GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
GOSDS VSGSN VSLVAAaï
DINSDAG 3 JULI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 6
EEN DISCUSSIE OVER WONINGBOUW. WIJZIGING VAN HET
REGLEMENT VAN ORDE. DRIE EN HALF UUR GEPRAAT OVER
DEMPING VAN HET LEVEN DAAL, ENZ., MAAR NOG GEEN BESLUIT
GENOMEN.
Arbeiderswoningbouw.
3o. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van straataanleg op het aan de
gemeente toobehoorend terrein ten Oosten
van de van Speijkstraat;
b. tot verkoop van H. P. Jansen van de
perceelen bouwterrein ten Oosten van de
Kortenaerstraat, kad. bekend Gemeente
Leiden, Sectie N. Nis 334 ged. en 335 ged.;
c. tot verkoop aan H. C. de Jong van het
perceel bouwterrein, ten Oosten van den
sub. b. bedoelden grond, kad. bekend Ge
meente Leiden, Sectie N. Nis 334 görd. en
335 ged.;
d. om het adres van het bestuur van de
woningbouwvereeniging „Eensgezindheid"
inzake het te har er beschikking stellen van
den sub b. bedoelde grond als afgedaan te
beschouwen.
De heer Kooistra (S.D.) meent dat de
Leidsche bouwers hebben willen aantoonen,
dat de particuliere bouw van arbeiderswo
ningen goedkooper is dan vereenigings-
bouw. Tegenover dit standpunt houdt spr.
een pleidooi voor vereenigingsbouw. Spr.
wijst er op dat in de jaren van de oorlog
de particulieren zich aan den arbeiderswo
ningbouw nimmer gelegen hebben laten
liggen. Nu de villabouw en de bouw van
middenstandswoningen niets meer oplevert,
gaat men zich op de arbeiderswoningbouw
toeleggen. Bouwen de particulieren goed
kooper? De onderhavige woningen zullen
komen op 3200.—. De vereenigingswonin-
gen kosten 3500.De woningen van de
particulieren zullen echter verkocht moeten
worden. Spr. heeft uitgerekend dat ze zul
len komen op 3481.De lasten voor de
bewoners worden ongeveer 6.50 per week.
Arbeiders hebben dus niets aan deze bouw.
De woningen van een Vereen iging zouden
komen op 5.— huur per week. Spr. is er
togen om deze bouw aan particulieren over
te laten. Bij de regeering moet worden aan
gedrongen op goedkoopere arbeiderswo
ningbouw. Het gemeentebestuur werkt in
dit opzicht niet mee.
De heer Eikerbout (A.R.) begrijpt
niet dat deze grond thans aan particulieren
wordt toegewezen. De wethouder heeft
meermalen de toezegging gedaan dat deze
grond voor „Eensgezindheid" zou woxden
bestemd. Waarom is men niu plotseling ver
anderd? De huizen door de Vereeniging te
bouwen zijn iets duurder, maar dat maakt
weinig uit. Een kinderspeelterrein ter plaat
se is geen overbodige luxe. Daar wordt nu
weer een gedeelte van af genomen. Er is
alles voor om den bouw aan „Eensgezind
heid" in handen te ge-ven. De Vereeniging
heeft reeds een belangrijk offer gebracht
door een bijdrage in de kosten van de dem
ping van een sloot in diie omgeving. Dat
komt thans ten goede aan de bouwers. Sph
wil niet zoggen dat de wethouder zijn mede
werking niet geeft, maar toch gelooft hij
dat door vlugger afdoening van zaken voor
de bouwvoreeniging iets te bereiden ware
geweest.
De heer v. Wel zen (C.P.) zegt dat
de arbeiderswoningbouw een bron tot spe
culatie begint te warden. De Overheid
moet dit tegen gaan en de vereenigingswo-
ningbouw bevorderen.
De heer van Es (A.R.) is van meening
dat het belang van de gemeente meebrengt
dat de grond wordt verkocht ^an particu
lieren. De verkoop brengt direct geld in het
laatje en dat is in dezen tijd niet te versma
den. Er is niet veel kans op dat de regeering
een voorschot voor de bouw door een ver
eeniging zal verstreikken. Wanneer men dit
voorschot probeert te krijgen en de adspi-
rant-koopcrs zien intusschen van den koop
af, dan is men verder van huis. De Raad
dienit het zekere voor het onzekere te ne-
De heer Wilbrink (C.H.) wijst er op
dat in den na-oorlogstijd de woningbouw-
vereenigingen bouwden met toeslag van
rijk en gemeente. Zij hebben wel de zaak
georganiseerd, maar de Overheid heeft be
taald. Men kan dus moeilijk een verwijt
richten tot de particuliere bouwers, dat zij
niet gebouw hebben in dien tijd. De verwij
ten van den heer Kooistra gaan niet op.
Wat nu het onderhavige voorstel betreft
merkt spr. op dat het zeer begrijpelijk is dat
de Overheid voor het oogenblik de arbei
derswoningbouw wil loslaten, nu de parti
culieren zich hoe langer hoe meer op dit
terrein gaan begeven. Wat er voor bezwaar
tegen is dat de arbeiders zich een eigen wo
ning opsparen, begrijpt spr. niet. Spaarzame
arbeiders vormen de minste risico voor de
gemeente. Nu de centrale regeering geen
medewerking wil verleen en voor woning
bouw, is er alles voor om de grond aan par
ticulieren te verkoopen. Er blijft dan geen
geld renteloos liggen. Geen grond blijft
braak liggen. Het beteekent ook woning-
verruiming en een aanleiding te meer voor
huurverlaging. Spr. zal gaarne zijn stem
aan het voorstel geven.
De heer Bergers (R.K.) steunt even
eens het voorstel van B. en W. De woning-
bouwvereenigingen moesten eigenlijk deze
goedkoope woningbouw toejuichen. Spr.
prijst het in de arbeiders wanneer zij een
huisje koopen en op die manier hun spaar
geld beleggen. Deze goedkoope bouw komt
aan de arbeiders ten goede. Spr. is er har
telijk voor.
De heer Schüller (S.D.) ontkent, dat
de particuliere bouwers goedkooper kunnen
bouwen dan de vereenigingen. Spr. weet
wel wat er te koop is in de bouwerswereld.
In zijn tegenwoordige functie doet spr. nog
meer aan deze materie dan toen hij nog in
het particuliere bedrijf was. (Spr. is tim
merman in Rijksdienst).
Wethouder Splinter: Toen deed je er
dan zeker heelemaal niet aan.
De heer Schüller heeft het over den
tijd toen hij nog jong maatje was.
De voorzitter: Wilt U Uw biografie
zoo kort mogelijk maken?
De heer Schüller: Ik heb een goede
leerschool gehad in de Commissie van Fa
bricage.
De heer Bosman: Hij was altijd een
moeilijke leerling!
Wethouder Splinter wijst er op, dat
B. en W. zich zeer veel moeite hebben ge
geven om de vereenigingsbouw te bevor
deren. Er zullen echter nog slechts enkele
plannen aan de orde komen, alleen die van
„Tuinstadwijk", „Ons Belang" en „Werk
manswoningen". De rest komt bij de regee
ring niet meer in aanmerking. Daar heeft
men zich bij neer te leggen. Dat de exploi
tatie van particuliere woningen duurder
zou zijn, ontkent spr. Voor arbeiders die
willen sparen zijn ze uitstekend geschikt.
Spr. wijst er voorts op, dat reeds meerdere>
malen grond aan particulieren is verkocht,
b.v. in de Kooi. Een toezegging aan „Eens
gezindheid" is inderdaad gedaan, en deze
toezegging is de gemeente geheel nageko
men. De kinderspeelplaats blijft even
groot als aanvankelijk was geprojecteerd.
De slootdemping was een voordeel voor de
Vereeniging zelf. Als het voorstel van B.
en W. verworpen wordt blijft de grond
braak liggen. Tenslotte wijst spr. er op,
dat er op 't oogenblik een woningoverschot
is van 537. Er zijn momenteel 819 wonin
gen in aanbouw. Daaronder zijn vele kleine
woningen.
De heer Kooistra (S.D.) repliceert
en noemt het een praatje, dat particulieren
goedkooper bouwen. Het principe van het
voorstel is onjuist. Merkwaardig noemt
spr. het, dat de hoofdinspecteur van volks
gezondheid, de heer v. d. Kaa, tevergeefs
heeft moeten wachten op inlichtingen van
B. en W. inzake woningbouwplannen. Dat
is niet bevorderlijk voor een goede gang
van zaken. Spr. dient een amendement in,
dat de voorwaarde wordt gesteld, dat de
huren der woningen niet hooger mogen
zijn dan ƒ5.per week.
De voorzitter ontzenuwt met tal van
argumenten het verwijt van den heer
Kooistra, bij zijn repliek genoemd.
De heer Eikerbout (A.R.) repliceert
eveneens, waarna de heer L o m b e r t
(R.K.) de vereenigingsbouw verdedigt. De
bouw van een goede arbeiderswoning en
de exploitatie daarvan is het best toe te
vertrouwen aan de woningbouwvereeni-
gingen. Spr. is daarom tegen het voorstel
van B. en W.
De heer v. Rosmalen (C.H.) wil eie
ren voor z(jn geld kiezen. Als het Rijk toch
niet steunt en er van vereenigingsbouw
niets kan komen is het 't best deze parti
culiere bouw te steunen.
De heer Wilbrink (C.H.) bestrijdt
het amendement-Kooistra. Men kan de
particulieren niet aan een prijs binden.
Denk eens aan eventueele inflatie. Ook
wethouder Splinter bestrijdt dit voor-
stel-Kooistra op dezelfde gronden.
Het voorstel van B. en W. sub a wordt
aangenomen z. h. st.
Het voorstel-Kooistra wordt verworpen
met 21 tegen 13 stemmen. Vóór stemden
de S.D.A.P. en de heeren v. Weizen, Vos en
Eikerbout
Het voorstel van B. en W. sub b wordt
aangenomen met 20 tegen 14 stemmen.
Tegen stemden de S.D.A.P. en de heeren
v. Weizen, Vos, Eikerbout en Lombert
De rest van het voorstel van B. en W.
wordt aangenomen z. h. st
Het reglement van orde.
4o. Voorstel tot wijziging van het Re
glement van Orde voor de ver0 ideringen
van den Raad der gemeente Leiden.
Algemeene beschouwingen worden niet
gehouden.
Bii de artikelsgewijze behandeling komen
enkele amendementen van den heer Vos
aan de orde. Deze amendementen zijn
hoofdzakelijk van redactioneelen aard. B.
en W. stellen naar aanleiding van zulk een
amendement voor de aankondiging der
raadsvergaderingen niet meer te doen
plaats hebben in een of meer plaatselijke
bladen maar alleen op het raadhuis. Dit
maakt naar wethouder G o s 1 i n g a toe
licht, een einde aan een bevoorrechting van
het Leidsch Dagblad, dat alleen voor deze
aankondiging een vergoeding ontving. De
bladen ontvangen alle de raadsagenda dus
in 't vervolg alleen als bericht Het amen
dement wordt aangenomen.
De heer Groeneveld verdedigt een
amendement om de notulen der vergade
ringen te doen vervallen. Het gedrukte ver
slag is voldoende. Dat kan opgelegd wor
den als notulen.
De voorzitter antwoordt dat de heer
Groeneveld de notulen wat erg kleineert.
Archivarisch hebben die notulen groote be
teeken is, Het steno-analytisch verslag als
notulen te aanvaarden vindt spr. onjuist.
Het is gevaarlijk daaraan een officieel ka
rakter te geven.
De heer Groeneveld acht het noodig
over dit voorstel ook nog in tweede en der
de instantie te spreken. Daarna wordt het
verworpen met alleen de stem van den
heer Groeneveld voor!
De vergadering wordt daarna geschorst
tot 's avonds kwart over acht.
AVOND ZITTING.
De demping van het LevendaaL
In de avondzitting wordt de behandeling
van het gewijzigde Reglement van orde, in
verband met afwezigheid van den Burge
meester geschorst en komt aan de orde
punt 5:
5o. Vocrstel in zake het dempen van het
Levendaal c. a., tot het doortrekken van
de Oegstgeesterlaan en de Mariënpoelstr.
c. a., alsir ie tot het vaststellen van de
desbetreffende begrootingsregelingen en
van verordeningen resp. op de heffing en
de invordering van een belasting onder den
naam van „Baatbelasting Levendaal" te
Leiden.
Wethouder Splinter presideert het
eerste gedeelte van den avond.
Hierbij komt tevens in behandeling punt
6: de interpellatie van den heer van Stra
len inzake de Levendaal-demping en de
doortrekking van de Mariënpoelstraat.
Ook kwam tegelijk in behandeling een
voorstel van den heer Schüller om te be
sluiten sub 1 en 2 van het ingekomen stuk
No. 39, dxi. 14 Juni 1934 aldus te lezen:
le over te gaan tot het dempen van het
Levendaal tusschen Steenschuur en de 4e
Binnenvestgracht; 2e. dat voor het maken
van een verbindingsweg tusschen het Le
vendaal en de Utrechtsche brug de rooilij
nen van het Levendaal dienen te worden
aangehouden en daarvoor de perceelen
Plantage no. 9 en Plantsoen no. 21 aan te
koopen of te onteigenen.
De heer M anders (R.K.) begrijpt niet
de motieven, die er toe geleid hebben om
het Levendaal niet tot aan de Steenschuur
te dempen. De kosten daarvan zouden
slechts weinig meer bedragen hebben. Dat
dit laatste stukje een typisch stukje stads-
schoon zou zijn, kan spr. niet inzien. Inte
gendeel. Het stukje zal ook erg vervuilen
en de klachten zullen opnieuw loskomen.
Dat het laatste stukje gedempt wordt is
ook een belang voor het verkeer. Zeer
gevoegelijk kan ook de zgn. Groene brug
uit het plan blijven.
De Oegstgeesterlaan heeft spr. voorge
steld door te' trekken op de bestaande
breedte, namelijk 25 M. Spr. dacht dat dit
loigisch was. Men handhaaft deze breedte
niet, omdat de Oegstgeesterlaan zijn be
stemming verloren zou hebben. Dat kan
spr. niet inzien. Het verkeer zal hem zijn
bestemming doen behouden. Ook aesthe-
tisch zal een smallere doortrekking van de
Oegstgeesterlaan een onbevredigende op
lossing geven. Dat de 25 M. oplossing duur
der zou zijn, acht spr. niet juist. De bouw
grond aan een laan van 25 M. is meer
waard dan aan een laan van 15 M. Boven
dien behoeft de geheele breedte niet be
straat te worden.
Om de verschillende werken uit te voe
ren bij wijze van werkverschaffing heeft
veel voor. De loonen zijn niet hoog, maar
het is in elk geval beter loon te ontvangen
voor geleverd werk dan steun te trekken.
Daarom zal spr. zich neerleggen bij deze
wijze van uitvoering.
De heer v. Stralen (S.D.) zegt, dat
op aesthetische en technische gronden lan
gen tijd de demping van het Levendaal is
tegengehouden. Eenige jaren geleden was
financieel de uitvoering nog zeer wel mo
gelijk. De te lange voorbereiding heeft
daarin echter verandering gebracht. Toch
gelooft spr., dat de demping nog op de
gewone financieele wijze mogelijk is. B.
en W. hebben zich echter vastgezogen op
het standpunt, dat zooveel mogelijk alles
in werkverschaffing moet worden uitge
voerd. De fractie van spr. heeft daartegen
ernstig bezwaar. De loonen in werkver
schaffing (40 ct. per uur) zijn veel te laag.
Het betreft hier een normaal en zeer ur
gent werk. Ook de geschoolde arbeiders
zullen voor 40 ct, moeten arbeiden. Dat is
ƒ19.20 per week. Men heeft gepoogd thans
bij deze werkverschaffingsobjecten de aan
nemers in te schakelen. Dat is gelukt. Een
poging om de geschoolde arbeiders hooger
loon te geven is mislukt. De arbeiders zijn
weer onder de tafel gewerkt. Spr. maakt er
B. en W. een verwijt van, dat zij onvol
doende hebben medegewerkt om voor de
arbeiders iets te bereiken. Spr.'s interpel
latie is ook op een onaangename wyze on
mogelijk gemaakt. Een ernstig woord van
afkeuring is hier op zijn plaats. B. en
W. hebben aan den minister medegedeeld,
dat tegen de wijze van uitvoering in den
raad hoegenaamd geen oppositie zou zijn.
Wordt de S.DA.P. aan den kant gesteld?
Zijn dat tweede-rangs burgers? Waar moet
het heen met het loonpeil? Met een bloe
dend hart zal de S.D.-fractie tegen dit
voorstel moeten stemmen. Spr. wil echter
nog een poging doen om dit te voorkomen
en stelt voor om het werk bij normale aan
besteding uit te voeren. Voorts stelt spr.
voor om de raad te doen uitspreken aan
B. en W. op te dragen aan de Regeer in g
een bijdrage te vragen uit het zgn. Werk
fonds.
Wethouder R o m ij n: Dan duurt het nog
drie jaar.
De heer v. Stralen: Dat is dan een
schandaal en moet u ze maar eens porren.
Spr. stelt in de derde plaats voor de loonen
voor de geschoolde en vakarbeiders in
overeenstemming te brengen met de be
staande collectieve contracten.
In de vierde plaats dient spr. een voor
stel in om het verbreeden der Utrechtsche
brug in elk geval op normale wijze uit te
voeren. Dat zijn de pogingen die de fractie
wil doen om te redden wat er te redden
valt. Als deze pogingen mislukken zal de
S.D.-fractie tegen het voorstel stemmen.
De heer Schüller (S.D.) zegt, dat B.
en W. genegeerd hebben het raadsbesluit
om het geheele Levendaal te dempen.
De voorzitter: Dit voorstel is in
prae-advies gegaan.
De heer Schülle r verdedigt zyn voor
stel om de beide perceelen naast de nau
we doorgang vanaf Levendaal naar Plant
soen aan te koopen. Deze doorgang is 6.50
M. breed. Het kan daar niet anders dan een
kerkhof worden. Laat men thans een af
doende oplossing maken. Spr. verdedigt
voorts zijn voorstel om ook het stukje
SteenschuurBarbarabrug te dempen. Spr.
sluit zich in dit opzicht aan bij het rap
port van den directeur van Gemeentewer
ken. B. en W. beroepen zich op de meer
dere kosten. Maar waarom verzwijgen zij
dat binnenkort groote kosten zullen ont
staan voor verbetering van de walmuren?
Het blijvende stukje Levendaal zal ver
schrikkelijk gaan vervuilen. Spr. citeert
verschillende deskundigen om dat aan te
toonen. Het bezwaar van de Leidsche Ver
eeniging van Industrieelen, dat de aanvoer
van materialen per schip zal worden on
mogelijk gemaakt legt geen gewicht in de
schaal, evenmin als de andere bezwaren
van deze vereeniging.
De heer Wilmer (R.-K.) gelooft, dat
het 't beste is om tevreden te zijn met het
voorstel van B. en W. zooals het er ligt,
wat betreft de uitgebreidheid van de dem
ping van het Levendaal. Laat de raad be
sluiten, hiermede te beginnen en aan B. en
W. den wensch kenbaar maken, later,
spoedig, het nog resteerende ongedempte
gedeelte van het Levendaal te dempen.
Het betoog van den heer Manders om
trent de breedte van het door te trekken
gedeelte van de Oegstgeesterlaan heeft op
spr. wel indruk gemaakt.
In de verwachting, dat de Levendaal-
demping op normale wijze zou worden uit
gevoerd is spr. teleurgesteld. Dat het werk
moet worden uitgevoerd in werkverschaf
fing, is een groote schaduw over dit voor
stel. De loonen zijn zeer laag. Als men zoo
zou doorgaan, zou wel "alles in werkver
schaffing kunnen geschieden.
Als echter het voorstel-v. Stralen zou
worden aangenomen, zou er voorloopig niets
gebeuren. Dat is nog erger. Het betere is
hier de vijand van het goede.
Tegen het instellen van de baatbelasting
heeft spr. bezwaar. In elk geval moeten
alleen de gebouwen belast worden die in
derdaad baat hebben bij de demping. De
fabrieken b.v. hebben geen cent baat bij
de demping. Als de raad de baatbelasting
aanvaardt, wat spr. niet wenscht, dient
voor de fabrieken zeker een uitzondering
gemaakt te worden.
De heer Coster (R.-K.) kant zich te
gen de baatbelasting. Andere grachtdem
pingen zijn ook verricht in het algemeen
belang. Daar heeft men niet gehoord van
baatbelasting. Als menschen gedupeerd
worden wordt de schade hun toch ook niet
vergoed.
De heer de Reede (C.-H.) heeft even
eens bezwaar tegen de baatbelasting. Het
doel van de demping is verbetering der
volksgezondheid, kostenbesparing wat on
derhoud en reiniging betreft en vooral ver-
keersverbetering. Moeten nu alleen de
menschen in de kosten bijdragen die toe
vallig aan de gedempte gracht liggen. Het
is de vraag of zij voordeel zullen hebben
van de demping. De Hoogewoerdbewoners
zullen er b.v. veel meer voordeel van heb
ben. Vele Levendaalbewoners zullen zelfs
door de demping worden geschaad. Wat is
in vredesnaam de rechtsgrond van een
baatbelasting? Spr. kan die niet vinden en
zal tegen dit gedeelte van het voorstel
stemmen.
De heer van Weizen (C.P.) is ook
voor de geheele demping van het Leven
daal en ook voor de aankoop van de per
ceelen in het Plantsoen. De uitvoering bij
wyze van werkverschaffing keurt spr. af.
Er kan toch een geldleening voor dit werk
worden gesloten. Er is geld genoeg te krij
gen. Een loon van 40 ct. is een hoon aan
de arbeidersklasse. Als dit loon dan nog
maar betaald wordt! Want ook daaraan
twijfelt spr. Men kan er later wel tarief-
werk van maken. De voorstellen van den
heer van Stralen zijn zeer naief. De arbei
ders moeten tegen dit voorstel in verzet
komen. Het is aan de Leidsche arbeiders
om uit te maken of zij onder deze voor
waarden aan 't werk willen.
De bezwaren tegen de baatbelas
ting geopperd zijn niet steekhoudend.
Spreker vreest echter dat de baatbelas
ting niet alleen de industrieën zal treffen
maar ook de bewoners in de vorm van
hoogere huren. Spr. dient een voorstel in
om deze huurverhooging tegen te gaan
door middel van een door B. en W. te ont
werpen regeling.
De heer Wilbrink (C.-H.) was de
eerste in dezen raad die zich uitte tegen
het uitvoeren van werk in werkverschaf
fing, ook toen de sociaal-democraten daar
nog glad voor waren. De toestanden waren
toen echter anders dan nu. Als spr. thans
voor dit voorstel zal stemmen, is dat op
grond van de wenschelijkheid dat er
thans iets gebeurt. We kunnen het voorstel
nu wel afstemmen, maar dat beteekent
weer langdurig uitstel. De S. D. A. P.
heeft de verantwoordelijkheid voor het
bestuur der gemeente niet willen aanvaar
den. Dat is het gemakkelijkst. Maar de
rechterzijde kan zich van critiek van roo-
de zijde weinig aantrekken. Er zijn be
zwaren tegen de wyze van uitvoering, maar
er zal niets aan te doen zijn en daarom
dient men het voorstel te aanvaarden. De
regeeringssubsidie kan niet worden gemist.
En het wordt nu eindelijk eens tijd dat
het werk wordt uitgevoerd. Demping van
het overige gedeelte van het Levendaal is
wensch elijk maar aanneming van een
voorstel daartoe zou momenteel de uit
voering vertragen. B. en W. moeten ge
legenheid krijgen om plannen daartoe na
der uit te werken en ook tot het verbete
ren van de nauwe doorgang bij het Plant
soen. Spr. voelt er iets voor om de Oegst
geesterlaan op 25 M. breedte te houdeik
Hoe staat het met een eventueel tunnel*
plan by de Maredijk? Als daarop kans be
staat zou spr. de Oegstgeesterlaan op de
zelfde breedte willen doortrekken. Als de
baatbelasting zou worden aangenomen zou
spr. evenals de heer Wilmer de industrieën
daarvan willen uitzonderen.
De heer Groeneveld (S.D.) vraagt
hoe het zal gaan met de trambaan. Deze
dient toch verlegd te worden naar het Le
vendaal. Anders zal de Hoogewoerd nog
weinig worden ontlast. De nauwe doorgang
bij het Plantsoen is uit den booze. Dat is
een „val" voor het verkeer. Waarom niet,
direct de benoodigde perceelen aange
kocht?
De heer Huurman (A.-R.) is het met
verschillende sprekers eens, dat hier half
werk wordt verricht. Het is onbevredigend
dat bij het Plantsoen geen radicale oplos
sing is gevonden en dat niet het Leven
daal ineens geheel gedempt wordt. Spr.
zal zich ook met de wijze van uitvoering
noode vereenigen. Dit werk is dringend
noodig en alles had in het werk moeten
wofden gesteld om het werk op gewone
wijze uit te voeren. Spr. is tegen de baat
belasting. Wie heeft baat bij deze dem
ping. Men wordt op het Levendaal stank-
vrij. Maar daarvoor behoeft men toch niet
te betalen.
De heer Eikerbout (A.R.) vindt 't ook
jammer, dat niet het geheele Levendaal
ineens gedempt wordt. Vertraging van de
zaak door aanneming van het voorstel-
Schüller is echter nog meer ongewenscht.
Misschien kan een voorstel door B. en W.
in praeadvies worden genomen, terwijl
met het voorgesteld werk reeds aangevan
gen wordt. De verbreeding van de
Utrechtsche brug dient niet in werkver
schaffing te worden uitgevoerd. Spr. wijst
er op dat ook de Comm. voor de Werkver
schaffing daar eveneens op aangedrongen
heeft. Spr. vraagt wat de bedoeling is van
B. en W. Als werkverschaffing wat de
brug betreft, goedkooper blijkt, wat zullen
B. en W. dan doen? Spr. bestrijdt de voor-
stellep-van Stralen. Het werk zou daardoor
vertraagd worden. Wat betreft het Werk
fonds, dat is geen suppletiefonds, zooals
de heer v. Stralen schijnt te denken. Het
werk heelemaal uit het Werkfonds trach
ten te doen bekostigen zou jaren uitstel
vergen.
De heer Ver we y (S.D.) verdedigt de
baatbelasting. De rechtsgrond daarvoor is
te vinden in de Gem.-wet zelve. In de pan
den op het Levendaal is in de laatste ja
ren een levendige handel gevoerd. Dat is
toch wel een bewijs, dat de eigenaren van
de panden bij de demping zijn gebaat. Het
Levendaal gaat een toegangspoort vor
men voor een zich steeds uitbreidende
stadswijk. Men kan tegen elke belasting
bedenkingen aanvoeren, maar deze zijn in
dit geval niet overwegend.
De heer Bosman (Lib.) juicht de
voorstellen van B. en W. toe. Werkver
schaffing is de eenige mogelijkheid en ieder
woord daar verder over gesproken is noo-
delooze praat. Spr. is tegen doortrekking
van de Oegstgeesterlaan op dezelfde
breedte. Dit geeft noodelooze kosten. Uit
verkeersoogpunt is het niet noodig. Spr.
voelt niet voor de baatbelasting, maar
heeft er toch geen overwegend bezwaar te
gen, als B. en W. haar noodig oordeelen.
De trechter bij het Plantsoen kan spr. even
min bekoren.
De heer T o b (R.-K.) legt zich noode
bij de wyze van uitvoering van het werk
neer. Er is geen andere mogelijkheid.
Spr. vraagt een suppletie voor groote ge
zinnen van arbeiders die in de werkver
schaffing werken.
De verdere behandeling wordt daarna
geschorst tot de volgende vergadering.
7o. Voorstel tot wijziging van de ver
ordening, houdende voorwaarde van opne
ming en verpleging van lijders in het
Krankzinnigengesticht „Endegeest" en' de
afdeeling voor jeugdige zwakzinnigen
„Voorgeest" tte Oegstgeest.
Aangenomen z.hn.
De punten 8, 9. en 10 worden aangehou
den.
De heer Kuipers krijgt gelegenheid tot
het stellen van vragen in varband met
de verhooging van pensioen aftrek van ge
meente-personeel met 1 1/2 met ingang van
1 Juli. Spr. vraagt, of het juist is, dat B.
en W. een dergelijk besluit hebben geno
men; en zoo ja, of zij niet van meening
zijn, dat deze kwestie in het Georgani
seerd Overleg moet worden gebracht.
Wethouder T e p e zal op deze vragen in
de volgende vergadering antwoorden.
Afscheid x
Huurman.
den heer
Aan het eind van de vergadering spreekt
de voorzitter hartelijke woorden van
afscheid tot den heer Huurman. Het spijt
spr. dat hy den Raad gaat verlaten. Veel
werk heeft hij voor de gemeente gedaan.
In verschillende commissies heeft hij betee-
kenisvol werk verricht. Hy heeft de gave
de dingen kort en kernachtig te zeggen. Hij
kent Leiden als weinig anderen en zijn ad
viezen waren steeds van de grootste waar
de. Spr. hoopt dat het den heer Huurman
verder in Leiden doed moge gaan. (Ap
plaus).
De heer Huurman sprak enkele
woorden van dank voor deze waardeeren-
de woorden en voor de instemming daar
mede van den Raad. Spr. dankte ook de
ambtenaren voor de van hen steeds onder
vonden medewerking.