WOENSDAG 18 APRIL 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. PAG. 7 MINISTER VERSCHUUR Een redacteur (de Kameroverzichtschrij- ver) van de Maasbode heeft een onder houd gehad met Minister Verschuur. Daar aan ia het volgende ontleend: „Ja, het viel my zwaar in de huidige om standigheden, maar ik treed af als Mi nister. Na overleg met de dokters heb ik mijn ontslagbrief aan de Koningin gezon den en ik hoop, dat Hare Majesteit spoe dig zal bewilligen". Dat zal velen spijten, Excellentie. „Mij spijt het ook. Graag had ik de Ko ningin en het land in dit ministerie ver der gediend, maar voorloopig kan ik niet meerZes en vijftig maanden heb ik onder hoogspanning moeten werken. Tel kens rezen er nieuwe vraagstukken, die scheppenden arbeid vroegen, intense aan dacht en dat in een tempo, die de nood nu eenmaal in vele gevallen eischte. Niet zel den moesten binnen zeer korten tijd de ge wichtigste beslissingen worden genomen, waarbij het wel en wee van talloozen be- tiokken was. Alleen een sterk gestel heeft mij in staat gesteld zooveel te kunnen af doen, maar ik heb te veel van mijn krach ten geëischt en daar is deze ziekte bij ge komen, die mij tot rust dwingt. Maar een minister mag niet rusten. Hoe kan ik ech ter op halve kracht werken? Het land heeft er niets aan als ik Talma's voorbeeld volg. Talma was een reus, maar hij bleef ook te lang, sloopte zijn kracht totaal en overleed kort na zijn aftreden. Hoeveel had hij nog kunnen doen! Ik heb mij daar aan gespiegeld. De dokters zeggen, dat mijn hart geen gebreken heeft, maar dat ik de reserves moet aanvullen." Het is jammer voor het ministerie. „Maar niet onoverkomelijk. Nu kan ik gaan. Verleden jaar bij de formatie heb ik ten slotte niet willen weigeren, omdat dan misschien daardoor de kabinetsformatie was mislukt. Men had toen ernstig andere oplossingen beproefd. Nu kan het. Ik mag dit ministerie in dezen tijd aan geen halve oplossingen wagen." U kunt toch eenigen tijd vacantie nemen? „Dat noem ik nu juist een halve oplos sing. Ik ben er de man niet naar om te rus ten, als een ander mijn werk moet doen en ik dan later de kous verder heb af te breien. Trouwens, men heeft mij dat wel voorgesteld, maar ik heb gezegd: En als ik dan niet hersteld zou zijn, rijzen dezelfde moeilijkheden weer. Neen, zulke, dingen moet men moedig onder oogen zien." Uw heengaan schept toch minstens de moeilijkheid om een geschikte opvolger te zoeken? „Niemand is onmisbaar. Ik weet, dat is betrekkelijk, maar een nieuwe minister kan nu gemakkelijker optreden dan in Mei 1933 De reorganisatie der departementen heeft haar beslag gekregen; de landbouwpolitiek is vastgesteld; de groote lijnen zijn uitge stippeld en de centrales werken. Het komt nu op uitvoering en toezicht aan en de se cretaris-generaal is ingewerkt." Maar de handelspolitiek? „Ook voor handel en nijverheid is de koers bepaald. De crisismaatregelen vor men één geheel. De handelspolitiek is ge leidelijk van koers veranderd. Het is nu een kwestie van uitwerken. De nieuwe Mi nister heeft daarbij het voordeel, dat de Kamers het gevolgde beleid met alge- meene instemming hebben goedgekeurd, wat de groote lijnen aangaat. In tientallen bedrijven schrijdt de ordening voort. Zelfs in moeilijke bedrijven als de katoen nijverheid. Ik heb er met zorg voor ge waakt aan geen extremistische eischen toe te geven, maar, ten aanzien van de contin- genteering bij voorbeeld, naar best vermo gen gelet op een gezonde prijspolitiek voor de bevolking." Ei ligt nog een en ander. De agenda van de Kamer voor Dinsdag. „Precies. De Landbouwcrisisfonds-be- grooting moet worden afgedaan en een heele reeks ontwerpen voor nijverheid en middenstand. Die mogen niet wachten en een minister ad interim kan dit alles moeilijk afdoen. Juist daarom heb ik ge zegd: Niet kwakkelen, maar gaan!" „Voor dit kabinet heb ik niets dan lof'. Mag ik u op den man af vragen, of bij u toch ook zakelijke of principieele meeningsverschillen zijn met het beleid van het kabinet? Men zou kunnen den ken..,. „Voor dit kabinet heb ik niets dan lof. Geloof mij, als ik in volle oprechtheid zeg, dat men zich moeilijk een kabinet kan voorstellen, waarin hartelijker samenwer king bestaat. Dat heeft mij het heengaan zwaarder gemaakt. Er is geen kwestie de Minister beklemtoonde van eenig za kelijk, persoonlijk of principieel meenings- verschil. De geest in het kabinet is uitste kend. Zeg en herzeg toch aan onze men- schen, dat zij zich eenigszins rond Minis ter Colijn en zijn helpers scharen, niet al leen omdat zij werkelijk aller vertrouwen verdienen, maar vooral omdat het zoo noo- dig is voor ons lieve land. De ministers staan voor moeilijke vraagstukken en pijn lijke beslissingen. Alleen wie verantwoor delijkheid droeg, kan het beoordeelen." Twenthe.... ontviel ons. „Ik heb gezien wat dit Slotemaker heeft gekostde menschen weten het niet" en de minister maakte een gebaar, alsof hij zeggen wilde: daarover niet meer. „Leg loon- en steunnormen naast elkaar".... De Minister leunde peinzend achterover. Misschien zien wij u in de Kamer te rug? „Het is daar tegenwoordig ook hard werken. Maar wie weet? God leidt onze wegen. Later zien wij wel, waar alles goed voor is. Maar, vindt u ook niet, in zulke zaken moet men niet aarzelen en ook geen halve oplossingen zoeken". Er moet voor ledereen Iets tragisch ln dit heengaan zitten. „Och, ik hoop dat ik het vaderland nog wel eens weer nuttig kan zijn, in welk op zicht dan ook. Nu heb ik gedaan, wat ik kon en gegeven, wat ik had." Aan een waardeerend artikel in de So cialistische pers ontleenen we: „Wanneer een figuur zich „om gezond heidsredenen" uit het openbare leven te- rugtrekt, is er doorgaans reden voorhan den naar andere motieven te zoeken. Bij het heengaan van mr. T. J. Verschuur als minister van Economische Zaken, bestaat hiertoe geen aanleiding. De wankele staat van 's ministers gezondheid was in den laatsten tijd genoegzaam bekend. Daarbij is het duidelijk, dat een zoo bij uitstek ge wichtig departement, dat van zijn leider een buitengewone mate van stuw- en ar beidskracht eischt, in dezen tijd slechts be heerd kan worden door een persoonlijkheid van sterke en ongerepte physieke vermo gens". „Eén der belangwekkendste persoonlijkheden in het Ka binet". „Wij begrijpen ten volle, dat de minister onder deze omstandigheden gevoeld heeft, dat hij niet langer mocht aanblijven. Of schoon zijn beleid in meer dan een geval onzerzijds aan critiek moest worden onder worpen, willen wij niet verhelen, dat wij dezen bewindsman achter de regeeringsta- fel zullen missen. Want hij was mede één der belangwekkendste persoonlijkheden in het Kabinet. Een scherp debater, die raak van zich af wist te slaan en daarbij vriend noch vijand spaarde. De opstoppers, die hij uitdeelde, waren bij wijlen dermate hevig, dat wij ons er wel eens over verwonderd hebben, dat de parlementaire opponent met zulk een bejegening genoegen nam. Maar men moest mr. Verschuur nage ven, dat hij zijn zaken steeds grondig kende, en dat hij het niet aan een dege lijk gegrondveste argumentatie liet ont breken. Hierin zal wel de aanleiding lig gen, dat de minister, hoewel hij de Kamer allerminst vleide, toch bijkans steeds er in slaagde, haar voor zyn denkbeelden te win nen. Hetgeen zoowel voor het parlement als voor den betrokken regeerder pleit." „Sobere eenvoud". „Overigens hebben wij in minister Ver schuur een dier typisch-Nederlandsche be windslieden bezeten, wier sobere eenvoud zoo kenmerkend is voor den zuiveren staat van het openbare leven in ons land. Mocht hij in den politieken strijd vaak wat scherp van toon zijn en ook in het gewone ambte lijke verkeer soms weinig welwillend in zijn uitlatingen, het was merkwaardig hoe geheel anders zijn optreden werd, wanneer hy uit de ambtelijke sfeer trad. Het tafe reel van een minister, die op een fiets tocht in een vacantie langs den weg rustig van een ijsco staat te genieten en een paar voorbijkomende kinderen, die den ijs-con- sumeerenden heer met benijdende blikken gade slaan, aanstonds eveneens op een „ijsje" fuift, is waard om aan de vergetel heid te worden ontrukt. Deze anecdote geeft niet alleen een anderen indruk van den scheidenden bewindsman, dan men uit zijn politieke werkzaamheid alleen zou verkrijgen, zij getuigt tevens van een wel- dadigen eenvoud." De Volkskrant besluit een waar deerend artikel aldus: „Eén geluk is, dat we hier niet met een afgesloten leven te doen hebben. Na de oogenblikkelijke inzinking zal, naar heel het land hoopt, het herstel ko men, het volledig herstel zijner ontzag lijke werkkracht. Voor den heer Verschuur staan alle we gen open: moge hij zich niet in beslag la ten nemen, hoezeer die er bij gebaat zou zijn, door de wetenschap, maar bewaard blijven voor de staatkunde, de actieve staatkunde dan, waarvoor we in dit tijds gewricht minder dan ooit een kracht en een talent als de zijne kunnen missen". Alle bladen geven uiting aan waardee ring voor wat Minister Verschuur heeft gepresteerd. Wij ontleenen hier nog o.a. de (liberale) Avondpost: „De heer Verschuur heeft zijn ontzag lijk zware taak met groote bekwaamheid vervuld en met een volkomen toewijding aan de belangen, welke hij te dienen had. Wonderbaarlijk niets minder was het om te zien en te hooren, hoe deze minister zich in de tallooze uiteenloopende zaken had ingewerkt, hoe hij ze beheerschte en doorzag, hoe hij ze, als paraat sprekér en debater, in het parlement behandelde. De vlotheid en de intuitie van den goeden journalist als zoodanig is de Minister zijn maatschappelijke loopbaan begonnen zullen hem daarbij te stade zijn geko men, evenals de kennis, als parlementair dagbladschrijver uit de verte opgedaan, van de wijze waarop een bewindsman het best met het parlement omgaat. Humor, slagvaardigheid en vrijmoedigheid waren den Minister in het debat nimmer vreemd, en de humor kon soms in een zeker sar casme overgaan, dat, nu eens gemoedelijk, een andermaal naar den scherpen kant sloeg. Er was vaak iets oorspronkelijks in zijn optreden en zijn houding, een eigen schap, waarvan verscheidene personen en deputaties, die bij hem op het departe ment kwamen, eveneens ondervinding hebben opgedaan: typeerende verhalen doen daarvan de ronde. Alles by een kan men zeggen, dat ons land in minister Verschuur een voortref felijk bewindsman verliest. Wij allen dienen hem dankbaar te zijn voor de wijze, waarop hij heeft gearbeid, in zoo moeilijke omstandigheden, en wij spreken de beste wenschen uit voor zijn spoedig en algeheel herstel". De Limburger Koerier maakt de volgende opmerkingen over de oeconomi- sche inzichten van Minister Verschuur: „De thans afgetreden bewindsman stond de laatste maanden aan een tweesprong. Zijn geest, die op vele beslissende mo menten meer in Rotterdam dan in Breda verwijlde, deed hem al te vaak overhellen naar de economische inzichten des Ka mers van Koophandel in de groote haven steden; maar zijn hart trok hem op den duur toch onweerstaanbaar naar den an deren kant, waar sociale liefde en de scheppende daad van den willenden mensch zich ontworstelt aan het laat- maar-waaien stelsel van een economisch oud-liberalisme, dat door geheel de we reld ten grave wordt gedragen. Den goe den weg scheen Minister Verschuur ein delijk te willen gaan. Zeide hij niet in de Eerste Kamer, dat zijn kennismaking met de Economische Technologische Institu ten in Limburg en Brabant zijn kijk op de industrialiseering en dus op de moge lijkheden tot blijvende werkverruiming geheel had veranderd? Deze ontwikkeling in de richting van een economische welvaartspolitiek werd geremd door een ietwat doorzichtige tac tiek, die meende, dat ook de liberalen met een zacht lijntje, zoetjes aan en heel voor zichtig, waren mee te krijgen op den weg, dien Nederland op den duur wel zou moeten gaan. Voeg daarbij, dat de Mi nister, toegevend aan een tikje persoon lijke ijdelheid ten koste van alles naar buiten den schijn wilde vermijden, dat hy achter de eischen van de katholieke werk- geversvereeniging zou aanloopen, en men heeft de twee bij elkaar passende sleutels die toegang geven tot de oplossing van het raadsel, waarom de economische maat regelen van Minister Verschuur steeds ge wild ietwat te laat werden genomen". UIT DE OMGEVING ALKEMADE. Geboren: Johannes Cornells, z. v. C. J. Uljee en Th. C. vam der Geest. Eime- riinus Johannes, z. v. J. Lek en M. C. Koek. Johannes Martinus, z. v. J. Oomen en G. M. de Rijk. Nicolaas Josephus, z. v. E. J. van Ruiten en W. Loos. Johanna Gerarda Maria, d. v. C. W. van der Zwet en C. E. Klein. Adriana Maria Engelina, d. v. J. C. Zoet en M. C. Zaal. Ondertrouwd: J. E. van der Meer, jm, oud 25 j. en M. Th. Hoogehboom jd., oud 25 j. C. P. Diemen, jm, oud 26 j. en C. P. van Klink, jd, oud 25 j. C. L. Baak, jm, oud 2 j. en E. J. W. Beibiers, jd. oud 22 j. Overleden: Gerritje Leeflang, oud 41 jaren, edhitgenoote van A. Los. Elisa beth Bartels, oud 68 jaren, echtgenoote van A. van der Meer. NOORD WIJK-BINNEN. BRAND IN EEN BAKKERIJ. Ontstaan in een hoop krullen bij de oven. Gisteravond omstreeks 6 uur brak brand uit in het perceel Voorstraat 73 waarin ge vestigd is de bekende luxe brood-, koek en beschuitbakkerij van den heer H. J. Wa- ninkhof alhier. De brand is ontstaan in een hoop mot (krullen), welke lag in de nabij heid van den oven in de bakkerij. Boven de bakkerij bevonden zich op den meel zolder een pim. 500 zakken meel enz. die gretig voedsel beteefcenden voor het alles verbeerende vuur. De bakkerij met meel zolder is vrijwel geheel uitgebrand. De spoedig ter plaatse aanwezige motorspuit, versterkt met het reserve-personeel, had een moeilijke taak. Met een achttal slan gen op de waterleiding wist men het voor ste gedeelte, hetwelke dient als woonhuis, alsmede de belendende perceelen, te behou den. Het stille weer werkte hiertoe mee. De boekhouding, evenals de daarop betrek king hebbende correspondentie etc. en eenig kasgeld werd op het tegenover staande po litiebureau in veiligheid gebracht. Meubi lair en kleeren kon men door verplaatsing in veiligheid brengen. Spoedig was een groote menschenmasea op de been. De politie handhaafde keurig de orde en had het gedeelte Voorstraat en Offenweg voor het brandende perceel ruim Op het terrein van den brand zagen wij burgemeester v. d. Mortel en wethouder de Witt. De schade wordt door verzekering ge dekt. NOORDWIJK. Ned. Maatschappij v. Tuinbouw. In hotel „Royal" vergaderde genoemde Mij., waarbij de goede opkomst steeds verheu gend stemt. Het zaaltje gaf een vroolijken aanblik door een prachtinzending Primu la's en Astilbes, welke zeker alle critiek konden doorstaan. De voorz. verwelkomde met een inleidend woord de aanwezigen en nu de natuur allerwege ontluikt, wees spr. op het schoone der natuur bij een aandachtige beschouwing, want naast de fleurige Prunus en Perzik, is een aanblik van Olm of Berk en de Dotterbloem in een slootkant ten volle waard. Met enkele woorden besprak hij het ingezondene. Het was hem een genoegen een bakje aardbeien namens de inzender te mogen overhandigen aan den secretaris, voor diens zieke echtgenoote, hetwelk deze op hoogen prijs stelde. De notulen werden hierna vastgesteld onder dank voor de keurige en uitgebrei de redactie. Ingekomen was een schrijven van den heer Rakhorst, waarin deze mede deelde zijn bestuursfunctie te aanvaarden, hetwelk met applaus door de vergadering werd, begroet. Met enkele waardeerende woorden herdacht de voorz. hierna onze Koningin-Moeder, die Beschermvrouwe der Maatschappij was, waarna enkele oogenblikken stilte in acht werd genomen. Aan H. M. de Koningin was namens de afd. een rouwbeklag gezonden, waarop de afd. een dankschrijven had ontvangen. Nog was ingekomen een schrijven van Bloembollencultuur met de mededeeling, dat Vrijdag 20 April in Hotel „Royal", door den heer Volkersz een lezing zal worden gehouden over Aaltjesziek in bol gewassen, waarbij de leden der Mij. vrije toegang hebben. Inzake de Chrysanthen- prijsvraag kwam het bestuur met een wij zigingsvoorstel en wel dat 6 stuks in Zo nale potten en 6 stuks in potten met een diameter van 2026 c.M. en 3 stuks als reserve in Zonale potten geweekt moe ten worden, dit voor de categorie liefheb bers. Voor de vakmenschen zijn de 12 stuks "verplichtend in groote potten, de 3 reserveplanten naar keuze. Besloten werd dat allen moeten kweeken in 66 kleine en 6 groote potten, de Chrysanten moeten door inzenders zelf gekweekt worden met in achtneming, dat de rand der potten boven de aarde moet blijven, dus alge- heele inkuiling niet geoorloofd is. De planten zullen uitgereikt worden half Mei en zullen bestaan uit 3 soorten kleinbloe- migen. Staande de vergadering gaven zich een 25-tal leden hiervoor op. Gelegenheid tot opgave bestaat nog tot uiterlijk 20 April a.s. De heer Wiecherink hield hier na een leerzame causerie over Meloenen en komkommerteelt in bakken en kassen. De eenvoudige doch terzake kundige in leider gaf op duidelijke wijze een goed overzicht van deze ook voor onS land be langrijke culturen, waarvoor hem door den voorz. hartelijk dank werd gebracht. Ter vergadering waren aanwezig de La thy rusplantjes, welke aan de deelnemers werden uitgereikt. In de controlecommis sie hiervoor werden aangewezen de hee- ren C. Th. v. d. Berg en A. v. Schie, ter wijl de heer v. d. Wilde nog enkele nut tige wenken gaf voor de komende Lathy rustentoonstelling. De voorz. noemde het een verheugend feit, dat B. en W. meer aandacht gaan schenken aan plantsoenen en boomen. Spr. hoopte dat in deze rich ting het Gemeentebestuur zal voortgaan tot verfraaiing van onze badplaats en om geving. Na keuring en verloting volgde sluiting onder dank voor de goede op komst. WASSENAAR. Ouderavond. In het Gymnastieklo kaal, behoorende bij de R. K. Meisjes school aan de Kerkstraat, werd gisteren avond een ouderavond gehouden, welke zich als steeds in de overgroote belang stelling van ouders, genoodigden en leer lingen mocht verheugen. De bijeenkomst werd geopend door Zus ter Fidelia, hoofd der Meisjesschool die allen welkom heette en een aangenamen avond toewenschte. Hierna werd door de jongens en meisjes van de hoogste klassen een beurtspraak op rijm gehouden, waarin zij allen op de zen avond welkom heetten. Vervolgens werd door den leerling Kees Goovaerts gedeclameerd „Ter venster" van A. Ro- denbach en door Nico Paardekooper „De peerden i. d. lijkwagen" van Guido Ge- zelle. Beiden mochten voor hun kranig werk een dankbaar applaus incasseeren. De meisjes van de 2e en 3e klasse der U. L. O.-school zongen verdienstelijk het Gregoriaansch „Regina Coeli". Daarna was het woord aan kapelaan dr. L. Kat uit Amsterdam voor het hou den eener lezing. Z.eerw. ving aan met te verklaren, dat hij blij was, dat hij weer eens de kans kreeg. Onwillekeurig zouden de aanwezigen zich hebben afgevraagd „Waarom op dezen avond een lezing"? Dergelijke avonden zijn bestemd, om te zien naar de prestaties van de jongens en de meisjes, wat zij te zeggen hebben om trent het geleerde, hun tentoonstelling, hun zang, declamatie enz. Toch wil spre ker het woord voeren, omdat de ouders van hun kinderen houden. Over de liefde tot de kinderen wil hij het niet hebben, wel over de opvoeding. De opvoeding is een moeilijke taak. Zij is liohamelijk en geestelijk. De eerste gaat vanzelf, maar de spiritueele? Allen stellen wij ons voor den geest van het kind -een mensch te maken, het kind te doen beantwoorden aan zijn hoogste bestemming, dat is God. Daarom hangt zooveel af van de wijze, waarop men tot het kind spreekt, in het bijzijn van het kind spreekt, gebiedt of verbiedt, hoe ge het in huis ontvangt, of het in huis mag helpen. Wanneer het doel God is, dan moet het geheele leven daarop worden gericht. Wat geeft het als een kind knap is, rijk wordt, doch zijn bestemming verliest? Daarom moet men niet zeggen, ik neem het kind van school, want dit of dat bevalt mij niet Ziet niet naar het kleine, wanneer ge het grootere, het doel daarmede voorbij streeft. Hoe maakt men het leven gelukkig. Door den godsdienst. Die stemt blijmoe dig. Daarom houden de Paus en de Bis schoppen in Duitschland ook zoo vast aan een Katholieke opvoeding. Het geheele leven moet zijn gericht op God. Daarom zijn wij ook sectarisch, omdat wij princi pieel willen zijn. Een kind houdt van vreugde. Daarom hebben de ouders de taak het kind goede vreugde te verschaffen. Als het kind blij is, is het volgzaam, handelbaar. Daarom, het kind vreugde verschaft in huis. Vreug de wordt niet verkregen door naar den schouwburg, de bioscoop te zenden. Dan krijgt het wel een indruk, maar geen vreugde. Laat het genieten van het spel, de sport, de vrije natuur. Dat schept vreugde. Verder verschaffe men het kind bovennatuurlijke vreugde en dit doe men door zelf heilig en deugdzaam te leven. Men wordt dan vanzelf blijmoedig en die blij moedigheid zal op de kinderen overgaan. Als een middel hiertoe prees zijneerw. zeer aan, de Jkinderen te laten meeleven met de Liturgie der Kerk. Wordt het kind zoo opgevoed, dan zal het later dankbaar zijn voor het scheppen van die blijde, Ka tholieke sfeer. Met luid applaus werd deze rede door de aanwezigen beëindigd. Daarna werd door de meisjes van de U. L. O.-sohool opgevoerd het sprookje „Goudmuiltje" van M. A. Brandts Buijs Jr. De tooneeltjes, de kleeding, het spel, de belichting was hier uitermate verzorgd. Geen wonder, dat allen oogen en ooren goed open hadden en vol belangstelling bleven. Na het eerste bedrijf werd gepauzeerd en was er gelegenheid de werkstukken van de leerlingen te bezichtigen. Allen, vooral de moeders, konden zich overtui gen, dat bij de Zusters op de school knap, goed en degelijk werk wordt verricht. Na de pauze volgde het tweede bedrijf van „Goudmuiltje" waarna met een kort dankwoord van Zuster Fidelia aan de ouders kapelaan Kat, mej. van Gils en de helpsters by de instudeering en opvoering van „Goudmuiltje", en alle belangstellen den, de avond werd gesloten. Tuinbouw en Plantkunde. In '4 Dorps huis hield de afdeeling Wassenaar voor Tuinbouw en Plantkunde haar maandeilyk- sdhe ledenvergadering. Door den voonailbter, den heer Polderman, werd een kort openingswoord gesproken, waarna de secretaris, de heer van der Schans, de notulen voorlas, die onveran derd werden vastgesteld. Mededeeling werd voorts gedaan door den voorzitter dat in een speciaal daartoe belegde vergadering de aangewezen keur meesters voor de te houden keuringen van voortuinen waren bijeen gekomen, waar bij ook de heer Witte was tegenwoordig ge weest. Tot voorzitter van de Commissie werd aangewezen de heer E. Th. Witte en tot secretaris daarvan de heer M. W. Kars tens. De Commissie heeft de gemeente Wasse naar in vier secties verdeeld, voor iedere sectie is een vaste jury waarvan een de leider. De secties zijn als volgt: Afdeeling I Deijleroord en omgeving, keurmeesters J. van Vugt, leider, J. van Noort en G. Verlind. Afdeeling n P apega aiempairk en omge ving, keurmeesters A. v. d. Schans, leider, H. Wundering en P. Kelderman. Afdeeling III De Kieviet en omgeving, keurmeesters P. Polderman, leider, D. de Gans en D. van Bameveld. Afdeeling IV Nieuw Wassenaar en om geving, keurmeesters H. Schipper, leider, J. Anderson en A. F. van Zetten. De keuringen zullen worden gehouden eind April, eind Juni, begin Augustus en eind September. Naast den indruk van het geheel zal wor den gelet op netheid en bloemrijkheid. Vervolgens komen diverse ingekomen stukken ter tafel. Naast diverse aanbevelin gen van kunstmastfahrikaten een dankbe tuiging van de af deelingen Wassenaar van de Alg. Vereen, voor Bloemibollencultuur en het Holl. BloemboUengenootschap voor de geschonken zilveren medaille en de pret tige samenwerking en hulp voor de tentoon stelling voor huisbroei voor de schooljeugd; voorts een tweetal brieven van de afdeeling Wassenaar van de vereeniging van Oud- Leerlingen de eerste bevattende een uit nood iiging aan de leden der Mij tot bij wo ning eener lezing met lichtbeelden op Dins dag 24 April as. in Het Wapen vain Wasse naar, alwaar de heer C. van der Zalm zal spreken over het onderwerp mijn reis langs de Riviera; voorts een verzoek om aan de besprekingen deel te mogen nemen tot het cxrgamiseeren van nieuwe cursussen op tuinbouwgebied. Over dit laatste schrijven wordt uitvoe rig van gedachten gewisseld. De afd. is gaarne bereid de vereeniging van Oud leerlingen hierin te erkennen en besluit voorloopig in dier voege. Door den heer van Bameveld, als secre taris van de Commissie van Toezicht op de gehouden cursussen, wordt hierop een kort verslag uitgebracht van de beëindigde cursussen. Na de pauze wordt het woord gegeven aan den heer H. Schipper tot het houden eener causerie over het onderwerp een jarige zaadbloemen. Spreker liet op verschillende manieren naar voren komen dat met eenjarige zaad- bloemen veel schoons en moois is te berei ken. Allereerst gaf hij een korte uiteenzet ting wat men onder eenjarige zaadbloemen dient te verstaan terwijl hij voorts de cul tuur, het gebruik en de behandeling op dui delijke wijze uiteenzette. Deze causerie werd met een warm ap plaus beloond. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd een ruim gebruik gemaakt en hierdoor ontspon zich een leerzame gedach- te inwisseling. Bij de rondvraag werd aan het bestuur gevraagd aandacht te willen schenken aan de opleiding van le en 2e knecht. Het be stuur zegt dit toe en zal in een der eerst volgende vergaderingen met voorstellen komen. Hierna werd deze geanimeerde vergade ring gesloten. Gouden huwelijksfeest. Op 1 Med a.s. hoopt het echtpaar Pieter Jacobus van der HamMaria PetronelLa Oosterveer, den dag te herdenken, dat zij voor 50 jaren in dien echt werden verbonden. Den heer van der Ham, die by de dorps- bewoneré een goede bekende is, daar hij tal van jaren naast zyn gewone bezigheden ook het nevenberoep uitoefende van om roeper, zal het zeker op dien dag niet aan de noodige belangstelling ontbreken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7