25ste Jaargang WOENSDAG 28 MAART 1934 No. 7772 DAGBLAD VOOR LEIDENEN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE DOODSKLOKKEN ZINGEN OVER DELFT VOORNAAMSTE NIEUWS. S)e £eid6ehe6oti/tatit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toonutbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin t betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, Luur verhuur, koop en verkoop: 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Duitschland leert. Wy lezen in het maandblad „Deutsche Justiz" een uiteenzetting over de opvat ting van het Pruisische ministerie van justi tie inzake nietigverklaring van het hu welijk vanwege rassenverschil. Er zijn om standigheden, zoo wordt daar verklaard, welke den Staat het recht geven, om die reden een huwelijk ongeldig te verklaren. Over Godsdienst in dit verband (de Godsdienst heeft toch wel iets met zulk 'n kwestie te maken!!) wordt niet gesproken. Wij lezen in het „Gaupresse amt" der nat. soc. partij in Duitschland, dat te Hes sen door de Staatsoverheid een priester uit zijn staatsambt is gezet, omdat hij, ambtshalve aan een groote gevangenis ver bonden, een ter dood veroordeelden commu nist.... op Godslasterlijke wijze tegen de aardsohe gerechtigheid zou hebben opge hitst! 't Schijnt onsniet waarschijn lijk!! Maar, hoe 't zij, de Staat heeft dien priester „voor altijd" uit zijn staatsambt verwijderd met al die gevolgen daarvan. Over een aanklacht bij of een zich-ricbten- tot de geestelijke Overheid van den priester (wederom: de Bisschop heeft toch wel iets met zulk 'n kwestie te maken!!) wordt niet gesproken. De dicta tuur is oppermachtig, in alles.... Dat is de toestand in Duitschland. Zóó apert in strijd met de belangen en rechten van den Godsdienst, dat de leider van de N.S.B. in Nederland, de heer Mus- sert, niet heeft durven nalaten op een ver gadering in Nijmegen hieromtrent een ver klaring af te leggen: „Wat de verhouding tusschen N. S. B. en Katholicisme betreft, deelde spr. mede, dat het verschil tusschen N. S. B. en Duitsch Nat. Socialisme is, dat de toestanden, welke op het gebied van den godsdienst in Duitschland heer- schen, nimmer de Nederlandsche zul len worden". Wij gelooven den heer Mussert, dat hij hier niet de Duitsche toestanden wil. Wij nemen dat aan.... maar wij hebben be trekkelijk heej. weinig aan den goeden wil van een ir. Mussert, al ware hij de welwil lendheid zelf. Als ook in Holland het na- tionaal-socialisme zou regeeren en heer- schen, dan zouden naast 'ir. Mussert ook andere grootheden in de uitoefening der dictatoriale macht deel en, andere., zoo als Goebbels, Rosenberg, Bergmann, von Si- rach, tegenover wie in Duitschland een von Papen en een Baumstark blijkbaar zoo weinig vermogen..,, Germania docet. Duitschland leert.,.. Dat wij, Katholie ken, deze les mogen verstaan, volko men verstaan!.... EEN BLOEIENDE MISSIE IN INDO CHINA. In het meest bloeiende missiegebied van Indo-China, Saigon, is het aantal bekee ringen in den laatsten tijd sterk toegeno men. Thans telt dit gebied reeds meer dan 1209 katholieke inlanders, terwijl nog hon derden op het ontvangen van het H. Doop sel worden voorbereid. Ook het kloosterleven gaat in deze streek een grooten bloei tegemoet. In het klooster van de Carmelitessen ver blijven thans reeds elf geprofeste inland- sche zusters en vijf inlandsch novicen als mede vier Europeesche kloosterlingen. De congregatie van de Zusters van „St. Paul de Chartres" telt reeds 252 geprofeste inlandsche religieusen en 104 novicen, ter wijl zij in Saigon tien ziekenhuizen bestu ren, een tehuis voor vondelingen, een me- laatschen-kolonie, twaalf weeshuizen, een doofstommeninstituut, een asyl en zeven ten scholen, waarvan vijf pensionaten. De zusters „Amantes de la Croix", een congregatie van inlandsche religieusen, telt thans 518 geprofeste leden en 319 novi cen. Zij zijn belast met het besturen van de weeshuizen, ziekenhuizen, gestichten voor ouden van dagen, terwijl zij ook op de lagere scholen het onderwijs verzorgen. Rouw rond en in de Nieuwe Kerk DE ORANJE-VORSTEN NEMEN KONINGIN EMMA IN HUN MIDDEN OP De rouwstoet bereikt de markt (Van een onzer redacteuren) De klokken zingen hun lied over Delft. Het is een zware zang door de heldere luchten, een klacht over wat heenging. „Vivos voco". De klokken roepen de levenden, om een Koningsvrouwe ten grave te dragen, die in het hart van een dankbaar volk zal blijven voortleven als een zoete herinnering aan een milden herfstavond. „Mortuos plango". De klókken luiden de dierbare doode uit. Van den eeuwen-torsenden toren van den ouden St. Jan dreunt de Bourdon. Als hij spreekt, moet de vreugde zeer groot of de j^tzeer diep zijn; anders zwijgt hij. -.u roept hij ver over de oude Prinsen- stad en doet elk geluid verstommen op de Groote Markt vóór de Nieuwe Kerk, de graftombe der Oranje-vorsten. Vanuit de verte rolt bij tusschenpoozen de donder van het kanon over de oude huizen. Strak en streng staan de gezichten der mannen van de Koloniale Reserve, de eere- wacht voor de sombere doodenpoort der kerk; roerloos rijt zich de haag der adel borsten en der veldgrijze infanterie rond het plein, waar de oude Hugo de Groot in het donkere brons zijn gedachten omtrent de verhouding van vorst en volk nog schijnt door te denken. Zij die thans nadert, was Koningin en Moeder en heeft zich nimmer bedacht of zij koningin dan wel moeder moest zijn voor haar volk. Zij was het beide, heel een voudig, op haar eigen wijze. Eenvoudig als de duiven, die argeloos op het plein heen en weer trippen, en in een klapwiekende vlucht eensklaps opschrikken door het na deren van den rouwstoet. Wat gaat er om in de harten van de dui zenden rondom het ruime plein als de donkere mutsen der Koninklijke Mare chaussee, hoog te paard, als een dreiging opdoemen? Nu gaat het komen, het droe ve, het laatste afscheid, de laatste blik. Alles rekt zich, alles richt zich naar den ingang van het Marktplein; aller oogen staren strak en in aller harten wordt het zoo vreemd stil. Zij was ons aller Moeder. Meer dan ooit, is het Nederlandsche volk nu één met de hooge Landsvrouwe, die, reeds in de kerk aanwezig, met haar hooge gasten, vorsten en vorstinnen, de regeering des lands, de diplomaten, gees telijke en wereldlijke autoriteiten, wacht op deze droeve inkomst. Legerdrommen vullen het plein. Daar is ingehouden kracht in hun vertraagden tred, de zon blinkt in ontbloote zwaarden van commandanten en bittere ernst maakt de gezichten tot maskers. Zij schrijden voort als mannen, die een plicht te vervullen hebben; de gang is zwaar, maar zij zullen hem gaan, berustend en vastberaden. De treurmuziek speelt en dof en droog slaan de stokken op de zwart- omfloerste trommels. Het is een mengeling van grijsgrauwe kleuren en gedempt ge luid, totdat het zonnelicht als het ware met gretigheid de gelegenheid aangrijpt om fel te gaan gloeien in de schitterende costuums van hooge hof dignitarissen, cere moniemeesters en kamerheeren, intendan ten, rijknechten en lakeien. Het kleurenspel is slechts voor een oogenblik, want nu rijdt de rouwwagen tot voor de poort van de kerk. Boven den in gang waait een grijs lint, dat een zware krans van paarse heide siert en de wind r'uischt in de rouw-draperieën. De hoofden worden ontbloot, nu de zwarte wagen voorrijdt, met z'n zwarte struispluimen en zijn schat van bloemen. Op de kist fonkelt de gouden kroon. Een maal was deze vrouw de gebiedster over millioenen en droeg zij deze kroon, fier in haar jonge kracht. Het volkslied, het aloude Wilhelmus, weerklinkt en schept een wijding vol plechtigheid. Het acht-span paarden staat stil en de laatste tocht van Koningin Em ma is volbracht. Haar stoffelijk overschot is aangekomen op de plaats, waar het rus ten zal, voor eeuwen. De gestorven vorsten van het Huis van Oranje gaan haar nu op nemen in hun midden en de ontroering staat in gespannen aandacht boven de dui zend-koppige menigte. De kroon wordt van de kist genomen; ook deze zal straks worden „bijgezet" bij alles wat men van Koningin Emma be waart; niet in het graf, want daar heeft men geen kroon meer noodig. De dienaren tillen de bloemen en het zwarte dekkleed af en dan nemen de dragers met hun wap perende hoede-linten en lange zwarte man tels de eenvoudige eiken kist met het zil verbeslag en de zilveren kroontjes over en dragen het stoffelijk overschot het kerk portaal binnen. In het koor onder de over- welving van zijn monumentale graftombe wacht stil Prins Willem van Oranje; hij heeft ze allen zien komen. Vóór veertig jaren den laatste koningstelg; nu wacht hij op diens weduwe. De kist verdwijnt in de kerk. Vorstelijke personen, prinsen en herto gen volgen. Veel goud en schittering van uniformen; de laatste praal waarmede men haar eeren kan, die nu elke aardsche praal versmaden kan. Nog klinken nu en dan' verwaaide orgel klanken uit het kerkgebouw, waar de dienst plaats vindt en de bijzetting en ver zegeling geschieden. Maar het volk daarbuiten heeft afscheid genomen, voorgoed, van haar, die zich een troon had opgeslagen midden in het hart des volks. De bijzetting In den grafkelder. Heel lang hebben de bevoorrechten, die de bijzetting van het stoffelijk overschot van Koningin Emma in den Koninklijken grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft mochten bijwonen, moeten wachten op eenig gebeuren. Lang voor de aankomst van den rouwstoet moesten de genoodigden hun plaats hebben ingenomen. En het was kil en koud in de wijde, donkere ruimte, waarin de zon slechts uiterst moeilijk door dringt en die nu nog versomberd werd, doordat de ramen, voorzoover niet gebrand schilderd, door dichtgeschoven gordijnen waren bedekt en het was er niet het vroo- lijk bewegen van schitterend geuniformden, dat bijvoorbeeld het wachten op de komst der koningin in de Ridderzaal op den der den Dinsdag van September tot een oogen- feest maakt. Want er werd bij de nadering van de majesteit van den dood slechts fluis terend gesproken en het somber zwart do mineerde ver over het goud en zilver dat bovendien omfloerst werd gedragen. De purperen mantel van Hunne Hoogwaardige Excellenties den Aartsbisschop en den Bis schop van Haarlem behoorden tot de meest opvallende kleurvakken in de somber-, matte schilderij. Maar toen de droeve stoet in aantocht was, kwamen er momenten van stemming, die weldadig aandeden. Toen klonk het klokgebeier, met boven het klagend gebim- bam uit de zware stem van- de Bourdon der Oude Kerk, tot in de kerk door, accen- tueerend het dof gebom der minuutscho- ten, soms even overheerscht door het stoo- ten van geweerkolven op de zerken, als de kadetten en adelborsten, die de eerewacht bij de ingang van den grafkelder vormden, het geweer afzetten na het te hebben ge presenteerd bij het binnenkomen van voor dit eerbewijs in aanmerking komende hoo ge genoodigden. En de stemming werd meermalen warm te der ontroering, nadat de kist met het stoffelijk overschot voor den ingang van den grafkelder was opgebaard. Een moment van ontroering was er, toen de grijze gordijnen voor den gang, waar door de lijkstoet de kerk was binnenge komen, langzaam werden opzij geschoven en de vorstelijke personen met hun ge volg en de hofhouding, dicht de kist met het vorstelijk lijk omgevend, zichtbaar wer den in den vijfenveertig meter langen in het helle door den hoofdingang binnen- stroomende zonlicht en de warme straling van de kaarsen langs de wanden badenden doorgang. De ontroering, die stil maakt, bleef, toen er van de meegevoerde kransen eerbiedig werden neergelegd rondom den ingaag naar den grafkelder, terwijl de blinde grijze organist van Thienen zijn instrument deed klagen. Ontroerende woorden werden gesproken door den leider van den lijkdienst, prof. Obbink, wiens toespraak, gebouwd op de verrijzenisgedachte van Paschen, van troostende beteekenis was. En de ontroe ring bereikte haar hoogtepunt, toen de lijk kist, ontdaan van vorstelijk lijkkleed en koninklijke kroon, langzaam den grafkelder werd ingedragen, gevolgd door de in zwa- ren rouw gekleede Koningin en Prinses Ju liana, in gezelschap van den ouden Prins van Waldeck en de Erfprinses van Erbach, Delfts burgemeester, als commissaris van den koninklijken grafkelder en prof. Ob bink. Lang deed die ontroering indrukwekken de stilte voortduren, toen tijdens de bijzet ting bij de graven der Oranje's de door or- gelbazuir.en plechtig gezongen tonen van het Wilhelmus waren verstomd en de in de kerk achtergeblevenen met hun ge dachten aanwezig waren bij het laatste af scheid daar beneden, dat nog lang voort- duurde, nadat Minister van Schaik en zijn Secretaris-Generaal weer naar boven wa ren gekomen na de verzegeling van de lijk kist. DE DRUKTE TE DELFT. Diefstallen. Twee personen hebben te Delft aangif te gedaan, dat hun beurs in het gedrang is gerold. Verder "kunnen twee inbraken worden gemeld, beide in den Voordijkshoornschen- polder. In een perceel werd een aantal gou den en zilveren sieraden tot een waarde van 150 en een fiets gestolen, zoomede den inhoud van een paar spaarbusjes. In de andere woning is een fiets van den zolder gehaald en meegenomen. Verder worden er eenige sigaren en wat etenswa ren vermist. V erstekelingen. Bij een visitatie van de Nieuwe Kerksto- ren en de Nieuwe Kerk heeft de politie twee jonge mannen als verstekelingen ge vonden, die voornemens waren de plechtig heid in de kerk clandestien bij te wonen. Ongelukken. De geneeskundige dienst heeft tijdens den geheelen dag ongeveer honderd geval len behandeld, waarvan het meerendeel van niet ernstigen aard. De meeste betrof fen flauw vallen en oververmoeidheid. Hierbij waren enkele tientallen soldaten, belast met de afzetting. Twee patiënten hebben een hersenschud ding opgeloopen, de een bij een vechtpar tij, de ander bij een val op den weg. Beiden zijn in het ziekenhuis Bethel ter verpleging opgenomen. Vijf personen uit Rotterdam, die in de Emmastiqhting waren binnenge bracht, zijn per ziekenauto naar hun woon plaats vervoerd. Verder is een groot aantal personen we gens kneuzingen, verstuikingen enz. behan deld. Vechtpartij. Verder valt nog te vermelden, dat bij een vechtpartij op een vrachtauto, rijdende op den Nieuwen Rijksweg een der mannen een klap met een stuk ijzer op het hoofd heeft gekregen, waardoor hij een hersenschud ding opliep. Twee vechtersbazen B. en V. uit Rotterdam, zijn gearresteerd. OOST EN WEST LUISTERDEN. Naar wij vernemen, is de uitzending van de begrafenisplechtigheid in Oost en West over de Rijkszenders te Kootwijk volkomen Blijkens telegrafisch uit Batavia ontvan gen bericht is de uitzending van de plech tige bijzetting in Nederlandsch Oost-Indië goed ontvangen, het laatste gedeelte, de plechtigheid in de kerk, zelfs zeer goed. De Rijkszenders P. C. K. en P. C. X. werden op drie gouvernementszenders heruitgezon den voor de buitengewesten, verder op vier N.I.R.O.M.-zenders en op vijftien zen ders van plaatselijke vereenigingen. Curacao meldt de geheele uitzending van P. D. V. en P. C. K. als voortreffelijk, be vestigd door tal van luisteraars. Ook te Paramaribo kon de uitzending uitstekend worden gevolgd. Het luiden van den Bourdon te Delft. Gedurende het luiden van den Bourdon van de Oude Kerk te Delft heeft prof. ir. W. Schermerhorn gisteren met enkele as sistenten geprobeerd de ligging van het slingervlak en de grootste uitwijking in dit vlak vast te stellen, zulks met het oog op mogelijk gevaar bij het luiden van deze zware klok in den ouden kerktoren. De waarneming geschiedde op den toren zelf met behulp van gevoelige niveaux en van een theodoliet, opgesteld op de binnen plaats van het Prinsenhof. Uitvaart gefilmd. Wegens de groote menschenmenigte, wel ke gisteren in Den Haag aanwezig was en van welke zeer velen van de plechtige uit vaart van de Koningin Moeder weinig heb ben kunnen zien, deelt de N.V. „Polygoon" mede, dat het haar gelukt is van de plech- BUITENLAND. Barthou spreekt met Hymans over de ontwapeningskwestie. (2de blad). Geen munt-depreciatie voor Dultscfi- land, is de meening van dr. Schacht. (2de blad). .Dr. Eckeners plannen over luchtschepen- routes, o.a. naar Ned.Indië. (Luchtv., 2de blad). BINNENLAND. Nadere bijzonderheden over de begrafe nis van H. M.' de Koningin-Moeder. (1ste blad). Dreigend conflict in het loodgietersbe- drijf. (1ste blad). IN AANSLUITING MET WAT WIJ REEDS GISTEREN PUBLICEERDEN GE VEN WIJ NOG EEN DRIETAL PHOTO- PAGINA'S VAN DE UITVAART VAN H. M. DE KONINGIN-MOEDER. IN DE NIEUWE KERK TE DELFT MOCHTEN HELAAS! GEEN PHO TO'S WORDEN GENOMEN. tigheid een groot cinematografisch verslag te maken, dat van heden, Woensdag, af in veel theaters in Nederland zal worden ver toond. Bezichtiging van de Nieuwe Kerk te Delft. De Nieuwe Kerk te Delft zal nog eenige dagen in den toestand worden' gelaten, waarin zij in verband met de bijzetting van het stoffelijk overschot van H. M. de Konin gin-Moeder is gebracht. Morgen en waar schijnlijk nog eenige daarop volgende da gen zal de Nieuwe Kerk tegen de gewone toegangsprijs voor het publiek te bezichti gen zijn. Kaartgn voor dit doel zijn ver krijgbaar bij den heer W. A. Ëeynders, Groote Markt 45, Delft. April In Maart April in Maart. Dit was de indruk van het buitengewoon mooie weer tijrdens de begrafenisplechtigheid van Koningin Em ma. Heel wat moeilijkheden, die anders, bij minder gunstig weer, zich zouden hebben doen gelden, zijn hierdoor uitgeschakeld geworden. Velen zullen misschien een an dere weersgesteldheid, een sombere, meer passend hebben gevonden. Maar geen drei gende wolkenlucht wekte de vrees op voor regen en er was geen gure Noordenwind, di ehet werk der verwarmende zonnestra len ongedaan maakte. Dit was toch wel een buitengewoon gunstige omstandigheid. Na de zeer koude nacht met eenige gra den vorst, die den menschen, welke reeds de navond tevoren een plaats langs den weg hadden ingenomen, zeer lang zal zijn gevallen, kwam de zon al vroeg met haar koesterende stralen de temperatuur verbe teren en de herinnering aan dan kouden nacht uitwisschen. April in Maart. Dit was een heel merk waardige weersgesteldheid. Het was een weer alsof wij op zijn vroegst half April hadden en de lente een drietal weken ver vroegd is geworden. Inderdaad kon daarop reeds geruimen tijd geleden gewezen worden toen verschillende verschijnselen uit den overgangstijd tusschen den win ter en de lente ongeveer evenveel weken vervroegd bleken te zijn. In den allerlaat- sten tijd begon zich dit verschijnsel hoe langer hoe duidelijker af te teekenen en omstreeks het midden der vorige week ontwikkelde zich over -Zuidwest-Europa een algemeene weerstoestand, waarvan dit stralende lenteweer een gevolg is geweest. De geringe kans, dat een klein storingsge- bied over de Noordzee het mooie weer zou bederven, is gelukkig zonder gevolgen voorbijgegaan. April in Maart. Dit mooie :weer was zoo welkom. Er lag een diepere beteekenis in dan enkel die van een gunstige omstandig heid tijdens de plechtige uitvaart van Ko ningin Emma. Een diepere, symbolieke be- teekenis. Dit was het weer der jonge, le venskrachtige, levenslustige lente, dat ons I eraan, herinnert, dat niet de Dood, maar j het Leven overwint. Wij zullen dit mooie I weer van 27 Maart 1934 nooit vergeten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1