BRIEVEN OVER ONS
GELOOF
VRIJDAG 8 JUNI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. PAG. 9
t
De waarheid, de Goddelijkheid van
den door Jezus Christus gepredik-
ten Godsdienst blijkt ook uit feiten
der geschiedenis: de wonderbaar
snelle verspreiding van het Chris
tendom en de boven-natuurlijke
heldhaftigheid der martelaren.
Ja, beste Paul, je moet niet denken, dat
„ongeloovigen" tot het Katholicisme bren
gen, zoo gemakkelijk is! Je schreef mij, dat
je in je gesprekken met die twee niet-ka-
tholieke kantoorcollega's al zoo dikwijls
van de hoogste innerlijke vreugde tot de
diepste teleurstelling bent neergesmakt
omdat je soms denkt: „maar die menschen
zijn in him geheele gedachtenleven eigen
lijk al katholiek" en soms: „ze worden
het nooit en nimmer!"
Je moet allereerst niet vergeten, dat het
Geloof een genade van God is, dus, als
je 't goed beziet: dat die geestdrift en ijver
voor de bestudeering van onze Geloofsleer
op zich nog geen waarborg geven voor be
keering. Ik heb je al méér geschreven: zij
(en jijzelf doet 't natuurlijk ook voor hen)
moeten bidden: „God geef mij de genade
van het ware Geloof". Je hebt hun dat al
eens voorzichtig gezegd en je bent innerlijk
overtuigd, dat zij 't in stilte ook doen. Wel,
als ze die nederigheid van 't bidden al heb
ben en zij gaan met hun belangstelling voor
onze katechismus zoo ijverig door als tot
nu toe, werkelijk, dan zal God hun Zijn ge
nade niet onthouden (beter gezegd: dan
blijkt al, dat Zijn genade reeds in hen
werkt!). Maar, beste, als je him waarlijk
het geluk van bekeering toewenscht (en
dat doe je!) dan moet je ik schreef het
je al meer je niet beperken tot vóórlich
ting alléén; je moet veel bidden en zoo nu
en dan eens een versterving doen voor hen.
Dat helpt! Daarom, wordt niet moedeloos;
doe jij je best, God doet de rest!
In elk geval verheugd constateeren wij
't nog eens! hebben je „leerlingen" al
heel belangrijke vorderingen gemaakt. Zij
aanvaardden, dat Jezus Christus waarlijk
door God gezonden was, méér nog, zij
aanvaardden dat Hij niet alleen was:
Mensch-Godgezant, maar ook Gods Zoon,
werkelijk Zelf God.
Nu hebben je vrienden uit de Evangeliën
uit de levensgeschiedenis van Jezus Chris
tus dus, al lang begrepen, dat Hij de men
schen heeft geleerd, hoe zij God moeten
dienen, dat Hij m.a.w. een Godsdienst aan
de menschen heeft gepredikt. Je schreef
mij, dat zij, nu zij overtuigd zijn, dat Chris
tus waarlijk God was, de voor de hand lig
gende conclusie hebben getrokken: de
Godsdienst, di,en Hij predikte is dus de
ware. Die conclusie is natuurlijk onont
koombaar juist! Maar nu wilde ik je in
dezen en een volgenden brief eens er aan
herinneren, dat God ook later, toen
Christusnietmeer op aardewas,
nog zeer groote wonderen heeft
gedaan om aan de menschen te laten
zien, dat de Christelijke godsdienst, Z ij n
godsdienst is, dat Hij altijd Zijn Goddelijk
zegel van echtheid daaraan blijft hechten. De
geschiedenis van de snelle uitbreiding,
van de instandblijving van den
Christelijken Godsdienst, de wonder
lijke resultaten van heiligheid,
de bovenmenschelijke heldhaf-
tigheidderbelijders van dien Gods
dienst, dat alles zijn feiten, die niet op
natuurlijke wijze kunnen wor-
uitgelegd, maar alleen kunnen
worden verklaard door een
voortdurenden wonderdadigen
b ij stand van God Zelf, een bijstand,
welke God natuurlijk nimmer aan een v a 1-
s c h e n godsdienst zou gegeven hebben:
een bijstand, die dus de waarheid, de God
delijkheid van het Christendom bewijst.
Er zijn dikke en zeer schoone boeken ge
schreven, Paul, over die zeer groote en
klaarblijkelijke wonderen. Ik kan je cr
maar weinig regels over schrijven. Maar ze
kunnen je misschien toch stof geven voor
een vruchtbare gedachten wisseling met je
collega's.
Herinner je eerst, Paul, de wonder
baar snelle verspreiding van het
Christendom. Jezus Christus Zelf heeft al
leen gepredikt in Palestina, maar op het
Pinksterfeest, toen Petrus en de andere
Apostelen voor 't eerst na Jezus hemelvaart
in 't openbaar spraken, bekeerden zich
drieduizend menschen; wat later nog eens
vijfduizend en van toen af begon eerst
recht de volle groei van het mosterdzaadje
tot een wijdvertakten boom.
Kon St. Paulus in 't jaar 58 al aan Rome's
Christenen schrijven: „Uw Geloof wordt
in de geheele wereld verkondigd"...., Ta
citus, de heidensche Romeinsche geschied
schrijver vertelt, hoe tien jaar daarna on
der keizer Nero „een ontzaglijke menigte"
te Rome werd gemarteld. Veertig jaar la
ter, dus omstreeks 110 n. Chr., meldde de
heiden Plinius, die Romeinsch landvoogd
was van Bithynië in Klein-Azië aan zijn
keizer Trajanus: „Er moet, dunkt mij, aan
deze zaak toch eens aandacht worden gege
ven, vooral wegens het groot aantal men
schen, die tot dien godsdienst overgaan.
Want velen, van eiken leeftijd, van eiken
stand, van beiderlei sexe, worden door dat
gevaar aangelokt. En de besmetting van
dat Christelijk bijgeloof blijft niet beperkt
tot de steden maar heeft zich ook tot de
dorpen en velden uitgestrekt. Het is wel
zeker, dat onze tempels mrir en meer ver
laten v/orden en onze godsdienstplechtig
heden meer en meer verwaarloosd...."
De angst van dezen Romein, die voorzag,
dat het Christendom tenslotte tot een on
weerstaanbare macht zou uitgroeien, wordt
nog begrijpelijker als je ook leest, wat de
H. Justinus omtrent dienzelfden tijd getuig
de over de toenmaals bekende wereld: „Er
is geen volk, noch van barbaren, noch van
Grieken of hoe zij ook heeten, waar niet in
den Naam van den gekruisten Christus
wordt gebeden en dankzeggingen aan den
Vader en Schepper van het heelal worden
gebracht".
Tertullianus schreef 200 n. Chr.) in
zijn Geloofsverdediging, die hij richtte tot
de Romeinsche overheid: „Wij, Christenen,
zijn nog slechts van gisteren (d.w.z. het
Christendom bestaat pas kort) en overal
vindt gij ons onder u; in uw steden, uw
eilanden, uw velden, zelfs in het paleis, in
uw regeering en uw gerechtshof hebben
wij aanhangers, alleen uw tempels hebben
wij u gelaten"Nog een eeuw later en
een Christelijke keizer (Constantijn) be-
heerschte vanaf den Romeinschen keizers
troon een Christelijke wereld!
Hoe is deze wonderlijk snelle versprei
ding van het Christendom te verklaren?
Een afdoende, natuurlijke ver
klaring daarvoor te vinden
is niet mogelijk. Want denk eens een
oogenblik aan de omstandigheden,
Paul, waaronder die eerste
gel oofspredikingen geschied
den.
De eerste predikers van het Christendom
waren uit het door de andere volken gemin
achte Jodendom' en zij waren geen geleer
de of rijke joden, maar arme visschers, zon
der ontwikkeling, zonder gezag of invloed.
Deze mensohen hebben van het begin af
met de grootste moeilijkheden te kampen
gehad: eerst met htm eigen volksgenooten,
die door hun leiders: de H oogepriesters, de
schriftgeleerden en Farizeeën waren opge
hitst. Die Joden moesten zij overtuigen, dat
de toen in het uiterlijke overdreven ge-
eerbiedigde Wet van Mozes voortaan
niet meer van kracht zou zijn, maar wel
de vervolmaking daarvan, gepredikt door
Jezus Christus, Dien zij als een godslaste
raar en volksverleider hadden terechtge
steld.
Die visschers, waarvan de meesten waar
schijnlijk nooit buiten Galilea waren ge
weest, trokken verder de wereld in: de
wereld der Grieken en Romeinen, een we
reld waar een verfijnde beschaving heersch-
te. Zij, die onontwikkelden, moesten gaan
prediken onder menschen bij wie de wel
sprekendheid een zorgvuldig en weten
schappelijk beoefende kunst was. En wat
gingen zij prediken? Gingen zij hun vertel
len, dat het leven van geraffineerd zinge
not, waarnaar die heidenen altijd streefden,
eigenlijk je ware was of verheerlijkten zij
de tallooze goden, die overal in de prach
tigste tempels en in de huizen werden aan
beden?
Neen, lijnrecht gingen zij In tegen alles,
wat juist het voornaamste was in het leven
van die heidenen: zij predikten de matig
heid en orde in het zingenot, 't beheerschen
en regelen der menschelijke driften en
hartstochten, 't zich richten niet op dit
aardsche leven, maar op de eeuwigheid. Zij
predikten geen goden en godinnen, die alle
hartstochten en ondeugden der menschen
vleiden, maar recht tegen het 't geheele
openbare en private leven beheerschende
afgodendom in, predikten zij den On-
zichtbaren God, predikten zij de Geloofs
geheimen, predikten zij den Verlosser van
alle menschen, Jezus Christus, Die, als een
veracht Joodsch misdadiger door een Ro
meinsche landvoogd veroordeeld, de smade-
lijkste terechtstelling van het kruis had
ondergaan. Aan een hartstochtelij k-zinne-
lijk menschdom predikten zij „Jezus Chris
tus, Die gekruisigd is, voor de Joden een
ergernis, voor de heidenen een dwaasheid'"
Welk menschelijk „voordeel" kan die hei
denen brengen tot bekeering? Geen enkel,
integendeel, Christen worden beteekende
in die eerste tijden heel dikwijls: door de
menschen veracht worden, zijn geld en
goed verliezen door verbeurdverklaring,
verminkt worden of gemarteld tot den dood
toe!
Ondanks dat alles (hoe weinig kan ik je
er maar over schrijven!) ondanks die
menschelijker wijze onoverwinbare hinder
nissen, ondanks het totale gemis aan vol
doende menschelijke hulpmiddelen, on
danks smaad en vervolging, heeft het Chris
tendom zich zeer snel verspreid en is zóó
gevestigd, dat het zich door de eeuwen
heeft gehandhaafd! Dat kan geen men
schen-werk zijn, alleen God kon dit bewer
ken door op wonderdadige wijze 't verstand
en den wil der menschen te beïnvloeden.
God doet geen wonder ten gunste van een
valschen Godsdienst: Hij gaf het Christen
dom in het wonder Zijner snelle versprei
ding een nieuw zegel van waarheid, van
Goddelijkheid!
Een ander wonder deed God in den bo
ven-natuur lij ken bijstand dien Hij gaf ter
versterkingdermartelaren. Tal
looze Christenen van eiken stand, van eiken
leeftijd, van beiderlei geslacht: vorstelijke
personen en arme slaven, kinderen en
grijsaards, mannen en vrouwen hebben de
smartelijkste forteringen en de vreeselijk-
ste doodskwellingen geleden voor hun Ge
loof. De, ondanks hun angsten, toch vreug
devolle bereidwilligheid en verheven kalm
te, waarmede zij de langdurige folteringen
leden en stierven bracht duizende toe
schouwers en soms hun beulen zelf tot de
geestdriftige belijdenis: „De God der Chris
tenen is de eenig ware God; ook wij ge-
looven in Hem". Vergeet niet, dat één
woord, één gebaar ter beduiding dat zij het
Geloof afzwoeren hen had kunnen bevrij
den van hun pijnen en hun leven redden.
Zulk een heldhaftigheid niet bij uitzon
dering, maar van duizende menschen in het
tijdsverloop van anderhalve eeuw van ver-
KERKNIEUWS
HET GOUDEN PRIESTERFEEST VAN
MGR. F. A. DIEPEN.
Gisteren is met grooten luister kerkelijk
het gouden priesterfeest gevierd van Z. H.
Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van Den
Bosch.
Het luiden der klokken van alle kerkto
rens in het Bisdom Den Bosch verkondigde
vroeg de gedenkwaardigheid van dezen
dag, dat de herder van het Bossche diocees
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen voor de vijf
tigste maal zijn wijding tot priester her
dacht.
Priesters en geloovigem van het Bisdom
vereenigden zich in den geest met den Bis
schop, die in zijn huiskapel te 7 uur een II.
Misoffer opdroeg als dank voor de rijke
genaden in zijn priesterschap van vijftig
jaren van God ontvangen.
Mgr. vertrok van zijn paleis aan de Pa
rade in gezelschap van Mgr. M. Brans
O.M.C., vicaris apostolicus van Padang,
Mgr. B. Hilhorst, vicarius apostolicus van
Bagamolo, magister generaal van Dinther
van St. Agatha, vader Abt Columbanus Te-
wes van Achel, prelaat Stöcker van Hees-
wijk.
Aan de Luipoort werd Z. H. Exc. afge
haald door het volledige kapittel en zijn
assistentie bij de pontificale plechtigheden.
Na een korte adoratie in de Sacraments
kapel ving de pontificale H. Mis aan.
Te tien uur assisteerde de hooge jubilaris
bij de pontificale H. Mis, welke zijn
neef, de hoogwaardige generaal-abt der
Cisterciensers, pater F. Janssens uit Rome
in de kathedrale basiliek van St. Jan op
droeg.
De feesteling had op den bisschopstroon
plaats genomen.
Tot dezen hoogdienst waren niet alleen
hc hoogwaardige kapittel, doch ook de in
het bisdom verblijf houdende missiebis
schoppen, abten en generale en provinciale
oversten van religieuze priesterorden en
congregaties uitgenoodigd.
De assistentie van Z. H. Exc. Mgr. Die
pen was als volgt:
Presbyter assistens: mgr. F. N. J. Hen-
drikx, vicaris-generaal; troondiakens: mgr.
A. Hermus en mgr. A. F. M. Sweens; ad
baculum: pastoor M. Nabuurs; ad mitram:
pastoor W. Mutsaerts; ad librum: rector I.
Broekman; ad candelam: kapelaan A. van
de Ven.
Assistenten van den Hoogw. Generaal
Abt Janssens waren: presbyter assistens:
pater A. Vermeulen S.J. te 's-Gravenhage;
diaconus Missae: rector F. Dekkers; sub-
diaconus missae: de zeereerw. heer L.
Rouppe van der Voort, O. Praem. te Nieu-
wenrode (België); ad mitram: secretaris J.
van Loon; ad librum: kapelaan W. van der
Waerden; ad candelam: kapelaan B. Rij
ken; ad Gremiale: kapelaan J. Maas; thu-
riferarius: rector J. van Beek; caeroferarii:
kapelaan Th. van Hout en kapelaan M. Pij
nenborg; coeremoniarii: kapelaan F. Hoff-
mans en secretaris M. van de Ven.
Het inwendige van de basiliek was een
voudig en zeer smaakvol versierd.
De Gregoriaansche Mis „De Angelis 8"
werd gezongen door de gezamenlijke geloo-
vigen, op uitdrukkelijk verzoek van den
Jubilaris.
Na het H. Officie bracht de jubilaris een
bezoek aan de Mariakapel.
Uitgeleid door de Priesterschap verliet
Mgr. daarop de Basiliek en begaf zich weer
naar zijn Paleis.
De pontificale H. Mis met pontificale
Assistentie werd bijgewoond door Z. H.
Exc. mgr. Matthias Brans, vicarius aposto
licus van Padang, door Z. H. Exc. mgr. B.
Hilhorst, vicarius apostolicus van Baga
molo, door het volledig hoogw. kapittel,
door de twee nieuwbenoende eere-kanun-
niken deken M. Rath en rector P. Goorts,
door den hoogw. heer A. Stöcker, prelaat
van de abdij Berne te Hees wijk, door den
hoogw. heer A. van Dinter, magister gene
raal der Kruisheeren te St. Agatha; den
hoogw. vader abt Columbanus Tewes, van
de abdij der Trappisten te Achel, door de
verschillende provinciaals der Orden en
Congregaties, die in het bisdom 's-Herto-
genbosch woonachtig zijn; de hoogeerw. pa
ter Basilius Schaab, provinciaal der Do
minicanen, Pater dr. Th. Mackaay, provin
ciaal der Augustijnen, A. Broeken, provin
ciaal der missionarissen van het H. Hart te
Tilburg, L. Saut, provinciaal der Redemp
toristen, pastoor dr. A. van Rijswijck, pro
vinciaal der Garmelieten, A. Kersten, pro
vinciaal der Witte Paters, dr. J. Vester,
waarn. provinciaal der Lazaristen, pater J.
Kneepkens, generaal-assistent en generaal
seer etaris der Missionarissen der H. Fami
lie, door den hoogw. heer mgr. dr. G. A.
H. Bauduin, vicaris-generaal en president
van het Groot-Seminarie te Roermond.
Verder werd de plechtigheid bijgewoond
door Z. Exc. den Commissaris der Konin
gin in Noord-Brabant, mr. dr. A. van
Rijckevorsel met de heer en Gedep. Staten
van N.-Brabant en den griffier der Staten
volgingen, strijdt met alle ervaring om
trent de menschelijke natuur: zij is boven-
menschelijk, boven-natuurlijk, alleen Gods
macht kon zulk een heldenmoed en kracht
verleenen aan van nature zwakke sterve
lingen.
Zou God aan belijders van een valsche
leer zulk een boven-menschelijke kracht
hebben gegeven? Deze vraag stellen, is:
haar beantwoorden!
Over veertien dagen schrijf ik je over de
beide andere wonderen, bewijzen van de
goddelijkheid van het Christendom: de
wonderlijke instandblijving en de wonder
bare resultaten er van.
Ik groet je zeer, amicissime.
Correspondentie-adres: Mr. A. D iepen-
broek, Pr., Seminarie Hageveld, Heem
stede.
V. Cleerdin, burgemeester en wethouders
van 's-Hertogenbosch, mr. W. van Lanschot,
lid der Eerste Kamer der Staten-Generaal
en mr. F. Teulings, lid der Tweede Kamer
der Staten-Generaal, J. J. Dony, Belgisch
Consul te Den Bosch.
In het Hoogkoor was ook gezeten dr. H.
A. Diepen uit Würzburg, de eenige broer
van mgr. Diepen.
Eereburger van 's-Hertogenbosch.
Bij gelegenheid van zijn vijftig-jarig
priesterfeest werd Z. H. Exc. Mgr. A. F.
Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch, om
zijne groote verdiensten vereerd met den
titel van eere-burger der stad.
De gemeenteraad besloot tot aanbieding
van de gouden medaille van 's-Hertogen
bosch welke aan deze benoeming is verbon
den.
De zeldzame stedelijke onderscheiding
werd den hoogen jubilaris uitgereikt door
het gemeentebestuur bij monde van den
burgemeester der stad, mr. F. J. van Lan
schot.
Kon. onderscheiding.
Nog is Mgr. Diepen, zooals gisteren reeds
gemeld, bevorderd tot Commandeur in de
orde van de Nederlandsche Leeuw.
DE ABDIJ VAN EGMOND.
Voorloopig alleen een houten kapel.
De Bisschoppelijke Commissie voor den
bouw der abdij te Egmond heeft besloten
een eenvoudige houten kapel te plaatsen,
in afwachting van betere tijden, waarin de
bouw van de ontworpen groote kapel zal
kunnen verwezenlijkt worden.
Plannen en teekeningen van architect
Van Driel zijn reeds goedgekeurd. Met de
voorbereidende werkzaamheden op den
Akker is reeds een begin gemaakt. De
Commissie hoopt de kapel nog op 25 Juni
in gebruik te kunnen nemen.
Audiëntie.
Z. H. Exc. de Bischop van Haarlem zal
de volgende week Dinsdag en Vrijdag géén
audiëntie verleenen.
RECHTZAKEN
VERDUISTERINGEN EN VALSCHHEID
IN GESCHRIFTE.
Een notaris staat terecht.
Voor de Haagsche rechtbank heeft te
recht gestaan de 49-jarige M. J. F. F. P.,
oud-notaris te 's-Gravenhage, thans gede
tineerd in het Huis van Bewaring te
's-Gravenhage.
Bij uitvoerige dagvaarding worden aan
verdachte tien feiten ten laste gelegd,
deels betrekking hebbend op het zich we
derrechtelijk toeëigenen van verschillen
de geldsbedragen, die hij in zijn hoedanig
heid van notaris onder zich had, deels op
het gebruiken of door anderen doen ge
bruiken van een eerste grosse van akten
van schuldbekentenis met hypotheekstel
ling, welke stukken door hem valschelijk
waren opgemaakt, alsmede van een ge
fingeerd borderel van inschrijving van hy
pothecair verband, uit het gebruik van
welke stukken eenig nadeel kon ontstaan.
Het O.M. had veertien, de verdediging
heeft twee getuigen opgeroepen.
Mr. Blok, na het getuigenverhoor, re
quisitoir nemend, constateert, dat ver
dachte diverse feiten volledig heeft be
kend. Verdachte heeft zich schuldig ge
maakt aan een zevental verduisteringen
en driemaal aan valschheid in geschrifte,
terwijl hij als door den Staat aangesteld
ambtenaar vertrouwen heeft geschonden.
Helaas moet worden opgemerkt, dat ver
dachte te luxueus heeft geleefd. Over
1932'33 heeft hij 75 mille uitgegeven en
opgemaakt, terwijl zijn inkomen over die
beide jaren tezamen niet meer dan 45 mille
bedroeg.
De vraag is: moeten wij medelyden
hebben met den verdachte, met zijn gezin
en met zijn gedupeerde cliënten? Verdach
te heeft zelf ontslag aangevraagd en ver
kregen, zoodat hij als notaris heeft afge
daan. Met zijn gezin moeten we zeker me
delijden hebben, en ook met een aantal
gedupeerden.
Spr. requireerde derhalve 5 jaren ge
vangenisstraf.
Mr. E. G. S. Bourlier hield daarna als
raadsman van verdachte een pleidooi.
Overtreding Bevrachtingswet.
In een zaak van J. v. d. P., 40 jaar,
schipper te Katwijk aan Zee, die in
hooger beroep terechtgestaan heeft van
een vonnis van den kantonrechter, waar
bij hij was vrijgesproken van een hem
ten laste gelegde overtreding van de Be
vrachtingswet hij zou in zijn motor
schip Jan, in de Maashaven aldaar, een
lading graan hebben ingeladen, zonder
dat de overeenkomst was tot stand geko
men met tusschenkomst of goedkeuring
van de bevrachtingscommissie, noch door
de bevrachtingscommissie ontheffing was
verleend van welk vonnis de ambte
naar van het O. M. in appèl was gekomen,
heeft het O. M. bij de Rotterdamsche
Rechtbank geëischt vernietiging van het
vonnis en veroordeeling van verdachte
tot 25 boete, subs. 5 dagen hechtenis.
De verdediger, mr. W. A. C. v. Dam,
voerde aan, dat verdachte het graan niet
zelf ingeladen heeft, doch dat een schip
in de Rotterdamsche haven wordt gela
den. Voorts beriep pleiter zich op de Rijn-
vaartacte, waarin bepaald wordt, dat geen
hindernis, van welken aard ook, aan de
vrije vaart in den weg gelegd mag worden.
Pleiter concludeerde tot ontslag van
r echts ver volging.
Diefstal van motor-onderdeelen.
Voor de Rotterdaimsdhe Rechtbank heb
ben terecht gestaan de 27-jarige losse werk
man H. L. G. P. I. uit Bengschenhoek en
diens broer, de 29-jarige wagenmakers-
knecht uit Zoejermeer, beiden gede
tineerd, wien ten laste was gelegd dat zij
gezamenlijk en in vereeniging tusschen 14
Maart en 10 April te Hillegersberg hebben
weggenomen een dynamo, een cotoine, een
stroomverdeeler, twee ijzeren katrollen,
een cantactkabel met sleutel, een ijzer-
schaar, eenige touwkabels en een Ford-
sleutel, alles toebehoorende aan de N.V.
Maatschappij van Koop, administratie en
belegging te Rotterdam. Subsidiair was aan
H. I. verduistering dezer goederen, en aan
S. I. heling van een gedeelte der goederen
ten laste gelegd.
De verdachten ontkenden. Zij zouden
allies gekocht hebben van v. d. Meer.
Getuige A. A. Ondeidelinden, gemach
tigde van de Maatschappij van koop, ad
ministratie en belegging, verklaarde, dat de
gestolen goederen zich bevonden hadden in
een keet, staande aan de Rechter Rotbekade.
Naast de keet stond een onbewoonbaar
verklaarde boerenwoning en getuige had
aan v. d. Meer en een der verdaohten ver
lof gegeven die woning af te breken. Hun
gereedschap mochten zij opbergen in de
keet, doch getuige had hun uitdrukkelijk
verboden in het afgescheiden gedeelte van.
die keet te komen waarin zich onderdeelen
bevonden van een graafmachine. Getuige
had hun ook verboden goederen uit dit ge
deelte van de keet te veikoopen. Wel moch
ten zij het te koop aanbieden, maar als zij
een kooper wisten, moesten zij getuige
daarvan in kennis stellen.
Getuige B. S. v. d. Meer ontkende ten
stelligste de goederen aan de verdachten
te hebben verkocht.
Getuige C. Ziere had in zijn werkplaats
te Zoetermeer een stuk touwkabel aanwe
zig gehad. De verdachten hadden gevraagd
dat touw daar te mogen opbergen. De po
litie heeft het touw aldaar in beslag geno
men.
Het O.M., waargenomen door mr. H. A. J.
Reumer, merkte in zijn requisitoir op, dat
v. d. Meer gunstig bekend staat, en dat d'e
verdachten niet over eenig geld beschikten
waarmee zij de goederen van v. d. Meer
hadden kunnen koopen, zoodat hun bewe
ring al weinig steekhoudend is. Het OJM.
is dan ook van meening, dat deze verdach
ten de goederen hebben ontvreemd. Zij
waren bezig de geheele keet leeg te halen,
maar gelukkig is daaraan nog tijdig een
einde gemaakt. Het O.M. eisdbte tegen H. I.
1 jaar en tegen S. I. 8 mud. gevstraf.
Mr. A. R. Henfcemans, de verdediger van
S. I. merkte op, dat v. d. Meer op losse
gronden in de voordeelige positie van ge
tuige is geplaatst. Pleiter meende, dat het
bewijs niet geleverd is en concOudeerde
tot vrijspraak.
Mr. O. H. Sap was van oordeel, dat ook
ten aanzien van H. I. het bewijs niet ge
leverd was. Uitspraak 14 Juni.
EEN DURE ROODE TULP.
De kantonrechter te Zutphen heeft von
nis gewezen in een zaak tegen F. C. G.,
winkelier te Zutphen, die de vorige week
terecht heeft gestaan, omdat hij op 1 Mei
tijdens een openbare vergadering van de
O. S. P. in lunchoom „Centraal" in het
knoopsgat van zijn jas een roode tulp had
gedragen, welke roode tulp een opzichtig
onderscheidingsteeken was en een bepaald
staatkundig streven uitdrukte. De kanton
rechter veroordeelde den verdachte tot een
boete van 10 subs. 5 dagen hechtenis.
KANTONGERECHT ALPHEN.
V erstek vonnissen.
Door het kantongerecht te Alphen wer
den de navolgende verstekvonnissen ge
wezen wegens overtreding van de Land
bouwcrisis wet. Th. V. te Nieuw-Vennep
20.subs. 5 dg. met verbeurdverklaring
van de opbrengst der aardappelen. Crisis
Zuivelwet: W. M. zonder bekende woon
plaats 20.subs. 10 dg. met verbeurd
verklaring van de opbrengst der marga
rine en vet. Overtreding algemeene poli
tieverordening der gemeente Boskoop D.
R. te Boskoop 6.subs. 3 dg. onder te
ruggave v. d. damestasch aan mej. A. E.
S. te Boskoop; A. v. L. te Gouda 2.
subs. 1 dg.; Motor- en rijwielwet W. V.;
B. N. B. te Boskoop; P. J. H. V. te Bos
koop; Ch. V. te Boskoop; L. J. v. d. V.;
G. R.; P. J. H. V. te Boskoop; A. Z. R. L.
te Woubrugge; C. J. W. te Ter Aar; W. S.;
P. v. G. allen tot 3.subs. 2 dg.; J. S.
te Boskoop 4.subs. 2 dg.; W. A. S. te
Zeist 4.subs. 2 dg.; L. K. te Rotter
dam 5.subs. 3 dg.; H. C. B. 5.
subs. 2 dg.; J. R. K. 2.subs. 1 dg.; L.
A. v. d. H. te Hilversum 3.50 subs. 2 dg.
Art. 461 wetb. v. strafrecht J. D. M. te
Leiden 2.50 subs. 1 dg.; Algemeene poli
tieverordening der gemeente Alphen K.
H. te Wassenaar; J. v. d. N.; H. M. K. al
len tot 2.subs. 1 dg.; IJkwetovertre-
ding J. G. 2 maal 4.subs. 2 dg. en 2
maal 1.50 subs. 1 dg. met verbeurdver
klaring van de gewichten; Verordening
stoomv. in Z.-Holland J. C. v. d. S. te Al
kemade 4.subs. 2 dg.; N. de V. te Ha-
zerswoude 4.subs. 2 dg.; Melkbesluit
G. C. A. te Boskoop-4.subs. 2 dg.; C.
F. M. te Boskoop 3.subs. 2 dg.; Art.
453 wetb. v. strafrecht G. S. zonder beken
de woon of verblijfplaats hier te lande
10.subs. 5 dg.; H. M. zonder bekende
woon- of verblijfplaats hier te lande 10
dagen hechtenis; Art. 427 wetb. v. straf
recht C. F. M. te Boskoop 3.subs. 2
dg.; Leerplichtwetovertreding J. P. G. F.
te Nieuwkoop 1.subs. 1 dg.; H P. H.
te Ter Aar 4.subs. 2 dg.; P. de K. te
Ter Aar 2.50 subs. 1 dg.; B. v. d. W. te
Nieuwkoop 2.50 subs. 1 dg.; Keur water
schap Woerden J. N. zonder bekende woon-
of verblijfplaats 4.subs. 2 dg. Waar
geen woonplïats is vermeld wonen ver-
1 oordeelden te Alphen aan den Rijn.