ZATERDAG 19 MEI 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 6 IMTERPAROCHIEELE Oproep! Senioren, Commissarissen, leden der aangesloten vereenigingen. Onze speldjesdag op Zondag 27 Mei moet «lagen. Gij kent het doel, 't ia voor ons werk kamp „de Liebaard"; daar worden onze werkelooze Gezellen en ook andere Kath. georganiseerde jonge mannen 13 dagen gratis geherbergd. Zij werken daar eenigen tijd, een mooie en heerlijke afwisseling in hun tot ledig heid gedoemd bestaan, maar vooral daar worden zij moreel gesteund in hun moei lijk en zwaar leven, dat zoo gemakkelijk kan ontaarden. Lezingen, excursies en der gelijke worden er gehouden. Contact heb ben zi) daar met de Priesters, maar vooral ook met Christus. In de verslagen kunt gij 't lezen hoe de meeste jonge mannen iede- ren morgen tot de H. Tafel naderen. Is dat niet een mooi en noodzakelijk werk in on zen tijd? Maar gij begrijpt het, al geeft het Rijkssubsidie voor dit heerlijke werk, de subsidie is niet toereikend om de groote onkosten te dekken, en daarvoor onze «peldjesdag. Jongens aan 't werk! Senior, neemt gij In uw vereeniglng en in de parochies waar uw Gezellenvereeni- ging gaat collecteeren de leiding op u. Commissarissen steunt uw Senior, helpt gij mede. Gezellen, geeft u op aan uw Senior, brengt dat offer, 't is een gemeenschaps daad, een werk van naasteliefde, zoo kunt gij uw werkelooze mede-gezellen steunen. Denkt er om, 't werk moet slagen en 't zal slagen als allen de handen uit de mouwen steken en medewerken. Volgt daarom ook precies de wenken op die 't districtsbestuur u geeft H. SCHRAMA, districts-praeses. ONZE VEREENIGING. De heer C. Barendse heeft ons bericht dat hij door vermeerderde werkzaamheden- niet langer meer de gelden der vereeniging kan incasseeren. Wij brengen hem hier dank, ook namens de Raad v. Bestuur, voor zijn accuraat werken. Als opvolger in deze functie is nu aan gesteld de heer St v. d. Meel, Stationsweg 16, Leiden. MOEDER MARIA, BID VOOR ONS In het stille Nazareth leefde zij met Jozef, haar man, en met haar kind Jesus. Om het huis zweefde de meest piëteit volle gedachten; van binnen was er een goudglans van liefde. Ze waren gelukkig, deze drie; want ze leefden uit en voor God. Doch moedersmart en felle zielepijn zijn Maria niet onbekend gebleven. Wat de Zoon leed, leed ook de Moeder. En na jaren van vreugde en smart is Maria opgenomen ten hemel, daar zetelt ze nu in het licht der eeuwigheid, dicht bij haar Kind, haar Jongen. Koningin des hemels, bid voor ons! Maria is geworden: Moeder aller men- schen. 't Was Jesus zelf, Die ons Haar tot Moeder gaf. Toen Hij stervend de wereld overzag en het menschdom zag in de worsteling tusschen goed en kwaad, toen stelde Hij Maria aan tot Middelares. Zijn eigen Moeder werd de onze Door alle eeuwen vloeit de genade stroom ons toe door Moeders handen en wij weten ons veilig en dicht bij den Zoon, juist door Haar. Hulp aller christe nen bid voor ons! 't Is Meimaand nu en de natuur spreekt een klare taal van Gods onbegrepen al macht en schoonheid. Bloesemweelde en bloemenpracht rukken den geest naar om hoog, naar Hem, Wien allen en alles ge hoorzamen. En schouwend naar den lichtblauwen hemel weten we daar bij den troon van het Lam, Haar, die nu voor ons bidt.... Maria. „Moeder aller menschen, leer ook ons, jonge kerels, uw Moederhand grijpen en bewerk, dat wij eenmaal mogen staren in uw reine Moederoogen SEVERUS. WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET. (50) „Dat men Inderdaad in dezen niet enkel met eigen voordeel, maar ook met het al gemeen belang rekening heeft te houden, volgt onmiddellijk uit het karakter van den eigendom, dat, zooals wij reeds zeiden, individueel en sociaal tevens is. Deze ver plichtingen echter in bijzonderheden te om schrijven, is de taak der regeeringen, wan neer tenminste de noodzakelijkheid zich voordoet, en de natuurwet niet reeds hier in voorzien heeft. Daarom kan het Staats gezag, steeds natuurlijk voorgelicht door de natuurwet en de goddelijke wetten, meer nauwkeurig bepalen, wat, met het oog op de noodzakelijke eischen van het alge meen belang, den bezitters al of niet ge oorloofd is in het gebruik van hun bezit". Dit citaat uit Q. A. stelt duidelijk in het licht de bevoegdheid van den Staat om desnoods in te grijpen en de goede gang van sommiger bezit te regelen. Eenieder begrijpt echter, hoe hiermede niet is aan gegeven de preciese regeling. Wat in het eene land goed is, kan in een anderen staat wel glad foutief zijn. 't Is daarom, dat Paus Pius zeer nadrukkelijk wijst op de wetten van God en van de natuur. Binnen de grenzen blijven van het rede lijke is voor vele menschen moeilijk, niet onmogelijk. Er zijn wel menschen, die dat zeggen, maar die verkoopen „klets". In de wetten van God wordt niets onredelijks of onmogelijks gevraagd. Hij, Die zelf de menschen schiep, heeft wetten gemaakt naar 's menschen krachten. En nu moet u niet zeggen: Ja, maar we zitten er toch mee gebonden; want dan moet ik u eerlijk zeggen: Vriend, je weet niet wat gebonden is! Slechts hij, die wet ten weet te eerbiedigen, heeft het recht om wat te worden binnen die wetten. En je groeit niet uit tot een gave persoonlijk heid, als je niet je hoofd weet te buigen. Waardoor wij gebonden worden zijn heilige banden, ons gegeven tot eigen vervolma king, en die heb je te aanvaarden. Dat ook de wetten der natuur meespre ken is logisch. De staat mag nu eenmaal niet willekeurig handelen, omdat aan de rechten van den staat voorafgaan de rech ten van den mensch en de rechten van het huisgezin. Deze twee zijn ouder dan de staat, komen dan ook eerder dan de staat. Met dit al is voorzichtigheid noodig. Of b.v. in ons land de belastingheffing rede lijk is wordt nog al eens aan critiek on derworpen en dan nemen vele menschen een zeer gewichtige houding aan, bepalen hun stem en spreken hun veto uit. Wie zoo eens de massa beluistert staat versteld over het gemak, waarmee geoordeeld wordt In alle bescheidenheid moeten we twee dingen niet vergeten en daarom leggen we ze u voor. Ten eerste: onze tijd is vol eco nomische, politieke en financieele moeilijk heden met een internationaal karak ter, die ook internationaal verbeterd moeten worden. En ons land is daarin sterk afhankelijk. En ten tweede: bij alle critiek zy men eerlijk en taste men eerst eens in' eigen boezem. Want wie in het verleden nooit heeft meegewerkt, p o- i t i e f, aan de verbetering van zich en van anderen en daardoor aan de verhef fing der maatschappij, zoo iemand mist het recht tot critiek. Behalve de verplichtingen t.o.v. dén eigendom, bestaan er ook verplichtingen t.o.v. de vrije inkomsten. Let wel, niet alle inkomsten zijn vrij; alleen die, welke niet noodig zijn voor een passend levens onderhoud. Juist hierin gaat de Kerk tot zeer hooge waardeering, als iemand het overtollige bezit aanwendt tot nut van anderen, in welken vorm ook. En dan komen we tot die katholieke daad van milddadigheid, waar we de vo rige maal op wezen. Soms wordt beweerd, dat door die roomsche milddadigheid de bedelarij wordt bevorderd. Laat het voor een gedeelte waar zijn, ik geloof echter niet dat onze tijd beter is dan die z.g. donkere middeleeuwen. Want echte milddadigheid is thans o zoo schaars en het „communisme van het geven" (wat toch het Katholicisme is) heeft plaats gemaakt voor het „com munisme van halen en plukken". Om van oplichten en trucs maar niet te spreken. S. M. DON BOSCO. (Slot). Op 't einde van 1887 voelde Don Bosco, dat hij niet lang meer zou leven. Den 8en November van dat jaar, zond h(j een schrijven aan al zijn onderhoori- gen. Hy beval hun aan al zijn werken voort te zetten, de opvoeding der jeugd, de vorming van goede priesters, de missies. Den 30en December ging hij voor 't laatst uit. Nog eenmaal spoorde hij zijn priesters aan tot trouw aan de Kath. Kerk en tot heiligen ijver en de jeugd, zijn jongens, vermaande hij om veelvuldig te communi- ceeren en tot innige godsvrucht voor Ma ria. Zijn laatste gedachten waren aan zijn jongens gewijd en zijn laatste woorden werden tot hen gericht. „Zegt aan mijn jongens, dat ik hen in 't Paradijs verwacht. Daar zullen we sa men gelukkig en vroolijk zijn!" Den 27en Januari 1888 werden hem de laatste H.H. Sacrameten toegediend. Alle jongens namen bedroefd afscheid. Den volgenden morgen, terwijl het An- gelus-klokje klepte, steeg de ziel van den grooten dienaar Gods op tot haren Schep per! Don Bosco was gestorven en zijn lijk werd overgebracht naar de kerk van den H. Franciscus van Sales, waar meer dan 40 duizend menschen het stoffelijk omhul sel van den grooten doode hun laatste hul de kwamen betuigen. Vele duizenden mannen volgen den lijk baar naar het seminarie Valsabire bij Tu rijn. Daar rust hij, die door zijn goedheid en liefde zoovele zielen bekeerd had. M. v. R. Kegelclub „De Poedelaars". Vorigen Zaterdag trokken de Poedelaars naar Voorburg om „Fortuna" in eigen home partij te geven. Reeds eerder waren de Fortuna-men- schen in Leiden te gast geweest, bij welke gelegenheid de Poedelaars zich verre de meerderen toonden. Na een eenigszins weifelend begin wis ten ook thans de Poedelaars met flinken voorsprong te winnen en kwamen daar door in het bezit der door Fortuna uitge loofde medaille. De ontvangst was keurig: de kegelbaan om te watertanden! KERKNIEUWS DE VEREERING VAN JESUS' HEILIG HOOFD. Kort geleden is te Antwerpen een klein boekje in het licht gegeven, 't welk meer aandacht verdient dan er tot nog toe aan is geschonken. Het draagt den titel: „Het Heilig Hoofd van Jesus als zetel van Zijn goddelijke Wijsheid". Aanleiding tot deze uitgave waren voor al de openbaringen die men kan lezen in het leven van Teresa Higginson, wier bui tengemeen wondervol en bevoorrecht le ven zoo goed als geheel was gewijd aan de verspreiding van de in den titel ge noemde devotie tot het H. Hoofd van Jesus. Gelijk Margarita Maria Alacoque was geroepen om de devotie tot het Goddelijk Hart bekend te maken en Ingang te doen vinden, zoo is het kenmerkende in Tere sa's leven haar bijzondere zending om de devotie te prediken tot Jesus' H. Hoofd. De voortdurend weerkeerende ontroe rende uitingen van den Goddelijken Hei land tot deze bevoorrechte ziel over Zijn brandende verlangens en verheven inzich ten in betrekking tot de verspreiding van deze bijzondere devotie doen in geen en kel opzicht onder voor de Openbaringen aan de H. Margarita Maria gedaan om trent de vereering van zijn Goddelijk Hart, noch wat de hevigheid van die God delijke Verlangens betreft, noch wat be treft de rijke toezeggingen van genade en zegeningen voor allen die zich op deze godsvrucht zullen toeleggen en zullen mee werken haar bekend te maken. Zeker, de H Kerk heeft zich nog niet uitgesproken, noch over de heiligheid van Teresa's leven, noch over de practische toelaatbaarheid der genoemde devotie. Maar toch, het proces der Zaligverklaring, 't welk al eenigen tijd is ingeleid, de mep van groote heiligheid die in Engeland bij zonder, waar ze geleefd heeft, over deze eenvoudige onderwijzeres verspreid is, de jaarlijksche bedevaarten die met blijkbare instemming der kerkelijke Overheid wor den gehouden met talrijke deelname on der leiding der geestelijkheid en vooral het kennis nemen van haar wonderbaar leven uit het schoone werk van Cecil Kerr, verleden jaar in het Hollandsch overgezet (Uitgever Pax, Chasséstr. Den Haag), dat alles stelt ons gerust dat we op den goe den weg zijn als we, met inachteneming der geldende kerkelijke voorschriften, de bij zondere aandacht voor deze aangelegen heid durven vragen, als we er op durven wijzen wat een wonderschoon, verheven en ontroerend voorwerp onzer godsvrucht het H. Hoofd van Jesus moet zijn, hoe rijke perspectieven deze devotie, goed begrepen voor het geestelijk leven moet openen. Dat tegen de bijzondere vereering van Jesus' H. Hoofd geen enkel theologisch, theoretisch bezwaar kan worden inge bracht is volgens het overeenstemmend gevoelen van alle theologen wel zeker een uitgemaakte zaak. Het H. Hoofd sis deel, en wel het meest waardige deel van Jesus' menschelijke verschijning is ran- zelf sprekend onze goddelijke vereering en aanbidding waardig, terwijl het als het zinnebeeld of meer nog als de werkelijke zetel van Jesus' aanbiddellijke Wijsheid uiteraard al onze bijzondere vereering en aandacht vraagt. Theoretisch is er dus geen enkel be zwaar. Wat evenwel den practlschen kant van de zaak betreft, of de invoering dezer de votie opportuun, gewenscht en in de prac tische beoefening in het Openbaar zonder bezwarende gevolgen zal wezen, dat zal de H. Kerk eerst moeten uitmaken voor aleer we tot een publieke uitoefening de zer godsvrucht zullen mogen overgaan. Gelijk er geruimen tijd overheen gegaan Is voor de H. Kerk zich heeft uitgesproken over de devotie tot Jesus' H. Hart en de verbreiding er van officieel heeft aanbevo len, zoo zullen we hier ook voor de open bare beoefening der godsvrucht tot Jesus' H. Hoofd de uitspraak der H. Kerk moe ten afwachten. Om echter over deze aangelegenheid een uitspraak van de H. Kerk te verkrij gen, om haar officieele toestemming een maal te winnen voor de openbare beoefe ning en invoering dezer godsvrucht, be staat er geen betere en zekerder weg dan dat zoovelen mogelijk zich van het rede lijke, van het schoone en verhevene dezer devotie doordringen en ijverig beginnen in hun persoonlijk geestelijk leven deze devotie te beoefenen. Dit is de gewone weg waarlangs zoovele nu bloeiende de voties in de openbare Godsvereering der Kerkelijke Liturgie burgerrecht hebben verkregen. Daar is dus niets tegen, en hoeveel er voor is, ja hoeveel er ons toe dringt om te beginnen deze bijzondere godsvrucht een plaats te geven in ons persoonlijk pri vate devotieleven, daar zal men zich het best van kunnen overtuigen door kennis te nemen van het kleine boekje 't welk de aanleiding was tot dit schrijven, verkrijg baar te Antwerpen, Amerikalei 106110. In dit geschrift wordt o.a. gesproken over de actualiteit dezer godsvruent, over het H. Hoofd en Pinksteren, over het H. Hoofd en het H. Hart, over Jesus' H. Hoofd en Zijn Koningschap en over de praktijken der devotie van het H. Hoofd. Vooral degenen die ernstig het leven van Teresa Higginson gelezen hebben zul len blij zijn met de verschijning van dit werkje als een eerste pogen om aan de groote verlangens door den Goddelijken Heiland aan deze bevoorrechte ziel geuit, tegemoet te komen en de verwezenlijking te bespoedigen van de aan haar geopen baarde bedoelingen om n.L de godsvrucht tot het Goddelijk Hart met de devotie tot het Goddelijk Hoofd van Jesus eerst tot haar volle ontplooiing en uiteindelijke be kroning te brengen. Immers de liefde van het H. Hart vindt haar voorwerp in de ge dachte van het H. Hoofd, 't Is de Wijsheid van het Goddelijk Hoofd waardoor de Liefde zich bij alles laat leiden. Teresa Helena zag beide devoties altijd met elkaar verbonden en vernam ook in haar visioe nen hoe de toekomstige feestdag van het H. Hoofd de Vrijdag zou zijn volgend op het H. Hart-feest. P. J. M. v. d. BURG, past. H. Marg. Maria, Egmond. Meimaand en Lourdes. Mei, de feestmaand der Onbevlekte Moe dermaagd, is in het land en huis aan huis staan bloemen geschaard om haar beelte nis, want ieder verlangd in deze maand zyn liefde en vereering metterdaad aan Maria te toonen. Die daad kunnen velen vol brengen, door een besluit op Maria's feestaltaar te brengen, als bewijs hunner genegenheid, een besluit oom in 't midden van de zomervacantie, als van 24 Juli tot 2 Augustus de „Nationale Neder- landsche Bedevaart" naar Lourdes vertrekt en weer een 300 zieken mede neemt hunne beste krachten te geven om deze zie ken gedurende de vermoeiende reis en hun verblijf te Lourdes, door hun liefderijke verzorging bij te staan. Telken jare stijgt het aantal pelgrims, maar telken jare stijgt ook het aantal zie ken wier vurige hoop op Lourdes is ge steld Lourdes het eenige lichtpunt, de eenige onderbreking in een vaak lange ja ren onafgebroken lijden, 't Is zoo hard hen te moeten weigeren, zoo heerlijk hun aantal zoo hoog mogelijk op te voeren. Maar dan moet ook de ziekenverpleging op groote hulp kunnen rekenen, brancardiers, ver pleegsters en infirmières. Verleden jaar hebben een groot aantal edelmoedige dames en heeren aan den op roep gehoor gegeven, zoodat de Franschen vol lof waren over de groote toewijding der Nederlanders voor hun zieken. Dat ook dit jaar zich wederom aanmel den een groot aantal brancardiers, om in Lourdes behulpzaam te zijn by het vervoer der zieken, en infirmières, om de zieken te helpen bij het eten, kleeden en verdere ver zorging en ten slotte vele gediplomeerde ziekenverpleegsters wier hulp onmisbaar is gedurende de reis. De heeren brancardiers kunnen zich aan melden en inlichtingen vragen bij den ad ministrateur, den heer V. v. d. Camp, Lin deplein 17, Heerlen; de infirmières bij me juffrouw A. Loeff, Hinthamerstraat 141, 's-Bosch, de gediplomeerde verpleegsters bij de secretaresse mej. A. Tilman, Vugh- terdijk 24, 's Bosch. Alle aanmeldingen vóór 15 Juni. Een ieder is welkom; het werk is dus danig verdeeld, dat iedere aanbieding met vreugde wordt aanvaard. Laat u niet afschrikken door finantieele bezwaren maar vraagt een circulaire aan, en u kunt u overtuigen, dat de uitgaven niet zoo groot behoeven te zijn. Mgr. Joh. Brinkmann In Febr. j.l. was het 50 jaar geleden, dat de doorluchte balling Mgr. Joh. Brink mann, Bisschop van Munster uit Houthem St. Gehrlach naar zijn residentie kon terugkeeren. Z. H. Exc. verbleef 5 jaren te Houthem en woonde op „Huize Stra- beek", door niemand gekend maar alge meen geacht en bemind als „mijnheer Berger". Dit feit zal op Pinkstermaandag a.s. te Houthem worden herdacht door een plechtige Hoogmis, waarbij de Duitsche Paters Oblaten van Ravenbcsch en hun leerlingen de leiding hebben. De Koog- eerw. Prélat en Domprobst van Munster, dr Wolters, houdt de feestpredikatie. Op de plaats, waar „mynheer Berger" 's Zondags gedurende de Hoogmis zat, wordt een plaquette aangebracht met het opschrift: Hier knielde onder de schutse van Sint Gerlacus Joh. Bern. Brinkmann Bisschop van Munster gedurende zijn ballingschap 1879—1884. Van de Duitsche Paters Jezuïeten en Zusters te Valkenburg zullen deputaties deze merkwaardige plechtigheid bijwo nen. Msbd." DE SLAAPWANDELAARSTER Ziet gij haar in uw verbeelding, hoe zij met de oogen geopend, maar in diepen slaap, kalm glimlachend heenstapt over het gladde dak van dat hooge huis? Misschien droomt zij van een voorbije feestelijkheid of van een aanstaande dans partij. Met de hand maakt zij een gebaar alsof zij een bloem in haar kapsel steekt en haar waaier ontplooit. Zij lacht iets of iemand toe. Dan schrijdt z(j tot aan den rand van het dak en zet zich neer zoo bedaard en on bekommerd, alsof zij zich neerzette in haar stoel bij het open venster van haar kamer. Zij leunt voorover en ziet daar in den afgrond van de straat, onbewust van wat daar omgaat, maar een visioen van luister en pracht schijnt haar geestesoog te boeien, want haar gezicht straalt van vreugdevolle vei'rassing. Lang blijft zij verwylen bij de beelden, die haar fantasie haar voortoovert. Welke plotselinge gedachte, die haar brein doorflitst, doet haar zoo ijlings op staan? Zij staat stil op die gevaarvolle smalle strook, als een beeld onbeweeglijkAan den overkant draait iemand het electrisch licht aan, waarvan de felle glans hare ze- KALENDER DER WEEK PINKSTEREN. ZONDAG 20 Mei. Hoogfeest van Pinkste ren, of van de Nederlang v. d. H. Geest over de Apostelen. Mis: Spiritus. De beloofde H. Geest is ons geschonken. De Geest des Heeren vervult de geheele aardie! Alleluja. (Introitus. Moge Hij ook onze harten vervullen en daarin ontvonken het vuur Zijner goddelijke liefde (Alleluja- vers). Moge Hij ook zijn de zoete Gast on zer zielen, aan wie in Hem gelooven schen ken Zijne zevenvoudige gaven. (Sequens). MAANDAG 21 Mei. Tweede Pinksterdag. Dag van devotie. Mis: Cibavlt. Pinksteren is het feest van de stichting der H. Kerk. Het Epistel verhaalt ona van den groei der jeugdige Kerk. Petrus, bezield door den H. Geest, bekeert vele heidenen door zijne prediking tot de Kerk van Chris tus, welke ook nu nog leert en zal blijven leeren: „Wie in Christus gelooft zal niet verloren gaan, maar eeuwig leven. (Evan gelie). DINSDAG 22 Mei. Derde Pinksterdag. Dag van devotie. Mis: Accipite. WOENSDAG 23 Mei. Vierde dag van het Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Geboden Vasten- en Onthoudingsdag. Mis: Deus. 2e gebed voor Kerk of Paus. DONDERDAG 24 Mei. Vijfde dag van het Pinksteroctaaf. Mis: Spiritus. 2e gebed voor Kerk of Paus. VRIJDAG 25 Mei. Zesde dag van het Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Geboden Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Repleatur. 2e gebed van den H. Gregorius VII, Paus en Belijder; 3e v. d. H. Urbanus I, Paus en Martelaar. De H. Paus Gregorius is een allerkrach tigste figuur geweest. Zeer krachtig bestrij der van de leeken-Investituur, een instel ling, waarbij de keizer of koning aan de gekozen of benoemde kerkelijke Overheid (Bisschop) de teekenen der geestelijke waardigheid ni. ring en staf, overhandigde. Daardoor werd minstens de schijn gewekt alsof de bisschop zijn geestelijke rechts- maoht van den koning of keizer ontving. Reeds als monnik ijverde Hildebrand hier tegen, maar nog meer toen hij als Grego rius VIII den Pauselyken Stoel beklom. Als gevolg 'van zijn strijd tegen de inves tituur stierf Gregorius als balling in de stad Salerno. ZATERDAG 26 Mei. Zevende dag van het Pinksteroctaaf. Quatertemperdag. Ge boden Vasten en Onthoudingsdag. Mis: Ca ritas. 2e gebed v. d. H. Philippus Nereus; 3e v. d. II Eleutherius, Paus en Martelaar. Na de Sequens wordt het Alleluja niet ge zegd. In deze week dagelijks Gloria, de Sequens „Veni Sancte Spiritus", Credo. Prefatie en het gebed „Comimunicantes" en het gebed „Hanc igiitur" van Pinksteren. Kleur: Rood. IN DE KERKEN DER E.E.P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender van het Bisdom, behalve: WOENSDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Bartho- lomeus Pucoi en Gerandus van Villamagna. DONDERDAG. 2e gebed v. d. Z. Joannes van Prado, Martelaar. ZATERDAG. 2e gebed v. d. Z. Maria- Anna van Jesus de Paredes, Maagd; 3e v. d. H. Philippus; 4e v. d. H. Eleutherius. Amsterdam. ALB. M. KOK pr. nu wen prikkelt.... Zij ontwaakt.... zij uit een kreet, en valt naar beneden. Vermorzeld, misvormd wordt haar lijk weggedragen Zijn zij, die verre van God leven, ook geen slaapwandelaars? Zij houden hun oogen open voor de we reld, zij zijn overtuigd, dat zij wakker zijn, omdat zij zich bewegen, spreken, redenee ren en berekenen, maar in werkelijkheid zijn die verdwaalden ingeslapen. Hun leven is een voorbijgaande droom. Hun ijver, hun zucht, om meer en meer te verzamelen, zij het ter wille van het lou ter bezit of om er mee te genieten hun fortuin is een droom! Droom is ook de dorst naar genot, naar onverstand op te nemen alle wetenschap, sinds alle tijden vergaard, en de Godsken nis te verwaarloozen of te minachten. De eerzucht om te schijnen, te stijgen, te heerschen, ze is een droom! Daarom is ook de dorst naar genot, naar ongeoorloofde genegenheden en genoegens; het zingenot duurt niet. Droom is dat leven van onverschillig heid, van zorgeloosheid voor alles wat niet het stoffelijk welzijn betreft; dat leven gaat voorbij. Een bitter ontwaken dreigt. Hoe dwaas is de menschelijke mieren hoop, die voort-ijlen, elkaar stooten, el kaar onder den voet loopen op den weg van het fortuin, van het genot, van den roem. Eensklaps schittert voor hun oogen een vurig, een verblindend, een schrikwekkend licht: God! Zij ontwaken, zij slaken en kreet van verwondering, van angst, en zij vallen, niet zooals de slaapwandelaarster ln den dood, maar in het leven, het ware, dat al tijd duurt God en Eewigheid! En in den glans van het Ware zien z(j, vervlogen, verloren, verdwenen al hun droomen: verworven roem, uitgezochte ge noegens, vergaarde schatten, bedwelmende genegenheden. Buiten en in hen ontwaren zij het smar telijk en martelend ledigeen plotse lingGod! Hij, de Waarheid, de Wer kelijkheid. Dien zij hebben willen ont vluchten, hen rekenschap vragend van hun dwazelijk verspild leven. Wachten wij ons voor den droom. Wachten wij ons voor het ontwaken! PIERRE L'ERMITE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6