25ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
ZONDAGSBLAD
MAANDAG 9 APRIL 1934
No. 7781
D£ ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bg vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad te toot de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 3
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 1|
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGTi
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
bet dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
Onafhankelijkheid.
Dat is een voortreffelijke menschelijke
eigenschap en een kostbaar geestelijk be
zit voor den mensch.
Onafhankelijkheid beteekent, dat men
in vrijheid kan doen en laten, wat men
wil.
In vrijheid wat echter niet wil zeg
gen: volkomen ongebondenheid!
De vrijheid is door voorschriften van de
natuur en wetten van den Schepper en
Schenker dier vrijheid beperkt en
omgrensd.
Niet door willekeurige macht
van een heerscher, wie dan ook, niet
door een staatsmacht, welke zich
heeft losgemaakt van het objectieve recht
en haar recht in zichzelf vindt; maar alleen
door den wil van God, direct en indirect
kenbaar gemaakt in natuur en Openba
ring.
Zóó beschouwd, in den juisten zin, is
het bezit van en het leven in vrijheid*, in
ware onafhankelijkheid, een goed en een
gave, van moeilijk te overschatten
waarde!
Maar daar zijn er zoovelen, die onafhan
kelijkheid opvatten als geestelijke bande
loosheid!....
Zoo is het b.v. met de Vereeniging van
Beeldende Kunstenaars, welke zich noemt
„De Onafhankelijken".
In Februari van het vorig jaar is er een
conflict geweest tusschen B. en W. van
Amsterdam en genoemde vereeniging,
omdat B. en W. een tweetal schilderijen
niet wilden toelaten op een tentoonstel
ling vanwege die vereeniging in het Ste
delijk Museum welk conflict toen ge
paard is gegaan met de sluiting der ge-
heele tentoonstelling.
Nu is er weer zoo'n conflict.
De directie van het Amsterdamsch Mu
seum heeft twee schilderijen niet toegela
ten tot de Zaterdag geopende tentoon
stelling van „De Onafhankelijken", welk
besluit volledig is goedgekeurd door de
daarbij betrokken gemeentelijke autori
teiten. Van een der beide schilderijen le
zen we, dat zij voorstelde een door geuni-
formde en gewapende lieden omringde
Duitsche arbeidersfiguur, wien in de borst
met een gloeiend voorwerp een haken
kruis is gebrand. De andere schilderij gaf
een of andere obscene voorstelling.
De grof-achterlijke en vreeselijk-oncul-
tureele daad dezer weigering heeft ten
gevolge gehad, dat er al door een groep
uit de leden van „De Onafhankelijken",
waarschijnlijk dus de meest onafhankelijke
Onafhankelijken, een vlugschriftje is ver
spreid, waarin wordt opgewekt tot een
protest tegen „dergelijke ingrijpende
maatregelen van overheidswege inzake
kunst", terwijl er op gewezen wordt dat
de maatregelen, die de overheid toepast
om de vrije meeningsuiting in de kunst te
vernietigen, zoowel in de schilder- en
beeldhouwkunst, als in de literatuur en
de film, steeds drastischer worden.
Hier wordt de vrijheid, de onafhanke
lijkheid zóó opgevat, dat zij is een ramp
voor individu en gemeenschap.
Alléén de ware vrijheid, in gebonden
heid aan God, is een zegen, bron van
Veel schoons en goeds!
Weekabonné'8, die geabonneerd zijn op
het Zondagsblad, worden er aan herin
nerd, dat dit vanaf heden ad 50 cent
betaald moet worden.
DE ADMINISTRATIE.
Op de Amersfoortsche berg
De jongste Kaderdag te Amersfoort werd
gekenmerkt door een rustige stemming
In de hitte van den zcxmer nu negen
maanden geleden waren ook de „ver
trouwelijke besprekingen" warm en verhit;
er heersohte een geest van critiek en een
ongeduldige hartstocht naar de oogenblik-
kelijike vervulling van lang-gekoesterde
idealen.
Op den Kaderdag, die in het afgeloopen
weekeind is gehouden, was er geen sprake
meer van verhitte gemoederen of bijtende
criitiék, maar eerder een stemming van „op
de plaats rust". Dat was den energieken
voorzitter van de Staatspartij, mx. Gose-
ling, in het geheel niet naar den zin.
Deze bijeenkomst, zoo zeide hij in zijn
slotwoord, is „.bijna te tam" geweest.
Wij zijn het met den voorzatter volkomen
eens, dat deze bijeenkomst „bijna te tam"
was; zijn suggestie, dat aan de gezelligheid
en eensgezindheid op den praatavond de
beteekenis van een gunstig politiek symp
toom mag worden aangeschreven, is aan
vechtbaar!
Er is eenigermate rust niet alleen by
de Katholieken, maar ook bij de andere
groepen van ons volk. Ook bij de zooge
naamde „nieuwe stroomingen", waar deze
rust en slapte een gevolg is van een in
nerlijke verscheurdheid en tweedracht, zoo-
als deze bij de N.S.B. schijnt te broeien, of
van de algeheele oplossing en verdwijning,
welke aan enkele andere fascistische stroo
mingen beschoren is.
Deze rust kon, psychologisch bezien, niet
uitblijven als een reactie in slapheid op de
felle actie, in het afgeloopen jaar ontplooid.
Mr. Goseling, die, zooals hij zelf opmerkte,
wel smaak heeft voor militaire vergelijkin
gen, weet, dat deze deining van actie en
reactie ook tijdens een oorlog plaats vindt,
maar dat h ij de slag zal winnen,' die het
eerste de slapheid overmant en op de nog
uitgeputten vijand toeslaat.
De bedoeling van deze vergelijking is
niet om den indruk te wekken, dat het Par
tijbestuur een momenteele inzinking on
dergaat, want het merkwaardige van dézen
Kaderdag in vergelijking tot den vorigen
was juist dat het Partijbestuur cri
tiek uitoefende pp activiteit van de leden,
en niet omgekeerd. Uit de „sprekende ge
documenteerde film" van mr. Teulimgs en
uit het, wijdsche perspectieven openende,
betoog van den propagandaleider mr. de
Kort, bleek wel, hoe de critiek, op den vori
gen Kaderdag geuit, bevruchtend had ge
werkt, speciaal waar deze betrof de massa-
propaganda en de centralisatie daarvan.
Maar onjuist lijkt het ons uit de ai-
tijd nog betrekkelijke rust van dezen
Kaderdag de conclusie te trekken, dat de
tevredenheid algemeen is. Dan zou het ge
volg wel eens kunnen zijn, dat op een vol
genden Kaderdag de critiek weer onver
vaard losknetterde!
Met een van de Kaderleden betreuren
wij het, dat de commissie, welke tot taak
had, een plan tot ontwerpen van een cor
poratieve ordening, daarmede nog niet ge
reed is, en als wij de woorden van den
voorzitter goed hebben begrepen, voorloo-
pig nog niet gereed zal komen.
Wij zijn er stevig van overtuigd, dat het
niet de bedoeling is de corporatieve orde
ning op de kapstok te hangen; wij zijn, mèt
den voorzitter, er van overtuigd, dat, met
een organische ordening op papier te
zetten, deze er nog niet i s, en dat ai dege
nen volksmisleiding plegen, die beweren
dat de corporatieve gedachte een-twee-drie
verwezenlijkt kaïn worden. Maar wat wij
niet begrijpen is, diat de commissie nog geen
voorloopige schets heeft kunnen ontwer
pen, waaraan de Katholieke beweging
eenige hou-vast zou hebben een voor
loopige schets, die tot een opgewekte mee
ningsuiting aanleiding zou kunnen geven.
Want, als de corporatieve gedachte in zoo
ijle sferen blijft zweven, zien wij ook niet
in hoe de mentaliteit der bevolking zich kan
wijzigen en dat is, naar mr. Goseling te
recht opmerkte, het eerst-noodige in een
algemeen verlangen naar de toepassing van
's Pausen encycliek.
Veelbeteekend was in verband hiermede
en met een opmerking door een der Ka-
deristen gemaakt aangaande het aan
eensluiten van het „Geuzenfront", hetgeen
mr. Goseling zeide over het Paaschcongres
van de S.D.A.P.
Aan de eene zijde bespeuren wij een aft
keer van een „Roomsche" ordening, aan de
andere zijde is daar de koerswijziging, in
velerlei zin, van het Nederlandsche socia
lisme. Niet zonder bedoeling lanceerde mr.
Goseling in Amersfoort de opmerking: „wij
zullen met scherpte toezien, hoe de ontwik
keling van de S.D.A.P. zal zijn, om zooveel
mogelijk mede-opbouwers te vinden", waar
bij de spreker tevens verwees naar wat de
Paus over het gematigd socialisme schreef
in dezelfde encycliek, „Quadragesiimo An
no", waarin hij de corporatieve gedachte
ten voorbeeld stelde.
Hieruit blijkt wel, hoe ook het Partij
bestuur blijft streven in de vaste lijn naar
een Christelijke maatschappij-ordening,
welke tegelijkertijd zal zijn een „waarlijk
Christelijke democratie", een oorporatieve
ordening, maar zonder dictatuur.
In een diepgaande rede heeft prof.
Schmutzer uit Utrecht zijn gedachten-
gang afleidend uit de harmonie der Godde
lijke drieëenheid en de harmonie van Gods
Scheppings- en Verlossingswerk het wer
kelijke harmonieuse van een Christelijke
maatschappij-ordening aangetoond har
monieus in dien zin, dat de samenleving der
mensohen geen valsche toon mag zijn in
Gods mateloos sohoone sohepping, maar
sameniklinken moet wil de mensohheid
gelukkig zijn met de eeuwige wetten
door God gegeven.
Het ideaal, dat de Katholieken nastre
ven over de middelen en den juisten
tijd ter bereiking kan men van meening
verschillen is een heerlijk ideaal, een
ideaal voor jong en oud, e enideaal dat aan
onze menschelijke natuur onder Gods zegen
de rijkste ontplooing zal geven.
Terwijl allen nog onder den indruk wa
ren van het ideaal, ons door prof. Schmut
zer weer eens voor oogen gesteld, mocht de
voorzitter met reden dezen Kaderdag be
sluiten met den oproep tot de samenarbeid
van alle Katholieken aan de grootsche taak
die hen wacht en met den uitroep: God wil
het!
Reformatie en liturgie
Wij hebben Zaterdag een artikel uit de
liberale „Avondpost" geciteerd, waarin ge
tuigd werd van waardeering van het
„Schild" en waarin werd overgenomen een
artikel uit de jongste aflevering van het
„Schild" van de hand van J. Lammertse
over de Reformatie.
In een vervolgartikel gaat de hoofdredac
teur van de „Avondpost" nader op de be
schouwing van den „Schild"-sohrijver in.
Hij (d.w.z. de heer Lammertse)
„constateert, dat er in het huidige Pro
testantisme ook een „reformatie" gaan
de is. Vroeger zoo schetst hij
werden vele belangrijke dingen niet er
kend of ter zijdè gelaten „uit vrees voor
ver-roomsching", d.w.z. omdat ze van
ouds ook bij de Roomsche Kerk be
staan. Maar tegenwoordig gaat men
die dingen onder het oog zien en be-
studeeren, en men gaat ze zelfs aan
vaarden, wanneer men ze goed acht,
zonder bang te zijn voor „ver-
roomscht" te worden aangezien. Hij
wijst op de liturgie in den eere-dienst,
op het kerk begrip en op het leerge
zag. In wezen heeft de heer Lammertse
stellig gelijk, indien hij op deze punten
eenige zwenking onder een deel der
Protestanten constateert. Hij had méér
kunnen noemen. Niet alleen komt hier
en daar onder Protestanten de liturgi
sche eere-dienst in zwang (zelfs onder
vrijzinnig-Protestanten, b.v. bij de Re-
monstrantsche Gemeente in den Haag)
maar evenzeer is men op een enkele
plaats in een Protestantsche kerk al in
den Kerstnacht bijeengekomen, en ooic
heeft men een soort Allerzielenherden-
king georganiseerd. De pasbenoemde,
jonge hoogleeraar te Leiden, opvolger
van den betreurden Eekhoff, dr. Bak
huizen van den Brink, is mede een be
vorderaar speciaal van de liturgie".
De „Avondpost" is daar geen voorstan
der van en schrijft:
Zelfs bij invoering van de liturgie,
zelfs bij een versterkt kerkbegrip en
blijven de meest-reëele en de
verschillen tusschen Katholi
cisme en Protestantisme onaangetast;
blijft het heele karakter en wezen
van den priester-stand, van de heili-
gen-vereering en van andere instellin
gen een onoverbrugbare klove vormen.
De hoop van den heer Lammertse, dat
deze „reformatie" het Protestantisme
zal terugvoeren „tot vóór de Reforma
tie" zal dan ook wel ijdel blijken te zijn.
De „Avondpost" vergist zich, wanneer
hij meent, dat de „Schild"-schrijver een te
groote waarde hecht aan de door hem ge
signaleerde verschijnselen. Deze spreekt
niet de hoop uit, dat deze „reformatie" het
Protestantisme zal terugvoeren, doch
schrijft letterlijk: „De goede „refoimatie"
van het Protestantisme is teruggaan (óf
vooruitgaan, zoo ge wilt) tot vóór de refor
matie. We hopen, dat de vrees voor de
formatie overwinnen zal de vrees
voor Rome!"
Deze hoop hebben wij met den heer Lam
mertse, al erkennen wij onmiddellijk met
de „Avondpost", dat deze reformatie" de
diepere en wezenlijke onderscheidingen
tusschen Katholicisme en Protestantisme
niet
HET LEVEN VAN EEN
BLIND-GEBORENE
Wij hebben onlangs uit de „Maasbode"
overgenomen een treffend in-memoriam,
gewijd aan een te Grave overleden blind
geborene. Naar aanleiding van datzelfde
artikeltje schrijft A. B. Kleerekooper in de
sociaal-democratische pers:
„Er is een man gestorven. Hij heette Do-
rus Nass. Hij is blind geboren en 67 jaar
geworden. Hij was elf jaar oud toen hij
naar het blindengesticht „St. Henricus" in
Grave ging, om daar zijn heele leven te
blijven. Een blijmoedige en vrome natuur.
Drieëndertig jaar was hij de ziel van de
braille-drukkerij, de drijvende kracht, aan
wiens vernuft heel die moderne inrichting
was ontsproten. „Hij was oprecht gelukkig".
Deze laatste woorden, gelijk trouwens al
het bovenstaande, ontleenen wij aan „De
Maasbode". Blijkbaar is hier iemand uit
de naaste omgeving van den overleden blin
de aan het woord, die hem zeer was toege
daan, gelijk hij trouwens door zijn opge
wektheid en levensvreugde het middelpunt
van de gestichtsbevolking blijkt te zijn ge
weest.
Wat mij in het stukje zoozeer heeft ge
troffen, is een onmiskenbare behoefte bij
den schryver om naar een verklaring te
zoeken voor het feit, dat deze blinde zich
volstrekt niet misdeeld achtte.„Hij wist
en sprak het uit, dat hij, niettegenstaande
zijn volstrekte en levenslange blindheid,
zich heelemaal niet ongelukkig voelde,
maar oprecht gelukkig was"
Het leven heeft mij geleerd, dat hier een
dwaling in het spel is, die elk van ons be
gaat tot het leven hem op hardhandige wij
ze anders leert. Deze dwaling, dat men het
lot van anderen meet met zijn eigen erva
ringen als maatstaf.
Deze Dorus Nass heeft een leven gehad,
gelukkiger en gaver dan bijna één van ons
te beurt valt. Hij ging niet in „duister
nis". Waar geen licht is, daar is ook geen
duisternis. Hij leefde in een andere wereld
dan de onze, een wereld van voorstel
lingen echter, evengoed als de onze dat
is. Hij verkeerde bovendien altijd tusschen
menschen met dezelfde voorstellingen. Hij
werd goed en liefdevol verzorgd. Zorgen
kende hij niet. Hij was in staat tot vrucht
baren arbeid, die zijn eigen lotgenooten
ten goede kwam. Hij had een gemoed,
waardoor anderen van hem hielden. Hij
was godsdienstig, wat voor een mensch,
voor wien aanschouwing niet bestaat, iets
veel directere is dan -voor den ziende. De
Maagd Maria was iets even wezenlijks voor
hem als een bloem of als het uitspansel bo
ven zijn hoofd, en daardoor een werke
lijkheid. De wereld der zienden daar
buiten is hem een gesloten boek gebleven.
Hij heeft haar niet gemist. Hij heeft in zijn
wereld alles gehad om gelukkig te zijn.
De menschen van dezen tijd gaan door
dichter duisternis dan dit, volstrekt niet
misdeelde menschenkind beschoren is ge
weest".
In deze beschouwing van den schrijver
met wien wij het vaak héélemaal niet
eens zijn ligt heel veel, wat helder door
dacht en zuiver doorvoeld is, al zouden wij
enkele dingen anders zeggen.
Onder de bronnen, waaruit het levensge
luk van dien blinde is opgeweld, en die
met climax, in stijgende lijn, worden opge
somd, wordt ten slotte genoemd zijn Gods
dienst: „Hij was godsdienstig"....
Dat was, ongetwijfeld, de voornaamste
bron van geluk voor dien mensch..
Zooals het gemis aan Godsdienst in het
leven de voornaamste reden is, waardoor
zoovele „menschen van dezen tijd" „door
dichter duister" gaan door volslagen
duisternis....
DE R.K. STAATSPARTIJ EN DE
JONGEREN
Op de vergadering van de Chr. Hist.
Unie zijn algemeene beschouwingen ge
voerd over het partijleven.
Bij deze algemeene besprekingen al
dus lezen we in een verslag in de „Msbd."
over het partijleven, gingen er stem
men op, dat er te weinig leven, te veel
„lamlendigheid" zit in de partij. En met
nadruk werd gewezen op te groote ge
makzucht, op het systeem van „laat zitten
wat zit". Het werd zelfs gewraakt, als
zou door dit systeem aan de jongeren een
complex van minderwaardigheid worden
opgedrongen.
Het klemmende vraagstuk der jonge
ren-beweging, die thans haar heil gaat
zoeken bij andere groepen, de groepen
met de groote leuzen, werd door mr.
Schokking in het geding gebracht. Hij
wees daarbij op de groote bezieling, die
er steekt echter hen, die, langs den weg
„Volk en Vaderland" verkoopen. Waar is
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Het conflict tusschen Rome en het natlo-
naal-socialisme. (4de blad).
De bezuinigingsmaatregelen In Frank
rijk. (4de blad).
Gandhi geeft de burgerlijke ongehoor
zaamheid op. ((4de blad).
Nadere bijzonderheden om^^t de ramp
te Tafjord in Noorwegen. (Buitoni. Berich
ten, 4de blad).
BINNENLAND.
De Amersfoortsche Kaderdag van do
R. K. Staatspartij (1ste blad).
Verscheidene branden. Brand in katholie
ke kerk te Meerloo. (3de blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Goede dagen waren het gisteren en Za
terdag voor de Nederlandsche sport. De Ier-
sche voetbalprofs werden met 52 geklopt,
het hockey-team won met 21 van Frank
rijk, de dames van A-elftal met 21 .van
West-Duitschland A en het B-elftal speelde
gelijk tegen het West-Duitsche B-team.
(2de blad.
De Ned. voetbalploeg plaatste zich voor
de wereldkampioenschappen te Rome. (2de
blad).
de jongere, die met „de Nederlander" de
straat opgaat? Kijk eens naar de N.S.B.
en naar de Katholieken. Wat zij
kunnen, moeten wij toch ook kunnen.
De Katholieken worden hier als voor
beeld genoemd van politieke actie door
en onder de jongeren.
De Katholieken zelf zyn in dit opzicht
niet algemeen tevreden, zooals men weet.
Men oordeelt, dat onder de jongeren veel
te weinig belangstelling bestaat en veel te
weinig geestdrift wordt gewekt voor de
principieele katholieke staatkunde.
Herhaaldelijk is dit betoogd op bijeen
komsten van de R.K. Staatspartij.
Ook op de gisteren te Amersfoort ge
houden Kaderdag werd de klacht weer
vernomen.
Daar werd mededeeling gedaan van de
daadwerkelijke belangstelling, wel
ke het bestuur der R.K. Staatspartij voor
dit vraagstuk heeft, waarvan het ook
spoedig in concrete voorstellen of beslui
ten zal doen blijken.
BINNENLAND
MEER DAN 1/3 TARWE INPLAATS VAN
KOOLBOUW.
Naar de Gewestelijke Tarwe-Organisa-
ties voor Noord-Holland en Zuid-Holland
ons berichten krijgt de tarweteler, die in
1933 meer dan 1/3 tarwe heeft gezaaid,
wegens beperking van koolbouw, in 1934
ook recht om meer dan 1/3 tarwe te zaaien.
Dit meerder is voor elk bedrijf 40 pet.
van hetgeen in 1933 méér dan 1/3 ver
bouwd is, ongeacht het percentage dat voor
het bedrijf geldende is.
Is aan het bedrijf echter voor 1934 reeds
©enig meer recht op koolbouw gegeven,
dan uit den koolbouw in 1933 en met het
oog op de tuinbouwbeperking voort zou
vloeien, zoo wordt deze meerdere kool
bouw op het reaht op meerder tarwe in min
dering gebracht.
Voor nadere inlichtingen kan men zich
wenden tot de Districtssecretarissen, of tot
de Directie der Gewestelijke Tarwe-Orga-
nisaties, Anna Paulownastraat 20, Den
Haag, telefoon 392266.
Daar de beslissing eerst thans is afgeko
men was vroegere publicatie hiet mogelijk.
„HOU ZEE OF HOU VAST."
Nog steeds komen bestellingen op deze
populaire brochure binnen. De eerste op
lage groot 100.000 stuks was binnen een
maand geheel geplaatst. De tweede oplage
evenens 100.000 exemplaren, vloog weg. Nu
ook de derde druk geheel is uitverkocht ;s
men overgegaan tot den aanmaak van een
vierde oplage.