25ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDENEN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN ZATERDAG 21 APRIL 1934 No. 7792 S)e £aid4eh£0oii/fc<a/iit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij voonütbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad ia voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. lij DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: S 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN W.O. GEILL. ZONDAGS BLAD. V Het geld is noodig voor nog belangrijker dingen. Er zou een breede verhandeling kunnen worden geschreven over: het zuinig zijn in dezen tijd! En deze verhande ling zou kunnen worden verdeeld in: lo. „Beschouwd uit economisch standpunt" en 2o. „Beschouwd uit christelijk stand punt". De christelijke beginselen eischen wel nooit, wat oeconomisch onmogelijk is; maar: wat oeconomisch mogelijk is, k a n door de christelijke beginselen worden ge- eischt! Het bovenstaande is een inleiding, waar op geen theoretische beschouwing zal vol gen over het genoemde onderwerp. Wij willen alleen dit zeggen: waar het in dezen tijd voor de Overheid zoo uiterst moeilijk en hoogst-zorgwekkend is, het geld bijeen te krijgen, om het bedrijfs leven op gang te houden en, voorzoover het stil ligt, opgang te zetten, om den erg- sten nood van talloozen te lenigen, om aan de stoffelijke voorwaarden voor een op gewekt beschavingsleven te kunnen blij ven voldoen daar mag uit de Over heidskas geen geld worden uitgegeven voor zaken, die kunnen worden uitgesteld zonder schade voor het stoffelijk, het gees telijk, het cultureel peil van het Neder- landsche volk. En tot die zaken behoort naar onze stel lige overtuigingde spellingskwestie! Wij nemen met algeheele instemming over wat de „Gelderlander" hierover schrijft: De Commissie meent ook, dat de nieuwe spelling al bij het begin van September op de scholen zou kunnen worden ingevoerd. Heeft ze zich ook in ernst afge vraagd, wat de financieele zijde daar van zal zijn? Het is immers duidelijk, dat bij de invoering van de nieuwe schrijfwijze hals over kop allerlei nieuwe school boekjes zullen worden ingevoerd. Het gaat bovendien al heel bezwaarlijk boekjes met oude spelling naast die met de nieuwe te gebruiken. Want dan raken de leerlingen de kluts kwijt. Ergo: er zullen dus een massa school boekjes ajs „onbruikbaar geworden" worden bestempeld. En nieuwe moeten worden aangeschaft. Dat zal niet zoo'n klein beetje geld kosten! De Regeering spoort in alle mogelijke toonaarden tot bezuinging aan. Krijgt de spellingscommissie haar zin, dan gaat er heel wat geld over boord in den vorm van onbruikbaar geworden oude boeken en moet er niet zoo zuinig in de zakken der overheids kassen worden getast, om nieuwe aan te schaffen. De goede Sijmen is er goed voor. Is de heele spellingskwestie wel zoo urgent, dat in dezen zorgelyken tijd daaraan duur belastinggeld moet wor den geofferd? En dan spreken we nog maar niet van de stroppen, waarmede uitgevers van schoolboeken blijven zitten! Zoo Is *fc. 't Is heel interessant, om over de spel lingskwestie te studeeren en te schrijven. Maar: een oplossing, die veel geld zou kosten, mogen wij ons in dezen tijd niet permitteeren. Hoe gemotiveerd ook is het verlan gen om in den spelling-chaos orde te bren gen er zijn te veel andere zaken, waar voor het geld noodiger is, er zijn véél ge wichtiger belangen, waarvoor het geld uit de Overheidskas nu al reeds in niet vol doende mate aanwezig is. Wij moeten een dure oplossing van de spellingskwestie uitstellen tot een econo- misch-beteren tijd! TWEEDE KAMER Interpellatie Daar de leden der Tweede Kamer uitge- noodigd waren gistermiddag een proef tochtje met de nieuwe Diesel-treinen te maken, begon de vergadering gisteren reeds om 11 uur. Met belangstelling was van verschillende zijden uitgezien naar de rede, die Minister Slotemaker de Bruïne zou houden, in antwoord op die van den heer Kupers, naar aanleiding van zijn interpellatie over de verlaging van de werkloozensteun in Twente. Of deze rede over het algemeen bevrediging heeft ver wekt, meenen we te mogen betwijfelen, daar zij beteekende, dat de tot heden door de Regeering gevolgde politiek zou blijven gehandhaafd. Deze politiek houdt in, dat er steeds een marge moet blijven tusschen de loonen in het vïije bedrijf en de steun bedragen. Nu wees de minister er op, dat de verlagingen van de laatste tijden meer een gevolg waren van loonsverlagingen dan van regeeringsmaatregelen. Integen deel, meende spr., hadden de maatregelen voor sommigen in Twente verbetering ge bracht, terwijl de meesten er slechter aan toe zouden geweest zijn, indien er in het geheel niets was gedaan. Natuurlijk was het spr. liever geweest hoogeren steun te geven, maar de erbarmelijke toestand van de Rijks- en gemeentekassen liet dit helaas niet toe. Het motief van de regeerings maatregelen is geweest het feit, dat de sta tistieken over Januari en Februari van dit jaar uitwezen, dat de bedragen voor steun- uitkeeringen niet genoeg waren achteruit gel oopen in vergelijking met deze bedra ge over dezelfde maanden van het vorig jaar. Bovendien heeft het Rijk 16 millioen moeten betalen aan zgn. uitstootende ge meenten, n.l. ong. 240 gemeenten die zelf de kosten der werkloosheid niet meer kon den dragen, behalve dan nog Amsterdam en Rotterdam. Na uitvoerig overleg tus schen Gedeputeerde Staten en de betref fende gemeenten is men zoover gekomen, dat men niet aan de normen behoefde te raken. Voeg hier nog bij, dat de begroo ting over 1935 zich zeer slecht laat aan zien, dan krijgt men een inzicht over de feiten waarmee men rekening heeft te hou den bij de beoordeeling van het vraagstuk der werkloosheid. Spr. verklaarde zich niet infcerpellabel over wat nog niet gebeurd is, n.l. over de vraag of tot steunverlaging over het geheele land zal worden overge gaan. Zeker is echter, dat verdere alge- meene loondaling ook steundaling zal mee brengen. Even zeker is echter, dat er een zeker minimum is waar beneden men niet zal mogen gaan. Dit minimum wordt be paald door de behoeften van het gezin en die van het bedrijfsleven. Wat betreft de loonen in werkverschaffing verklaarde spr., dat ook hier een zekere marge moet gehandhaafd worden. Het is echter onmo gelijk de loonsverlagingen, die in sommige werkverschaffingen hebben plaats gehad ongedaan te maken. In zijn antwoord op deze rede bleef de heer Kupers (S. D. A. P.) aan zijn stand punt vasthouden, en eindigde met het in dienen van een motie, waarin hij den mi nister verzoekt zich nader te beraden over de steun-verlaging. De heer Hiemstra (S.D.A.P.) klaag de over de slordige toepassing, die meestal in het nadeel der werkloozen uitvalt, van de aanpassing van steun- aan loonbedrag en de vaak onrechtvaardige wijze waarop de opbrengst van (verkochte) goederen om schulden te betalen als inkomsten wooden betiteld, waardoor de steun onthou den wordt. De heer Sneevliet (R.S.P.) betoogde, dat men moest komen tot het levenspeil van landen als Japan, indien men bleef aanhouden met de exportpoli- tiek. Het is noodig in te grijpen in het pri vaatbezit, wil men iets bereiken. Spr. vindt de voorgestelde motie dan ook on voldoende, daar er nog eenig vertrouwen uit spreekt in deze regeeringspolitiek. An dere klanken liet de heer A m e 1 i n k (A.R.) hooren. Deze was het met den mi nister eens, dat er groote moeilijkheden bestaan en sprak zijn diepe afkeuring uit over de wijze waarop sommige politieke partijen de ellende der arbeiders trachtten uit te buiten om er politieke munt uit te slaan. Dit wil echter niet zeggen, dat spr. het heelemaal met de Regeering eens is. Het was nog niet noodig de steunen te ver lagen, omdat de loonen verlaagd waren; de marge was nog groot genoeg. De steun is inderdaad te laag geworden in Twente, al hebben de laatste maatregelen eenige verbetering gebracht. De huurtoeslagen achtte spr. een economische dwaasheid, daar zij de huurverlaging tegenhouden. Er moeten maatregelen getroffen worden, die de huren zelf doen dalen. Spr. vroeg zich af of de toestand van ons land dan wel zoo erg is, dat een deel van on3 volk In ontbering moet leven. In Twente moet in ieder geval correctie worden aangebracht. De beste weg hiertoe is, volgens spr., werk verruiming. Na deze rede werd de vergadering tegen drie uur verdaagd om de Kamerleden de gelegenheid te geven de Diesel-treinen te beproeven. Naar wij vernemen is deze proef zeer goed geslaagd en is er algemee- ne tevredenheid over dit nieuwe verkeers middel. Intusschen wordt de interpellatie-Kupers Dinsdag voortgezet, en het laat zich aan zien, dat hierover het laatste woord nog niet is gezegd. BINNENLAND OUD-MINISTER VERSCHUUR. Protest an tsche waardeering. In een waard eerend artikel, aan minis ter Verschuur gewijd, zegt de christelijk- historische „Nederlander" aan het slot: „Men heeft dezer dagen terecht geroemd zijn kraohtigen wil en zijn slagvaardigheid in het debat. Maar daarmee is hij toch niet volledig geteekend. In die krachtige per soonlijkheid huist 'n zacht gemoed, een trouw en nobel hart, een warme drang tot hulpvaardigheid tegenover wie het leven met hem in aanraking brengt, bovenal een innig-vrome godsdienstzin. Hij is één dier R.K., aan wie men zich als protestant nauw verwant gevoelt, die inhoud en glans ge ven aan de belijdenis van het geloof in een „heilige, algemeene christelijke kerk". God zegene hem in zijn verder leven". OOK DR. KOLLEWIJN TEVREDEN. Wanneer het compromis wordt aangenomen. Gisteravond hebben wij ons in verbin ding gesteld met dr. B. A. Koilewijn, den man, die in 1892 met een artikel „Over onze lastige spelling" in „Vragen van den dag" den stoot gaf tot een beweging voor ver eenvoudiging van onze spelling. Dr. Koilewijn had uit de avondbladen reeds kennis genomen van wat het com promis behelst. „Wanneer het wordt aangenomen aldus de grondlegger van de „V.S." dan is naar mijn meening het voornaamste van de ver eenvoudigde spelling in veilige haven". Ook de thans 70-jarige voorvechter voor een meer praotiscbe spelling gevoelit dus erkentelijkheid voor wat thans, bijna veer tig jaar na zijn baanbrekend initiatief, op het punt staat om verwezenlijkt te worden. Althans „wanneer het wordt aangenomen", zooals de onderwijsman en letterkundige, die in een langdurigen strijd het wachten leerde, vooropstelde. Pas dan is de „veilige haven bereikt". „Vooruit" ONTEVREDEN LETTERZETTER EN BOEKENSCHRIJVER. Naar aanleiding van de voorgestelde nieu we spelling hebben Th. Farla, letterzetter en Herman de Man, boekenschrijver een telegram aan den Minister van Onderwijs gezonden van den volgenden inhoud: Kamergeleerdheid is geen vaste waarde. Als geleerden ons een nieuwe schrijfwijs mogen opleggen, kan om het andere jaar wijziging noodig zijn. Want geleerden ple gen steeds geleerder te worden, ook zijn zij veel kibbelziek. Laat dus taal en spelling groeien, gelijk zij groeiden, in den mond en uit de handen van volk en kunstenaars. Naar het oordeel dezer betrokkenen vergat u te vragen. VERHEUGDE ONDERWIJZERS. Door de afdeeling Amsterdam van het Ned. Onderwijzers Genootschap die gister avond in huishoudelijke vergadering bij een was, is de volgende motie aangeno men: De afdeeling Amsterdam van het Ned. Onderwijzers Genootschap, bijeen in huis houdelijke vergadering op 20 April 1934, gezien de nieuwe spelling-regeling van de Commissie-Marchant acht deze regeling een bevredigende oplossing van het spelling vraagstuk, en spreekt de hoop uit dat al- lerwege dit compromis zal worden aan vaard, opdat eindelijk eenheid in onze spel ling worde verkregen. PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De Provinciale Staten van Zuid-Holland zijn bijeengeroepen tegen Dinsdag 5 Juni, des voormiddags elf uur. Het ligt in de be doeling, de zitting dan te verdagen tot Dins dag 26 Juni. Het staat nog niet vast, in welke zaal de vergaderingen zullen worden gehouden. - HET NIEUWE GRAALSPEL, „Nu gaat de Heer voorbij". Over het spel, dat de Graal reeds in Am sterdam heeft opgevoerd en nog zal opvoe ren in Rotterdam, Den Haag, Haarlem en Alkmaar „Nu gaat de Heer voorbij", schrijft men nog het volgende: Zooals bij hare groote Stadionspelen wil de Graal ook nu de toeschouwers door dringen van de eeuwige schoonheid en op voedende kracht en de eene waarheid van het leerstellig katholicisme. Het leerstel lig Katholicisme het zijn juist de dog ma's en de eeuwenoude waarheden, waar op het Katholicisme berust en waaraan het zijne rijke vitale krachten ontleent, waar van de mensch telkens opnieuw moet door drongen worden, die hij zoo licht vergeet, omdat hij zoo gemakkelijk zijn aandacht laat aftrekken naar den buitenkant en zoo doende komt tot vervlakking. De moderne doorsnee mensch met de rusteloosheid van het jachtend leven in zich is nu eenmaal dikwijls niet in staat om dit alles zelf te bestudeeren en te doordenken. De dogma'S blijven voor hen abstract en zijn als zoodanig niet voor hem te vatten, omdat hij ingesteld is op de realiteit. Zij zullen eerst dan weer voor hem gaan leven als hij ziet hoe ze onze jonge menschen in- spireeren tot een vol leven, een leven, rijk en afwisselend, een leven van hoogspan ning, een leven, dat de moeite waard is ge leefd te worden. Met dit nieuwe Paaschspel beoogt de Graal, door zang en religieuze dansen, spreekkoor en bewegingskoren al wat in hare beweging leeft aan diepe geloofs overtuiging aan spontane offerbereidheid, aan gemeenschapszin, aan sprankelend enthousiasme en blijheid mede te deelen aan anderen, anderen te bezielen en ze te herinneren hoe het katholicisme bedoelt te zijn de lichtende stad op den berg. Het tot ernstig nadenken stemmend boe te-element is zoo min vergeten als het blij de Paasch-Alleluia. De boetedans Miserere in den aanvang geeft de klacht weer van het schuldig menschenhart. Een jubelend Regina Coeli in vier par tijen gedanst als vreugdedans geeft de blijdschap om de glorierijke Verrijzenis van Christus en de Verlossing en onze groote dankbaarheid en eerbied jegens de Hei lige Maagd. Onze blijdschap om de genade die wij weten dat :n ons leeft. Wij herinneren er nog even aan, dat kaarten voor de opvoering in Den Haag aan het clubhuis in Leiden, Hooigracht 31, verkrijgbaar zijn. NEDERLANDSCHE NAT. BEDEVAART NAAR LOURDES EN NEVERS 1934. De Nederlandsche Nationale Bedevaart zal in 1934 wederom met minstens vier treinen, waaronder een speciale zieken- trein, naar Lourdes ter Bedevaart gaan. Reeds op 23 Juiii zal tegen den avond een der treinen van Roozendaal vertrekken om tegen den occhtend te Nevers aan te komen. Te Nevers zal een bezoek gebracht worden aan de Heiligdommen van de H. Berna- dette. In den namiddag van denzelfden dag vertrekt deze trein van Nevers naar Lour des. Op 24 Juli vertrekken van Roozendaal een tweetail treinen, waaronder de ziieken- trein, direct naar Lourdes, terwijl op den zelfden dag een extra trein zal vertrekken van Nijmegen over VenloRoermond Maastricht en Luik naar Lourdes. Op 2 Augustus zullen de vier treinen we derom in Nederland terugkeeren. Omtrent deze Bedevaart zijn uitvoerige inlichtingen te verkrijgen bij het Bureau V.N.B. Lindeplein 17, Heerlen. Crisis-tuchtrechtspraak. Naar wij vernemen zal tot hoofdambte naar voor de crisis-tuchtrechtspraak wor den benoemd mr. H. A. J. Gijsen, ambte naar van het O. M. bij de kantongerechten ter standplaats 's-Gravenhage. Volgens de bepalingen van het nieuwe crisisorganisa- tiebesluit zal deze hoofdambtenaar, aan wien ambtenaren voor de crisis-tuchtrecht spraak rullen worden toegevoegd, in het bijzonder worden belast met de handhaving van de statuten, reglementen en verdere •besluiten van de crisis-organisatie, voor zoover niet nakoming van de daarbij gege ven voorschriften tuchtrechtelijk wordt ge straft. Voorts zal, zooals reeds is gemeld, op grond van het crisis-organisatiebesluit een commissie van advies worden ingesteld, welke tot taak heeft den miniser van oeco nomisch e zaken te ad viseer en in alle ge schillen van beleid welke zullen ontstaan tusschen de crisisorganisaities eenerzijds en een of meer georganiseerden anderzijds, zoomede tusschen de organen van de crisis- organisatie onderling. Tot voorzitter van deze commissie van advies zal, naar ons ter oore kwam, worden benoemd jhr. mr. W. G. W. v. d. Does, advocaat te 's-Gravenihage. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Nieuwe voorstellen van het Vaticaan in het conflict met Berlijn. (3de blad). Goebbels over de Duitsche pers. (3de blad). Een stormaanval op de redactie-bureaux van het blad „El Debate". (3de blad). BINNENLAND. Een interpellatie in de Tweede Kamer over verlaging van steun en loonen in werkverschaffing. (1ste blad). Twee dooden bij een auto-ongeluk op den Jutfaaschen weg. (Gem. Ber., 3de blad). Meisje te Ede en een meisje te Heusden overreden en gedood. (Gem. Ber., 3de blad en Laatste Ber.). Het drama op de Reeuw ij ksche Plassen. (Gem. Ber., 3de blad). UIT DE OMGEVING. De hoogeerw. heer J. C. F. Jansen, De ken van Zoeterwoude, Is hedenmiddag van de H. Sacramenten der Stervenden voor zien (1ste blad). Buitenlandsch Week-overzicht. (4e blad). Radio-programma's. (2de blad). Liturgische Kalender. (2de blad). - Over de spellings-kwestie. (1ste blad). N. S. B. VOELT NIET VOOR DEBATAVONDEN. De anti-revolutionnaire kiesvereeniglng „Nederland en Oranje" te Haarlem heeft zich 23 Maart j.L, naar aanleiding van een op 22 Maart 1933 te Haarlem gehouden ver gadering, waar, na een rede van mr. H. Bij- leveld, de N.S.B.-leider wilde debatteeren tot ir. Mussert gewend met het verzoek, of een der vertegenwoordigers van de N. S. B. genegen is in het openbaar met mr. H. Bij- leveld te debatteeren over de beginselen van de N. S. B. In een schrijven van 28 Maart j.l. ont ving genoemde kiesvereeniging een ant woord van den Algemeen Propaganda Lei der der N. S. B. te Hilversum, waarin werd medegedeeld, dat op het voorstel niet kon worden ingegaan, omdat de N.S.B. niet het minste gevoelt voor debatavonden. VERHANDELEN VAN TUINBOUW- GEWASSEN. Aantal K.G. bepaald op 10. Art. 7 van het Crisis-Tuinbouwbeslult 1934 I luidt als volgt: „Het verhandelen van gewassen van den tuinbouw in gezamenlijke hoeveelheden boven een door onzen Minister te bepalen aantal kilogrammen, hetwelk door de ver schillende soorten van die gewassen ver schillend kan worden hersteld, is aan aan geslotenen slechts toegestaan, indien zulks geschiedt overeenkomstig een door onzen Minister te bepalen wijze van afzet, welke verschillend kan worden gesteld voor: a. de verschillende soorten en variëtei ten van die gewassen; b. de verschillende deelen des lands." Op grond van dit artikel heeft de Minis ter van Economische Zaken thans het daar in bedoelde aantal kilogrammen bepaald op 10, terwijl de wijze van afzet zal zijn: het veilen op door de Stichting Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale erkende veilin gen van aardappelen, groenten en fruit. Van dit bepaalde is ontheffing verleend aan: a. markttuinders, die in het jaar 1933 een vaste standplaats aan een of meer markten hebben gehad; b. degenen, die ter nakoming van een overeenkomst hun pro ducten leveren aan een inrichting tot het bereiden van verduurzaamde levensmid delen; c. degenen, die naast hun tuinbouw bedrijf een groenten- en fruitwinkel drij ven of de producten uit hun eigen bedrijf door middel van straathandel plegen te verkoopen en d. degenen, die het telen van fruit niet als hoofdbedrijf uitoefenen, maar van den oogst van hun fruitboomen gerin ge hoeveelheden plegen te verkoopen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1