DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE WORSTELING OM DE ZIEL VAN HET KIND 25ste Jaargang WOENSDAG 4 APRIL 1934 No. 7777 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver® krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, btf vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent, TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 ij GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. lil DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: 1 Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt ..,1 het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin t betrekkingen worden aangeboden of gevraagd. Kuur «e verhuur, koop en verkooo: 0.50 De zaak der Duitsche jeugd is de zaak van den H. Vader EEN PAASCHGROET VAN DEN PAUS. TEGEN HET NIEUWE HEIDENDOM. De „Koelnische Volkszeitung" publiceert den volgenden Paaschgroet, dien de Paus door den praeses-generaal mgr. Kiens uit Dusseldorf in een eigenhandig schrijven tot de Katholieke jeugd van Duitschland heeft gericht. „Aan de Katholieke jeugdbonden van Duitschland. Geliefde zonen! De uitdrukking van kinderlijken eerbied jegens den stedehouder van Christus en van onverbreekelijke trouw aan de Heilige Kerk, welke Gij ons hebt doen toekomen, aanvaarden wij met innige deelneming en gro'ote voldoening. Met innige deelneming: want gij hebt in de voorste linie voor uwe religieuze idea len reeds groote offers gebracht en brengt deze nog dagelijks. Met groote voldoening over den geloofs moed, dien gij openbaart en de echte bo vennatuurlijke gezindheid, waardoor gij bezield wordt. Ondanks al het moeilijke, waardoor de Voorzienigheid U heen leidt en tegen een met lokroepen en met druk werkende pro paganda voor een nieuwe levensopvatting in, welke van Christus weg naar het hei dendom terugvoert, hebt Gij den Heiland en zijn Kerk den eed van liefde erl trouw gehouden en blijft juist daarom vaster in den arbeid voor volk en vaderland welke gij, gelijk in voorbije tijden, ook thans in nauwste verbondenheid, onzelfzuchtig wilt dienen. Uit verantwoordelijke herderlijke zorg en wij weten, dat dit ook de groote zorg is uwer bisschoppen kennen wij den toestand der Katholieke jongeren in Duitschland. Uwe bonden moeten in ieder geval weten, dat hun zaak de Onze is. Wij leiden u in vaderlijke liefde onder het kruis van Jezus Christus, dat zijn licht ook op uwe banieren werpt en geven u, uwen leiders en familieleden als krachtbron van onwrikbare geloofstrouw, van ganscher harte den gevraagden apostolischen ze gen". Dit schrijven van den Paus heeft in Duitschland een diepen indruk gemaakt. Nadat de bisschoppen onder voorgaan van den moedigen kardinaal Faulhaber reeds herhaaldelijk hun waarschuwende stem en veryolgens hun protesten hadden doen hooren, heeft zich thans ook de Paus uitgesproken. Het conflict, dat reeds lang bestond tus- schen de Kerk eenerzijds en den „totalen" nationaal-socialistischen staat anderzijds om het recht van eigen organisatie voor de Katholieke jeugd, treedt thans duidelij ker dan ooit naar voren. De Kerk is daar om zoo tegen een inlijving van de Duitsche Katholieke jeugd in de Hitler-organisatie, omdat de leiders van deze organisatie openlijke aanhangers zijn van een nieuw soort heidendom. Ook met de Protestanten is de nieuwe staatsvorm in conflict gekomen, wat geleid heeft tot een „Notbund" van predikanten. Maar het conflict met de Katholieken is veel ernstiger, omdat de Katholieke Kerk een krachtiger tegenstander is dan een predikanten-organisatie. Of de nationaal- socialistische regeering den strijd tegen Rome openlijk zal durven doorzetten, staat dan ook nog te bezien. Gemeld wordt reeds, dat „Ministerialdirektor" Buttmann, die indertijd de onderhandelingen over het concordaat met de Katholieke Kerk leidde, naar Rome is vertrokken in verband met bovengenoemden brief van den Paus. EEN SCHERP PROTEST VAN MGR. BARES. Op den eersten Paaschdag is in alle kerken van Berlijn een brief van den bis schop van Berlijn voorgelezen, waarin deze scherp protesteert tegen de behande ling, die den katholieken jeugdbond ten deel is gevallen en waarin de Katholieke jeugd geprezen wordt wegens hun gedisci plineerde houding bij de jongste inciden ten. Op 25 Maart is n.l. een vereeniging van jeugdige Katholieken door leden van de Hitier jeugd aangevallen, die de vaandels en vlaggen der Katholieke jeugd wegna men en vernielden. Z. EM. KARD. FAULHABER AAN WAGNER. Op 25 Maart j.l. is te München een bij eenkomst van leiders van de gouw Hoch- land der Hitlerjeugd gehouden, by welke gelegenheid staatsminister Wagner een rede hield, waarin hij o.a. zeide, dat „er op het oogenblik van verantwoordelijke ker kelijke zijde reeds geen aanspraak meer op gemaakt wordt, dat de katholieke jeugd organisaties sport beoefenen. „Kardinaal Faulhaber heeft den eisch der Hitlerjeugd op het alleenrecht tot beoefening van de volkssport, tot het dragen van de uniform, enz. erkend". Tegenover deze verklaringen heeft kar dinaal Faulhaber, naar Kipa uit München meldt, een open brief gepubliceerd, gericht aan staatsminister Wagner, welke ten doel heeft, verschillende misverstanden uit den weg te ruimen en tegelijkertijd het stand punt van den kardinaal ten opzichte van de kwestie der katholieke jeugdorganisaties uiteen te zetten. De kardinaal stelt In zijn brief het vol gende vast: De „weersport" dient aan den staat te worden overgelaten. Kardinaal Faulhaber heeft echter in zijn onderhoud met Wagner verklaard, dat wij niet kunnen afzien van de opvoedende sport, dus van theaterspelen en zingen, turnen, wandeltochten en ski tochten, omdat een zuiver kerkelijk-gods- dienstige opvoeding slechts „stukwerk" zou zijn. Met betrekking tot het dragen van de uniform heeft kardinaal Faulhaber „van de schouderriemen en het mes, niet echter van een uniforme dracht der katholieke or ganisaties afgezien". De kardinaal juicht de aankondiging toe, dat minstens een heele dag per week aan de jeugdopvoeding wordt besteed, doch hij verlangt vóór alles, dat de Zondagmorgen vrij van oefeningen zal worden gehouden. „De klachten over de jeugddagen zonder godsdienstoefeningen zullen niet verstom men en de druk op het katholiek geweten zal niet ophouden, voordat de Zondagmor gen vrij blijft voor het kerkbezoek en het gezin, terwijl de oefeningen naar een dag in de week moeten worden verzet". In zijn openbare verklaringen en in zijn particulier onderhoud met den kardinaal heeft minister Wagner gezegd, dat hij de katholieke organisaties reeds lang vernie tigd zou hebben, als het concordaat niet be stond. Naar aanleiding hiervan merkt kardinaal Faulhaber op: „Het is onbegrijpelijk, dat in een rijk met een gezaghebbende leiding voortdurend van een onderdrukking der katholieke jeugdorganisaties gesproken kan worden, terwijl de beide hoogste bij het concordaat betrokken partijen over deze kwestie nog onderhandelingen voeren". Ten slotte wijst de kardinaal op het aan hem gerichte verzoek, om de katholieken in het buitenland het bezoeken van het Pas siespel in Oberammergau aan te bevelen, waartoe hij uit vaderlandsche motieven be reid is. „Ik kan men echter niet voorstel len, dat uit Italië, Zwitserland en de ove rige landen katholieke jeugdgroepen naar Beieren komen en met vaandels en in uni forme dracht optrekken, terwijl den kin deren van het eigen volk de vrijheid van het vereenigingsleven ontzegd wordt. Dat moet op de katholieken uit het buitenland een verpletterenden indruk maken. Daar aan de verklaringen van staatsmi nister Wagner, met vermelding van den naam van kardinaal Faulhaber, de grootste publiciteit is gegeven, verwacht de kardi naal, dat ook zijn aanvullende verklaringen aan de hoorders en de lezers van de toe spraak van den minister bekend zullen worden gemaakt. Anders zou bij de open bare meening de indruk worden gewekt, alsof bij ons onderhoud van 28 Februari eenzijdig slechts van concessies van de Kerk aan den staat en niet van een tege moetkoming van de zijde van den staat, van rechtvaardigheid en vrijheid voor de ka tholieke vereenigingen gesproken is". WERKVERRUIMING Commissie geïnstalleerd RICHTLIJNEN AANGEGEVEN De Minister-President, dr. H. Colijn, heeft hedenmiddag in de Rolzaal op het Binnen hof, als algemeen voorzitter geïnstalleerd het „Werkfonds 1934", met de navolgende rede: Het is u bekend, dat aanstonds bij zijn optreden het huidig kabinet verklaard heeft, dat bestrijding der werkloosheid een der vooruitspringende punten van het re- geeringsbeleid vormen zou. Een nadere verklaring hiervan schijnt nauwelijks noodig. Het normaal-werkend bedrijfsleven kan thans onze valiede en werkwillige abeiders voor een verontrus tend deel niet meer opnemen. Een wijzi ging van dezen toestand op korten termijn laat zich evenmin verwachten. De regee ring ziet met begrijpen en vol medeleven de scharen, die ledig op de arbeidsmarkt staan en wier moreele nood niet minder dan de geldelijke nood tot handelen ri°p. Ook biedt de werkverschaffing voor dit euvel onvoldoende uitkomst. Want al vin den ook 50.000 gezinshoofden en kostwin ners daardoor arbeid en zal ieder het nut daarvan beamen, toch kan men daarmede niet tevreden zijn. De regeering acht méér werkgelegenheid noodzakelijk en vooral acht zij het noodig, dat onze geschoolde arbeiders in hun eigen vak weder kun ne worden tewerk gesteld. Vandaar het reeds aanstonds aangekondigde voornemen om een aantal normale werken aan te vat ten. Zoodra de regeering den financieelen toestand voldoende gunstig achtte om tot de uitvoering van haar plannen over te gaan, heeft zij onverwijld haar aanvrage om een crediet voor 60 millioen ingediend. Nadat dit bewilligd zal zijn, behoort on verwijld de uitvoering ter hand genomen te worden. Daarbij zal één gedachte niet mogen worden uit het oog verloren. De uitvoe ring van een aantal overigens normale werken heeft in dit geval echter ook een abnormale zijde; deze n.l., dat zij thans nog niet zouden worden aangevat, wan neer niet bijzondere redenen daartoe drongen. De werken, hoezeer deze behoo- ren opgetrokken te worden op een econo misch en technisch gezonde basis, worden n u aangevat omdat ook een m o r ee 11 overweging daartoe noopt. Het rijk ge troost zich met het oog daarop het offer, dat het zijn kapitaal-dienst belangrijk ver zwaart. Daaruit volgt zonder meer, dat de kosten van de aldus ondernomen werken beneden het normale peil moeten liggen. Dit geldt met name van de loonen. En dat te eerder, nu immers in het algemeen het drijvend houden van ons bedrijfsleven het noodzakelijk maakt, dat ons loonpeil zich aanpast bij dat van de ons omringende landen. De aandacht zal derhalve vooral gericht moeten worden op een tweetal onderwer pen: bruikbare werk-objecten en de ar beidsvoorwaarden. Hier nu M. H.H., acht de regeering zich gelukkig een beroep te kunnen doen op de volle medewerking van uw kring, dien zij reeds als een „instituut van vertrouwens mannen" heeft aangekondigd. Vertrouwen bij de regeering, vertrouwen bij de onder nemers, vertrouwen bij de arbeiders. De breede en weloverwogen samenstelling, die zoowel uw bestuur als uw raad van Bij stand kenmerkt, legt voor dat vertrou wen de basisi; uw kunde en uw toewijding aan dit nationale werk zullen het verster ken. Geldt dit van u allen; het geldt met name ook van degenen, die, hetzij als nauw-verbonden met, hetzij als vertegen woordigers van de arbeiders-organisaties hier tegenwoordig zijn. De regeering ontveinst zich geenszins de moeilijkheden van die taak, die gij hebt willen op u nemen. Ik ken de groote waar de, die aan het instituut der collectieve contracten gehecht wordt. Dat intusschen voor de werken, waarover het thans gaat, deze contracten niet zullen kunnen gelden is, na het voorafgaande, duidelijk. Het Is er om te doen, dat deze gansche kring zich doorloopend bewust toont, dat aan den eenen kant de noodige werkverruiming al leen te verkrijgen is op een lager liggende loonbasis dan in de collectieve contracten voor overeenkomende werken geldt en dat aan den anderen kant te waken zij tegen het ruw verbreken van een waardevol bouwsel. Dat onze arbeidende bevolking op deze wijze' deelneemt aan de bespoedigde tot standkoming van werken, die de econo mische kracht van het land helpen ver- hoogen en dus medewerken tot een latere verheffing van 't levenspeil van ons volk, kan ongetwijfeld bijdragen tot overwin ning van bezwaren, die in dien kring wel licht gevoeld zouden kunnen worden. Gij zult tezamen beraadslagen; niemand van u, persoon noch kring, zal kunnen zeg gen, dat over hem en zonder hem is ge handeld. Verstaat gij allen den eisch van de huidige ure, dan zal uw werk kunnen medehelpen om over het somber geworden leven van duizenden licht te doen opgaan. Wat de werkobjecten betreft laat het ingediende wetsontwerp volle vrijheid. Toch zal bij de keuze dier objecten re kening zijn te houden met enkele overwe gingen, die de regeering onder uwe aan dacht wenscht te brengen. In de eerste plaats zal er tegen ge waakt moeten worden, dat het oog valt op werken, die anders toch reeds nu zouden worden uitgevoerd. Ten tweede zal de keuze mede geleid moeten worden door de overweging, dat het werk eenerzijds zooveel mogelijk over ae verschillende deelen des lands wordt verspreid, doch aan den anderen kant vooral ten goede gehoort te komen aan plaatsen, waar de meeste werkloozen bij een wonen. Ten derde zal in het oog zijn te hou den, dat de werken mede dienstbaar zijn te maken aan de mogelijkheid eener alge- meene loonsverlaging, b.v. door den bouw van goedkoope volkswoningen. Ten vierde worde bij de keuze gelet op het bedrag der uit te werken voort vloeiende directe en zijdelingsche loonbe dragen. Om dit nader toe te lichten wijs ik er op, dat bij den bouw van een huis, naast de eigenlijke bouwvakarbeiders, ook steenbakkers en anderen betrokken zijn. Ten v ij f d e eindelijk zal een deel van den aan te wijzen arbeid moeten worden gereserveerd voor de jeugdige werkloozen, wier zeer bijzondere moeilijkheden de re geering volkomen verstaat en die ook voor sommigen uit uw kring reeds een voorwerp zijn van hun ernstige bemoeie nis. Dat de uiteindelijke beslissing over ob jecten en voorwaarden na de ontvangst van uw adviezen, M. H.H., zal liggen bij de regeering, behoeft nauwelijks afzonderlijk te worden gezegd. Maar dit mag niet lei den tot een eindeloos heen en weer zenden van stukken en dus tot ontoelaatbaar uit stel van handelen. Vrees daarvoor koester ik trouwens niet, omdat de betrokken mi nisters allen in het algemeen presidium zijn opgenomen. Bovendien is de regeering zoo gelukkig geweest in uw persoon, Mijnheer de Voor zitter, de hand te kunnen leggen op iemand, wiens zaakkundigheid en be kwaamheid allerwege worden erkend. Ein delijk zijn wij allen bezield van de begeer te om het onze bij te dragen voor de ver vulling van de groote taak, waarvoor re geering en volk zich in dezen grooten tijd geplaatst zien. Ik dank u namens de regeering, dat gij u voor het zware doch aantrekkelijke werk, dat u wacht, hebt willen beschikbaar stel len en ik verzoek u reeds thans uw voor bereidenden arbeid te willen aanvangen. De voorzitter van het Werkfonds 1934, de heer C. J. P. Zaalberg, beantwoordde deze installatierede met een rede, waaraan wij het volgende ontleenen. Wij verheugen er ons in, dat een belang rijke plaats in dit nieuwe orgaan van samenwerking tusschen regeering en bur gerij is toevertrouwd aan den heer Hacke, die als hoofd der Arbeidsinspectie en als voorzitter eener krachtig werkende Interdepartementale Commissie een gids en een verbindingsschakel zal zijn, waar van wij grooten steun verwachten. Ik zou nu gaarne hier een persoonlijk woord over mijzelf aan toevoegen en ik durf dat, omdat ik weet, dat dit op velen or.zer niet minder toepasselijk is. Uwe Ex cellentie heeft mij de eer aangedaan om de bij gelegenheden als deze gebruikelijke vriendelijkheden aan het adres van den Voorzitter te onderstrepen, door aan mij bekwaamheid en zaakkundigheid toe te kennen. Ik hoop, dat dit niet de eenige mo tieven zijn geweest en ikzelf heb mij door andere gevoelens laten leiden bij het be sluit om aan uw roepstem gehoor te ge ven. Ik begin op den leeftijd te komen, waarop men al een verleden heeft en dat verleden is bij mij vervuld van een op overtuiging berustend streven om werk zaam te zijn in het belang der arbeiders, meer in het bijzonder in dienst der regee ring bij de vervulling van den socialen vleugel der veelzijdige overheidsbemoeiin gen. Het zijn dezelfde gevoelens, die mij den lust en het plichtbesef geven om het af gelegde harnas weer aan te trekken en nu te gaan dienen in den strijd tegen de vij anden van de Nederlandsche welvaart, om dat de verheffing van het lot der arbei ders, waarin we ons vooral sedert het be ging van deze eeuw hebben mogen verheu gen, pas weder mogelijk zal worden, als weder de algemeene welvaart toeneemt, doordat de waardevolle krachten, die het DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Het conflict tusschen Kerk en Staat in Duitschland. (Ie blad). Hitier over zijn politiek. (2e blad). BINNENLAND. Het Heilig Jaar voor de geheele wereld (Kerkn., 1ste blad). De regeerings-persdienst geeft een uitvoe rige uiteenzetting over verscheidene door de regeering getroffen crisis-maatregelen voor land- en tuinbouw (2e blad). Heden Is geïnstalleerd het „Werkfonds 1934" met een uitvoerige rede van dr. Co- lijn (le blad). De steunverlaging in Twenthe blijft ge handhaafd. Een bericht over een confe rentie inzake steunverlaging in de groote steden worden tegengesproken (Laatste Be richten). Vergadering van het Hoofdbestuur van den Ned. R.K. Middenstandsbond (4de bl.) De dader van den dubbelen moord te Den Haag hedenochtend aangehouden (le blad). Bosch- en heidebranden laaien weer op (Gem. Ber. 3e blad). DE GRUWELIJKE DUBBELE MOORD TE DEN HAAG De dader aangehouden Hedenochtend is de politie te 's Graven- hage erin geslaagd, op aanwijzing van een burger, op een landweg onder Loosduinen, den 26-jarigen V. aan te houden, die er van verdacht wordt op Goeden Vrijdag zijn vrouw en zoontje op geweldadige wijze in hun woning aan de Veenkade van het le ven te hebben beroofd en wiens opsporing door de Haagsche politie was gevraagd. Hedenochtend werden twee surveilleeren_ de agenten door een voorbijganger opmerk zaam gemaakt, dat de gezochte V. zich in hun onmiddellijke nabijheid bevond. De agenten zochten den man op, die naar alle waarschijnlijkheid gedurende de laatste da gen langs de wegen in de omgeving van Den Haag gezworven heeft en hielden hem aan. Tijdens het vervoer naar het Hoofdbu reau van politie was de man zeer over spannen en bij het begin van het verhoor, dat de commissaris hem wilde afnemen, kreeg hij een zenuwaanval, welke van dien aard was, dat het verhoor geen verdere voortgang kon vinden. De man werd voor- loopig weggeleid teneinde eenigszins tot kalmte te komen. Ook over de motieven, welke hem tot zijn daad zouden hebben gebracht, kon hij nog niets mededeelen. Nederlandsche volk in zich heeft op alle gebied, door arbeid tot het scheppen van arbeid voor allen kunnen komen. Uw aansporing om dadelijk aan het werk te gaan is ons allen uit het hart gegrepen. Wij verheugen er ons daarom in, dat de re geering ons terstond een lijst van voor uit voering gereed zijnde werken kan voorleg gen en dat wij zullen samenwerken met '".e overheidsdiensten, die als wij ernaar hun keren om voor deze werken aan den sla*» te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1