DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
25ste Jaargang
DONDERDAG 19 APRIL 1934
No. 7790
®e£eid&eheSoii/Ya/itt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bg vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
HOE ZULLEN WIJ VOORTAAN DE NEDERLANDSCHE
TAAL MOETEN SCHRIJVEN?
Verslag van de Commissie, Inge
steld voor het ontwerpen van re
gelen van Overheidswege, teneinde
te komen tot vereenvoudiging van
de schrijfwijze van de N ede r land-
sche taal.
(Dit verslag is in de voorgestelde nieuwe
spelling geschreven).
Op voorstel van de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen nam de
Ministerraad in September 1933 het besluit
te zullen trachten, door het stellen van
regelen van overheidswege en einde te ma
ken aan de wanorde, welke in de schrijf
wijze van de Nederlandse taal heerst.
Om daartoe te geraken achtte de Mi
nister het wenselijk een kleine commissie
bijeen te roepen ten einde te komen tot
een compromis. Het aanvaarden van het
lidmaatschap dezer commissie zou in zich
sluiten de bereidheid om tot een compro
mis mede te werken. De Minister zou de
commissie persoonlijk presideer en.
De heren Dr. J. van Ginneken, hoogle
raar aan de Rooms-Katholieke universiteit
te Nijmegen, Dr. C. B. van Haeringen, le
raar aan een gemeentelijke hogere burger
school te 's-Gravenhage, Dr. A. A. Verde-
nius, hoogleraar aan de gemeentelijke uni
versiteit te Amsterdam, Dr. A. Verwey,
hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, werden, behoudens door een hun
ner gemaakt principieel voorbehoud, be
reid bevonden, deze commissie te vormen,
welke dan ook bij beschikking van de Mi
nister van 31 October 1933 werd inge
steld.
De beraadslagingen, waaraan ook de Di
recteur-Generaal van het onderwijs heeft
deelgenomen, zijn alle geleid door de Mi
nister, die bij de aanvang nog eens de na
druk er op legde, dat de commissie niet
was ingesteld voor het voeren van prin
cipieel wetenschappelijke vertogen, maar
voor het volbrengen van een practisch-op-
portunistische taak. Dit bracht mede, dat
elk der leden bepaalde wensen, die hij
persoonlijk voorstaat, moest laten vallen,
zo men gezamenlijk tot een compromis
wilde komen.
Inderdaad is dit laatste na uitvoerige
bespreking bereikt.
De commissie is bij haar beraadslagingen
uitgegaan van de regels der Vereeniging
tot vereenvoudiging van onze spelling en
heeft er naar gestreefd te komen tot een
aannemelijk compromis tussen deze regels
en die van de spelling en buiging naar
De Vries en Te Winkel.
Het verkregen resultaat volgt hieronder.
De regels, die verandering brengen in het
stelsel van De Vries en Te Winkel, alsmede
de uitzonderingen op die regels, zijn vet
gedrukt.
1.
De e wordt aan het eind van open Ietter-
grepen niet verdubbeld. Men spelt dus,
benen, delen, lenen, leraar, teken, enz.
De ee blijft echter, ter onderscheiding
van de klank in de, me, ze, e.c. aan het
einde van een woord, b.v. gedwee, mee,
twee, vee, zee enz., alsmede in afleidingen
en samenstellingen van woorden op -ee als:
meeleven, meewarig, tweede, in tweeën,
veevoeder, zeetje, zeeën, zeeschip.
Voorts blijft ee in de achtervoegsels
eel en en eeren, b.v. kanteelen, krakee-
len, toneelen, houweelen, abeelen, boudee-
ren, halveeren, hanteeren, regeeren, alsook
in de afleidingen van de hiermede gevorm
de woorden als: hanteering, regeering.
2.
De o wordt aan het einde van open let
tergrepen niet verdubbeld. Men spelt dus:
bomen, boze, broden, dromen, kopen, ogen,
oren, stoten, stro, vlo, zo, stropop, zodanig;
maar strootje, Catootje, enz.
De oo blijft echter vóór ch in goochelen,
goochem, loochenen.
3.
Voor de spelling ie-ï (beziën, neuriën
naast drieën, knieën) blyft de regel van
De Vries en Te Winkel onveranderd gel
den. Daar deze regel grotendeels betrek
king heeft op bastaardwoorden (fabrieken,
fabrikant, genieën, maliën), zij verder ver
wezen naar 7. Over het achtervoegsel -isch
zie onder 5.
4.
De door de Vereniging tot vereenvoudi
ging van onze spelling verlangde schrijf
wijze -lik(s) is niet aanvaard. Men blijft
schrijven: -lijk(s) in behaaglijk, sierlijk,
jaarlijks(e); mogelijke, vergemakkelijking,
Sch wordt alleen daar geschreven, waar
de ch. gesproken wordt, dus in schaven,
schip, schoen, schrikken, verschenen, op
schuiven, enz. Daarentegen, schrijft men:
mens, mensen, vis, vissen, kikvors, wensen,
tussen, pruts, trots (bijv. naamw.), netel
doeks, lakens (bijv. naamw.). Het gro
tendeels kunstmatige onderscheid tus
sen adjectief met en adverbium zonder ch
vervalt dus: dagelijks, wekelijks, ras. Men
zal schrijven: Venlose, Venloos, Bredase,
Bredaas, weergase jongen.
Uitzondering: het achtervoegsel -isch in
logisch, practisch, tragisch, enz. behoudt
de thans gangbare spelling. Men schrijft
dus: Duits, Engels, maar Pruisisch, Rus
sisch, eventueel Armenisch naast Ar
meens; in verbogen vorm: komische, tra
gische, Russische, enz.
6.
Ten aanzien van het gebruik der z.g.
„tussenletters" n en s in samenstellingen
als besseboom, bessensap, hondekar, hon
denbrood, kippenhok, schapebout, schapen
melk, tijdsbepaling, tijdsaanwijzing, tijd
sein, handel(s) maatschappij, mansnaam,
manslag, mannenwoord, zijn geen algemeen
geldende regels te geven.
Daarom zal een zo nauw mogelijk bü
de bestaande regeling aansluitende Woor
denlijst door een van Regeeringswege te
benoemen commissie moeten worden op
gesteld. Het is te voorzien, dat deze Woor
denlijst niet zelden tweeerlei schrijfwijze
zal toelaten, al of niet met voorkeur voor
één van beide.
Zolang de nieuwe Woordenlijst niet tot
stand gekomen is, houde men zich in dit
opzicht aan de Woordenlijst voor de spel
ling naar De Vries en Te WinkeL
Ook voor de schrijfwijze van bastaard
woorden zal de Woordenlijst de norm moe
ten aangeven. In de opeenvolgende druk
ken van deze Woordenlijst zal de spelling
moeten weerspiegelen, maar niet vooruit
lopen op, de geleidelijke vernederlandsing
van het vreemde woord, gelijk ook de
Woordenlijst voor de spelling naar De Vries
en Te Winkel heeft gedaan. Men zal daar
bij dus conservatief te werk moeten gaan
en niet door te radicale vernederlandsing
het traditioneele beeld van deze vaak in
ternationale woorden te zeer aantasten.
In afwachting van de nieuwe Woorden
lijst blijft de schrijfwijze van de bestaan
de Woordenlijst gehandhaafd.
De naamvalsuitgang -n bij lidwoorden,
voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoor
den of daarmee gelijkstaande verbuigbare
woorden, wordt niet meer geschreven. Men
schrijft dus: met prijzenswaardige moed;
in de zevende hemel; op die mooie zomer
morgen hebben wij onze eerste tocht ge
maakt; op de stoel van de voorzitter, in de
blauwe auto van de dokter. 1)
Dit geldt niet voor oude, versteende,
naamvalsvormen in staande uitdrukkingen
als: met dien verstande, uit dien hoofde,
te mijnen huize, uitden boze, e.d. Deze zijn
te vergelijken met in der minne, in dier
voege, te goeder trouw, te gelegener tijd,
waarin ook oude, overigens niet meer ge
bruikelijke, naamvalsvormen voortleven.
In enkele gevallen zal twijfel kunnen
bestaan, of de n al of niet tot de werke
lijke taal behoort. Zo zullen sommigen in
uitdrukkingen als voor den dag, den boer
op, op den duur de n niet willen missen,
en er is niet het minste bezwaar tegen,
dat zij de uitgang blijven schrijven. Tot
deze twijfelachtige gevallen kan ook de
adresformule Den Heer worden gerekend.
Literaire kunstenaars, die de n in de
voordracht van hun werk wensen te horen,
rullen deze natuurlijk ook in de spelling
handhaven.
9.
De spelling van Nederlandse geografische
namen, voor zover daarvoor een vaste
schrijfwijze bestaat, ondergaat voorlopig
geen wijziging.
Het is de commissie gebleken, dat de
Vereniging tot de vereenvoudiging haar
1) (Prof. Van Ginneken wenst uitdruk
kelijk te zien vastgelegd, dat hij voor het
algeheel vervallen van de naamvals-n de
verantwoordelijkheid niet wenst te aan
vaarden).
propaganda zal staken, Indien haar regels
betreffende de e en o, de sch en de ver-
buigings-n door de Regeering worden over
genomen. Men mag aannemen, dat de in
het compromis neergelegde uitzonderin
gen op de regels aangaande e, o en sch in
deze beslissing geen verandering zullen
brengen.
De commissie heeft het nodig geacht,
zich er van te vergewissen, in hoever dit
samenstel van regelen aannemelijk zal zijn
in de kringen van wetenschap en onder
wijs in België.
Uit het dienaangaande ingestelde onder
zoek is gebleken, dat de leden van het be
stuur der Zuidnederlandse vereniging voor
spellingvereenvoudiging, op 9 Januari 1934
in vergadering bijeen, allen hoogleraar of
oud-hoogleraar aan Belgische universitei
ten, de verklaring hebben afgelegd, dat zy
zich met de bovenstaande conclusies kun
nen verenigen en dat zy bereid zijn, de
invoering van deze spelling in ambtelijk
gebruik en by het onderwys te bevorde
ren.
Verder is uit een bespreking op 10 Ja
nuari met een commissie uit de Verbete-
ringsraad (d.i. wat hier te lande de On
derwijsraad is) gebleken, dat ook deze
commissie met het compromis meegaat, al
gaf zy er de voorkeur aan, dat t.a.v. een
enkel punt verder zou worden gegaan.
Maar zij is van meening, dat in elk geval
op eenheid met de Nederlandse regeling
aangestuurd zou moeten worden. Zij be
sloot om, zodra in Nederland de béslissing
genomen is, er bij de Belgische minister
van Onderwijs op aan te dringen, dezelfde
gedragslijn te volgen.
De commissie stelt zich voor, dat de
nieuwe schryfwijze zo spoedig mogelijk
zal worden voorgeschreven voor alle stuk
ken, die van de Regeering uitgaan, en dat
zij by het begin van de cursus, die met
September 1934 aanvangt, wordt ingevoerd
op alle scholen, waarvoor de Regeering
bevoegdheid heeft dit voor te schrijven.
Men mag aannemen dat, wanneer de Re
geering met haar ambtelijke stukken voor
gaat, de andere overheidsorganen zich
daarby zullen aansluiten. Hetzelfde mag
worden verwacht van de pers.
Ook kan er op worden gerekend, dat de
overgrote meerderheid ook van die scholen,
waarvoor de nieuwe regels niet kunnen
worden voorgeschreven, zich spoedig daar
naar zal richten.
Aangenomen mag worden, dat de Re
geering in staat zal zyn te voorkomen, dat
het invoeren van de nieuwe spelling voor
het onderwijs te grote kosten met zich zal
brengen.
Aldus vastgesteld in de vergadering der
commissie van 7 Maart 1934.
EERSTE KAMER
INDISCHE BEGROOTING.
De behandeling van de Indische begroo
ting in de Eerste Kamer, welke gistermid
dag aan de orde was, is zonder veel tegen
werking voor den minister van Koloniën
verloopen. De eenige werkelyke opponent
was de heer Mend els (S.D.A.P.), die
een zeer pessimistisch betoog hield over
den economischen en financieelen toestand
van Insulinde. Hy trachtte aan te toonen,
dat verdere bezuiniging onmogelijk was,
en dat men nooit zou kunnen komen tot de
basis van 300 milliocn voor de begrooting.
Hulp uit Nederland is noodig.
Minister Colyn was natuurlijk van
een andere meening wat betreft de be-
grootingsbasis. Hij verwachtte zelfs, dat in
1937 een sluitende begrooting zou kunnen
bereikt worden. Spr. wyst er op, dat Ne
derland reeds 42 millioen van de rente en
aflossing heeft afgedaan door de conver-
sie's. Van een schrappen der verplichtin
gen kan geen sprake zyn, daar Nederland
dan zyn crediet zou verliezen. Om te kun
nen weten, of men de schuld gedeeltelyk
kan overnemen, moet men eerst weten,
hoe het hier en hoe het ginds loopt.
De heer Fock (V.D.) begreep niet hoe
de minister op het idee was gekomen om
naar Indië te gaan, gezien de teere ver
houding met den G.-G. Dit was heel een
voudig, aldus de Minister, ten eerste
is in Mei de slotvergadering van de be-
grootingscommissie. Daar had spr. bij wil
len zijn om te zien, hoe men in Indië zelf
over de bezuinigingen denkt. Ten tweede
moest de ongerechtvaardigde stemming van
wantrouwen tegenover Nederland wegge
nomen worden. Verder was het 6 jaren
geleden, dat spr. in Indië was geweest,
zoodat het geen kwaad zou kunnen de In
dische sfeer weer eens te voelen.
Het denkbeeld van den heer Fock (V.
B.) om voorschotten aan Indië te geven
tot uitvoering van groote werken achtte
de Minister niet uitvoerbaar, daar dit
den schuldenlast van Indië nog zou ver-
hoogen. Van een gift in dezen zin kan ook
geen sprake zyn, gezien den slechten toe
stand van onze schatkist. De begrooting
werd z. h. st. aangenomen, en zoo even
eens de Surinaamsche en Curagaosche, die,
op verzoek van den Minister nog even „be
handeld" d.w.z. zonder meer goedgekeurd
werden, tot spijt van den heer Fock, die
verzocht de volgende week dit onderdeel
te behandelen. De Minister deed dit liever
niet, daar hij nu ook Economische Zaken
tijdelijk te behartigen heeft.
TWEEDE KAMER
Instelling, afschaffing, verhooging of ver
laging van invoerrecht op korten termijn.
Verbreeding van het kanaal door Zuid-
Beveland. Wijziging van de Spoor
wegwet en van de Locaal spoor-
en Tramwegwet.
De redevoering van Minister Oud
over het wetsontwerp betreffende invoer-
rechtswijzigingen op korten termijn toon
de al dadelijk aan, dat er voor de amende
menten van den heer Kortenhorst
weinig kansen bestonden. Minister Oud
toch putte zich uit in verzekeringen, dat hy
niet aan vechttarieven dacht, dat hij van
de bevoegdheden, hem door deze wet te
geven, een uiterst beperkt gebruik zou ma
ken en dat de amendementen van den heer
Kortenhorst aan zyn voorstel een veel ver
dere strekking tot bescherming van de Ne-
derlandsche industrie zouden geven, dan
met zijn eigen bedoelingen overeenkwam.
De minister zegde ook nog toe, dat hy, bij
een eventueel gebruik van de bevoegdhe
den in deze wet omschreven, steeds zoo
spoedig mogelijk mededeeling daarvan zou
doen aan de Kamer. Hij kon daarmede ech
ter het hart van den heer van der
Waerden (S.D.A.P.) niet vermurwen:
deze liet aanteekenen, dat hij tegen het
wetsontwerp stemde. Voor het overige
evenwel had minister Oud gewonnen spel:
het eerste amendement van den heer Kor
tenhorst werd verworpen met 59 tegen
17 stemmen, waarbij zelfs eenige leden
van de Katholieke Kamerfractie, met den
heer Aalberse aan het hoofd, tegenstem
den.
De Katholieke afgevaardigde heeft daar
op zyn tweede amendement ingetrokken,
alleen om de Kamer de stemming te bespa
ren, zooals hij zeide. Hem kan de lof niet
onthouden worden, dat hij wederom zijne
amendementen met bekwaamheid heeft
verdedigd; maar de stemming in de Ka
mer is nu eenmaal zoo, dat amendementen
van deze zyde al bij voorbaat onder ver
denking staan van sterk protectionistische
tendenzen.
Minister Kalff heeft het al weinig
moeilijker gehad dan zijn collega van Fi
nanciën. Wie gemeend mocht hebben, dat
de agitatie inzake het kanaal van Zuid-Be
veland tot een uitvoerig debat by het des
betreffende wetsontwerp zou leiden, is be
drogen uitgekomen. Alleen de heer Wes
terman (V.B.) was natuurlijk aan zijn
positie verplicht nationale klanken te doen
hooren; hij was echter voorzichtig genoeg
om alleen te spreken van een indruk naar
buiten, welke door het Nederlandsche op
treden in de Rijnvaartcommissie zou zyn
gewekt. Op grond daarvan wenschte hij in
de toekomst de grootst mogelijke terughou
dendheid ten aanzien van de Rynvaartcom-
missie. De Minister, die op een pertinente
vraag van den heer B o n gaerts (R.K.)
namens de commissie van rapporteurs had
geantwoord, dat ieder verband tusschen
dit wetsontwerp eenerzijds en het optre
den der Ryn vaartcommissie of de onder
handelingen met België anderzijds ontbrak,
voerde den heer Westerman tegemoet, dat
het beneden de waardigheid van de Neder
landsche Regeering was, zich te doen be
ïnvloeden door indrukken die anderen ten
onrechte hadden gekregen.
Als derde wetsontwerp behandelde de
Kamer de wijziging van de spoorwegwet
teneinde de naasting van locaalspoorwegen
en het geheimhouden van de spoorwegta
rieven mogelyk te maken. De naar aanlei
ding van deze geheimhouding door de hee
ren Duymaer van Twist (A.R.) en
Van der Bi It (R.K.) uitgesproken vrees,
dat de spoorwegen het er wel eens op zou
den kunnen aanleggen de binnenscheep
vaart dood te concurreeren, werd door den
Minister weggenomen met de opmer
king, dat de spoorwegen hierbij geen en
kel belang hadden en daardoor alleen hun
verliezen konden vergrooten, maar dat hy
zelf bovendien geen oogenblik een derge-
lyk optreden zou dulden, waardoor het
spoorwegtekort nog zou worden vergroot.
De publicatie der tarieven echter opent
voor ooncurreerende bedryven de moge
lijkheid om steeds eenige centen daaron
der te blijven. Heden stemming.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De Fransche nota aan Londen inzake het
ontwapeningsprobleem gepubliceerd. Parijs
gooit de schuld op Berlyn. (2e blad).
Een waarschuwing van den bisschop van
Aken. (2e blad).
Groote brand in het Tiroolsche dorp
Fraxern. (Buitend. Ber. 2e blad).
BINNENLAND.
Verschenen is het rapport van de com
missie inzake de spelling van de Nederland
sche taal. (1ste blad).
Windhoos boven Mook neemt het dak van
een in aanbouw zynde kerk mede. (Gem.
Ber., 3de blad).
Het auto-ongeluk in Den Haag. De
oudste heer Olman overleden. (Gem.
Ber., 3de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Stoke City wint den eersten lichtwed-
strijd in het Stadion te Amsterdam met
21 van de Zwaluwen. (3de blad).
DE ONWEDERS DER LAATSTE DAGEN
In de laatste dagen heeft zich een weera-
toestand ontwikkeld waarbij zich tal van
onweersbuien over een uitgebreid gebied
hebben ontlast. Over Noordwest-Europa
lag een groote depressie en de kleine z.g.
randstoringen hebben daarbij aanleiding
gegeven tot een grillig verloop der weers
gesteldheid en een zomerachtig slot aan
een periode van abnormaal warm weer.
Reeds Maandagavond begonnen zich
hier en daar zwakke buien te ontwikkelen.
Dinsdag werden zy krachtiger en viel er
veel regen en ontlastten zich zwaardere on
weersbuien. Woensdag culmineerde de at
mosferische activiteit in twee zware front
buien, die in den namiddag over een groot
gebied trokken, door een stormachtigen
windstoot, die minutenlang aanhield, wer-
dn ingeleid en die vooral wat betreft de
tweede bui door talryke electrische ontla
dingen werden vergezeld. Merkwaardig
was hierbij vooral de zware inleidende
windstoot. Wanneer men daarbij gedacht
heeft aan een windhoos, dan heeft men
een verkeerde benaming aan het verschyn-
sel gegeven omdat een windhoos volgens
de opvatting der meteorologen een storm
achtige wervelwind rondom een vertikale
as is en by deze buiten een horizontale
wind over een breed front gewaaid heeft.
Als algemeene en diepere oorzaak van
den omslag van het weer en de vorming
der buien moeten de scherpe temperatuur-
tegenstellingen genoemd worden tusschen
het Westelijk gedeelte van Europa met
lage temperatuur en het Vasteland met
warm weer. Evenals in de tijden van de
echte midzomersche zoogenaamde front
buien leidt de aanwezigheid van een zeer
warme luchtmassa naast een koude tot een
algmeene verstoring van het evenwicht en
een groote atmosferische activiteit over 'n
groot gebied en met deze buien zijn wij als
het ware midden in den zomer verplaatst
geworden.
BINNENLAND
DE BEPERKING VAN DEN RUNDVEE
STAPEL.
Twijfel of de vrijwillige beperking wel
tot gewenscht resultaat leidt.
Naar verluidt, bestaat ér in de kringen
van de betrokkenen eenige onzekerheid of
de vrijwillige beperking vain den rundvee
stapel wel tot voldoende resultaat zal lei
den, zoodat men niet zal behoeven over te
gaan tot de gedwongen levering.
Indien echter de vrijwillige levering zal
kunnen doorgaan, zullen op 15 Mei a.s. on
geveer 140.000 stuks rundvee geleverd
moeten zyn. Thans bedraagt dot aantal
112.000.
Men hoopt echter, dat in de komende we
ken de levering zal toenemen, zoodat het
verschil met het gestelde aantal niet al te
groot zal zyn. In dat geval zou de vry willige
beperking gehandhaafd kunnen worden,
waardoor de groote administratieve moei
lijkheden, aan de gedwongen levering ver
bonden, achterwege kunnen blijven.