Dr. J. POS
NOG SLEGHTS
4 DAGEN GRATIS KOOPEN
DENK VOORAL
WA n I
I
WW fl fl 1
L
WOENSDAG 13 JUNI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD. PAG. 2
BAROMETER.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 13 Juni 1934, medegedeeld
door het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
te De Bildt.
Hoogste barometerst.: 764.6 te Seydisfjord.
Laagste barometerst.: 744.3 te Vardö.
Verwachting tot den avond van 14 Juni:
Meest zwakke tot Zui
delijke wind, half tot
zwaar bewolkt, aan
vankelijk droog weer,
later wellicht eenige
kans op regen, iets
warmer.
In het laatste etmaal begon de luchtdruk
tusschen Schotland en LJsland geleidelijk
te dalen, met gevolg, dat in de langgerekte
strook van hoogen luchtdruk een door
braak dreigt te komen en de hooge druk
zich splitst in twee gedeelten, waarvan het
eene over onze omgeving ligt. De Westelij
ke depressie drong iets verder naar het
Oosten door. Het gevolg van deze gewijzig
de luchtdrukverdeeling zal zijn, dat de wind
naar West tot Zuid krimpt, de temperatuur
stijgt en de kans op regen iets begint toe te
nemen. In de bovenlucht wetrd het belang
rijk warmer, boven de wolkenlaag is het
nog uiterst droog. In het Noord-Oosten
bleef de luchtdruk het laagst en brengen
de depressies polaire winden met sneeuw-
kou op hooger gelegen plaatsen (Abiko 16
m.m. neerslag). Het schijnt echter dat de
minima hun banen naar het Oosten verleg
gen, waardoor de baan der koude luchtma-
sa's tot het Oostzeegebied beperkt zal blij
ven.
LUCHTTEMPERATUUR
Temperatuur des middags te half drie
16 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e*.
Van Woensdagnamiddag 9.50 uur tot
Donderdagmorgen 4.09 uur.
HOOG WATER
Te Katwijk: op Donderdag 14 Juni v.m.
4.37 uur en nam. 4.53 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl"H 7 uur
20 gr. C.
Zweminrichting Hooge Rijndijk: 7 uur
20.5 gr. C.
KINDERTOESLAG.
Juiste bepaling van het begrip.
Den tweeden dag van de bondsvergade
ring van „St. Paulus" te Utrecht begon met
een H. Mis, welke om half acht in de St.
Augustinuskerk werd opgedragen.
Om tien uur vereenigde men zich weer
in „Tivoli", waar het hoofdbestuurslid, de
iheer F. Spit, na een kort openingswoord
van den voorzitter, een inleiding hield over
het vraagstuk van den kindertoeslag.
Het heeft spr. verbaasd, dat in het ove
rigens belangrijke rapport der Commissie
ter bestudeering van 't vraagstuk van den
kindertoeslag ingesteld in de R. K. Staats
partij geen enkel woord is gewijd aan de
vraag waaraan het normale loon in ver
band met de rechtvaardigheid moet vol
doen en hij begrijpt b.v. niet, hoe men
kwam tot de uitspraak, dat de toeslag
reeds moet beginnen met het eerste kind.
jöeze meening is toch in strijd met aie van
de overgroote meerderheid der katholieke
sociologen.
Een juiste belooning van den men schel ij
ken arbeid komt overeen met het absolute
familieloon.
Het minimumloon behoort dus te omvat
ten het bestaan van den arbeider met een
gewoon, dat is een gemiddeld gezin met
alle risico's die zich daarbij voordoen d.L
van ziekte, van ongeval, enz.
Moet ook aan den niet gehuwden arbei
der dit familieloon worden uitbetaald?
Spreker beantwoordt deze vraag beves
tigend, omdat die belooning als maatstaf
voor de waarde van den arbeid moet wor
den aangenomen, dus moet ook aan hem,
die de volle waarde van den arbeid levert,
dit loon worden uitbetaald.
Zal, zoo vraagt spr. verder, by de toe
passing van kindertoeslag geen loondruk
gevreesd moeten worden? Ongetwijfeld
voor zoover deze bedragen die voor kin
dertoeslag worden bestemd in mindering
komen van het totaal dat te verdeelen is,
doch dit geldt voor de toepassing van alle
sociale maatregelen en in de praktijk zal
men moeilijk voorbeelden vinden, dat daar
waar kindertoeslag boven het bepleite ge-
zinsloon wordt toegepast de loonen lager
zouden zyn, dan daar waar die toepassing
niet plaats vindt.
Spr. besluit met de hoop uit te spreken,
•dat als gevolg van de bespreking van dit
vraagstuk op dit congres de geesten nader
tot elkaar zullen buigen. Juist deze tijd
vraagt een juiste bepaling van het begrip
kindertoeslag, vooral van een katholieken
vakbond. „Tijd".
Het Tandheelkundig Instituut van
Breestr. 65 LEIDEN, Tel. 3532
Nederlandsch
Duitsch
en Amerikaansch
berekent voor een GEHEEL ONDER
EN BOVENGEBIT
fAj<t met 9a"
rantie
tezamen
Pijnloos tre.iken inbegrepen.
Een geheel Onder of Boven-
gebitf24.50
Volstrekt Pijnlooze Trekkingen f 1.50
Halfjaarlijksche Controle en Mond-
onderzoek kosteloos.
SPREEKUREN: lederen werkdag van
9—12 en 1—4 uur.
Avondspreekuur: Dinsdag en Donder
dag van 79 uur. 2036
Er werden een reeks conclusies aangeno
men, waarin het gezinsloon gebaseerd werd
op man, vrouw en twee kinderen. Kinder
toeslag, beginnend by het derde kind.
Met een hartelijk woord werd de gees
telijke adviseur, Pastoor Jansen uit Den
Haag, door den voorzitter, den heer L. F.
Guit, verwelkomd.
Na de lunch werd een besloten vergade
ring gehouden, waarin beraadslaagd werd
over een voorstel-Zaandam, om de salaris
sen der bezoldigde bestuurders te herzien,
hetgeen een verlaging beteekende. De voor
zitter deelde bij heropening der openbare
vergadering mee, dat het hoofdbestuur
reeds sinds Januari jJ. vrijwillig een kor
ting op de salarissen toepaste, met 1 April
zelfs verhoogde korting. Het congres keur
de deze verlaging echter niet goed. Er zal
daarom tot verlaging niet eerder worden
overgegaan, dan wanneer de begrooting
ddit noodzakelijk maakt.
Z. h. st. werd de volgende motie aange
nomen.
Motie In verband met nieuwe
loonsverlagingen.
De Ned. R. K. Bond van Overheidsper
soneel „St. Paulus"
gehoord de inleiding van den bondsvoor
zitter betreffende het standpunt van het
(hoofdbestuur bij behandeling van voor
stellen tot loonsverlaging,
hecht zijn goedkeuring aan het daarom
trent door het hoofdbestuur gevoerde be
leid en spreekt voor den komenden tijd zyn
vertrouwen daarin uit,
erkent voor de behandeling van genoem
de voorstellen de waarde van het georgani
seerd overleg, waardoor in het verleden in
vele gevallen mogelijk was te komen tot
een compromis, dat beteekende het voor
komen van een grooter leed,
is echter van oordeel, dat het opleggen
van steeds nieuwe loonsverlagingen ons
volk op den duur tot steeds grooter verar
ming brengt, zonder dat dit tot oplossing
van de crisis bijdraagt,
wijst er met nadruk op, dat deze opvat
ting eveneens gehuldigd wordt door op
sociologisch en economisch terrein gezag
hebbende katholieken,
spreekt uit, dat de reeds gebrachte offers
ook vele gezinnen van het Overheidsper
soneel in groote moeilijkheden hebben ge
bracht en ook daarom in de toekomst tegen
verder gaande verlagingen sterker dan ooit
verzet geboden is,
besluit deze motie te doen toekomen aan
de overheidscolleges, aan de R. K. Fractie
van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
aan het Bestuur van het R. K. Werklieden
verbond en te publiceeren in de pers.
Aangenomen werd een voorstel van het
hoofdbestuur om de wachtgelders van de
ledenlijst af te voeren.
Hun wordt in overweging gegeven lid te
worden van den katholieken vakbond in
het particuliere bedrijf, waar geacht kan
worden, dat hun plaats is. Gedurende den
tijd van hun wachtgeld kunnen zij by
eventueele moeilijkheden, voortvloeiende
uit hun positie, op bijstand vain het hoofd
bestuur rekenen.
Afwijzend werd beschikt op een voor
stel van Gouda, dat gesalarieerde hoofdbe
stuurders by afloop van hun mandaat geen
oandidatuur meer mogen aanvaarden voor
de Tweede Kamer, voor de Provinciale
Staten en den gemeenteraad.
UITVOER VAN RAUWE MELK, ENZ.
Bepalingen, die overbrenging van ziekte
kiemen moeten voorkomen.
Tot voor kort was de uitvoer van rauwe
melk, room, ondermelk en karnemelk niet
aan beperkende bepalingen onderworpen.
Aangezien men in belanghebbende kringen
vreesde, dat de landen waarheen wij expor
teeren tegen dien invoer van rauwe pro
ducten maatregelen zouden kunnen nemen,
zyn sinds 15 Maart j.l. by algemeenen
maatregel van bestuur nieuwe voorschrif
ten ingevoerd. Het betreft hier vooral de
garantie, dat de rauwe producten geen ge
vaar van besmetting met mond- en klauw
zeer e.d. opleveren.
Er is thans een wetsontwerp ingediend,
dat strekt tot bekrachtiging van dien alge
meenen maatregel van bestuur.
Bovendien is in het ontwerp een aanvul
ling opgenomen betreffende het verleenen
van eenige faciliteiten ten opzichte van het
internationaal verkeer en het grensver
keer.
DE BOM OP „DE ZEVEN PROVINCIËN".
Opnieuw vragen.
Het soc.-dem. Tweede Kamerlid Albar-
da heeft aan den Minister van Defensie de
volgende vragen gesteld:
Heeft de Minister kennis genomen van
de nadere berichten, volgens welke de com
mandant van het esquadrille vliegtuigen,
dat tegen de „Zeven Provinciën" optrad,
zou hebben nagelaten zijn onderhebbende
officieren mede te deelen, dat de order
luidde om na de sommatie een waarschu-
wingsbom kort vóór den boeg te werpen, en
die commandant, wiens vliegtuig door by-
zondere omstandigheden uitviel, dat ver
zuim niet kon herstellen, waaraan het zou
zyn toe te schrijven, dat de bom het schip
trof zoodat 23 schepelingen werden gedood
en vier ernstig gewond? Zoo ja, wil de Mi
nister dan mededeelen, wat er van die
voorstelling waar is?
Indien de officier, die uit de D 11 de bom
wierp de opdracht, om een waarsehuwings-
bom te werpen vóór het schip, wèl heeft
ontvangen en bedoeld heeft aan die op
dracht te voldoen, acht de Minister dan de
door dien officier genomen voorzorg om
het schip niet te treffen voldoende, als hij
uit een hoogte van 1200 Meter gericht
heeft op een punt slecht 10 Meter vóór den
boeg?
Hadden de vliegers ook de opdracht om
de „Zeven Provinciën" te behandelen als
een buitenlandschen vijand en zoo ja, was
die opdracht dan wel overeen te brengen
met de order om eerst een waarschuwings-
bom te werpen?
Minimumprijzen voor eieren naar
Duitschland.
De minimum-verkoopprijzen voor eieren
naar Duitschland, inclusief verpakking,
franco grens zyn voor de periode van hedpn
tot 15 Juni vastgesteld op: B-klasse (57-58
K.K.) ƒ3.20; A-klasse (62-63 K.G.) 3.50;
S-klasse (boven 65 K.G.) ƒ3.80 per 100
stuks. De extra-uitvoerheffing naar
Duitschland blijft bepaald op 0.75 per 100
stuks.
Mussert bij MussoIinL
Ir. Mussert is naar Rome gegaan.
Zooals de Romeinsche correspondent van
de „Tijd" berichtte, was het min of meer
een geheim bezoek. Er lekte weinig over
uit en de fascistische pers zweeg.
Door het „Utr. Dagbl." laat de heer Mus
sert nu een tegenspraak lanceeren, die be
doeld bericht „volmaakt tendentieus"
noemt. Als wel by meer tegenspraken ge
bruikelijk, erkent hij echter, het essentieele,
n.l. dat over het bezoek weinig uitlekte en
dat de fascistische pers zweeg. Maar dat
was „alleen gevolg geweest van zijn eigen
wensch" aldus de heer Mussert.
INGEZONDEN STUKKEN
HOOGERE STANDEN EN HOOGERE
RECHTEN.
HILLEGOM, 8 Juni 1934.
Geacht Redactie.
Ten zeerste zult U mij verplichten door
opname van de navolgende korte ontboe
zeming.
Eenige dagen geleden stond in Uw blad
in het teeken der drie sterren een hoofd
artikel, getiteld: „Superioriteitswaan".
De navolgende passage trok daarbij mijne
verbaasde aandacht.
„Zooals 't ook de superioriteitswaan ls,
„welke de individuen tegen elkaar opzet
„en verbittering schept. De hoogere stan-
„den vergeten vaak maar al te veel, dat zy
„naast hoogere rechten, voorrechten, hoo-
„gere plichten hebben; dat ten slotte
„hoogere reohten alléén en uitsluitend al-
„leen hun motiveering en rechtvaardiging
„kunnen vinden in de hoogere plichten,
„welke zy moeten verrichten ten bate van
„anderen, van de gemeenschap".
Dat meerdere rechten als consequentie
meerdere plichten moeten medebrengen
spreekt haast vanzelf. Het „noblesse oblige"
behoorde niet tot de middeleeuwen beperkt
te blijven. Evenwel zou het my hoogelijk
iinteresseeren te vernemen waarin heden
ten dage in ons land de „hoogere rechten"
en „voorrechten" bestaan, welke ais moti
veering van zwaardere plichten kunnen
gelden. Mij zyn deze niet bekend, doch men
is nimmer te oud om de lacunes in zyn
kennis aan te vullen. Wel heb ik mij dik
wijls niet kunnen onttrekken aan den in
druk, dat, voorzooverre er noig van privi
leges kan worden gesproken, deze voor de
volksklasse blijven gereserveerd. Het om
gekeerde kon ik nimmer constateeren.
Het is nog niet zoo lang geleden, dat onze
tijd scherp werd gekarakteriseerd door de
opmerking, dat men met een pet op wel
iemand met een hoed van het trottoir mag
loopen, doch dat men met een hoed op een
petdrager beter uit den weg kan gaan.
Ook is mij opgevallen, dat de aanspo
ring van Paus Leo XIII in de encycliek
„Graves de Communi Re", om vooral de
welwillende medewerking in te
roepen van hen aan wie hun stand, ver
mogen en beschaving van geest
e n h a r t wat meer gezag in de maatschap
pij schenken, in het democratisch Neder
land weinig aandacht heeft getrokken, al
thans dat men er zich niet naar heeft ge
dragen.
Wat de opmerking over „superioriteits
waan" betreft, er bestond tot voor kort
groot gevaar dat wij aan „egaliteitswaan"
ten onder zouden gaan.
Vele groote daden zijn slechts uit supe
rioriteitsgevoel te verklaren en wanneer
men er in zou slagen dit gevoel uit te roed
en, zouden wij rijp worden of voor com
munisme of voor Aziatische overheersching.
AAN WAALS' JUNI-RECLAME
U ONTVANGT:
2056
Bij aankoop van f
5.-
Gratis-Son van fl. 1.-
Bij aankoop van f
10.-
Gratis-Bon van fl. 2.-
Bij aankoop van fl
25.-
Grafis-Bon van fl. 5.-
Bij aankoop van 1
50.-
Graiis-Bon van fl. 10.-
Bij aankoop van il
100.-
Gratis-Bon van fl. 20.-
Bij aankoop van fl
250.-
Gratis Bon van fl. 50.-
Bij aankoop van fl
500.-
Grafis-Bon van fl 100.-
Leest verder de aanplakbiljetten op onze etalages
HAARLENHV3ERSTR
133-136 LODEN
Hiermede wordt niet aangetast het feit, dat
wy allen schepselen Gods zyn, kinderen
dus van één Vader. Toch zal men bijv. de
Amerikanen ook de geloovigen onder
hen niet kunnen overtuigen, dat hun su
perioriteitsgevoel tegenover het zwarte ras
misplaatst is.
What is bread is the bone won 't get out
of the flesh.
Beleefd betuig ik U mijn dank voor de
verleende plaatsruimte en verblijf met de
meeste
Hoogachting,
Uw dw.
D. F. PONT
Het doet ons genoegen, met den geachten
inzender mr. D. F. Pont (burgemeester van
Hillegom) van gedachten te mogen wis
selen.
Wy willen onzen opponent, in de lyn
van zijn betoog volgen.
Hij is 't met ons eens, vindt 't haast van
zelf sprekend, dat meerdere rechten als
consequentie meerdere plichten moeten
meebrengen.
Maar, zoo vraagt hij, waarin bestaan he
den ten dage in ons land de „hoogere rech
ten", „voorrechten", welke als motiveering
van hoogere plichten kunnen gelden?
Schrijver heeft deze nooit kunnen consta
teeren, zeker niet bij de hoogere standen;
hem zijn deze niet bekend, doch „men is
nimmer te oud" om te leeren.
Wat de laatste bewering betreft daar
mede zyn wy het volkomen eens, niet in 't
minst wat ons zelf aangaat. Ons heeft mr.
Pont door zijn „ontboezeming" geleerd, dat
wy voorzichtiger moeten zijn, met als van
zelfsprekend voor allen te aanvaarden, wat
voor ons feitelijk vanzelf sprekend is.
Vanzelf sprekend is het voor ons, dat de
hoogere standen in het algemeen, als re
gel (in dezen crisis- en malaisetijd een re
gel met véél uitzonderingen dat erken
nen wij onmiddellijk) „hoogere rechten"
bezitten.
't Schijnt ons toe, dat de geachte inzen
der te veel zijn aandacht gericht heeft op
„hoogere rechten", „voorrechten", welke
kunnen worden toegekend, en daardoor
zich verblindt voor het feit, dat er zoovele
„hoogere rechten", „voorrechten" bestaan,
welke voortvloeien uit een bezit, geestelijk
of stoffelijk. Deze laatsten bestaan, zoolang
zy niet worden ontnomen niet alle kun
nen worden ontnomen), al kan men ze niet
altijd volledig effectueeren, benutten.
Welnu, in onzen tijd worden in ons land
aan de hoogere standen geen „hoogere
rechten' „voorrechten" toegekend. Dat
ls volkomen waar. Het feit constateeren
wy hier, zonder in de waardeering ervan
te willen treden.
Maar ook is het een feit, dat de hoo
gere standen wel degelijk „hoogere rech
ten" „voorrechten" bezitten. De bewijzen?
Nogmaals: 't feit is voor ons zoo vanzelf
sprekend als de eenvoudigste waarheid ter
wereld. Maar het schijnt te moeten worden
aangetoond, te moeten worden aangewezen.
Het sociale verschijnsel, dait zich aan
dient als „maatschappelijke stand" meencn
wij het best aldus te kunnen definieeren:
stand is gelegen in de gemeenschap van de
zelfde cultuurgoederen als ook zekere uiter
lijke beschavingsgoederen, waardoor dege
nen, die onder die gemeenschap vallen, in
vorming en levenswijze (het moreele daar
gelaten) ongeveer overeenkomen.
Degenen, die inderdaad tot de hoogere
standen mogen worden gerekend, bezitten
dus hoogere cultuurgoederen. Dat is eigen
lijk op zichzelf al een „voorrecht".
Maar uit dat voorrecht ontspruiten i n h e t
algemeen, als regel ook, zeer con
crete en tastbare „hoogere rechten". Zij
worden geroepen tot het uitoefenen van
hoogere, leidende functies in het leven, ge
nieten een grooter inkomen, waardoor zy
zich weer meer genot en gemak kunnen ver
schaffen, waardoor zij weer „voorrechten"
gaan genieten, welke anderen niet bezitten.
Wij zyn door den geachten inzender
haast angstvallig bevreesd gemaakt, dat
wij worden misverstaan. Er daarom: wij
keuren natuurlijk het bestaan van die
„hoogere rechten" en „voorrechten" niet af;
integendeel.
Maar, als wy het eerlijk mogen zeggen:
wij betreuren het wel, als men deze f e i-
telykheid niet erkent, daarvan niet
doordrongen is.
In de jaren, dat wij niet slechts te oud
waren om te leeren, doch ons tot niets
anders geroepen achtten, dan om te lee
ren (jaren, die tegenwoordig vlugger ver
streken schijnen te zijn), maakten we eens
met een ouder en respectabel persoon, on
der onze vacantie, een wandeling; onze
aandacht werd sterk getrokken naar een
AGENDA
LEIDEN.
Woensdag Leidsche Kunstkring nVoor Al
len" Jaarvergadering „In den Ver
gulden Turk" 8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van M a a n d a g 11 tot en
met Zondag 17 Juni a.s. waargenomen
door apotheek: M. Boekwijt, Vischmarkt 8,
WILT U IETS WETEN?
Morgen (Donderdag) geen gelegenheid
voor mondelinge rechtskundige inlichtin
gen. Ook kunnen gedurende de laatste
twee weken van deze maand geen rechts
kundige vragen beantwoord worden.
man, die een vaartuig voorttrok (vroeger
zag men dat meer). En mijn wandelgenoot
maakte een opmerking, die heim, voelbaar,
diep uit het hart kwam: God, wat ben ik
bevoorrecht boven dien man daar.
Als wij een confidentie-in-het-openbaar mo
gen doen: In latere jaren, als ontevreden
heid ons wilde bespringen, is nog meerma
len voor onzen geest opgerezen dat beeld
van dien main, die, op een snik-heeten zo
mermiddag, met een touw om het gekromde
lijf, zweetend en zwoegend een schuit
voorttrekt.
Och, wij behoeven toch niet meer woor
den te gebruiken, om te demonstreeren het
feitelijk bestaan van „hoogere rechten",
„voorrechten" bij relatief hoogere stan
den! Dat bestaan moét allen duidelijk zijn
en daarvan moeten zeker de personen uit
hoogere standen zelf levendig overtuigd
zijn.
De geachte inzender heeft zich dikwijls
niet kunnen onttrekken aan den indruk,
dat, voorzooverre er nog van privileges kan
worden gesproken, deze voor de volksklasse
blijven gereserveerd. Dezen indruk mee-
nen wij daardoor te moeten verklaren, dat
inderdaad in onzen tijd aan de volks
klasse rechten zijn toegekend, waar
door zij, in vergelijking met den toe
stand van vroeger, in het bezit is geko
men van, wat men zou kunnen noemen:
privileges. Dat kan de geachte inzender,
natuurlijk, niet afkeuren, integendeel hij
zal de pauselijke encyclieken, ook inzoover-
re zij tot het toekennen van die rechten
aansporen, van ganscher harte aanvaar
den.
Ook wij hebben „nog niet zoo lang gele
den" wel eens zoo'n opmerking gehooid
als inzender memoreert, waarop wij toen
den heer met den hoed, die deze opmerking
maakte, hebben geadviseerd, om ter wille
van zijn aanzien zijn hoed voor een pet te
verwisselen. Van dat advies was hij echter
zeer begrijpelijk niet gediend.
In een volgende alinea van zijn „ontboe
zeming" verwijt de sahrijver aan „democra
tisch Nederland", dat het zich niet gedraagt
naar de aansporing van Paus Leo XIII, om
vooral de welwillende medewerking in
te roepen van hen, aan wie hun stand, ver
mogen en beschaving van geest en hart wat
meer gezag in de maatschappij schenken.
Wij geven toe, dat, helaas, voor dit verwijt
niet alle grond ontbreekt. Maar onze er
varing is toch, dat als regel de Katho
lieke „volksklasse" gaarne aanvaardt, dank
baar is voor de medewerking van de hier
bedoelde personen, als deze inderdaad wel
willend wordt verleend, en dat zij gaarne
om de geheele hand wil vragen, als er
slechts één vinger wordt uitgestoken.
Maar: die „volksklasse" toont vaak ouk
scherp te zien, dat er zijn, die wel „stand"
en „vermogen" bezitten, doch ware „be
schaving van geest en hart" missen; en
dezulken laat ze dan voor wat ze zijn!
Wat de laatste opmerking van den ge
achten inzender betreft nog enkele woor
den. Hij verdedigt „superioriteitsgevoel".
Wij ook! Als iemand werkelijk iets su
perieurs bezit, mag en moet hij er zelfs
zich van bewust zijn, om er mee te kun
nen werken voor, om het dienstbaar te
stellen aan het algemeen belang. Maar wat
wy veroordeelden is de „superioriteits
waan"; heel iets anders!
Eindelijk wij zijn vrij uitvoerig ge
worden een slot met een Nederlandsch
gezegde: Het bloed kruipt waar het niet
gaan kan! Ook in de maatsohappelijk-laagst
geplaatste personen mogen wij altijd, on
danks alle verschil, zien: onze broeders
enzustersin Christus. Dat zijn de hoog
geachte inzender en wij, natuurlijk, volko
men met elkaar eens. Red.