25ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN De Nederlandsche Katholiekendag te 's Hertogenbosch BERICHT ZATERDAG 23 JUNI 1934 No. 7844 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooraitbetafing: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 .11 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «s verhuur, koop en verkoop: 0.50 Openingsrede van Mr. Baron van Wijnbergen Het is drie jaar geleden, dat te Amster dam de vorige Nederlandsche Katholieken dag werd gehouden. Thans heeft 's-Her- togenbosch zich gedurende maanden voor bereid, om de vele Nederlandsche Katho lieken te ontvangen, die hier samen zul len komen, om zich te bezinnen over de verhouding en de wederzijdsche plichten van overheid en onderdanen, over het be grip gezag, over den aard, den oorsprong en den omvang van het gezag. Dit actueele onderwerp is door de Ne derlandsche Bisschoppen ter behandeling op den Katholiekendag te 's-Hertogen- bosch vastgesteld. De indeeling en organisatie is dezen keer verschillend van die bij vroegere samen komsten. De opjzet is er een bijeenkomst van het Katholieke volk van te maken, die het karakter van een massabetooging zal hebben naast dat van studie. Morgen zal het de demonstratiedag zijn, wanneer dan 25.000 gasten in Den Bosch worden verwacht. De organisatie is. breed opgezet en berust bij een uitvoerend co mité onder voorzitterschap van jhr. mr. P. van Meeuwen, secretarissen zijn mr. H. Wagenaar en mr. E. Lamers. Gisteravond heeft het Bossche Gemeen tebestuur in de raadzaal van het stadhuis het hoofdbestuur van den Nederlandsehen Katholiekendag en de genoodigden een officieele ontvangst bereid. Burgemeester mr. F. J. van Lanschot verwelkomde de gasten, waarna Z.H.Exc. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, voor zitter van den Nederlandschen Katholie kendag, voor de hartelijke begroeting en de medewerking van het bestuur der stad dankte. Bij deze begroeting waren eveneens te genwoordig mgr. Diepen, Bisschop van Den Bosch en Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem, minister Deckers, de Com missaris der Koningin in Noord-Brabant mr. v. Ryckevorsel, enz. enz. De deelnemers aan het Congres woonden hedenmorgen in de Kathedrale Basiliek van Sint Jan de H. Mis bij, die door de ken J. Brekelmans werd opgedragen en tijdens welke prof. dr. F. A. Weve O.P., hoogleeraar aan de R.-K. Handelshooge- school, een predicatie hield. Om 11 uur hedenmorgen ving in het Con certgebouw de openingsvergadering aan, waarin na de begroeting door den voor zitter van het plaatselijk comité, jhr. mr. P. van Meeuwen, Baron van Wijnbergen de openingsrede uitsprak, die wij hier laten volgen. OPENINGSREDE. Mot grootse bewondering en met niet minder groote dankbaarheid zien wij, ka tholieken, iin deze veelbewogen tijden op naar den Paus, die schijnbaar niet gedrukt door den last der jaren, met vaderlijke be zorgdheid, met krachtige vastberadenheid ons wijst den te volgen weg, ons telkens doet gevoelen dat ook te midden van het dreigend wereldgebeuren niets te vreezen vailt, ten ©enenmale niets, mits geleefd wordt in ononderbroken vereeniging met Hem, Wiens Stedehouder Hij is. En terwijl op vrijwel elk terrein inzin king vailt waar te nemen, hebben wij het afgeloopen jaar het heerlijk, met name in dezen tijd wondervol schouwspel mogen gadeslaan, dat uit gansch de wereld in on afzienbare rijen men is opgetrokken naar Rome, gehoor gevend aan de roepstem van den Paius, om te zamen met Hem te herden ken Christus' Verlossingsdood, om te sa men met Hem dankbaar zich te herinneren, dat 19 eeuwen geleden werd ingesteld de H. Eucharistie. Groot is de aantrekkingskracht, die juist heden van Rome blijkt uiit te gaan. En be grijpelijk. Niet wetend wat hen wellicht treffen gaat, sluiten de kinderen zich steeds nauwer samen om den Vader, wetend on der Zijn-hoede veilig te zijn. En Deze, zien de hoe groot de gevaren voor afdwaling zijn op elk terrein, spant alle krachten in, op dat men toch hlijve meegevoelen, mede leven met de Kerk, opdat er geleefd worde, gelijk kinderen der Kerk betaamt. En zijn de groote lijnen aangegeven door den Paus, nader uitgestippeld voor ons land worden ze door onze Bisschoppen, die ons steeds met vast hand weten te leiden, die weten te spreken op den juisten tijd het juiste woord, dat woord der Bisschoppen, dat wij altijid, gelijk Schaepmam het ver manend zeide: door ons wordt aanvaard en niet bediscussieerd. En zoo zijn we ten zesden male ver- eenigd als kinderen der Kerk, in grooten getale aanwezig, mede vertegenwoordigend allen, die hier niet aanwezig kunnen zijn. Deze dagen kennen we geen edelman, geen werkman, geen poliitieken, geen socia len werker; als kinderen der Kerk zijn we hier, als zoodanig zijn we een en blijven we een, wat er ook moge gebeuren. Een vreugde is het ons hier te mogen zien den Bisschop dezer Diocese, die en kele dagen terug mocht vieren zijn gouden Priesterfeest in blakenden welstand, het meest afdoend bewijs leverend, dat voor Bisschoppen geen leeftijdsgrens behoeft te worden gesteld. Mgr. Diepen, die op dezen Algemeen Katholiekendag moge willen aanvaarden de gezamenlijke geiukwen- schen vain gansch Katholiek Nederland. En naast hem, begroeten we voor de eerste male hier den jeugdigen Bisschop van Roermond, die niet het minst door zijn gractaevolle beminnelijkheid zoozeer de harten heeft weten te winnen, die als Ne- derlandsohe Bisschop niet slechts behoort aan Limibung, maar ook aan ons, en wien daarom op dezen Nederlandschen Katho liekendag zij gebracht een hartelijk .welge meend eere-saluut. Georganiseerd in het instituut van den Algemeenen Katholiekendag komen we hier samen als kinderen der Kerk, geeste lijken en leeken, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, om onder de directe leiding der Bisschoppen er ons van te door dringen, dat we vóór alles in ons hebben tot ontwikkeling te brengen: het inwendig, het geestelijk leven, het leven naar het Evan gelie, het oog steeds gericht op de verste viging en uitbreiding van het Rijk van Christus, op de bevordering op elk terrein van Christus' Koningschap, gelijk het schit terend werd uiteengezet op den Katholie ken dag te Maastricht. 't Is zoo begrijpelijk, dat het onder Pius X z.g. opgebloeid geestelijk, godsdienstig leven, uitgaand boven dat op politiek, op sociaal terrein, in de verschillende landen in meerdere of mindere mate een deuk moest krijgen itn den oorlog en den tijd na dien, maar onder de begeesterende en stu wende leiding van Pius XI zden we het glo rieus herstal. Dit leven eenmaal in ons tot ontwikke ling gebracht, zullen we, op welke wijze, in welken vorm, in welk verband dan ook, een voor Kerk en Vaderland heilzaimen in vloed kunnen uitoefenen op het staatkun dig en maatschappijk leven, voor den na- dealigen Invloed, van dien arbeid vaak uit gaand, naar we mogen vertrouwen, dan vrijwel immuun gemaakt. Dit laatste mag met des te meer grond verondersteld worden, nu het voornaam ste middel tot bevordering van het voile katholieke leven, de dagelijksche H. Com munie, bijna 30 jaren in praktijk is gebracht nu we verder thans voor het eerst een jonge-volwassen generatie 'op het katho lieke erf begroeten mogen, die de zegenin gen der vervroegde kindercommunie van de prille jeugd af ten voile genoten heeft. Het is die jonge, geestdriftige generatie, die dank zij haar diep religieuze, geestelijke vorming, stellig met hart en ziel zal deel nemen aan den omvangrijken, veelz ij da gen arbeid op katholiek terrein te verrich ten in het bijzonder echter hierop be dacht zal wezen, dat een te druk leven haar niet te zeer in beslag neme, dat organisatie en demonstratie aan contemplatie niet den weg versperren ga. In die gesteltenis georganiseerd in den Algemeenen Katholiekendag, hebben we in de vijf voorgaande bijeenkomsten steeds kenbaar gemaakt èn aan onze mede-katho lieken èn aan onze niet-katholieke landge- nooten, van welke beteekenis de door zulk een band omgeven eenheid voor het katho liek volksdeel is, ook voor het nationale leven, ook voor het Vaderland. Zonder af te dalen naar het practisohe arbeidsveld, waar strijd nu eenmaal niet te vermijden is, zonder de werkmethode aldaar zelfs maar in de minste mate te willen beïnvloe den, worden hier de actueele vraagstukken naar katholieke beginselen besproken, be licht, aan anderen overlatend in bijzonder heden daaruit praotische oonclussies te trekken voor het staatkundig, het maat schappelijk leven. En zoo zullen we, terwijl gansch de we reld door de gezagcrisis wordt beroerd, aanstonds door uiterst bevoegden hooren uiteenzetten de leer van het Gezag, judst in dezen tijd van buitengewoon belang voor de Kerk, en in niet mindere mate voor het Vaderland, het Vaderland, dat we zoo har telijk liefhebben, en dat we, ook juist als een voorrecht achten ons va derland te mogen noemen. Ja, wanneer we een blik in de wereld Slaan, dan mogen we, al bleven wenscben onvervuld, met voldoe ning constateeren de positie, de vrijheid der Katholieke Kerk in Nederland, een vrij heid, die gelukkig niet door een Concor daat behoefde gewaarborgd, maar steun vindt in eigen Nederlandsche staatkundige grondslagen, waaraan ook de katholieken in opvolgende generaties in samenwerking met anderen hebben gearbeid een vrij heid, door ons als kinderen der Kerk in on breekbare eenheid te behouden, waar noo- dig te verdedigen. Hard en veel te werken voor ons vader land met zijn glorieus verleden, het is ook voor ons katholieken dure, tevens zoete plicht, wijl wij dien arbeid mogen verrich ten onder de zegenrijke regeering van een lieve, geliefde Koniinginne, die God spare nog jaren lang, van Koningin Wilhelmina, nu 34 jaren geleden hier ter stede op den Bosschen Katholiekendag door den grooten zoon van Brabant Jan Loeff z.g. in zijn magistrale rede over het Gezag, zoozeer geprezen als de Koningin, zich noemend Koningin bij de gratie Gods, als aldus Loeff een belijdenis van afhankelijkheid tegenover den Oppersten Koning, als een ootmoedige en juist daarom verhevene er kentenis, dat Hare hand den scepter voert in den naam van Dengene, die gezegd heeft: „door Mij regeeren de koningen". Ja, wij weten het, in rouwe is Zij nog gedompeld onze Koningin, en met Haar medevoelend, is het passend en plichtma tig, nu wij voor de eerste maal na het over lijden van onze hoogvereerde Koningin- Moeder hier vergaderd zijn, een woord van weemoedige, dankbare herinnering te wij den aan de nobele Christen-Vrouwe, aan Koningin Emma, die een zoo lange reeks van jaren haar echtgenoot een liefdevolle gade, Haar kind een voorbeeldige moeder, den Staat een wijze Koninginne, der Maat schappij een edele Beschermvrouwe wist te zijn. Wij gaan het werk aanvangen, ons door de Bisschoppen opgedragen. Met de bede, dat de goede God, op de voorspraak der Zoete Lieve Vrouwe van Den Bosch onzen arbeid moge zegenen, is het me een voorrecht den zesden Algemee nen Nederlandschen Katholiekendag ge opend te verklaren. Pater dr. F. Vroom S.J., professor aan het Collegium Berchmanianum te Nijmegen hield hierna een rede over „Het gezag in zijn algemeene aspecten beschouwd. In de vergadering van hedenmiddag sprak Mgr. G. van Noort, deken van Am sterdam, over het gezag in de Kerk. TWEEDE KAMER Het spellingsvraagstuk nog niet opgelost I Gistermiddag werd het debat over de spelling met hernieuwde woede voortge zet. Namens de Sociaal-Democraten ver klaarde de heer K. ter Laan, dat zij het in beginsel eens waren met de compromis- spelling. Door de keuze tusschen deze laat ste spelling en die van de Vries en te Win kel toe te staan, zou er geen einde komen aan de verwarring. Daarom diende hij een motie in, waarin de algemeene invoering van de compromis-spelling bij het onder wijs wenschelijk werd geacht. Nog een tweede motie werd er gister middag ingediend, en wel door den heer Mo lier (R.K.S.P.). Deze heeft zijn denk beelden verdedigd in een rede, die een ware opluchting was tusschen de sprekers- stroom bij dit onderwerp. Hij begon met voorop te stellen, dat de spelling een zoo zuiver mogelijke en zoo eenvoudig moge lijke aanduiding moet zijn van de taal voor het geheele volk, dat die taal spreekt. De Vries en te Winkel hebben zelf gewaar schuwd voor onwaarheid in de spelling, d.w.z. voor een gebrek aan overeenkomst tusschen woordklank en schrift. Aan de historische lijn vasthouden beteekent niet de schildwachten laten staan, als de zaak, die bewaakt moet worden, verdwenen is, zooals Bismark als gezant in Moskou eens opmerkte toen bij onderzoek bleek, dat de schildwachten ongeveer 70 jaar geleden gezet waren door Katharina de Groote om een mooie bloem te bewaken. Neen, de historische lijn volgen beteekent, de aan duidingen van klanken in de spelling te doen verdwijnen,* als die klanken in de taal verdwenen zijn. Alle nieuwigheden stuiten hun, die aan het oudere gewend zijn, tegen de borst, maar het is voor spr. ondenkbaar, dat er iemand in de Kamer is, die om deze reden de nieuwe spelling niet zou willen aanvaarden. Waarom is men in eens zoo vriendelijk tegen de Zuiderlin gen, die de buigings-n zouden uitspreken? Dit is heelemaal geen buigings-n. Er zijn streken, waar men nooit een n uitspreekt, maar er zijn er ook, waar men bij het zelfde woord altijd de n uitspreekt, dus ook in den eersten naamval, b.v. Als wij blijven vasthouden aan een z.g. weten schappelijke spelling, krijgen we een intel- lectueele spelling, die te moeilijk voor het volk is. Naar aanleiding van deze gedach ten, diende spr. een motie in, waarin hij duidelijk deed uitkomen, dat het bij hem niet om de spelling gaat, maar om de ken nis van de Nederlandsche taal, waarvan voor de leerkrachten hoogere eischen van regeeringswege worden gevraagd. De heeren L i n g b e e k (Herv. Staatsp.) en Kersten (Stk. Geref.) voeren natuur lijk uit tegen het compromis, omdat zij meenden, dat hun Statenbijbel in het ge drang zou komen. Minister Marchant ant woordde echter, dat de Statenbijbel met de spellingswijze niets te maken heeft. Van den heer Wijnkoop (C.P.H.), die den minister beschuldigde te willen bezui nigen en de werkloosheid grooter maken door vereenvoudiging van de leerstof, kon de minister niets anders zeggen terecht dat het merkwaardig is, hoe iemand in zijn wantrouwen kan afwijken van een redelijken, ja menschelijken weg. De heer Visser (A.R.) hield een scher pe rede tegen den minister, beschuldigde hem van onbevoegdheid, eenzijdige voor lichting, verwaarloozing van den indivi- dualistischen gevoelsfactor in ons volk, het begaan daardoor van een zware politieke rout, en eindigde tenslotte met te verkla ren, dat de minister hier ondemocra tisch, autoritair en democratisch-fascistisch was opgetreden. De minister weerlegde kalm en zakelijk deze erupties en zeide tenslotte niet te kunnen begrijpen, waar aan hij al die beschuldigingen te danken had. Verder in zijn rede toonde de minis ter zich volkomen eens met den heer Moller. Behoorlijk Nederlandsch is de eerste eisch, die gesteld moet worden. De grammatica moet bijzaak zijn en mag het onderwijs in de Nederlandsche taal niet bederven. Eerst zal de nieuwe spelling doorgevoerd worden bij het onderwijs; daarna zal zij langzamerhand de Departe menten veroveren, n.l. zoodra blijkt, dat de meerderheid van het volk de nieuwe spelling aanvaard heeft. Over de motie van den heer Tilanus zeide spr., dat zij slechts controleerende, niet verbiedende niet terzake was, daar de Kamer ten deze bevoegdheid heeft. Bovendien heeft de heer Tilanus zelf verklaard, dat de Kamer in deze zaak niet kan oordeelen. Tenslotte zegt de heer Tilanus te weten, wat er wèl moet gebeuren. Waarom zegt hij dat niet in zijn motie? Tegen de motie-ter Laan had spr. geen bezwaar op zichzelf, maar vond haar wel ontactisch, omdat het niet zeker is, dat zij aangenomen wordt. Bij de replieken zeide heer de Geer (C.H.), dat het onjuist was, dat de motie- Tilanus staatsrechtelijk niet in orde zou zijn en herinnerde den minister aan een soortgelijke motie door hem als Kamerlid in 1917 voorgesteld. De minister ach- te echter zijn houding zoowel toen als nu correct en wenschte af te wachten of de motie-Tilanus aangenomen wordt. De stemming over de moties zal Woensdag a.i plaats vinden. KERKNIEUWS DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJT BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS BLAD. HET KATHOLICISME IN HONGARIJE Uit de resultaten van de jongste volks telling, waarbij ook aangegeven moest worden tot welke godsdienstige gezindte men behoorde, is gebleken, dat Hongarije thans 8.688.319 inwoners telt, waarvan on geveer tweederde, n.l. 5.630.000 zielen tot de Katholieke Kerk behooren. Verder zijn er 200.000 leden van de Grieksche Katho lieke Kerk, 1.810.000 Hervormden en 534.000 Lutheranen. SOCIALE WEEK DER ITALIAANSCHE KATHOLIEKEN Van 9 tot 16 September a.s. zal te Padua de 18de Sociale Week der Italiaansche Katholieken worden gehouden, waar als onderwerp behandeld zal worden: „De mo raal in het bedrijfsleven. De eerste dagen worden vooral die punten behandeld, die voor ieder beroep geldend zijn: 1. Maat schappij en individu. 2. Taak en ontwikke ling ,van het beroep. 3. Het Beroep van economisch standpunt beschouwd. 4. Be roepskeuze en voorbereiding. 5. Weten schap en geweten. 6. De vrouw in beroep en bedrijfsleven. Zij die zich per 1 Juli a.s. wenschen te abonneeren op ,,DE LEIDSCHE COURANT", ontvan gen de voor dien datum verschij nende nummers gratis. DE ADMINISTRATIE. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Een moord In Duitschland met politieken ondergrond? (3de blad). Beperking In de nitglfte van deviezen door de Duitsche Rijksbank (3de blad). BINNENLAND. De Alg. Ned. Katholiekendag te 's-Her- togenbosch. (1ste blad). Bij de Staten-Generaal is ingediend een wetsontwerp, waarvan de strekking is het verbieden van loterijen of z.g. premie- leeningen, waarbij voor de toekenning van prijzen of premiën gebruik wordt gemaakt van den uitslag der trekkingen van de Staatsloterij (1ste blad)., Jongen te Rotterdam in gesloten kluis, welke bij opening in brand raakte. (Gem. Ber. 4de blad). Meubel-opslagplaats te BloemeitJaal af gebrand. (Gem. Ber. 4de blad). Proefvlucht van de F. 36 boven Schip hol (3de blad). LEIDEN. De directeuren van Gemeentewerken en Bouw- en Woningtoezicht spraken voor het Instituut van Volkshuisvesting en Steden bouw over Leiden. (3de blad). In de studio's der K. R. O. (4de bl.). Radio-programma's. (2de blad). De aigeloopen week in het Buiten land. (4de blad). DE KINDERRUBRIEK MOETEN WIJ WEGENS PLAATSGEBREK TOT MAAN DAG UITSTELLEN. AUTO VAN DEN DIJK GEREDEN. Drie personen gewond. Uit Anna Faulowna wordt gemeld: Hedenmorgen omstreeks 4 uur, reed een vijftal jongelui in een open auto op den weg langs het Balgzandkamaal op weg naar de T.T. races te Assen. De bestuurder, de 19-jarige P. H. Perk uit Zaandam, die met zeer groote snelheid reed, raakte de macht over zijn stuur kwijt en reed van dien dijk. De inzittenden Mej. M. Perk, zus ter van den bestuurder, J. Louman uit Zaandam en M. van Wijk en H. van Wijk, beiden udt Wassenaar, werden uit den wagen geslingerd. De heer Louiman be kwam ernstige inwendige kneuzingen en een bekkenfractuur. Hij moest in het zie kenhuis te Den Helder worden opgenomen. Mej. van Wijk kreeg een been- en arm breuk en moest naar huis worden vervoerd. De bestuurder werd licht gewond, terwijl de beide andere personen Mej. M. Perk en H. van Wijk, ongedeerd Meven. De auto werd ernstig beschadigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1