleggen bij deze wijze van uitvoering. De heer v. Stralen (S.D.) zegt, dat op aesthetische en technische gronden lan gen tijd de demping van het Levendaal is tegengehouden. Eenige jaren geleden was financieel de uitvoering nog zeer wel mo gelijk. De te lange voorbereiding heeft daarin echter verandering gebracht. Toch gelooft spr., dat de demping nog op de gewone financieele wijze mogelijk is. B. en W. hebben zich echter vastgezogen op het standpunt, dat zooveel mogelijk alles in werkverschaffing moet worden uitge voerd. De fractie van spr. heeft daartegen ernstig bezwaar. De loonen in werkver schaffing (40 ct. per uur) zijn veel te laag. Het betreft hier een normaal en zeer ur gent werk. Ook de geschoolde arbeiders zullen voor 40 ct, moeten arbeiden. Dat is ƒ19.20 per week. Men heeft gepoogd thans bij deze werkverschaffingsobjecten de aan nemers in te schakelen. Dat is gelukt. Een poging om de geschoolde arbeiders hooger loon te geven is mislukt. De arbeiders zijn weer onder de tafel gewerkt. Spr. maakt er B. en W. een verwijt van, dat zij onvol doende hebben medegewerkt om voor de arbeiders iets te bereiken. Spr.'s interpel latie is ook op een onaangename wyze on mogelijk gemaakt. Een ernstig woord van afkeuring is hier op zijn plaats. B. en W. hebben aan den minister medegedeeld, dat tegen de wijze van uitvoering in den raad hoegenaamd geen oppositie zou zijn. Wordt de S.DA.P. aan den kant gesteld? Zijn dat tweede-rangs burgers? Waar moet het heen met het loonpeil? Met een bloe dend hart zal de S.D.-fractie tegen dit voorstel moeten stemmen. Spr. wil echter nog een poging doen om dit te voorkomen en stelt voor om het werk bij normale aan besteding uit te voeren. Voorts stelt spr. voor om de raad te doen uitspreken aan B. en W. op te dragen aan de Regeer in g een bijdrage te vragen uit het zgn. Werk fonds. Wethouder R o m ij n: Dan duurt het nog drie jaar. De heer v. Stralen: Dat is dan een schandaal en moet u ze maar eens porren. Spr. stelt in de derde plaats voor de loonen voor de geschoolde en vakarbeiders in overeenstemming te brengen met de be staande collectieve contracten. In de vierde plaats dient spr. een voor stel in om het verbreeden der Utrechtsche brug in elk geval op normale wijze uit te voeren. Dat zijn de pogingen die de fractie wil doen om te redden wat er te redden valt. Als deze pogingen mislukken zal de S.D.-fractie tegen het voorstel stemmen. De heer Schüller (S.D.) zegt, dat B. en W. genegeerd hebben het raadsbesluit om het geheele Levendaal te dempen. De voorzitter: Dit voorstel is in prae-advies gegaan. De heer Schülle r verdedigt zyn voor stel om de beide perceelen naast de nau we doorgang vanaf Levendaal naar Plant soen aan te koopen. Deze doorgang is 6.50 M. breed. Het kan daar niet anders dan een kerkhof worden. Laat men thans een af doende oplossing maken. Spr. verdedigt voorts zijn voorstel om ook het stukje SteenschuurBarbarabrug te dempen. Spr. sluit zich in dit opzicht aan bij het rap port van den directeur van Gemeentewer ken. B. en W. beroepen zich op de meer dere kosten. Maar waarom verzwijgen zij dat binnenkort groote kosten zullen ont staan voor verbetering van de walmuren? Het blijvende stukje Levendaal zal ver schrikkelijk gaan vervuilen. Spr. citeert verschillende deskundigen om dat aan te toonen. Het bezwaar van de Leidsche Ver eeniging van Industrieelen, dat de aanvoer van materialen per schip zal worden on mogelijk gemaakt legt geen gewicht in de schaal, evenmin als de andere bezwaren van deze vereeniging. De heer Wilmer (R.-K.) gelooft, dat het 't beste is om tevreden te zijn met het voorstel van B. en W. zooals het er ligt, wat betreft de uitgebreidheid van de dem ping van het Levendaal. Laat de raad be sluiten, hiermede te beginnen en aan B. en W. den wensch kenbaar maken, later, spoedig, het nog resteerende ongedempte gedeelte van het Levendaal te dempen. Het betoog van den heer Manders om trent de breedte van het door te trekken gedeelte van de Oegstgeesterlaan heeft op spr. wel indruk gemaakt. In de verwachting, dat de Levendaal- demping op normale wijze zou worden uit gevoerd is spr. teleurgesteld. Dat het werk moet worden uitgevoerd in werkverschaf fing, is een groote schaduw over dit voor stel. De loonen zijn zeer laag. Als men zoo zou doorgaan, zou wel "alles in werkver schaffing kunnen geschieden. Als echter het voorstel-v. Stralen zou worden aangenomen, zou er voorloopig niets gebeuren. Dat is nog erger. Het betere is hier de vijand van het goede. Tegen het instellen van de baatbelasting heeft spr. bezwaar. In elk geval moeten alleen de gebouwen belast worden die in derdaad baat hebben bij de demping. De fabrieken b.v. hebben geen cent baat bij de demping. Als de raad de baatbelasting aanvaardt, wat spr. niet wenscht, dient voor de fabrieken zeker een uitzondering gemaakt te worden. De heer Coster (R.-K.) kant zich te gen de baatbelasting. Andere grachtdem pingen zijn ook verricht in het algemeen belang. Daar heeft men niet gehoord van baatbelasting. Als menschen gedupeerd worden wordt de schade hun toch ook niet vergoed. De heer de Reede (C.-H.) heeft even eens bezwaar tegen de baatbelasting. Het doel van de demping is verbetering der volksgezondheid, kostenbesparing wat on derhoud en reiniging betreft en vooral ver- keersverbetering. Moeten nu alleen de menschen in de kosten bijdragen die toe vallig aan de gedempte gracht liggen. Het is de vraag of zij voordeel zullen hebben van de demping. De Hoogewoerdbewoners zullen er b.v. veel meer voordeel van heb ben. Vele Levendaalbewoners zullen zelfs door de demping worden geschaad. Wat is in vredesnaam de rechtsgrond van een baatbelasting? Spr. kan die niet vinden en zal tegen dit gedeelte van het voorstel stemmen. De heer van Weizen (C.P.) is ook voor de geheele demping van het Leven daal en ook voor de aankoop van de per ceelen in het Plantsoen. De uitvoering bij wyze van werkverschaffing keurt spr. af. Er kan toch een geldleening voor dit werk worden gesloten. Er is geld genoeg te krij gen. Een loon van 40 ct. is een hoon aan de arbeidersklasse. Als dit loon dan nog maar betaald wordt! Want ook daaraan twijfelt spr. Men kan er later wel tarief- werk van maken. De voorstellen van den heer van Stralen zijn zeer naief. De arbei ders moeten tegen dit voorstel in verzet komen. Het is aan de Leidsche arbeiders om uit te maken of zij onder deze voor waarden aan 't werk willen. De bezwaren tegen de baatbelas ting geopperd zijn niet steekhoudend. Spreker vreest echter dat de baatbelas ting niet alleen de industrieën zal treffen maar ook de bewoners in de vorm van hoogere huren. Spr. dient een voorstel in om deze huurverhooging tegen te gaan door middel van een door B. en W. te ont werpen regeling. De heer Wilbrink (C.-H.) was de eerste in dezen raad die zich uitte tegen het uitvoeren van werk in werkverschaf fing, ook toen de sociaal-democraten daar nog glad voor waren. De toestanden waren toen echter anders dan nu. Als spr. thans voor dit voorstel zal stemmen, is dat op grond van de wenschelijkheid dat er thans iets gebeurt. We kunnen het voorstel nu wel afstemmen, maar dat beteekent weer langdurig uitstel. De S. D. A. P. heeft de verantwoordelijkheid voor het bestuur der gemeente niet willen aanvaar den. Dat is het gemakkelijkst. Maar de rechterzijde kan zich van critiek van roo- de zijde weinig aantrekken. Er zijn be zwaren tegen de wyze van uitvoering, maar er zal niets aan te doen zijn en daarom dient men het voorstel te aanvaarden. De regeeringssubsidie kan niet worden gemist. En het wordt nu eindelijk eens tijd dat het werk wordt uitgevoerd. Demping van het overige gedeelte van het Levendaal is wensch elijk maar aanneming van een voorstel daartoe zou momenteel de uit voering vertragen. B. en W. moeten ge legenheid krijgen om plannen daartoe na der uit te werken en ook tot het verbete ren van de nauwe doorgang bij het Plant soen. Spr. voelt er iets voor om de Oegst geesterlaan op 25 M. breedte te houdeik Hoe staat het met een eventueel tunnel* plan by de Maredijk? Als daarop kans be staat zou spr. de Oegstgeesterlaan op de zelfde breedte willen doortrekken. Als de baatbelasting zou worden aangenomen zou spr. evenals de heer Wilmer de industrieën daarvan willen uitzonderen. De heer Groeneveld (S.D.) vraagt hoe het zal gaan met de trambaan. Deze dient toch verlegd te worden naar het Le vendaal. Anders zal de Hoogewoerd nog weinig worden ontlast. De nauwe doorgang bij het Plantsoen is uit den booze. Dat is een „val" voor het verkeer. Waarom niet, direct de benoodigde perceelen aange kocht? De heer Huurman (A.-R.) is het met verschillende sprekers eens, dat hier half werk wordt verricht. Het is onbevredigend dat bij het Plantsoen geen radicale oplos sing is gevonden en dat niet het Leven daal ineens geheel gedempt wordt. Spr. zal zich ook met de wijze van uitvoering noode vereenigen. Dit werk is dringend noodig en alles had in het werk moeten wofden gesteld om het werk op gewone wijze uit te voeren. Spr. is tegen de baat belasting. Wie heeft baat bij deze dem ping. Men wordt op het Levendaal stank- vrij. Maar daarvoor behoeft men toch niet te betalen. De heer Eikerbout (A.R.) vindt 't ook jammer, dat niet het geheele Levendaal ineens gedempt wordt. Vertraging van de zaak door aanneming van het voorstel- Schüller is echter nog meer ongewenscht. Misschien kan een voorstel door B. en W. in praeadvies worden genomen, terwijl met het voorgesteld werk reeds aangevan gen wordt. De verbreeding van de Utrechtsche brug dient niet in werkver schaffing te worden uitgevoerd. Spr. wijst er op dat ook de Comm. voor de Werkver schaffing daar eveneens op aangedrongen heeft. Spr. vraagt wat de bedoeling is van B. en W. Als werkverschaffing wat de brug betreft, goedkooper blijkt, wat zullen B. en W. dan doen? Spr. bestrijdt de voor- stellep-van Stralen. Het werk zou daardoor vertraagd worden. Wat betreft het Werk fonds, dat is geen suppletiefonds, zooals de heer v. Stralen schijnt te denken. Het werk heelemaal uit het Werkfonds trach ten te doen bekostigen zou jaren uitstel vergen. De heer Ver we y (S.D.) verdedigt de baatbelasting. De rechtsgrond daarvoor is te vinden in de Gem.-wet zelve. In de pan den op het Levendaal is in de laatste ja ren een levendige handel gevoerd. Dat is toch wel een bewijs, dat de eigenaren van de panden bij de demping zijn gebaat. Het Levendaal gaat een toegangspoort vor men voor een zich steeds uitbreidende stadswijk. Men kan tegen elke belasting bedenkingen aanvoeren, maar deze zijn in dit geval niet overwegend. De heer Bosman (Lib.) juicht de voorstellen van B. en W. toe. Werkver schaffing is de eenige mogelijkheid en ieder woord daar verder over gesproken is noo- delooze praat. Spr. is tegen doortrekking van de Oegstgeesterlaan op dezelfde breedte. Dit geeft noodelooze kosten. Uit verkeersoogpunt is het niet noodig. Spr. voelt niet voor de baatbelasting, maar heeft er toch geen overwegend bezwaar te gen, als B. en W. haar noodig oordeelen. De trechter bij het Plantsoen kan spr. even min bekoren. De heer T o b (R.-K.) legt zich noode bij de wyze van uitvoering van het werk neer. Er is geen andere mogelijkheid. Spr. vraagt een suppletie voor groote ge zinnen van arbeiders die in de werkver schaffing werken. De verdere behandeling wordt daarna geschorst tot de volgende vergadering. 7o. Voorstel tot wijziging van de ver ordening, houdende voorwaarde van opne ming en verpleging van lijders in het Krankzinnigengesticht „Endegeest" en' de afdeeling voor jeugdige zwakzinnigen „Voorgeest" tte Oegstgeest. Aangenomen z.hn. De punten 8, 9. en 10 worden aangehou den. De heer Kuipers krijgt gelegenheid tot het stellen van vragen in varband met de verhooging van pensioen aftrek van ge meente-personeel met 1 1/2 met ingang van 1 Juli. Spr. vraagt, of het juist is, dat B. en W. een dergelijk besluit hebben geno men; en zoo ja, of zij niet van meening zijn, dat deze kwestie in het Georgani seerd Overleg moet worden gebracht. Wethouder T e p e zal op deze vragen in de volgende vergadering antwoorden. Afscheid x Huurman. den heer Aan het eind van de vergadering spreekt de voorzitter hartelijke woorden van afscheid tot den heer Huurman. Het spijt spr. dat hy den Raad gaat verlaten. Veel werk heeft hij voor de gemeente gedaan. In verschillende commissies heeft hij betee- kenisvol werk verricht. Hy heeft de gave de dingen kort en kernachtig te zeggen. Hij kent Leiden als weinig anderen en zijn ad viezen waren steeds van de grootste waar de. Spr. hoopt dat het den heer Huurman verder in Leiden doed moge gaan. (Ap plaus). De heer Huurman sprak enkele woorden van dank voor deze waardeeren- de woorden en voor de instemming daar mede van den Raad. Spr. dankte ook de ambtenaren voor de van hen steeds onder vonden medewerking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6