25ste Jaargang WOENSDAG 16 MEI 1934 No. 7812 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2,50 per kwartaal By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Bet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. Hl DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur es verhuur, koop en verkoop: 0.50 V Cumulatie. Overdreven wordt er in de beweringen omtrent cumulatie. Ongetwijfeld. Wie de feiten alle zou kennen, zou naar rnize besliste meening wel verwonderd staan over hun relatief gering aantal. Maar, dit vooropgesteld, moet erkend, dat de fout er is. Er is een zekere cumu latie, welke afkeuring verdient en waar tegen geprotesteerd, gestreden moet wor den! Er z ij n gevallen, die ergerlijk zijn. Overheidsorganen dragen aan cumulatie schuld. Maar.... óók particulieren; óók particu lieren, die zelf tegen die cumulatie agee- ren. Van heel veel cumulatie zijn z ij mede schuld, die op politieke bijeenkomsten van regeering en volksvertegenwoordigers eischen, dat dezen nu toch 'ns eindelijk aan samenvoegingen van (betaalde) functies in één persoon een eind zullen maken. De „Tijd" van gisteravond schreef: Welke afmetingen de cumulatie aan kan nemen, leerde de vorige week een krantenbericht, dat verscheen in ver band met een jubileum, dat een oud-« minister vierde. Alsof het de gewoon ste zaak van de wereld was, werd in bedoeld bericht medegedeeld, dat de oud-minister het vorig jaar, toen zyn eigenlijke functie meer tijd van hem eischte dan gewoon, vier-en-twintig van zijn vele andere functies neer legde. Nu nemen wij terstond aan, dat deze jubilaris een buitengewoon bekwaam mensch is met een ongewone werk kracht, maar tenslotte heeft ook voor een geniaal ploeteraar een dag slechts vier-en-twintig uren en men moet zich toch afvragen, of zoo'n mensch een dertig belangrijke posten zonder be zwaar kan bekleeden. Het staat immers als een paal boven water, dat het goed vervullen van één verantwoordelijk ambt reeds bijna de geheele persoon eischt. Aandacht en moeite kan men maar aan één zaak te gelijk geven. En wat de eene affaire krijgt, komt de andere wellicht te kort Waarom sommigen tot bezwijkens toe bezwaard met betrekkingen, ter wijl honderden in ledigheid hun talen ten verroest en hun leven verwoest zien? Hoewel wij herhalen óók particu lieren, die tegen de cumulatie fulmineeren, vaak zelf deze bevorderen, staat het- vast, dat regeering en volksvertegenwoordigers ten deze méér behooren te doen, krachtda diger moeten optreden, dan tot op heden geschiedt. TWEEDE KAMER LANDBOUW-CRISISFONDS Verschillende wenschen geuit Het was vandaag voor de verslaggevers en overzichtschrijvers een moeilijke taak. De luidsprekers werkten niet. Naar wij ver namen had de voorzatter de draad, waar langs het kostbare geluid vervoerd wordt, doormidden getrapt. Het booze toeval wil de bovendien, dat dit heelemaal in het be gin der vergadering geschiedde. Men zal ons dus vergeven, als wij heden niet zoo volledig zijn, want sommige sprekers wa ren beslist onverstaanbaar. Met dat ail is men vandaag begonnen aan een fikse kluif: het Landbouwcrisisfonds. Dit is een voor het normale mensohelijk brein onomvatbare materie; men zou er een levenstaak van kunnen maken, als men precies wilde weten hoe dit allemaal in el kaar zit. Zoo was het ook met de sprekers van hedenmiddag de onverstaanbaren misschien uitgezonderd; zij behandel den ofwel het algemeene regeeringsbeleid, ofwel een deel van het landbouwcrisisfonds. We hoorden niemand, die het geheele land- 'bouwcrisisfonds zander meer behandelde. Een rede van droevig berustend pessi misme werd gehouden door den heer Van den Heuvel (a.r.). Hij betoogde dat de politiek, die heden gevoerd moet worden, er geen is van kiezen tusschen goed en kwaad, maar een van het kiezen uit twee kwaden; we kunnen niet kiezen tusschen armoede en welvaart, er is geen andere keuze dan die tusschen armoede en onder gang. Wat betreft de landbouwerisispolitiek ook daar stond de regeering tusschen die verschrikkelijke keuze tusschen twee kwa den. De regeering heeft, aldus spr., in 95% van de gevallen het minste kwaad gekozen; hij zal dan ook alleen over de resteerende 5% spreken. De eerste vraag is dan: neemt de staat niet in groote mate datgene op zijn vork, wat door anderen gedaan behoort te worden? Wij, zoo spr., bestrijden met veel talent de totale staat, maar gaan we er in- tussohen zelf niet heen? Wat de staat nu in vele gevallen doet, kan even goed of nog beter onder controle van de staat door de bedrijven zelf gedaan worden. Het tweede punt is meer speciaal en komt op het vol gende neer: als men alleen de teelt beperkt, zonder meer, dan vermindert men wel de veestapel, maar tevens verhoogt men de productiekosten van wat nog over is, om dat hetzelfde land voor minder koeien enz. moet onderhouden worden. Laat men dus het land, dat door deze teeltbeperking open komt te liggen, gaan bebouwen. De heer Vander SI u i s (s.d.a.p.) be gon met hulde te brengen aan oud-minister Verschuur. Hij was 't over 't algemeen eens met het gevoerde beleid, maar had toch een paar opmerkingen, die niet eens als aan merkingen waren te beschouwen. Is er niet te veel geld besteed aan de zuivelonder- steuning? Werd de zuivelproductie wel vol doende beperkt? Waarom zijn de melk koeien niet meegetrokken in de „groote parade" van de duizenden koeien naar het slachthuis, welke nu meer geleek op een op tocht van invaliden en ouden van dagen koeien natuurlijk. Verder schreeuwt de toestand in de pachtbedrijven om een Pachtwet. Weliswaar zijn de landheer en en -dames er niet zonder kleerscheuren af gekomen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat de gronden eigenlijk geen pachtwaarde meer hebben. Dit aangeno men, dan moet men concludeeren dat het zoo even genoemde gezelschap eigenlijk een groot deel van den regeeringssteun' inpalmt. De steun is niet hoog omdat de pachten zoo hoog zijn, toegegeven, maar de pachten zijn hoog omdat de steun zoo hoog is. Omdat nu de steun niet kan verlaagd worden, daar de boeren en landarbeiders er dan vooral de dupe van zullen zijn, moet men nood zakelijk ingrijpen in de pachtoontracten. In deze richting zal de Pachtwet, waarnaar zoozeer verlangd wordt, dan ook moeten zijn. Excellentie, zoo eindigde deze spreker, maak een klein beetje haast met deze din gen, want de nood is hoog gestegen. De heer Schilthuis (v.d.) klaagde over de algemeene ondeskundigheid, die bij de uitvoering van de landbouwcrisismaat regelen, die op zich goed zijn, aan den dag wordt gelegd. Dominé Zandt (stk. ger.) bestreed de door de regeering aangehangen© meening, als zou de ontevredenheid der boeren een uitvloeisel zijn van grove on dankbaarheid. Neen, de regeering heeft zware paedagogische fouten begaan, en be gaat die nog. De boer wil baas zijn op eigen erf. Maar op zijn erf komen naar het oordeel van een boer zwaar betaalde ambtenaren, die zijn koeien en varkens weg komen halen; hij wordt voor kleine foutjes, waarvan hij de portee niet over ziet, voor den strafrechter gesleept. Hij vraagt zich af of dat allemaal gebeurt om de groote exportbedrijven van menschen, die over onbekendheid ten eenenmale niet te klagen hebben, tot grooteren bloei te brengen. Verder ontdekt men allerwege geknoei en ontduiking. By al deze ellende past het ons slechts boete en vernedering te ondergaan, opdat God erbarmen over ons moge hebben. Dit moge absurd lijken, toch zal spr. steedsvriendelijk de re geering hierop blijven wijzen. Een scherpe aanklacht richtte de heer Van der Weyden (r.ks.p.) tegen het nietsdoen der regeering iinzake de hypo theek-verhoudingen. De toestanden zijn hier hemeltergend als men bedenkt dat de boeren in vergelijking met datgene wat zij moesten afstaan aan goederen om rente en aflossing te kunnen voldoen in den tijd dat zij de hypotheek sloten, nu vaak het 2- tot 3-voud moeten afstaan, omdat de gulden gaaf is gebleven en de goederenprijzen zijn gedaald. Hier kan, mag en moet men ingrij pen. Het betoog van den heer Colijn, dat de openbare executies niet aanmerkelijk zijn toegenomen is waar, maar hij had er bij moeten zeggen dat de stille executies en die van Levensverzekeringsmaatschap pijen verviervoudigd zijn. Als speciale wenschen' bracht de heer Van der Weyden verder naar voren meer dere inschakeling der landbouworganisaties by de uitvoering der steun wetten, uitbrei ding van de graanteelt door wering van buitenlandsche granen en beperking van de margarineproductie met een derde in het belang van de zuivelbedrijven. Er werden verder uiteraard nog een groot aantal opmerkingen gemaakt, die men reeds in vroegere debatten over de zelfde materie heeft vernomen. De heer L o v i n c k (cJi.) drong aan op beperking der margarineproductie; de heer Van Voorst tot Voorst (rjk.) nam het op voor de kleine zandboeren, bepleitte graan rechten, enz. enz. „Opperboer" Colijn, zooals de heer Lou- wes (V.B.), een der onverstaanbaren, den Minister-President noemde, heeft alweer de noodige wenken ter overweging gekregen! En er komt nog veel meer! Want reeds zijn 18 sprekers ingeschreven en daarmede zal het lijstje wel niet uitgeput blijken! EERSTE KAMER Verscheidene wetsontwerpen In verband met het late uur moeten we kort zijn. We kunnen ook kort zijn, daar het behandelde weinig belangrijk is. Een ontwerp tot wijziging van eenige be palingen in verband met het uitvoeren van vonnissen werd z.hs. aangenomen. Eenige moeilijkheid werd door den heer van Citters (C.-H.) gemaakt naar aan leiding van de naturalisatie van zooveel Duitschers. Hij betoogde, dat de noodige formaliteiten, als het overleggen van de Entlassungsurkunde, niet in acht werden genomen. Dit was heelemaal mis. De mi nister van Justitie, de heer van Schaik, merkte terecht op, dat dit, volgens de nieu we wetgeving in Duitschland, niet meer noodig is, daar deze Urkunde een bewijs in houdt dat men zijn vorige nationaliteit verloren heeft, en de huidige Duitsche wet bepaalt dat men deze verliest bij naturali satie in een ander land. Ten overvloede wordt nog een verkla ring geëischt dat men niet zal vragen Duitscher te mogen blijven, hetgeen soms volgens de nieuwe Duitsche wet mogelijk is. Dat dit ten overvloede nog gevraagd wordt, bewijst dus voldoende dat men de noodige voorzorgen in acht neemt, dat wij gezond vlëësch in de kuip krijgen. Een tweede bezwaar- van den heer van Citters bestond hierin, dat de vreemdelin gen uit liefde voor ons dierbaar vader- gen uit liefde voor onss dierbaar vader land; zoo is er bij hen, die nu op de lijst staan, iemand, die in 1914 geweigerd heeft in Duitschland aan den oproep om in dienst te treden gevolg te geven; kan men nu ver wachten, dat deze man op critieke momen ten voldoende liefde voor zijn nieuwe va derland aan den dag zal leggen? Zoo zijn er tal van Israëlieten, die van hun kant terecht meenen, dat zij bij het zaken doen met Duitschers en ook met anderen zich liever voor Nederlander uitgeven, dan dat zy hun ware afkomst uitspelen, mede in verband met het vertrouwen dat de Neder landers in het buitenland genieten, welk vertrouwen dan door dergelijke personen bovendien nog in gevaar wordt gebracht. De minister antwoordde hierop dat voor gevallen als het eerstgenoemde men reke ning moest houden met de omstandigheid dat de dergelijke feiten altijd van vijftien tot twintig jaar geleden zijn; men moet kunnen vergeten wat jaren en jaren gele den is gebeurd; de man kan in twintig jaar zoo veranderd zijn, dat hij in dit opzicht weer vertrouwen verdient. Bij gevallen als de heer van Citters over Israëlieten ten voorbeeld gaf, teekende de minister aan dat men toch niet kon verwachten dat bij naturalisatie-aanvragen altijd ideëele mo tieven, zooals vaderlandsliefde, de hoofd rol spelen en een beetje eigenbelang is niet zoo erg. Bovendien heeft op het De partement een sterke selectie plaats. Er is aan den minister geen enkel geval be kend, dat er ten onrechte naturalisatie is verleend. Ten slotte moet men niet verge ten dat het niet zonder gevaar is, als men groote groepen vreemdelingen als vreem delingen laat bestaan. Dan worden er vreemde minderheden gevormd, hetgeen ongewenscht is, dus niet toelaatbaar is. De heer van Citters vroeg toch stem ming over het ontwerp, waar bovengenoem de dienstweigeraar in voorkwam; het werd met 28 tegen 8 stemmen aangenomen. Nog werd de wijziging en aanvulling van de Nijverheidsonderwijswet z.hst. aange nomen. Bij een ontwerp tot wijziging van de be palingen omtrent de loodsdienst, waardoor een bepaalde reductie aan bepaalde sche pen van het loodsgeld wordt toegestaan ter bevordering van het scheepvaartver keer, werden door de heeren Droogleever- Forutin (V.B.) en Knottenbelt (V. B.) op merkingen gemaakt over een uitlating van den minister in een der stukken als zou den alleen voor schepen van bepaalde na tionaliteiten deze gewijzigde bepalingen gelden. Dit bleek op een misverstand te berusten en minister Deckerss zegde van ganscher harte toe, dat In de door de ge noemde heeren voorziene gevallen men ten volle rekening zou houden met de denk beelden van die heeren. De ontwerpen tot het geven van een renteloos voorschot aan de Waterleidingsmaatschappij „Zeeuwsch- Vlaanderen" en dat aangaande het verrich ten van arbeid door vreemdelingen werden z.hs. aangenomen, waarna de vergadering gesloten werd. Roofoverval in Oyen nabij Oss. Twee gebroeders overvallen Een gruwelijk vermoord, de ander ernstig gewond. Hedennacht is te Oyen nabij Oss een gruwelijke misdaad gepleegd, waarbij een man is gedood en een ander ernstig is gewond. Het betreft wederom een roof overval, zooals er den laatsten tyd in de omgeving van Oss reeds meermalen zijn gepleegd. Te omstreeks 1 uur werden de gebroe ders P. en A. Verhoeven, die slechts met hun beiden een huis bewonen, door een drietal mannen overvallen, terwijl zij rus tig te slapen lagen. Wat er precies gebeurd is, is nog niet bekend, maar er heeft een hevige vechtpartij plaats gehad, waarbij A. Verhoeven met een ijzer werd doodgesla gen en zijn broer ernstige verwondingen bekwam. P. Verfioeven heeft nog tijdens de worsteling om hulp geroepen, maar zijn keel werd dichtgeknepen. De roovers over meesterden hem en bonden hem met han den en voeten aan het lichaam van zijn broer vast, waarna zy waarschijnlijk het huisje zijn gaan doorzoeken. In ieder ge val hebben zij de geheele woning overhoop gehaald. Hun buit is echter gering ge weest. Deze heeft slechts bestaan uit een bedrag van 40 gulden. De broers Verhoe ven zijn n.l. vrij arm. Zij bezitten slechts 1 koe. Toen de roovers verdwenen waren, heeft P. Verhoeven zich kunnen bevrijden en is hij buren gaan mededeelen, dat zijn broer vermoord was. Onmiddellijk werd de politie en justitie gewaarschuwd. He dennacht arriveerde reeds het parket uit Den Bosch. In samenwerking met de ge meentepolitie van Oss heeft de marechaus see nog tijdens den nacht te Oss twee per sonen van hun bed gelicht en gearresteerd. Van beiden werden de bebloede kleeren aangetroffen. De kleedingstukken van een hunner lagen in een kuip water. Men heeft dus waarschijnlijk de daders reeds te pak ken. De ernstig gewonde Verhoeven is in het ziekenhuis te Oss opgenomen. Nader vernemen wij, dat den 67-jarigen A. Verhoeven met een bijl de schedel is ingeslagen. Den 60-jarigen P. Verhoeven heeft men met een bijl op het hoofd gesla gen. Zijn leven heeft hij te danken aan de omstandigheid, dat hij zich dood hield. Onmiddellijk toen de politie te Oss werd gewaarschuwd, stelde zij aldaar een onder zoek in ten huize van verdachte elementen. Twee mannen, de 23-jarige A. de B. en de 18-jarige v. O. werden in den loop van den nacht gearresteerd. De toestand van P. Verhoeven, die een gapende wonde aan den schedel en een wond in het gelaat heeft is vooruitgaande. Door bloedverlies is hij echter zeer zwak en nog niet in staat om DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De S aar kwestie te Genève besproken. (2de blad). Engeland wil wapcnleverantles verbie den aan Bolivia en Paraguay. (2de blad). Ellende aan het meer van Tiberias. (Bul- tenl. Berichten 2de blad). De Amerikaansche Oceaan vliegers zijn behouden in Ierland gedaald. (Luchtv. 2de blad). BINNENLAND. Algemeene beschouwingen over het landbouw-crisis-fonds. (1ste blad). Gruwelijke roofoverval in Oyen bij Oss. Eén doode, één ernstig gewonde, (lsto blad). De „Postjagers" te voet naar Rome. (2de blad). een verslag van het gebeurde te geven. Confrontatie met de verdachten was dan ook nog niet mogelijk. Wel zijn zij gecon fronteerd met het lijk van A. Verhoeven, dat nog steeds in de molen is. Verdachten ontkennen, doch de aanwijzingen tegen hen zijn zeer sterk en zij kunnen geen alibi op geven. Dr. Hesselingh uit Arnheim is ter plaatse gearriveerd om een onderzoek in te stellen naar de bloedvlekken, welke op de kleeren van de verdachten zijn aange troffen. BINNENLAND ACHT MILLIOEN MINDER. Nederlandsche vellingomzetten weer gedaald. Blijkens het verschenen jaarverslag van het Centraal bureau van Veilingen in Ne derland, heeft de totale omzet der bij deze organisatie aangesloten veilingvereenigin- gen, in 1933 bedragen 56.439.000 tegen ƒ64.698.000 in 1932, een vermindering dus met 13 pet. De achteruitgang van de omzetcijfers heeft zich dus ook in het afgeloopen jaar voortgezet, en reeds vijf jaar achtereen valt deze teruggang te constateeren. In 1928 werd het hoogste bedrag bereikt, n.l. 100.240.000, doch in 1928 liep dit omzet cijfer reeds met bijna 5 millioen terug. In 1931 was de omzet reeds tot 80.149.000 gedaald en daarna volgde de grootste ver mindering in 1932 tot 64.698.000. In vijf jaar tijd zijn dus de Nederland sche veilingomzetten met 44 pet. gedaald. R. K. VERKENNERS. Z.H.Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bis schop van Haarlem, zal Zondag 27 Mei as. voor de Verkennerstroepen te 's-Graven- hage een pontificale Hoogmis opdragen. DE NIEUWE SPANJAARSBRUG TE LEIDEN (de reus) met daarnaast de oude brug (de dwerg). (Foto Slegtenhorst)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1