ZATERDAG 19 MEI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. PAG. 6
IMTERPAROCHIEELE
Oproep!
Senioren, Commissarissen, leden der
aangesloten vereenigingen.
Onze speldjesdag op Zondag 27 Mei moet
«lagen.
Gij kent het doel, 't ia voor ons werk
kamp „de Liebaard"; daar worden onze
werkelooze Gezellen en ook andere Kath.
georganiseerde jonge mannen 13 dagen
gratis geherbergd.
Zij werken daar eenigen tijd, een mooie
en heerlijke afwisseling in hun tot ledig
heid gedoemd bestaan, maar vooral daar
worden zij moreel gesteund in hun moei
lijk en zwaar leven, dat zoo gemakkelijk
kan ontaarden. Lezingen, excursies en der
gelijke worden er gehouden. Contact heb
ben zi) daar met de Priesters, maar vooral
ook met Christus. In de verslagen kunt gij
't lezen hoe de meeste jonge mannen iede-
ren morgen tot de H. Tafel naderen. Is dat
niet een mooi en noodzakelijk werk in on
zen tijd? Maar gij begrijpt het, al geeft het
Rijkssubsidie voor dit heerlijke werk, de
subsidie is niet toereikend om de groote
onkosten te dekken, en daarvoor onze
«peldjesdag.
Jongens aan 't werk!
Senior, neemt gij In uw vereeniglng en
in de parochies waar uw Gezellenvereeni-
ging gaat collecteeren de leiding op u.
Commissarissen steunt uw Senior, helpt
gij mede.
Gezellen, geeft u op aan uw Senior,
brengt dat offer, 't is een gemeenschaps
daad, een werk van naasteliefde, zoo kunt
gij uw werkelooze mede-gezellen steunen.
Denkt er om, 't werk moet slagen en
't zal slagen als allen de handen uit de
mouwen steken en medewerken.
Volgt daarom ook precies de wenken
op die 't districtsbestuur u geeft
H. SCHRAMA,
districts-praeses.
ONZE VEREENIGING.
De heer C. Barendse heeft ons bericht
dat hij door vermeerderde werkzaamheden-
niet langer meer de gelden der vereeniging
kan incasseeren. Wij brengen hem hier
dank, ook namens de Raad v. Bestuur, voor
zijn accuraat werken.
Als opvolger in deze functie is nu aan
gesteld de heer St v. d. Meel, Stationsweg
16, Leiden.
MOEDER MARIA, BID VOOR ONS
In het stille Nazareth leefde zij met
Jozef, haar man, en met haar kind Jesus.
Om het huis zweefde de meest piëteit
volle gedachten; van binnen was er een
goudglans van liefde.
Ze waren gelukkig, deze drie; want ze
leefden uit en voor God.
Doch moedersmart en felle zielepijn zijn
Maria niet onbekend gebleven. Wat de
Zoon leed, leed ook de Moeder.
En na jaren van vreugde en smart is
Maria opgenomen ten hemel, daar zetelt
ze nu in het licht der eeuwigheid, dicht bij
haar Kind, haar Jongen. Koningin des
hemels, bid voor ons!
Maria is geworden: Moeder aller men-
schen. 't Was Jesus zelf, Die ons Haar tot
Moeder gaf. Toen Hij stervend de wereld
overzag en het menschdom zag in de
worsteling tusschen goed en kwaad, toen
stelde Hij Maria aan tot Middelares. Zijn
eigen Moeder werd de onze
Door alle eeuwen vloeit de genade
stroom ons toe door Moeders handen en
wij weten ons veilig en dicht bij den
Zoon, juist door Haar. Hulp aller christe
nen bid voor ons!
't Is Meimaand nu en de natuur spreekt
een klare taal van Gods onbegrepen al
macht en schoonheid. Bloesemweelde en
bloemenpracht rukken den geest naar om
hoog, naar Hem, Wien allen en alles ge
hoorzamen.
En schouwend naar den lichtblauwen
hemel weten we daar bij den troon van
het Lam, Haar, die nu voor ons bidt....
Maria.
„Moeder aller menschen, leer ook ons,
jonge kerels, uw Moederhand grijpen en
bewerk, dat wij eenmaal mogen staren in
uw reine Moederoogen
SEVERUS.
WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET.
(50)
„Dat men Inderdaad in dezen niet enkel
met eigen voordeel, maar ook met het al
gemeen belang rekening heeft te houden,
volgt onmiddellijk uit het karakter van
den eigendom, dat, zooals wij reeds zeiden,
individueel en sociaal tevens is. Deze ver
plichtingen echter in bijzonderheden te om
schrijven, is de taak der regeeringen, wan
neer tenminste de noodzakelijkheid zich
voordoet, en de natuurwet niet reeds hier
in voorzien heeft. Daarom kan het Staats
gezag, steeds natuurlijk voorgelicht door
de natuurwet en de goddelijke wetten,
meer nauwkeurig bepalen, wat, met het oog
op de noodzakelijke eischen van het alge
meen belang, den bezitters al of niet ge
oorloofd is in het gebruik van hun bezit".
Dit citaat uit Q. A. stelt duidelijk in het
licht de bevoegdheid van den Staat om
desnoods in te grijpen en de goede gang
van sommiger bezit te regelen. Eenieder
begrijpt echter, hoe hiermede niet is aan
gegeven de preciese regeling. Wat in het
eene land goed is, kan in een anderen
staat wel glad foutief zijn. 't Is daarom,
dat Paus Pius zeer nadrukkelijk wijst op
de wetten van God en van de natuur.
Binnen de grenzen blijven van het rede
lijke is voor vele menschen moeilijk, niet
onmogelijk. Er zijn wel menschen, die dat
zeggen, maar die verkoopen „klets". In de
wetten van God wordt niets onredelijks of
onmogelijks gevraagd. Hij, Die zelf de
menschen schiep, heeft wetten gemaakt
naar 's menschen krachten.
En nu moet u niet zeggen: Ja, maar we
zitten er toch mee gebonden; want dan
moet ik u eerlijk zeggen: Vriend, je weet
niet wat gebonden is! Slechts hij, die wet
ten weet te eerbiedigen, heeft het recht om
wat te worden binnen die wetten. En je
groeit niet uit tot een gave persoonlijk
heid, als je niet je hoofd weet te buigen.
Waardoor wij gebonden worden zijn heilige
banden, ons gegeven tot eigen vervolma
king, en die heb je te aanvaarden.
Dat ook de wetten der natuur meespre
ken is logisch. De staat mag nu eenmaal
niet willekeurig handelen, omdat aan de
rechten van den staat voorafgaan de rech
ten van den mensch en de rechten van het
huisgezin. Deze twee zijn ouder dan de
staat, komen dan ook eerder dan de staat.
Met dit al is voorzichtigheid noodig. Of
b.v. in ons land de belastingheffing rede
lijk is wordt nog al eens aan critiek on
derworpen en dan nemen vele menschen
een zeer gewichtige houding aan, bepalen
hun stem en spreken hun veto uit. Wie zoo
eens de massa beluistert staat versteld over
het gemak, waarmee geoordeeld wordt
In alle bescheidenheid moeten we twee
dingen niet vergeten en daarom leggen we
ze u voor. Ten eerste: onze tijd is vol eco
nomische, politieke en financieele moeilijk
heden met een internationaal karak
ter, die ook internationaal verbeterd
moeten worden. En ons land is daarin
sterk afhankelijk. En ten tweede: bij alle
critiek zy men eerlijk en taste men
eerst eens in' eigen boezem. Want wie in
het verleden nooit heeft meegewerkt, p o-
i t i e f, aan de verbetering van zich en
van anderen en daardoor aan de verhef
fing der maatschappij, zoo iemand mist
het recht tot critiek.
Behalve de verplichtingen t.o.v. dén
eigendom, bestaan er ook verplichtingen
t.o.v. de vrije inkomsten. Let wel, niet alle
inkomsten zijn vrij; alleen die, welke niet
noodig zijn voor een passend levens
onderhoud. Juist hierin gaat de Kerk
tot zeer hooge waardeering, als iemand
het overtollige bezit aanwendt tot nut van
anderen, in welken vorm ook.
En dan komen we tot die katholieke
daad van milddadigheid, waar we de vo
rige maal op wezen. Soms wordt beweerd,
dat door die roomsche milddadigheid de
bedelarij wordt bevorderd. Laat het voor
een gedeelte waar zijn, ik geloof echter niet
dat onze tijd beter is dan die z.g. donkere
middeleeuwen. Want echte milddadigheid
is thans o zoo schaars en het „communisme
van het geven" (wat toch het Katholicisme
is) heeft plaats gemaakt voor het „com
munisme van halen en plukken". Om van
oplichten en trucs maar niet te spreken.
S. M.
DON BOSCO.
(Slot).
Op 't einde van 1887 voelde Don Bosco,
dat hij niet lang meer zou leven.
Den 8en November van dat jaar, zond
h(j een schrijven aan al zijn onderhoori-
gen. Hy beval hun aan al zijn werken
voort te zetten, de opvoeding der jeugd, de
vorming van goede priesters, de missies.
Den 30en December ging hij voor 't laatst
uit. Nog eenmaal spoorde hij zijn priesters
aan tot trouw aan de Kath. Kerk en tot
heiligen ijver en de jeugd, zijn jongens,
vermaande hij om veelvuldig te communi-
ceeren en tot innige godsvrucht voor Ma
ria. Zijn laatste gedachten waren aan zijn
jongens gewijd en zijn laatste woorden
werden tot hen gericht.
„Zegt aan mijn jongens, dat ik hen in
't Paradijs verwacht. Daar zullen we sa
men gelukkig en vroolijk zijn!"
Den 27en Januari 1888 werden hem de
laatste H.H. Sacrameten toegediend.
Alle jongens namen bedroefd afscheid.
Den volgenden morgen, terwijl het An-
gelus-klokje klepte, steeg de ziel van den
grooten dienaar Gods op tot haren Schep
per!
Don Bosco was gestorven en zijn lijk
werd overgebracht naar de kerk van den
H. Franciscus van Sales, waar meer dan
40 duizend menschen het stoffelijk omhul
sel van den grooten doode hun laatste hul
de kwamen betuigen.
Vele duizenden mannen volgen den lijk
baar naar het seminarie Valsabire bij Tu
rijn. Daar rust hij, die door zijn goedheid
en liefde zoovele zielen bekeerd had.
M. v. R.
Kegelclub „De Poedelaars".
Vorigen Zaterdag trokken de Poedelaars
naar Voorburg om „Fortuna" in eigen
home partij te geven.
Reeds eerder waren de Fortuna-men-
schen in Leiden te gast geweest, bij welke
gelegenheid de Poedelaars zich verre de
meerderen toonden.
Na een eenigszins weifelend begin wis
ten ook thans de Poedelaars met flinken
voorsprong te winnen en kwamen daar
door in het bezit der door Fortuna uitge
loofde medaille.
De ontvangst was keurig: de kegelbaan
om te watertanden!
KERKNIEUWS
DE VEREERING VAN JESUS'
HEILIG HOOFD.
Kort geleden is te Antwerpen een klein
boekje in het licht gegeven, 't welk meer
aandacht verdient dan er tot nog toe aan
is geschonken. Het draagt den titel: „Het
Heilig Hoofd van Jesus als zetel van Zijn
goddelijke Wijsheid".
Aanleiding tot deze uitgave waren voor
al de openbaringen die men kan lezen in
het leven van Teresa Higginson, wier bui
tengemeen wondervol en bevoorrecht le
ven zoo goed als geheel was gewijd aan
de verspreiding van de in den titel ge
noemde devotie tot het H. Hoofd van
Jesus.
Gelijk Margarita Maria Alacoque was
geroepen om de devotie tot het Goddelijk
Hart bekend te maken en Ingang te doen
vinden, zoo is het kenmerkende in Tere
sa's leven haar bijzondere zending om de
devotie te prediken tot Jesus' H. Hoofd.
De voortdurend weerkeerende ontroe
rende uitingen van den Goddelijken Hei
land tot deze bevoorrechte ziel over Zijn
brandende verlangens en verheven inzich
ten in betrekking tot de verspreiding van
deze bijzondere devotie doen in geen en
kel opzicht onder voor de Openbaringen
aan de H. Margarita Maria gedaan om
trent de vereering van zijn Goddelijk
Hart, noch wat de hevigheid van die God
delijke Verlangens betreft, noch wat be
treft de rijke toezeggingen van genade en
zegeningen voor allen die zich op deze
godsvrucht zullen toeleggen en zullen mee
werken haar bekend te maken.
Zeker, de H Kerk heeft zich nog niet
uitgesproken, noch over de heiligheid van
Teresa's leven, noch over de practische
toelaatbaarheid der genoemde devotie.
Maar toch, het proces der Zaligverklaring,
't welk al eenigen tijd is ingeleid, de mep
van groote heiligheid die in Engeland bij
zonder, waar ze geleefd heeft, over deze
eenvoudige onderwijzeres verspreid is, de
jaarlijksche bedevaarten die met blijkbare
instemming der kerkelijke Overheid wor
den gehouden met talrijke deelname on
der leiding der geestelijkheid en vooral
het kennis nemen van haar wonderbaar
leven uit het schoone werk van Cecil Kerr,
verleden jaar in het Hollandsch overgezet
(Uitgever Pax, Chasséstr. Den Haag), dat
alles stelt ons gerust dat we op den goe
den weg zijn als we, met inachteneming der
geldende kerkelijke voorschriften, de bij
zondere aandacht voor deze aangelegen
heid durven vragen, als we er op durven
wijzen wat een wonderschoon, verheven
en ontroerend voorwerp onzer godsvrucht
het H. Hoofd van Jesus moet zijn, hoe rijke
perspectieven deze devotie, goed begrepen
voor het geestelijk leven moet openen.
Dat tegen de bijzondere vereering van
Jesus' H. Hoofd geen enkel theologisch,
theoretisch bezwaar kan worden inge
bracht is volgens het overeenstemmend
gevoelen van alle theologen wel zeker
een uitgemaakte zaak. Het H. Hoofd sis
deel, en wel het meest waardige deel van
Jesus' menschelijke verschijning is ran-
zelf sprekend onze goddelijke vereering en
aanbidding waardig, terwijl het als het
zinnebeeld of meer nog als de werkelijke
zetel van Jesus' aanbiddellijke Wijsheid
uiteraard al onze bijzondere vereering en
aandacht vraagt.
Theoretisch is er dus geen enkel be
zwaar.
Wat evenwel den practlschen kant van
de zaak betreft, of de invoering dezer de
votie opportuun, gewenscht en in de prac
tische beoefening in het Openbaar zonder
bezwarende gevolgen zal wezen, dat zal
de H. Kerk eerst moeten uitmaken voor
aleer we tot een publieke uitoefening de
zer godsvrucht zullen mogen overgaan.
Gelijk er geruimen tijd overheen gegaan
Is voor de H. Kerk zich heeft uitgesproken
over de devotie tot Jesus' H. Hart en de
verbreiding er van officieel heeft aanbevo
len, zoo zullen we hier ook voor de open
bare beoefening der godsvrucht tot Jesus'
H. Hoofd de uitspraak der H. Kerk moe
ten afwachten.
Om echter over deze aangelegenheid
een uitspraak van de H. Kerk te verkrij
gen, om haar officieele toestemming een
maal te winnen voor de openbare beoefe
ning en invoering dezer godsvrucht, be
staat er geen betere en zekerder weg dan
dat zoovelen mogelijk zich van het rede
lijke, van het schoone en verhevene dezer
devotie doordringen en ijverig beginnen
in hun persoonlijk geestelijk leven deze
devotie te beoefenen. Dit is de gewone
weg waarlangs zoovele nu bloeiende de
voties in de openbare Godsvereering der
Kerkelijke Liturgie burgerrecht hebben
verkregen.
Daar is dus niets tegen, en hoeveel er
voor is, ja hoeveel er ons toe dringt om
te beginnen deze bijzondere godsvrucht
een plaats te geven in ons persoonlijk pri
vate devotieleven, daar zal men zich het
best van kunnen overtuigen door kennis
te nemen van het kleine boekje 't welk de
aanleiding was tot dit schrijven, verkrijg
baar te Antwerpen, Amerikalei 106110.
In dit geschrift wordt o.a. gesproken over
de actualiteit dezer godsvruent, over het
H. Hoofd en Pinksteren, over het H. Hoofd
en het H. Hart, over Jesus' H. Hoofd en
Zijn Koningschap en over de praktijken
der devotie van het H. Hoofd.
Vooral degenen die ernstig het leven
van Teresa Higginson gelezen hebben zul
len blij zijn met de verschijning van dit
werkje als een eerste pogen om aan de
groote verlangens door den Goddelijken
Heiland aan deze bevoorrechte ziel geuit,
tegemoet te komen en de verwezenlijking
te bespoedigen van de aan haar geopen
baarde bedoelingen om n.L de godsvrucht
tot het Goddelijk Hart met de devotie tot
het Goddelijk Hoofd van Jesus eerst tot
haar volle ontplooiing en uiteindelijke be
kroning te brengen. Immers de liefde van
het H. Hart vindt haar voorwerp in de ge
dachte van het H. Hoofd, 't Is de Wijsheid
van het Goddelijk Hoofd waardoor de
Liefde zich bij alles laat leiden. Teresa
Helena zag beide devoties altijd met elkaar
verbonden en vernam ook in haar visioe
nen hoe de toekomstige feestdag van het
H. Hoofd de Vrijdag zou zijn volgend op
het H. Hart-feest.
P. J. M. v. d. BURG, past.
H. Marg. Maria, Egmond.
Meimaand en Lourdes.
Mei, de feestmaand der Onbevlekte Moe
dermaagd, is in het land en huis aan huis
staan bloemen geschaard om haar beelte
nis, want ieder verlangd in deze maand zyn
liefde en vereering metterdaad aan Maria
te toonen. Die daad kunnen velen vol
brengen, door een besluit op Maria's
feestaltaar te brengen, als bewijs hunner
genegenheid, een besluit oom in 't
midden van de zomervacantie, als van 24
Juli tot 2 Augustus de „Nationale Neder-
landsche Bedevaart" naar Lourdes vertrekt
en weer een 300 zieken mede neemt
hunne beste krachten te geven om deze zie
ken gedurende de vermoeiende reis en hun
verblijf te Lourdes, door hun liefderijke
verzorging bij te staan.
Telken jare stijgt het aantal pelgrims,
maar telken jare stijgt ook het aantal zie
ken wier vurige hoop op Lourdes is ge
steld Lourdes het eenige lichtpunt, de
eenige onderbreking in een vaak lange ja
ren onafgebroken lijden, 't Is zoo hard hen
te moeten weigeren, zoo heerlijk hun aantal
zoo hoog mogelijk op te voeren. Maar dan
moet ook de ziekenverpleging op groote
hulp kunnen rekenen, brancardiers, ver
pleegsters en infirmières.
Verleden jaar hebben een groot aantal
edelmoedige dames en heeren aan den op
roep gehoor gegeven, zoodat de Franschen
vol lof waren over de groote toewijding der
Nederlanders voor hun zieken.
Dat ook dit jaar zich wederom aanmel
den een groot aantal brancardiers, om in
Lourdes behulpzaam te zijn by het vervoer
der zieken, en infirmières, om de zieken te
helpen bij het eten, kleeden en verdere ver
zorging en ten slotte vele gediplomeerde
ziekenverpleegsters wier hulp onmisbaar
is gedurende de reis.
De heeren brancardiers kunnen zich aan
melden en inlichtingen vragen bij den ad
ministrateur, den heer V. v. d. Camp, Lin
deplein 17, Heerlen; de infirmières bij me
juffrouw A. Loeff, Hinthamerstraat 141,
's-Bosch, de gediplomeerde verpleegsters
bij de secretaresse mej. A. Tilman, Vugh-
terdijk 24, 's Bosch.
Alle aanmeldingen vóór 15 Juni.
Een ieder is welkom; het werk is dus
danig verdeeld, dat iedere aanbieding met
vreugde wordt aanvaard.
Laat u niet afschrikken door finantieele
bezwaren maar vraagt een circulaire aan,
en u kunt u overtuigen, dat de uitgaven
niet zoo groot behoeven te zijn.
Mgr. Joh. Brinkmann
In Febr. j.l. was het 50 jaar geleden,
dat de doorluchte balling Mgr. Joh. Brink
mann, Bisschop van Munster uit Houthem
St. Gehrlach naar zijn residentie kon
terugkeeren. Z. H. Exc. verbleef 5 jaren
te Houthem en woonde op „Huize Stra-
beek", door niemand gekend maar alge
meen geacht en bemind als „mijnheer
Berger".
Dit feit zal op Pinkstermaandag a.s. te
Houthem worden herdacht door een
plechtige Hoogmis, waarbij de Duitsche
Paters Oblaten van Ravenbcsch en hun
leerlingen de leiding hebben. De Koog-
eerw. Prélat en Domprobst van Munster,
dr Wolters, houdt de feestpredikatie.
Op de plaats, waar „mynheer Berger"
's Zondags gedurende de Hoogmis zat,
wordt een plaquette aangebracht met het
opschrift:
Hier knielde onder de schutse
van Sint Gerlacus
Joh. Bern. Brinkmann
Bisschop van Munster
gedurende zijn ballingschap
1879—1884.
Van de Duitsche Paters Jezuïeten en
Zusters te Valkenburg zullen deputaties
deze merkwaardige plechtigheid bijwo
nen.
Msbd."
DE SLAAPWANDELAARSTER
Ziet gij haar in uw verbeelding, hoe zij
met de oogen geopend, maar in diepen
slaap, kalm glimlachend heenstapt over het
gladde dak van dat hooge huis?
Misschien droomt zij van een voorbije
feestelijkheid of van een aanstaande dans
partij. Met de hand maakt zij een gebaar
alsof zij een bloem in haar kapsel steekt
en haar waaier ontplooit. Zij lacht iets of
iemand toe.
Dan schrijdt z(j tot aan den rand van
het dak en zet zich neer zoo bedaard en on
bekommerd, alsof zij zich neerzette in
haar stoel bij het open venster van haar
kamer.
Zij leunt voorover en ziet daar in den
afgrond van de straat, onbewust van wat
daar omgaat, maar een visioen van luister
en pracht schijnt haar geestesoog te boeien,
want haar gezicht straalt van vreugdevolle
vei'rassing.
Lang blijft zij verwylen bij de beelden,
die haar fantasie haar voortoovert.
Welke plotselinge gedachte, die haar
brein doorflitst, doet haar zoo ijlings op
staan?
Zij staat stil op die gevaarvolle smalle
strook, als een beeld onbeweeglijkAan
den overkant draait iemand het electrisch
licht aan, waarvan de felle glans hare ze-
KALENDER DER WEEK
PINKSTEREN.
ZONDAG 20 Mei. Hoogfeest van Pinkste
ren, of van de Nederlang v. d. H. Geest over
de Apostelen. Mis: Spiritus.
De beloofde H. Geest is ons geschonken.
De Geest des Heeren vervult de geheele
aardie! Alleluja. (Introitus. Moge Hij ook
onze harten vervullen en daarin ontvonken
het vuur Zijner goddelijke liefde (Alleluja-
vers). Moge Hij ook zijn de zoete Gast on
zer zielen, aan wie in Hem gelooven schen
ken Zijne zevenvoudige gaven. (Sequens).
MAANDAG 21 Mei. Tweede Pinksterdag.
Dag van devotie. Mis: Cibavlt.
Pinksteren is het feest van de stichting
der H. Kerk. Het Epistel verhaalt ona van
den groei der jeugdige Kerk. Petrus, bezield
door den H. Geest, bekeert vele heidenen
door zijne prediking tot de Kerk van Chris
tus, welke ook nu nog leert en zal blijven
leeren: „Wie in Christus gelooft zal niet
verloren gaan, maar eeuwig leven. (Evan
gelie).
DINSDAG 22 Mei. Derde Pinksterdag.
Dag van devotie. Mis: Accipite.
WOENSDAG 23 Mei. Vierde dag van het
Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Geboden
Vasten- en Onthoudingsdag. Mis: Deus. 2e
gebed voor Kerk of Paus.
DONDERDAG 24 Mei. Vijfde dag van
het Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed
voor Kerk of Paus.
VRIJDAG 25 Mei. Zesde dag van het
Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Geboden
Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Repleatur.
2e gebed van den H. Gregorius VII, Paus en
Belijder; 3e v. d. H. Urbanus I, Paus en
Martelaar.
De H. Paus Gregorius is een allerkrach
tigste figuur geweest. Zeer krachtig bestrij
der van de leeken-Investituur, een instel
ling, waarbij de keizer of koning aan de
gekozen of benoemde kerkelijke Overheid
(Bisschop) de teekenen der geestelijke
waardigheid ni. ring en staf, overhandigde.
Daardoor werd minstens de schijn gewekt
alsof de bisschop zijn geestelijke rechts-
maoht van den koning of keizer ontving.
Reeds als monnik ijverde Hildebrand hier
tegen, maar nog meer toen hij als Grego
rius VIII den Pauselyken Stoel beklom.
Als gevolg 'van zijn strijd tegen de inves
tituur stierf Gregorius als balling in de
stad Salerno.
ZATERDAG 26 Mei. Zevende dag van
het Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Ge
boden Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Ca
ritas. 2e gebed v. d. H. Philippus Nereus;
3e v. d. II Eleutherius, Paus en Martelaar.
Na de Sequens wordt het Alleluja niet ge
zegd.
In deze week dagelijks Gloria, de
Sequens „Veni Sancte Spiritus", Credo.
Prefatie en het gebed „Comimunicantes" en
het gebed „Hanc igiitur" van Pinksteren.
Kleur: Rood.
IN DE KERKEN DER E.E.P.P.
FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender van
het Bisdom, behalve:
WOENSDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Bartho-
lomeus Pucoi en Gerandus van Villamagna.
DONDERDAG. 2e gebed v. d. Z. Joannes
van Prado, Martelaar.
ZATERDAG. 2e gebed v. d. Z. Maria-
Anna van Jesus de Paredes, Maagd; 3e v.
d. H. Philippus; 4e v. d. H. Eleutherius.
Amsterdam. ALB. M. KOK pr.
nu wen prikkelt.... Zij ontwaakt.... zij
uit een kreet, en valt naar beneden.
Vermorzeld, misvormd wordt haar lijk
weggedragen
Zijn zij, die verre van God leven, ook
geen slaapwandelaars?
Zij houden hun oogen open voor de we
reld, zij zijn overtuigd, dat zij wakker zijn,
omdat zij zich bewegen, spreken, redenee
ren en berekenen, maar in werkelijkheid
zijn die verdwaalden ingeslapen.
Hun leven is een voorbijgaande droom.
Hun ijver, hun zucht, om meer en meer
te verzamelen, zij het ter wille van het lou
ter bezit of om er mee te genieten hun
fortuin is een droom!
Droom is ook de dorst naar genot, naar
onverstand op te nemen alle wetenschap,
sinds alle tijden vergaard, en de Godsken
nis te verwaarloozen of te minachten.
De eerzucht om te schijnen, te stijgen, te
heerschen, ze is een droom!
Daarom is ook de dorst naar genot, naar
ongeoorloofde genegenheden en genoegens;
het zingenot duurt niet.
Droom is dat leven van onverschillig
heid, van zorgeloosheid voor alles wat niet
het stoffelijk welzijn betreft; dat leven
gaat voorbij.
Een bitter ontwaken dreigt.
Hoe dwaas is de menschelijke mieren
hoop, die voort-ijlen, elkaar stooten, el
kaar onder den voet loopen op den weg van
het fortuin, van het genot, van den roem.
Eensklaps schittert voor hun oogen een
vurig, een verblindend, een schrikwekkend
licht: God!
Zij ontwaken, zij slaken en kreet van
verwondering, van angst, en zij vallen,
niet zooals de slaapwandelaarster ln den
dood, maar in het leven, het ware, dat al
tijd duurt God en Eewigheid!
En in den glans van het Ware zien z(j,
vervlogen, verloren, verdwenen al hun
droomen: verworven roem, uitgezochte ge
noegens, vergaarde schatten, bedwelmende
genegenheden.
Buiten en in hen ontwaren zij het smar
telijk en martelend ledigeen plotse
lingGod! Hij, de Waarheid, de Wer
kelijkheid. Dien zij hebben willen ont
vluchten, hen rekenschap vragend van hun
dwazelijk verspild leven.
Wachten wij ons voor den droom.
Wachten wij ons voor het ontwaken!
PIERRE L'ERMITE.