DE FINANCIËN DER PLATTELANDS GEMEENTEN. DINSDAG 27 MAART 1934 DE LEIDSCHE COURANT IWCBUK BLAU PAli. 7 Deinkomsten dergemeenten Belastingen op vergunningen, tooneelvertocningen en andere vermakelijkheden, door A. A. C. M. VAN IERSEL Burgemeester van Noordwijkerhout. IX. Belastingen op vergunningen tot verkoop van sterxen drank in het kiein en op ver loven tot verkoop van zwak-alconoiischen drank in het klein bestaan in iedere ge meente. De belasting, die voor een vergunning be taald moec worden, wortit door den ge meenteraad geregeld, maar met in acntne- niing van de normen, die in de Drankwet zijn vastgelegd. Zoo bepaalt de wet, dat als grondslag van de beregening van het ver gunningsrecht wordt aangenomen de jaar lijks te schallen huurwaarde, die de locali- teit in veroand met den omvang van het bedrijf, waarvoor de vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten. Het recht voor een vei gunning bedraagt niet minder dan 5.en niet meer dan 12.50 voor elke 50.huurwaarde met dien verstande, dat het recht niet lager is dan 40.Het te betalen recht wordt met 15 pet. verminderd voor de localiteiten, die gesloten zijn tus- schen Zaterdagavond zes uur en Maandag morgen acht uur. In orthodox protestant- sche streken, waar antirevolutionairen en christelijk-historischen te samen een meer derheid in den Raad vormen gebeurt het nog al eens, dat bij gemeenteverordening wordt bepaald, dat 's Zondags alle caié's gesloten moeten zijn. Ik heb zelf eens kun nen constateeren, dat in een uitsluitend protestantsche Gemeente een zwenking van links naar rechts bij de verkiezingen voor de caféhouders een stuk van hun bestaan beteekende, wat voor dezen te grie'vender was omdat het publiek nu naar een nabij gelegen gemeente ging, waar vrijer opvat tingen werden gehuldigd. Doch ook de al dus gedupeerde caféhouders moesten het volle vergunningsrecht betalen, want om voor vermindering in aanmerking te komen moeten de café's niet alleen Zondags, doch cok 's Zaterdags 's avonds gesloten zijn en dit laatste komt uiteraard zelden voor. 't Is in de kleinere plaatsen vooral van den Za terdagavond en den Zondag, dat de café's het moeten hebben en dit zeer zeker in den tegen woordigen tijd. Uit het vorenstaande blijkt, dat de be voegdheid van den Gemeenteraad ten aan zien van het vergunningsrecht zich beperkt tot het bepalen van hetgeen moet wórden betaald per ƒ50.huurwaarde. Veel heeft dus de wetgever ter zake niet aan de com petentie van den Gemeenteraad overgela ten. Het vergunningsrecht, waarvan zooeven sprake was, betreft zoowel volledige ver gunningen als tap- en slijtvergunningen en sociëteitsvergunnigen. De opbrengst daar van komt uitsluitend ten goede aan de ge meentekas. In dit verband zij opgemerkt, dat in ge meenten, die een bebouwde kom heb ben van meer dan 5000 inwoners onder scheid wordt gemaakt tusschen een tap- en een slijtvergunning. Men kan daar óf voor een tapvergunning (voor café) of voor een slijtvergunning (voor drankwinkel) in aan merking komen. In de andere gemeenten krijgt men een z.g. volledige vergun ning, waarop men zoowel kan tappen als slijten. Behalve de evengenoemde vergunningen bestaan er nog z.g. hotelvergunningen. Een hotelvergunning is een vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein in een hotel alleen aan logeergas ten. Tot 1931 werd van een hotelvergun ning geen recht geheven, doch bij de wij ziging, die de Drankwet in dat jaar onder ging. is bepaald, dat ook de houder eener hotelvergunnjng vergunningsrecht moet betalen. Het kwam vroeger nog al eens voor, dat men een hotelvergunning ver zocht om sterken drank te kunnen tappen zonder in de kosten van vergunningsrecht te vallen. Ten einde dit misbruik te beper ken is ook voor hotolvergunningen een recht vastgesteld al is dit recht dan ook lager dan het recht voor andere vergun ningen en is tevens bepaald aan welke eischen een inrichting moet voldoen om voor een hotelvergunning in aanmerking te komen. Het vergunningsrecht door hotels te be talen is afhankelijk van het aantal slaapka mers. Bedraagt dit aantal 7 of minder, dan is het recht 10.bij 814 slaapkamers 17.50; bij meer dan 14 slaapkamers 25. Komt het vergunningsrecht van de vol ledige vergunningen, de tap-, slijt- en socië teitsvergunningen uitsluitend ten bate van de gemeentekas, van hetgeen de gemeenten ontvangen ter zake van hotelvergunningen moeten zij de helft aan het Rijk afdragen. Zooals ieder wel zal weten, zijn er behal ve vergunningen nog verloven. Men onderscheidt ter zake verloven A, waar bier en anderen zwak-alcoholischen drank wordt getapt en verloven B, waar uitslui tend alcoholvrijen drank wordt geschonken. Voor een verlof B behoeft niets te worden betaald, doch voor een verlof A is een z.g. verlofsrecht verschuldigd van 25.Ook van de ontvangen verlofsrechten moeten de In dit atrkel worden enkele bronnen van gemeentelijke inkomsten besproken. Gemeenten de helft aan het Rijk afdragen. In 1932 werd aan vergunnings- en ver lofsrecht genoten door Leiden 9400. Wassenaar ƒ2662.Noordwijk ƒ1715. Alphen a. d. Rijn 1438; Hillegom 1300. Woerden ƒ925.Stompwijk ƒ805; Noord- wijkerhout f 643.Lisse 613.Voor schoten en Alkemade 600.Katwijk 550.Bodegraven 488.Oegstgeest 450.en Sassenheim 370.(Gemeen ten beneden de 5000 zielen zijn niet in de betreffende statistiek opgenomen). Opmerkelijk in dit staatje is, dat de ver gunnings- en verlofsrechten te Noordwijk driemaal zooveel opbrengen als te Katwijk, ofschoon Katwijk nog pl.m. 5000 zielen meer heeft dan Noordwijk. Verder hebben de gemeenten nog de be voegdheid om een belasting te heffen o p tooneelvertooningen en ande re vermakelijkheden. Dit is al een heele oude belasting. Zy dateert al van vóór 1821 en werd toen ge heven onder den naam van armengeld. Bij Kon. Besluit van 24 Aug. 1821 werd aan het willekeurig'heffen van armengel den een einde gemaakt en werd voor de heffing en invordering dezer belasting de naleving der bepalingen der toenmaals vi- geerende grondwet van 1815 geëischt. De belasting, die dientengevolge het a r- mengeld verving, bleef uitsluitend ten behoeve van de armen strekken, zegt Op- penheim. Een circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken waarschuwde zelfs nadrukkelijk tegen gebruik tot eene andere bestemming of vermenging ondsr de gewone inkomsten. De invordering ge schiedde door „gecommiteerden uit de al- gemeene armen" en de verdeeling had plaats „in evenredigheid van het aantal zie len van iedere godsdienstige gezindheid". In het plaatselijk belastingstelsel, dat met de Gemeentewet van 1851 werd ingevoerd, pastte niet een belasting, waarvan de op brengst niet vloeide in de gemeentekas en die door anderen dan het Gemeentebestuur werd geïnd. Daarom werd alstoen het a r- mengeld onder den naam van belas ting op tooneelvertooningen en andere- openbare vermak e- lijkhedenals gemeentelijke belasting erkend en op gelijke wijze als de andere be lastingen geheven, terwijl de gemeente ook vrij werd in de aanwending der opbrengst. Later in 1920 heeft men het woord „openbare" voor „vermakelijkheden" ge schrapt, omdat het meer en meer gebrui kelijk werd om uitvoeringen, die in wezen openbare vermakelijkheden waren, het Ka rakter eener besloten bijeenkomst te geven, teneinde de belasting te ontgaan. De belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden vormt voor de steden een ruim vloeiende bron van in komsten. In 1932 inde deswege Amsterdam ƒ1.860.000; Rotterdam ƒ952.500.—; den Haag ƒ1.020.000; Leiden ƒ72.500.—. Voor het platteland beteekent de belas ting niet veel. In de overgroote meerder heid der plattelandsgemeenten wordt zij niet geheven en waar zij al wordt geheven brengt zij weinig of niets op. De juistheid dezer bewering kan men toetsen aan de volgende cijfers. In *1932 bracht deze belasting op: te Al phen a. d. Rijn 3800.te Noordwijk 3000.te Hillegom 2000.te Woerden 800.te Lisse 750.en te Stompwijk 100.In de overige gemeenten van onze streek is ter zake geen opbrengst te ver melden. Dat de belasting op tooneelvertooningen enz. ten plattelande weinig of niets op brengt, laat zich gemakkelijk begrijpen. Als men enkele van de grootere plattelandsge meenten, waar b.v. nog een bioscooponder neming is gevestigd, uitzondert, beperken zich de tooneelvertooningen en andere ver makelijkheden op het platteland tot uitvoe ringen van ter plaatse gevestigde vereeni- gingen, die als regel een algemeen maat schappelijk doel nastreven en terecht wordt er door de gemeentebesturen bezwaar in gezien, om ddeze vereenigingen, die toch al een moeilijk bestaan leiden, bij het geven van uitvoeringen nog eens extra te belas ten. Dit klemt te meer in den tegenwoordi- gen tijd, nu vele vereenigingen het aantal hunner begunstigers zien inkrimpen, ter wijl de subsidies uit de openbare kas er ook al minder op worden, zoo zij niet geheel verdwijnen. Ons huwelijk-is te ver gelijken met het verdrag van Versailles. Ieder oogenblik geharrewar en wantrouwen en sinds Hitier aan 't bewind is, wil je er nog vanaf ook, (Je Suis Par tout). LAND- EN TUINBOUW De Economische beteekenis der Ontgin ningen. Dit is de titel van een proefschrift waarmee de heer B. Hoogh te Winterswijk is gepromoveerd tot doctor in de landbouw kunde. Het is in den boekhandel verkrijg baar en bij den uitgever J. H. Donner te Rotterdam voqr den prijs van 4.75. Het in 7 hoofdstukken verdeelde proefschrift is zeer lezenswaard om den waardevollen in houd. De heer Hoogh komt tot de conclusie, dat het kleine ontginningsbedrijf, en in 't bijzonder dat beneden 10 of 12 Hectare, werkende dus met eigen personeel, indien de boer een niet te klein deel 'van benoo- digde grond- en bedrijfskapitaal zelf be zit, en alle weelde, ook bij de stichting der gebouwen, vermeden wordt, geen slechte toekomst biedt. Natuurlijk zoo schrijft hij zijn de risico's gooter dan op ouden cultuurgrond; er moet hard gewerkt en so ber geleefd worden, doch de zandboer is van huis-uit met dat laatste goed ver trouwd. Aan deze kleinere bedrijven heeft de heer Hoogh in 't bijzonder aandacht ge- schonkenu: hij heeft o.m. een 8-tal ontgin- ningsbedrijven door 'n nauwkeurige boek houding, door hem zelf bijgehouden en uit gewerkt, aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Deze boerderijen beslaan een oppervlakte van 5 tot 10 H.A.; 7 er van zijn gelegen in de omgeving van Winters wijk, de 8ste, groot ruim 24 H.A., ligt in Drente. Uit de boekhoudingen nu is ge bleken, dat het zuiver inkomen van deze landbouwers van 1926-'27 tot 1930-'31 ge middeld per jaar heeft bedragen 1038.53. Over de, verschillende jaren was dit zuiver inkomen resp. 1121.17, ƒ548.26, ƒ1300.29, 1447.93, 810.41. De laagste was een ver lies bij een der landbouwers in 1930-'31 van 3.92, de hoogste een zuiver inkomen van 1830.49 in 1926-'27. Het zuiver inkomen omvat alles wat het bedrijf aan geld, ver meerdering van inventaris, eigen gebruik voor de huishouding en woning heeft opge leverd, benevens het eventueel verdiende arbeidsloon en de gekweekte rente. Dit zijn geen hooge inkomens, maar de cijfers zijn niet onbevredigend. Er moet hard voor gewerkt worden, en 't leven der menschen is sober, maar zoo zegt de heer Hoogh terecht wie het leven dier landbouwfa- milies nader kent, vindt daar bij alle so berheid en bij ontzegging van genietingen, die het leven van een stadsarbeider niet kan ontberen, een zekeren welstand. Al mo ge het inkomen niet te groot zijn, de kleine zandboer weet er nochtans goed mee rond te komen; De heer Hoogh heeft ook nage gaan, hoe de uitgaven van een gezin zijn samengesteld, en komt dan op een gemid delde van 224.52 aan voedingskosten voor een volwassen man. Intusschen is na het ingestelde onder zoek de toestand in den landbouw aan merkelijk slechter geworden. In het laat ste onderzoekjaar (1930'-31) kwam de in vloed van de crisis reeds duidelijk tot uiting: er was toen reeds een kapitaal-ver lies van gemiddeld ruim ƒ330 per bedrijf, en na dien is het nog veel sneller bergaf gegaan. Gebreken in de Coöperatieve Zuivel industrie. In een vergadering van zuivel- menschen te Assen heeft de heer G. van Leusen te Frederiksoord gewezen op enkele ernstige gebreken, in de coop, zuivelindus trie. Hij noemde geest en wezen van de coop, zuivelbereiding fundamenteel ziek. In stede, dat alle fabrieken samenwerken, om hun zaak, de zaak van den boer, in goede banen te leiden, is er een concurren tie waar te nemen tusschen de coop, fabrie ken onderling, die in opzet en wezen ver foeilijk is, en niet in 'n belang van den boer. Met ongemotiveerde uitbetalingen en verkeerde voorstellingen tracht men z'n zaak zoo gunstig mogelijk voor te stellen, in de hoop leden te winnen, die bij zuster verenigingen thuis behooren. Spreker noemde het een dringende taak voor de landbouwers, om de hand in eigen boezem te steken en, zich af te vragen, of de wijze van exploitatie hunner bedrijven, en van die welke daaraan annex zijn wel voor 100 pet, voldoet aan de eischen, welke aan een goed economisch beheer gesteld mogen worden. Het moderne verkeer heeft zoo'n geheel anderen toestand geschapen, en voor dat verkeer betalen wij onze belastingen, maar profiteert de landbouw daarvan op de meest intensieve wijze? Er ligt, naar 't oor deel van den heer van Leusen, een breed arbeidsveld braak: Centralisatie van onze bedrijven kan voor den landbouw groote besparing geven! De auto's zijn er, om de melk te vervoe ren op groote afstanden. Wanneer al die fabrieken in Drente er eens niet waren, en men moest de melkverwerking over de geheele provincie opnieuw opzetten, wat zouden er dan duizenden en nog eens dui zenden bespaard kunnen worden! Het zou de moeite waard zijn, eens in cijfers voor oogen te hebben, wat er bespaard zou kun nen worden op personeel, machines, gebou wen, brandstoffen, licht enz. Men zou ge heel Drente in kringen moeten verdeelen, en het moest uitgesloten zijn, dat de eene fabriek de andere zijn leden kon ontfutse len. Spreker heeft deze gedachte al lang bij zich omgedragen, men zal het „Luchtkas teel en" noemen; het zal ongetwijfeld een reuzenwerk zijn om een systeem, dat lang zaam gegroeid is, in betere banen te lei den, er zouden bij een grondige invoering van een juiste centralisatie, ook offers val len, doch hij is van meening, dat de grorte besparing, die er mee te bereiken zal zijn, die offers rechtvaardigt. De heer Van Leusen eindigde met de op wekking: „Landbouwers, herzie u en Iaat u niet in de schoenen schuiven, dat de land bouwer geen gevoel voor economie heeft!" Bestrijding van veldmuizen. In het „Gron. Lbld." werd onlangs ter bestrijding van de veldmuizenplaag aangeraden om strychnine over 't land te zaaien. De PI. Dienst te Wageningen waarschuwt hier met klem tegen, omdat dit mr:~engif, op deze wijze aangewend, ook een ware slachting kan aahrichten onder de vogels (fazanten, snippen, enz.). Een tweede bezwaar is, dat de overblijvende korrels kiemkrachtig blij ven en een zeer hinderlijke opslag tus schen het gewas kunnen veroorzaken. Het is daarom beter om de giftige korrels uit te leggen in draineerbuisjes of onder dakpan nen, die regelmatig over het land moeten worden verspreid, en eventueel bedekt kun nen worden met wat stroo. De muizen vin den de korrels dan makkelijk, terwijl zij voor alle vogels onbereikbaar zijn. Deze voederplaatsen moeten gecontroleerd wor den, en de hoeveelheid gifkorrels moet tel kens worden aangevuld, totdat er niet meer van gebruikt wordt Dan kan wor den aangenomen, dat de muizen gedood zijn. Bij het inzamelen van de draineer- buisejes of dakpannen verzamelt men ook de overgebleven korrels. Er moeten per Hectare pl.m. 50 van deze voederplaatsen worden aangelegd. Jacht op Bunzings. In verband met bo venstaande mag er op gewezen worden, dat de bunzing, waarop dezen winter in Friesland en mogelijk ook elders, nog al jacht is gemaakt, behoort tot de meest geduchte vijanden der veldmuizen. Het is daarom onverantwoordelijk om thans een groote opruimng onder die roofdieren te houden. Landeigenaars zullen goed doen in hun eigen belang, 't vangen van bunzings oo hun gronden te verbieden, en aan de politie te verzoeken er streng op toe te zien, dat personen zonder toestem ming hun gronden niet betreden. Tegen Hartrot van bieten en Bladvlekies bij gerst. Dr. E. Brandenburg van het In stituut voor suikerbietenteelt heeft door onderzoekingen aangetoond, dat het hart rot van bieten, wordt veroorzaakt door ge brek aan borium: men geeft, om het hart rot tegen te gaan: 3 K.G. borium of 414 K.G. borax per H.A.; als het hartrot erg optreedt, tot ongeveer 10 K.G. borium of pl.m. 15 K.G. borax. Men heeft bij gerst witgrijze, bruin omrande vlekjes waarge nomen. Volgens „Die Ernahrung der Pflan- ze" zou gebrek aan magnesium hiervan de oorzaak zijn. Het Rijkslandbouwproefsta tion te Groningen wil dit nader onderzoe ken. Br. PASCHEN NADERT. Paschen nadertals huisvrouw begin nen we er al vast eens over te denken, hoe we binnenshuis de „stemming" er in zullen brengen. Een potje of vaasje met fleurige „voor- jaarsbloeiers" de narcissen b.v., die al tijd een zonnig plekje weten te tooveren, zelfs in sombere hoekjes behoeft in de zen tijd gewoonlijk niet te ontbreken. Maar zelfs al zouden we enkel beschikken over wat knoppende berken-, beuken- en elzentakjes als we die een goede week van te voren in eert vaasje hebben gezet, dan is er alle kans, dat ze ons in de feest dagen de jonge groene blaadjes vertoo- nen, waarnaar we zoo verlangend uitzien. We kunnen nog méér doen: eieren hard koken b.v. en daarna kleuren of op an dere wijze versieren, om er op Paaschmor- gen bij het ontbijt al een vroolijke tafel mee aan te richten. En we kunnen van te voren een program ma opmaken voor de feestdagen: een flin ke gemeenschappelijke wandeling b.v., als het weer ons naar buiten lokt; en anders een gezellig spelletje thuis, een vertel- of een voorlees-middag in elk geval een genoegen, waarin moeder óók kan deelen, omdat ze haar huishoudelijke zorgen tot een minimum heeft beperkt. Dat laatste heeft natuurlijk eenig over leg noodig gemaakt, want het „feestelijke" mag er niet onder lijden: op Paschen eet men nu eenmaal graag wat anders dan op een gewonen werkdag. Eén bordje soep als inleiding van het middagmaal is zeker op zijn plaats. Lastig voor moeder de vrouw? In 't geheel niet, want ze vestigt haar keus op een van de smakelijke Maggi's soeptabletten: de „ver micelli" of de „groente-met vermicelli- soep", waarbij ze niets anders te doen heeft dan een half uurtje vóór 't gebruik den inhoud van de tabletten in de voorge schreven hoeveelheid kokend water zach tjes te laten koken. Vleesch bereiden vervalt al vanzelf, want de eieren nemen in het Paaschmaal de plaats daarvan in. Bij verschillende groenten vormen ze een bepaalde tracta- tie, en het werk, dat ze vragen, bepaalt zich enkel tot het koken: We kiezen b.v. Brusselsch lof, een groente, die aan schoonmaken bijna geen tijd vraagt en die voor het gaar koken niet langer dan een half uur noodig heeft. (Ze kan dus tegelijk met de soep worden opgezet). Hebben we nu verder den vorigen dag al gezorgd voor een flinke schaal aardap- pelpurée, dan kunnen we die als deksel op de groentepan zetten, zoodat ze op de zelfde gasvlam tegelijk warm wordt. Het eenige, waarvoor we nu nog heb ben te zorgen is een sauskom met gewel de boter, een werkje, dat niet langer vraagt dan 10 minuten (zie 't recept hier onder). Het slot is, dat we de struikjes lof op een schotel stapelen (goed uitge lekt op de schuimspaan natuurlijk!),dat we daaromheen de gehalveerde gepelde eieren leggen met den open kant omhoog en dat'we er de schaal met heete aardap- pelpurée en de sauskom met gewelde bo ter tegelijk mee op tafel brengen. Natuurlijk kan, als nog een gaspitje beschikbaar zou zijn, de purée vervangen worden door versch gekookte aardappe len, waarbij dan de hoeveelheid gewelde boter iets grooter behoort te zijn. Gewelde boter (4 personen) 100 G. (1 ons) boter of „mélange", 3 eetlepels heet water, 1 theelepel Maggi's Aroma. Doe het heete water met de Maggi's POPULAIRE REIZEN NAAR OBERAMMERGAU VOOR LEZERS VAN „DE LEIDSCHE COURANT". Na onze vorige aankondigingen zijn wij thans in staat het volledig programma van onze 8-daagsche reizen naar Oberammergau te ver melden. Om de reis zoo aantrekkelijk mo gelijk te maken zal zij gedeeltelijk per trein, gedeeltelijk per autó wor den gemaakt. Voorts is in den datum een kleine verandering gekomen. Onze eerste reis vertrekt n.l. niet op 18 maar op 17 Mei. Het programma luidt als volgt: le dag: Treinreis Den HaagWies- baden. Maaltijden in den trein. 2e dag: Verblijf Wiesbaden met sightseeing. 3e dag: Aanvang Autoreis Wiesba den via Offenburg, Anschaffenburg naar Rothenburg a. d. Tauber, lunch. Bezoek aan de stad en daarna voort zetting der reis naar Nürnberg. Diner en logies. 4e dag: Na het ontbijt voortzetting der tocht via Ingolstadt, München, lunch en rondrit door de stad, daarna via Starnbergersee naar Oberammer gau. Diner en logies. 5e dag: Bijwoning Passiespelen en verblijf in Oberammergau. 6e dag: Na het ontbijt terugtocht naar Wiesbaden via Augsburg, lunch aldaar en bezichtiging der stad, daarna via Ulm a.d. Donau met be zoek aan het Münster, vervolgens Geisslingen a.d. Steig, Plochingen naar Stuttgart. Diner en logies. 7e dag: Des morgens rondrit door en om de stad, daarna via Bruchsal naar Heidelberg, alwaar lunch en bezoek aan het slot, ten einde in den namiddag Wiesbaden weder te be reiken. Diner en logies. 8e dag: Des morgens verblijf te Wiesbaden, lunch. Des namiddags vertrek per trein naar Holland. Diner pakket in den trein. Wij mogen er tenslotte nogeens de aandacht op vestigen, dat de kosten van deze reis met toegang tot het Passie-theater slechts zijn: 3e klasse75. 2e klasse87.50 Deze prijzen gelden af Nijmegen, waarbij slechts komt 1.per per soon voor reserveering van de plaat sen. Zoo mogelijk zal op de terugreis bovendien het traject Wiesbaden Nederlahnstein per Rijnboot worden gemaakt. Op de terugreis van Oberammer gau naar Wiesbaden zullen de be roemde kloosters en koningsloten te Ethal, Hohenschwangau en Garmisch Partenkirchen worden bezocht. Zooals reeds gemeld moet bij op gave een bedrag van 2.50 worden gestort voor administratiekosten. Er bestaat gelegenheid op den dag van het vertrek met een reiswagen vanaf ons bureau naar Den Haag te worden gebracht om vandaar met den trein naar Nijmegen te vertek- ken. Bij den reisleider is gedurende de reis vreemd geld verkrijgbaar. Bij opgave tot deelneming gelieve men te vermelden naam, voorletters en adres, alsmede het nummer der pas. Ook zij, die gaarne deze reis wil len maken, maar op 17 Mei niet kun nen meegaan, kunnen zich reeds op geven met vermelding van den da tum, waarop zij de reis zouden wen- schen te maken. Zoo mogelijk zal dan door ons op dien datum een reis worden geor ganiseerd. In verband met het logies te Oberammergau, dat een maand te voren moet worden aangevraagd, sluit de inschrijving onherroepelijk op 15 April a. s. Aroma in een kom, voeg er de boter bij en roer die in het water rond, tot ze week wordt; klop dan (met een slavork b.v) alles nog even tot eer. gelijk geheel en breng dat als een dikke saus in de sauskom over. Presenteer de gewelde boter bij de warme groente en aardappelen, waardoor ze vanzelf op het bord tot een dunnere saus zal uitsmelten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7