Dr. J. POS NOG SLEGHTS 4 DAGEN GRATIS KOOPEN DENK VOORAL WA n I I WW fl fl 1 L WOENSDAG 13 JUNI 1934 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD. PAG. 2 BAROMETER. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht in den morgen van 13 Juni 1934, medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bildt. Hoogste barometerst.: 764.6 te Seydisfjord. Laagste barometerst.: 744.3 te Vardö. Verwachting tot den avond van 14 Juni: Meest zwakke tot Zui delijke wind, half tot zwaar bewolkt, aan vankelijk droog weer, later wellicht eenige kans op regen, iets warmer. In het laatste etmaal begon de luchtdruk tusschen Schotland en LJsland geleidelijk te dalen, met gevolg, dat in de langgerekte strook van hoogen luchtdruk een door braak dreigt te komen en de hooge druk zich splitst in twee gedeelten, waarvan het eene over onze omgeving ligt. De Westelij ke depressie drong iets verder naar het Oosten door. Het gevolg van deze gewijzig de luchtdrukverdeeling zal zijn, dat de wind naar West tot Zuid krimpt, de temperatuur stijgt en de kans op regen iets begint toe te nemen. In de bovenlucht wetrd het belang rijk warmer, boven de wolkenlaag is het nog uiterst droog. In het Noord-Oosten bleef de luchtdruk het laagst en brengen de depressies polaire winden met sneeuw- kou op hooger gelegen plaatsen (Abiko 16 m.m. neerslag). Het schijnt echter dat de minima hun banen naar het Oosten verleg gen, waardoor de baan der koude luchtma- sa's tot het Oostzeegebied beperkt zal blij ven. LUCHTTEMPERATUUR Temperatuur des middags te half drie 16 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e*. Van Woensdagnamiddag 9.50 uur tot Donderdagmorgen 4.09 uur. HOOG WATER Te Katwijk: op Donderdag 14 Juni v.m. 4.37 uur en nam. 4.53 uur. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting „De Zijl"H 7 uur 20 gr. C. Zweminrichting Hooge Rijndijk: 7 uur 20.5 gr. C. KINDERTOESLAG. Juiste bepaling van het begrip. Den tweeden dag van de bondsvergade ring van „St. Paulus" te Utrecht begon met een H. Mis, welke om half acht in de St. Augustinuskerk werd opgedragen. Om tien uur vereenigde men zich weer in „Tivoli", waar het hoofdbestuurslid, de iheer F. Spit, na een kort openingswoord van den voorzitter, een inleiding hield over het vraagstuk van den kindertoeslag. Het heeft spr. verbaasd, dat in het ove rigens belangrijke rapport der Commissie ter bestudeering van 't vraagstuk van den kindertoeslag ingesteld in de R. K. Staats partij geen enkel woord is gewijd aan de vraag waaraan het normale loon in ver band met de rechtvaardigheid moet vol doen en hij begrijpt b.v. niet, hoe men kwam tot de uitspraak, dat de toeslag reeds moet beginnen met het eerste kind. jöeze meening is toch in strijd met aie van de overgroote meerderheid der katholieke sociologen. Een juiste belooning van den men schel ij ken arbeid komt overeen met het absolute familieloon. Het minimumloon behoort dus te omvat ten het bestaan van den arbeider met een gewoon, dat is een gemiddeld gezin met alle risico's die zich daarbij voordoen d.L van ziekte, van ongeval, enz. Moet ook aan den niet gehuwden arbei der dit familieloon worden uitbetaald? Spreker beantwoordt deze vraag beves tigend, omdat die belooning als maatstaf voor de waarde van den arbeid moet wor den aangenomen, dus moet ook aan hem, die de volle waarde van den arbeid levert, dit loon worden uitbetaald. Zal, zoo vraagt spr. verder, by de toe passing van kindertoeslag geen loondruk gevreesd moeten worden? Ongetwijfeld voor zoover deze bedragen die voor kin dertoeslag worden bestemd in mindering komen van het totaal dat te verdeelen is, doch dit geldt voor de toepassing van alle sociale maatregelen en in de praktijk zal men moeilijk voorbeelden vinden, dat daar waar kindertoeslag boven het bepleite ge- zinsloon wordt toegepast de loonen lager zouden zyn, dan daar waar die toepassing niet plaats vindt. Spr. besluit met de hoop uit te spreken, •dat als gevolg van de bespreking van dit vraagstuk op dit congres de geesten nader tot elkaar zullen buigen. Juist deze tijd vraagt een juiste bepaling van het begrip kindertoeslag, vooral van een katholieken vakbond. „Tijd". Het Tandheelkundig Instituut van Breestr. 65 LEIDEN, Tel. 3532 Nederlandsch Duitsch en Amerikaansch berekent voor een GEHEEL ONDER EN BOVENGEBIT fAj<t met 9a" rantie tezamen Pijnloos tre.iken inbegrepen. Een geheel Onder of Boven- gebitf24.50 Volstrekt Pijnlooze Trekkingen f 1.50 Halfjaarlijksche Controle en Mond- onderzoek kosteloos. SPREEKUREN: lederen werkdag van 9—12 en 1—4 uur. Avondspreekuur: Dinsdag en Donder dag van 79 uur. 2036 Er werden een reeks conclusies aangeno men, waarin het gezinsloon gebaseerd werd op man, vrouw en twee kinderen. Kinder toeslag, beginnend by het derde kind. Met een hartelijk woord werd de gees telijke adviseur, Pastoor Jansen uit Den Haag, door den voorzitter, den heer L. F. Guit, verwelkomd. Na de lunch werd een besloten vergade ring gehouden, waarin beraadslaagd werd over een voorstel-Zaandam, om de salaris sen der bezoldigde bestuurders te herzien, hetgeen een verlaging beteekende. De voor zitter deelde bij heropening der openbare vergadering mee, dat het hoofdbestuur reeds sinds Januari jJ. vrijwillig een kor ting op de salarissen toepaste, met 1 April zelfs verhoogde korting. Het congres keur de deze verlaging echter niet goed. Er zal daarom tot verlaging niet eerder worden overgegaan, dan wanneer de begrooting ddit noodzakelijk maakt. Z. h. st. werd de volgende motie aange nomen. Motie In verband met nieuwe loonsverlagingen. De Ned. R. K. Bond van Overheidsper soneel „St. Paulus" gehoord de inleiding van den bondsvoor zitter betreffende het standpunt van het (hoofdbestuur bij behandeling van voor stellen tot loonsverlaging, hecht zijn goedkeuring aan het daarom trent door het hoofdbestuur gevoerde be leid en spreekt voor den komenden tijd zyn vertrouwen daarin uit, erkent voor de behandeling van genoem de voorstellen de waarde van het georgani seerd overleg, waardoor in het verleden in vele gevallen mogelijk was te komen tot een compromis, dat beteekende het voor komen van een grooter leed, is echter van oordeel, dat het opleggen van steeds nieuwe loonsverlagingen ons volk op den duur tot steeds grooter verar ming brengt, zonder dat dit tot oplossing van de crisis bijdraagt, wijst er met nadruk op, dat deze opvat ting eveneens gehuldigd wordt door op sociologisch en economisch terrein gezag hebbende katholieken, spreekt uit, dat de reeds gebrachte offers ook vele gezinnen van het Overheidsper soneel in groote moeilijkheden hebben ge bracht en ook daarom in de toekomst tegen verder gaande verlagingen sterker dan ooit verzet geboden is, besluit deze motie te doen toekomen aan de overheidscolleges, aan de R. K. Fractie van de Tweede Kamer der Staten Generaal, aan het Bestuur van het R. K. Werklieden verbond en te publiceeren in de pers. Aangenomen werd een voorstel van het hoofdbestuur om de wachtgelders van de ledenlijst af te voeren. Hun wordt in overweging gegeven lid te worden van den katholieken vakbond in het particuliere bedrijf, waar geacht kan worden, dat hun plaats is. Gedurende den tijd van hun wachtgeld kunnen zij by eventueele moeilijkheden, voortvloeiende uit hun positie, op bijstand vain het hoofd bestuur rekenen. Afwijzend werd beschikt op een voor stel van Gouda, dat gesalarieerde hoofdbe stuurders by afloop van hun mandaat geen oandidatuur meer mogen aanvaarden voor de Tweede Kamer, voor de Provinciale Staten en den gemeenteraad. UITVOER VAN RAUWE MELK, ENZ. Bepalingen, die overbrenging van ziekte kiemen moeten voorkomen. Tot voor kort was de uitvoer van rauwe melk, room, ondermelk en karnemelk niet aan beperkende bepalingen onderworpen. Aangezien men in belanghebbende kringen vreesde, dat de landen waarheen wij expor teeren tegen dien invoer van rauwe pro ducten maatregelen zouden kunnen nemen, zyn sinds 15 Maart j.l. by algemeenen maatregel van bestuur nieuwe voorschrif ten ingevoerd. Het betreft hier vooral de garantie, dat de rauwe producten geen ge vaar van besmetting met mond- en klauw zeer e.d. opleveren. Er is thans een wetsontwerp ingediend, dat strekt tot bekrachtiging van dien alge meenen maatregel van bestuur. Bovendien is in het ontwerp een aanvul ling opgenomen betreffende het verleenen van eenige faciliteiten ten opzichte van het internationaal verkeer en het grensver keer. DE BOM OP „DE ZEVEN PROVINCIËN". Opnieuw vragen. Het soc.-dem. Tweede Kamerlid Albar- da heeft aan den Minister van Defensie de volgende vragen gesteld: Heeft de Minister kennis genomen van de nadere berichten, volgens welke de com mandant van het esquadrille vliegtuigen, dat tegen de „Zeven Provinciën" optrad, zou hebben nagelaten zijn onderhebbende officieren mede te deelen, dat de order luidde om na de sommatie een waarschu- wingsbom kort vóór den boeg te werpen, en die commandant, wiens vliegtuig door by- zondere omstandigheden uitviel, dat ver zuim niet kon herstellen, waaraan het zou zyn toe te schrijven, dat de bom het schip trof zoodat 23 schepelingen werden gedood en vier ernstig gewond? Zoo ja, wil de Mi nister dan mededeelen, wat er van die voorstelling waar is? Indien de officier, die uit de D 11 de bom wierp de opdracht, om een waarsehuwings- bom te werpen vóór het schip, wèl heeft ontvangen en bedoeld heeft aan die op dracht te voldoen, acht de Minister dan de door dien officier genomen voorzorg om het schip niet te treffen voldoende, als hij uit een hoogte van 1200 Meter gericht heeft op een punt slecht 10 Meter vóór den boeg? Hadden de vliegers ook de opdracht om de „Zeven Provinciën" te behandelen als een buitenlandschen vijand en zoo ja, was die opdracht dan wel overeen te brengen met de order om eerst een waarschuwings- bom te werpen? Minimumprijzen voor eieren naar Duitschland. De minimum-verkoopprijzen voor eieren naar Duitschland, inclusief verpakking, franco grens zyn voor de periode van hedpn tot 15 Juni vastgesteld op: B-klasse (57-58 K.K.) ƒ3.20; A-klasse (62-63 K.G.) 3.50; S-klasse (boven 65 K.G.) ƒ3.80 per 100 stuks. De extra-uitvoerheffing naar Duitschland blijft bepaald op 0.75 per 100 stuks. Mussert bij MussoIinL Ir. Mussert is naar Rome gegaan. Zooals de Romeinsche correspondent van de „Tijd" berichtte, was het min of meer een geheim bezoek. Er lekte weinig over uit en de fascistische pers zweeg. Door het „Utr. Dagbl." laat de heer Mus sert nu een tegenspraak lanceeren, die be doeld bericht „volmaakt tendentieus" noemt. Als wel by meer tegenspraken ge bruikelijk, erkent hij echter, het essentieele, n.l. dat over het bezoek weinig uitlekte en dat de fascistische pers zweeg. Maar dat was „alleen gevolg geweest van zijn eigen wensch" aldus de heer Mussert. INGEZONDEN STUKKEN HOOGERE STANDEN EN HOOGERE RECHTEN. HILLEGOM, 8 Juni 1934. Geacht Redactie. Ten zeerste zult U mij verplichten door opname van de navolgende korte ontboe zeming. Eenige dagen geleden stond in Uw blad in het teeken der drie sterren een hoofd artikel, getiteld: „Superioriteitswaan". De navolgende passage trok daarbij mijne verbaasde aandacht. „Zooals 't ook de superioriteitswaan ls, „welke de individuen tegen elkaar opzet „en verbittering schept. De hoogere stan- „den vergeten vaak maar al te veel, dat zy „naast hoogere rechten, voorrechten, hoo- „gere plichten hebben; dat ten slotte „hoogere reohten alléén en uitsluitend al- „leen hun motiveering en rechtvaardiging „kunnen vinden in de hoogere plichten, „welke zy moeten verrichten ten bate van „anderen, van de gemeenschap". Dat meerdere rechten als consequentie meerdere plichten moeten medebrengen spreekt haast vanzelf. Het „noblesse oblige" behoorde niet tot de middeleeuwen beperkt te blijven. Evenwel zou het my hoogelijk iinteresseeren te vernemen waarin heden ten dage in ons land de „hoogere rechten" en „voorrechten" bestaan, welke ais moti veering van zwaardere plichten kunnen gelden. Mij zyn deze niet bekend, doch men is nimmer te oud om de lacunes in zyn kennis aan te vullen. Wel heb ik mij dik wijls niet kunnen onttrekken aan den in druk, dat, voorzooverre er noig van privi leges kan worden gesproken, deze voor de volksklasse blijven gereserveerd. Het om gekeerde kon ik nimmer constateeren. Het is nog niet zoo lang geleden, dat onze tijd scherp werd gekarakteriseerd door de opmerking, dat men met een pet op wel iemand met een hoed van het trottoir mag loopen, doch dat men met een hoed op een petdrager beter uit den weg kan gaan. Ook is mij opgevallen, dat de aanspo ring van Paus Leo XIII in de encycliek „Graves de Communi Re", om vooral de welwillende medewerking in te roepen van hen aan wie hun stand, ver mogen en beschaving van geest e n h a r t wat meer gezag in de maatschap pij schenken, in het democratisch Neder land weinig aandacht heeft getrokken, al thans dat men er zich niet naar heeft ge dragen. Wat de opmerking over „superioriteits waan" betreft, er bestond tot voor kort groot gevaar dat wij aan „egaliteitswaan" ten onder zouden gaan. Vele groote daden zijn slechts uit supe rioriteitsgevoel te verklaren en wanneer men er in zou slagen dit gevoel uit te roed en, zouden wij rijp worden of voor com munisme of voor Aziatische overheersching. AAN WAALS' JUNI-RECLAME U ONTVANGT: 2056 Bij aankoop van f 5.- Gratis-Son van fl. 1.- Bij aankoop van f 10.- Gratis-Bon van fl. 2.- Bij aankoop van fl 25.- Grafis-Bon van fl. 5.- Bij aankoop van 1 50.- Graiis-Bon van fl. 10.- Bij aankoop van il 100.- Gratis-Bon van fl. 20.- Bij aankoop van fl 250.- Gratis Bon van fl. 50.- Bij aankoop van fl 500.- Grafis-Bon van fl 100.- Leest verder de aanplakbiljetten op onze etalages HAARLENHV3ERSTR 133-136 LODEN Hiermede wordt niet aangetast het feit, dat wy allen schepselen Gods zyn, kinderen dus van één Vader. Toch zal men bijv. de Amerikanen ook de geloovigen onder hen niet kunnen overtuigen, dat hun su perioriteitsgevoel tegenover het zwarte ras misplaatst is. What is bread is the bone won 't get out of the flesh. Beleefd betuig ik U mijn dank voor de verleende plaatsruimte en verblijf met de meeste Hoogachting, Uw dw. D. F. PONT Het doet ons genoegen, met den geachten inzender mr. D. F. Pont (burgemeester van Hillegom) van gedachten te mogen wis selen. Wy willen onzen opponent, in de lyn van zijn betoog volgen. Hij is 't met ons eens, vindt 't haast van zelf sprekend, dat meerdere rechten als consequentie meerdere plichten moeten meebrengen. Maar, zoo vraagt hij, waarin bestaan he den ten dage in ons land de „hoogere rech ten", „voorrechten", welke als motiveering van hoogere plichten kunnen gelden? Schrijver heeft deze nooit kunnen consta teeren, zeker niet bij de hoogere standen; hem zijn deze niet bekend, doch „men is nimmer te oud" om te leeren. Wat de laatste bewering betreft daar mede zyn wy het volkomen eens, niet in 't minst wat ons zelf aangaat. Ons heeft mr. Pont door zijn „ontboezeming" geleerd, dat wy voorzichtiger moeten zijn, met als van zelfsprekend voor allen te aanvaarden, wat voor ons feitelijk vanzelf sprekend is. Vanzelf sprekend is het voor ons, dat de hoogere standen in het algemeen, als re gel (in dezen crisis- en malaisetijd een re gel met véél uitzonderingen dat erken nen wij onmiddellijk) „hoogere rechten" bezitten. 't Schijnt ons toe, dat de geachte inzen der te veel zijn aandacht gericht heeft op „hoogere rechten", „voorrechten", welke kunnen worden toegekend, en daardoor zich verblindt voor het feit, dat er zoovele „hoogere rechten", „voorrechten" bestaan, welke voortvloeien uit een bezit, geestelijk of stoffelijk. Deze laatsten bestaan, zoolang zy niet worden ontnomen niet alle kun nen worden ontnomen), al kan men ze niet altijd volledig effectueeren, benutten. Welnu, in onzen tijd worden in ons land aan de hoogere standen geen „hoogere rechten' „voorrechten" toegekend. Dat ls volkomen waar. Het feit constateeren wy hier, zonder in de waardeering ervan te willen treden. Maar ook is het een feit, dat de hoo gere standen wel degelijk „hoogere rech ten" „voorrechten" bezitten. De bewijzen? Nogmaals: 't feit is voor ons zoo vanzelf sprekend als de eenvoudigste waarheid ter wereld. Maar het schijnt te moeten worden aangetoond, te moeten worden aangewezen. Het sociale verschijnsel, dait zich aan dient als „maatschappelijke stand" meencn wij het best aldus te kunnen definieeren: stand is gelegen in de gemeenschap van de zelfde cultuurgoederen als ook zekere uiter lijke beschavingsgoederen, waardoor dege nen, die onder die gemeenschap vallen, in vorming en levenswijze (het moreele daar gelaten) ongeveer overeenkomen. Degenen, die inderdaad tot de hoogere standen mogen worden gerekend, bezitten dus hoogere cultuurgoederen. Dat is eigen lijk op zichzelf al een „voorrecht". Maar uit dat voorrecht ontspruiten i n h e t algemeen, als regel ook, zeer con crete en tastbare „hoogere rechten". Zij worden geroepen tot het uitoefenen van hoogere, leidende functies in het leven, ge nieten een grooter inkomen, waardoor zy zich weer meer genot en gemak kunnen ver schaffen, waardoor zij weer „voorrechten" gaan genieten, welke anderen niet bezitten. Wij zyn door den geachten inzender haast angstvallig bevreesd gemaakt, dat wij worden misverstaan. Er daarom: wij keuren natuurlijk het bestaan van die „hoogere rechten" en „voorrechten" niet af; integendeel. Maar, als wy het eerlijk mogen zeggen: wij betreuren het wel, als men deze f e i- telykheid niet erkent, daarvan niet doordrongen is. In de jaren, dat wij niet slechts te oud waren om te leeren, doch ons tot niets anders geroepen achtten, dan om te lee ren (jaren, die tegenwoordig vlugger ver streken schijnen te zijn), maakten we eens met een ouder en respectabel persoon, on der onze vacantie, een wandeling; onze aandacht werd sterk getrokken naar een AGENDA LEIDEN. Woensdag Leidsche Kunstkring nVoor Al len" Jaarvergadering „In den Ver gulden Turk" 8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van M a a n d a g 11 tot en met Zondag 17 Juni a.s. waargenomen door apotheek: M. Boekwijt, Vischmarkt 8, WILT U IETS WETEN? Morgen (Donderdag) geen gelegenheid voor mondelinge rechtskundige inlichtin gen. Ook kunnen gedurende de laatste twee weken van deze maand geen rechts kundige vragen beantwoord worden. man, die een vaartuig voorttrok (vroeger zag men dat meer). En mijn wandelgenoot maakte een opmerking, die heim, voelbaar, diep uit het hart kwam: God, wat ben ik bevoorrecht boven dien man daar. Als wij een confidentie-in-het-openbaar mo gen doen: In latere jaren, als ontevreden heid ons wilde bespringen, is nog meerma len voor onzen geest opgerezen dat beeld van dien main, die, op een snik-heeten zo mermiddag, met een touw om het gekromde lijf, zweetend en zwoegend een schuit voorttrekt. Och, wij behoeven toch niet meer woor den te gebruiken, om te demonstreeren het feitelijk bestaan van „hoogere rechten", „voorrechten" bij relatief hoogere stan den! Dat bestaan moét allen duidelijk zijn en daarvan moeten zeker de personen uit hoogere standen zelf levendig overtuigd zijn. De geachte inzender heeft zich dikwijls niet kunnen onttrekken aan den indruk, dat, voorzooverre er nog van privileges kan worden gesproken, deze voor de volksklasse blijven gereserveerd. Dezen indruk mee- nen wij daardoor te moeten verklaren, dat inderdaad in onzen tijd aan de volks klasse rechten zijn toegekend, waar door zij, in vergelijking met den toe stand van vroeger, in het bezit is geko men van, wat men zou kunnen noemen: privileges. Dat kan de geachte inzender, natuurlijk, niet afkeuren, integendeel hij zal de pauselijke encyclieken, ook inzoover- re zij tot het toekennen van die rechten aansporen, van ganscher harte aanvaar den. Ook wij hebben „nog niet zoo lang gele den" wel eens zoo'n opmerking gehooid als inzender memoreert, waarop wij toen den heer met den hoed, die deze opmerking maakte, hebben geadviseerd, om ter wille van zijn aanzien zijn hoed voor een pet te verwisselen. Van dat advies was hij echter zeer begrijpelijk niet gediend. In een volgende alinea van zijn „ontboe zeming" verwijt de sahrijver aan „democra tisch Nederland", dat het zich niet gedraagt naar de aansporing van Paus Leo XIII, om vooral de welwillende medewerking in te roepen van hen, aan wie hun stand, ver mogen en beschaving van geest en hart wat meer gezag in de maatschappij schenken. Wij geven toe, dat, helaas, voor dit verwijt niet alle grond ontbreekt. Maar onze er varing is toch, dat als regel de Katho lieke „volksklasse" gaarne aanvaardt, dank baar is voor de medewerking van de hier bedoelde personen, als deze inderdaad wel willend wordt verleend, en dat zij gaarne om de geheele hand wil vragen, als er slechts één vinger wordt uitgestoken. Maar: die „volksklasse" toont vaak ouk scherp te zien, dat er zijn, die wel „stand" en „vermogen" bezitten, doch ware „be schaving van geest en hart" missen; en dezulken laat ze dan voor wat ze zijn! Wat de laatste opmerking van den ge achten inzender betreft nog enkele woor den. Hij verdedigt „superioriteitsgevoel". Wij ook! Als iemand werkelijk iets su perieurs bezit, mag en moet hij er zelfs zich van bewust zijn, om er mee te kun nen werken voor, om het dienstbaar te stellen aan het algemeen belang. Maar wat wy veroordeelden is de „superioriteits waan"; heel iets anders! Eindelijk wij zijn vrij uitvoerig ge worden een slot met een Nederlandsch gezegde: Het bloed kruipt waar het niet gaan kan! Ook in de maatsohappelijk-laagst geplaatste personen mogen wij altijd, on danks alle verschil, zien: onze broeders enzustersin Christus. Dat zijn de hoog geachte inzender en wij, natuurlijk, volko men met elkaar eens. Red.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 2