ZSste Jaargang
VRIJDAG 18 MEI 1934
No. 7814
3)e £cld4eHe6oti/ta/iTt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad Is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
i
TWEEDE KAMER
Minister Colljn over de landbouw
politiek.
Verreweg heft belangrijkste van dezen
middag was natuurlijk de antwoordrede
van minister Col ij n op de drie en twintig
sprekers bij de algemeene beraadslagingen
over de begroeting van het Landibouwcrisis-
fonds. Daar beginnen we dus mee. Trou
wens de middag is er ook mee begonnen.
De minister begon met af te rekenen
het de heeren Wijnkoop en Zandt; hun op
vattingen achtte hij zoozeer verschillend
van de zienswijze der regeering dat er
tusschen hen geen debat mogelijk was.
Wat de kwestie van de deskundigheid be
treft, waarover eenige sprekers klachten
meenden te moeten uiten, zeide spr. dat in
alle bestimen een of meer deskundigen,
vakmenschen geplaatst zijn. Ook bij de on-
derhandelingsdelegaties naar Duitsohland,
Frankrijk, Spanje en Engeland was zulks
het geval en bovendien worden vóór der
gelijke onderhandelingen belanghebbenden
van alle kanten ontboden en gehoord.
Hoogstwaarschijnlijk komt er dit zittings
jaar nog een Pachtwetsvoorstel aan de orde.
Wat de tuinbouw betreft, zeide de minis
ter, dat er in het voorafgegane jaar vrij
willig reeds 1000 H.A. voor bietenbouw en
tarwebouw is afgestaan. Voortgegaan zal
worden met een beperking tot 20% van het
vroegere areaal, d.wjz. nog 2000 H.A. zal
voor landbouw besteed wotrden.
De oplossing van de aardappelkwestie
door mengen van aardappelmeel in het
brood, meende spr. te moeten afwijzen,
daar dit volgens hem slechts een verplaat
sen der moeilijkheden is. Zooveel aardap
pelmeel we kwijt zouden raken, met zoo
veel tarwe zouden we blijven zitten.
Over de kwestie van de arbeidersloonen
in land- en tuinbouw is de regeering druk
doende of tot een regeling te komen.
Als een zeer ingewikkelde moeilijkheid
duidde spr. de boter- en margarinepolitiek
aan. Sedert de invoering der Crisiszuivel-
wet is de margarineproduotie van 120.000
op 57.000 ton teruggeloopen. Daarom kan
deze productie niet verder zonder schade,
ook voor de Indische copra belangen, inge
krompen worden. Maar" evenmin kan men,
ferwilie van den prijs, een hooger percen
tage van de te-mengen-boter invoeren.
Van een opheffing der Varkenscentrale
kan geen sprake zijn, omdat deze, niettegen
staande de onvermijdelijke gebreken, doe
zij heeft, ons toch de volgende successen
heeft weten te brengen: prijs verhooging,
bevordering van den export en last not least
heeft zij de groote schokken opgevangen,
hetgeen particulieren nooit hadden kunnen
bewerken.
Als men oritiek wil leveren op het regee-
ringsbeleid t.o.v. Indië, dan mag men nooit
vergeten dat de regeering Indië belangrijke
voordeden heeft gegeven bij een overeen
komst met Frankrijk en ook bij de drie
dagen geleden geteekende overeenkomst
met Duitsohland. De waardeering hiervoor
mag wel wat grooter zijn. Wat de kwestie
riet en biet aangaat, erkende spr. de eigen
lijk waanzinnige toestand, maar men zoekt
een oplossing in de richting van gebruik
van de bieten voor een ander doel dan de
suikerproductie.
Over het algemeen beleid zeide spr. op
een andere wijze wat hij reeds meermalen
over deze aangelegenheid heeft gezegd.
Tegenover de beschuldiging van den heer
Westerman, als zou deze regeering niet
begrijpen welke groote structureele veran
deringen aan het geschieden zijn, merkt
spr. in alle bescheidenheid op, dat hij reeds
in 1921 had geschreven dat deze verande
ringen plaats zouden hebben. Aangaande
de soberheid herinnerde de minister-presi
dent er aan, dat de macht van iedere re
geering ophoudt, waar de levensgewoonten
van een volk beginnen. Verder de nu on
derhand wel bekende aanpassingspolitiek,
alleen een beetje nader uitgestippeld op
welke wijze die aanpassing moest geschie
den. Dit komt eigenlijk hierop neer dat we
er niets van kunnen zeggen, maar we moe
ten zien wat de toekomst aan gelukken en
ongelukken brengt. Het voornaamste is,
altijd de vele belangen tegen elkaar af te
wegen.
Er zal getracht worden de graanprijzen
te doen stijgen door vermeerderd gebruik
en export; en-dan zullen de boeren van
zelf het land, dat door inkrimping van de
veestapel is vrijgekomen, met graan gaan
bebouwen. De belangen van landbouw en
veeteelt zijn zeer groot en in dezen tijd
zeer moeilijk op de juiste wijze te behar
tigen.
De boeren moeten door hun organisaties
voorkomen, dat door de steun de pachten
omhoog gaan. Solidariteit moet hier voorop
staan. Spr. heeft gegronde hoop, dat nog
in dit zittingsjaar een pacht-wetsontwerp
zal worden ingediend.
Om tot verlaging van vaste losten te
komen, is een weg opzettelijke devaluatie,
een andere weg het halen van een schrap
door hypotheken op langen termijn en een
derde weg het verdwijnen van de te hooge
lasten, omdat het bedrijf ze niet langer kan
Aan devaluatie heeft men alleen wat,
als de goederenprijzen, uitgedrukt in de
nieuwe guldens, evenveel stijgen als met
de devaluatie in verband staat. Maar dit is
niet gebeurd in Amerika en niet in Dene
marken. Bovendien moet ook de akker
bouwer en veehouder grondstoffen uit het
buitenland laiben komen. Bij devaluatie zal
hij die moeten betalen in gedeprecieerde
guldens. De loonen der landarbeiders zul
len bij devaluatie moeten stijgen. Maar de
opbrengst der producten stijgt minder dan
met de devaluatie overeenkomt. De guldens
die wij nu moeten betalen, zijn, gemeten
aan de goederen, heel andere guldens, dan
die wij vroeger hebben ontvangen, zegt
men. Maar ails de heer Van der Weijden nu
10.000 leent voor 10 jaar, wil de heer Van
der Weijden dan over 10 jaar het dubbele
terugbetalen? Men kan voor de eigen en
voor andermans schulden geen tweëerlei
maatstaf aanleggen. Opzettelijke devaluatie
is een ondeugdelijk middel.
Men zegt ook: neem een pen en haal een
schrap door de hypotheken. Wat komt er
dan van het credietwezen terecht? Men
denke aan de vlottende schuld van den Ne
der landschen Staat, aan de conversie der
Indische schuld en van gemeentelijke lee
rlingen. Wie zou er nog geld voor leenen,
als wij zoo met vorderingen gingen om
springen.
Wie zou nog geld leenen aan de boeren
zeiven? Men denke aan weduwen met een
klein vermogen, aan spaarkassen, die in
hypotheken hebben belegd. Schrapping van
hypotheken ware even willekeurig als het
heffen van een extra-inkomstenbelasting
van menschen, die Van Houten of Van der
Weijden heeten.
Een voorontwerp Inzake executie is ge
reed. De regeering heeft enkele dagen ge
leden advies erover ontvangen van den eco
nomische n raad.
Volstrekt afwijzend staat spr. tegenover
uitvoering van crisismaatregelen door or
ganisaties van belanghebbenden. Groeps-
organisaties kunnen niet de noodige sanee
ring verrichten en brengen een verstar
ringsgevaar. En de regeering moet het laat
ste woord hebben. Het kan onaangenaam
en lastig zijn, maar het kan nu eenmaal niet
anders. De overheid moet de beslissende
macht in handen houden.
De replieken brachten niet veel nieuws
en de begrooting werd z.h-st. aangenomen,
met de heeren Wijnkoop c.s. en Sneevliet
tegen.
Nog even werd een begin gemaakt met
de behandeling van de Winkelsluitingswet,
waarover morgen.
Toespraak van den Bisschop van
Osnabrück tot de Katholieke
jeugd.
Bij gelegenheid van een betooging der
Katholieke Jeugd-organisaties te Ham
burg heeft dé Bisschop van Osnabrück
Mgr. Dr. Wilhelm Berning een toespraak
gehouden, waaraan wij hier enkele be
langrijke punten ontleenen.
Allereerst prees de Bisschop den ge
loofsijver en de trouw der Katholieke
Jeugd in Hamburg. Als Bisschop kende en
waardeerde hij de standvastigheid en daar
om vertrouwde hij er ook op voor de toe
komst. Die trouw zoo vervolgde Mgr. Ber
ning is de trouw aan God, die in de groot
ste moeilijkheden en gevaren, die haar door
de vijanden des geloofs worden bereid,
bewaard moet worden.
Duidelijk wijst hij vervolgens op „de
nieuwe profeten die de grondbeginselen
van ons geloof aantasten en willen ver
nietigen".
„Het is niet alleen voldoende om te ge-
looven aan het bestaan van God, dat de
den ook de duivelen. Het bezit van de
door Christus geopenbaarde waarheid moe
ten wij bewaren en de deugd van het ge
loof uiten in de reinheid des harten en
ware mannelijke deemoed, al wordt deze
deugd schijnbaar door menigeen niet meer
beoefend.
Naast de trouw in het geloof aan God
moeten wij eveneens onze trouw betuigen
aan onzen leider Christus, den eenigen
leider in godsdienstige zaken. Zijn gehoor
zaamheid moge het voorbeeld zijn van de
gehoorzaamheid der Katholieke Jeugd aan
het door God geschonken gezag van onze
ouders, van Staat en Kerk. Christus de
Leider gaat de jeugd voor in den strijd om
het behoud van haar eigen idealen; Hij
leidt haar in den strijd tegen de vijanden
van God en de ziel, tegen de haar omrin
gende geloofs en zonden-vijandige wereld
en tegen de booze lusten in het eigen hart.
Hij roept de jeugd op naar het Apostolaat
voor het Rijk van God op aarde.
Met apostelliefde en apostelmoed moeten
wij hem volgen, ook dan wanneer strijd
en achtervolging ons loon zijn.
Vervolgens vraagt de Opperherder van
de Katholieke Jeugd trouw aan de Kerk,
de geestelijke moeder, die thans miskend
en vervolgd wordt, zooals alle eeuwen
door.
„Haar blijven wij trouw in een Katho
liek denken d.w.z. wij denken en voelen
zooals onze Heilige Katholieke Kerk dat
doet en tot uiting brengt door den mond
van het Kerkelijk leergezag, door den
Paus, den oppersten leider, door de Bis-
schopnen, die door den H. Geest zijn ge
zegend en door de priesters die in op
dracht van den Bisschop met de leiding
der jeugd zijn belast.
De Bisschop van Osnabrück vervolgt
woordelijk: „Ook moet gij Katholiek den
ken in zaken die de Katholieke vereeni-
gingen aanbelangen. Deze zorg vervult
ons hart. Gij weet wat de H. Vader u in
zijn Paaschboodschap heeft gezegd. „Uw
zaak is ook mijn zaak". De onderhande
lingen duren voort, zij zullen hopenlijk tot
een bevredigend einde worden gevoerd.
Weest onversaagd! De Katholieke Kerk
heeft de Katholieke organisaties steeds
verdedigd en aanbevolen als een belang
rijk opvoedingsorgaan voor onze opgroeien
de jeugd. Wij hopen, dat het machtige
middel voor de zielzorg en de opvoeding
ons niet ontnomen zal worden. Katholiek
denken wil zeggen, zich in alles schikken
naar aanwijzingen van den Paus en de
Bisschoppen, ook al kan men persoonlijk
niet met alles instemmen.
Ook moet gij Katholiek spreken. Weest
toch om Gods wil geen Pilatus-naturen,
die niet aandurven een duidelijk „ja" of
„neen" te zeggen, die er omheen draaien
en tenslotte nog de vraag stellen: „Wat
Is waarheid?"
Weest ook geen Judas-natuur die voor
30 zilverlingen den Heiland verkoopt, die
om aardsch geluk en voorspoed te berei
ken breken met de trouw aan de Kerk.
Weest eerlijk, luistert naar het woord van
den Heiland. „Wie mij bekent, bekent
God!" Katholieke Jeugd van Hamburg,
ons geheele leven moet worden ingericht
naar de leer van ons heilig geloof. Gelooft
toch niet, kinderen, dat iemand u zal hoog
schatten omdat gij u in uw geloof en in
uw godsdienstig leven naar den wind
keert. Alleen hij wordt hooggeacht, voor
hem alleen heeft men ontzag die een over
tuiging bezit en naar deze overtuiging ook
leeft. Daarom moet gij uw leven inrichten
naar de voorschriften van de Katholieke
Kerk. Gij zult het licht van uw heilig ge
loof in uw leven laten stralen voor de
menschen, opdat deze uwe goede werken
zullen zien en den Vader zullen loven die
in den Hemel is".
STADSNIEUWS
DISTRICTS-LEERLÏNGEN-COMMISSIE
IN DE TYPOGRAFIE.
Uitreiking van diploma's.
Gisteravond had een openbare vergade
ring plaats van bovengenoemde commissie
in den Foyer van den „Burcht" ter uitrei
king van de door de leerlingen behaalde
diploma's.
Om 8 uur opende de voorzitter, de heer
S. G. van Looy, de goed bezette vergade
ring en heette naast organisaties, leermees
ters en leeraren, vooral de ouders der leer
lingen welkom. Het verheugde de com
missie zeer te constateeren, dat de belang
stelling van de zijde der ouders groeiende
is. B. en W. hadden bericht van verhinde
ring gezonden.
De heer A. L. Koenen, Lisse, reikte den
geslaagden de diploma's uit.
Nadat de voorzitter de geslaagden en de
betrokken ouders had gelukgewenscht, be
tuigde hij namens de commissie zijn leed
wezen, dat niet allen geslaagd waren, en
wekte de teleurgestilden op vol te houden.
Daarna nam een der leeraren het woord.
Deze getuigde vooral van zijn leed om hen,
die op grond van de Leerlingenovereen
komst het bedrijf zullen moeten verlaten.
Een foutieve beroepskeuze is mede de oor
zaak van de mislukking. De ouders wekte
hij op, om met meer belangstelling het werk
hunner kinderen te volgen.
Daarna was het woord aan den heer R.
J. Kok, controleur van het Leerlingwezen
in het Typografisch Bedrijf.
In een boeiende rede behandelde hij:
Historie en Praktijk van de Leerlingenop
leiding in het Typografisch Bedrijf.
Het Leerlingwezen is tot stand gekomen
in Augustus 1917. Aanvankelijk vond het
bij velen, zoowel aan de zijde der werk
gevers. als aan die der werknemers geen
onverdeelde waardeering. Spreker is van
meening, dat een opleiding op een vak
school te verkiezen is boven een opleiding
op de werkplaatsen, mede met het oog op
het feit, dat er altoos bedrijven zijn, minder
goed geoutilleerd. Praktisch is een vak
schoolopleiding niet wel mogelijk, zoodat de
werkplaats en de school gecombineerd zijn.
Een juiste en goede opleiding is alleen te
bereiken, door een hartelijke samenwer
king van bedrijf, leerlingen en ouders. De
spreker trok een parallel tusschen het leer
lingwezen bij de Middeleeuwsche Gilden
en het thans geldende in de Typografie. Hij
schetste, hoe ten slotte de Staatsregeling
van 1798 de Gilden en daarmee de leerling
opleiding deed verdwijnen en hoe in later
tijd weer de behoefte ontstond aan een goe
de vakopleiding, getuige de thans bestaan
de ambachtsscholen in den lande.
De eerste C. A. O. in de typografie kwam
in 1913 tot stand. Het leerlingenwezen werd
gefundeerd in 1917. De geweldige mecha
nisatie, het hooger wordende peil der ty
pografie, dreef werkgevers en werknemers
in deze richting.
Thans blijkt, dat een goed geregelde op
leiding van groot sociaal en economisch
belang is.
De opleiding op de werkplaats door Mees
ters kost den werkgever tijd, hoewel dat
meevalt. Het kleine gebrachte offer levert
echter groote resultaten voor het gansche
bedrijf op.
De aanvankelijke antipathie is thans zoo
goed als geheel overwonnen.
De technische uitvoering van het Leer
lingwezen werd opgedragen aan Districts-
Leerlingencommissies, waaruit een Centrale
Commissie ontstond.
Daar de Centrale Leerlingencommissie
geen stichting was in den zin van de Nij
verheids-Onderwijswet, werd in 1925 opge
richt de Vereeniging tot Bevordering van
de Kennis in de Grafische Vakken, die in
Augustus 1930 haar eerste Rijkssubsidie
verwierf. Daardoor draagt de opleiding een
meer of minder officieel karakter en moet
nu beantwoorden aan de Nijverheids-On
derwijswet en de leerlingregeling.
Het Leerlingwezen in de Typografie is
zoodoende geworden de eerste Nationale
regeling, in tegenstelling tot byv. Stork,
in Hengelo, Philips in Eindhoven. Werk
spoor in Utrecht, die wel een leerlingop
leiding kennen, doch speciaal voor. hun
eigen bedrijf.
Het groote verschil met de vroegere op
leiding is, dat de leerling niet meer afhan
kelijk is van de goedwillendheid van den
Meester-gezel, dat thans de verantwoording
gedragen wordt door werkgever en werk
nemer.
Als ideale opleiding ziet de heer Kok
lager onderwijs, gevolgd door voortgezet
onderwijs en voorbereidend vakonderricht.
Het afsluiten van een leerling-contract
is niet in alle gevallen mogelijk. De wet
verlangt, dat de leerling in de gelegenheid
moet zijn theoretisch onderwijs te volgen.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De ontwapeningsconferentie gaat door
op 29 Mei. (4de blad).
De Volkenbondsraad heeft besloten geen
wapenleveranties aan Bolivia en Paraguay
toe te staan (4de blad).
Nieuw herderlijk schrijven van kardi
naal Bertram (4de blad).
De nieuwe ontploffing In de mijn te Pa-
turages heeft 14 slachtoffers gemaakt
(Buitenl. Berichten, 4de blad).
BINNENLAND.
De Tweede Kamer heeft, na de verde
diging van minister Colijn en na de arti-
kelsgewijze behandeling de begrooting van
het Landbouwcrisisfonds z. h. s. aangeno
men en vervolgens een aanvang gemaakt
met de behandeling van de technische wij
ziging van de winkelsluitingswet. (1ste
blad), l
Minister Deckers deelt op hem gestelde
vragen mede, dat de bom op „De Zeven
Provinciën" bedoeld was als waarschuwing
(2de blad).
„Propagandist" Roelofsen staat wegens
beleediging terecht. (Rechtz., 3de blad).
Onze apologetische rubriek. (4de
blad).
Haagsche Hopjes. (4de blad).
Kunst-critiek. (2de blad).
De gruwelen van een oorlog In de
lucht. (4de blad).
Een geïllustreerde pagina voor de
dames. (2de blad).
Technisch achterlijke bedrijven kunnen van
de opleiding worden uitgesloten.
De leerling maakt een proeftijd door van
3 maanden. De contracten worden afgeslo
ten per 1 Januari en 1 Juli, waarna de
proeftijd ingaat.
Het ontbinden van het leerlingencontract
is alleen mogelijk, wanneer de leerling het
contract verbreekt of het bedrijf zulks wen-
schelijk maakt, doch met medeweten en
goedvinden van de Leerlingencommissie,
zulks op grond van art. 16. Schorsing is
wel mogelijk. Het contract verplicht den
leerling tot het bezoeken van den vakcur
sus. Onttrekt hij zich daaraan, dan loopt hij
kans uit het bedrijf en daarmede uit de
organisatie verwijderd te worden.
Deze voor bij de typografie betrokkenen
zeer belangrijke lezing oogstte een warm
applaus.
Nadat de voorzitter den heer Kok harte
lijke woorden van waardeering had toege
sproken, woorden, waarin hij deed uitko
men, dat deze lezing zeer leerzaam was
geweest, ook voor de ouderen, sloot hij de
vergadering.
Daarna werden alle examinandi in de
gelegenheid gesteld inzage te nemen van
de behaalde resultaten en de ouders om
met de leeraren en leermeesters te spreken.
Om een juist overzicht te geven van het
verloop van het gehouden eind-examen enz.
het volgende:
In de examen-commissie hadden zitting:
Voor de hand- en courantzetters: de hee
ren A. L. Koenen, voorz., C. Haasbeek, D.
J. Looman en A. G. de Móoy.
Voor de drukkers: de heeren S. G. van
Looy, voorz., R. J. Kok, J. C. Pillekers en
P. M. M. Pont.
Voor de machinezetters: de heeren A. F.
van der Hert, voorz., S. G. van Looy en A.
L. Koenen.
Op voordracht van de vereeniging tot
bevordering van de vakopleiding in het
Typografisch bedrijf werden de examen
commissies door den Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen benoemd.
De heer A. W. Steenbergen was als se
cretaris met de algemeene leiding der exa
mens belast.
Het practisch examen had plaats op 7
en 14 April, proefwerk onderzoek op 16 en
20 April. Het schriftelijk en mondeling