Dertigste Nederlandsche Jaarbeurs 25ste Jaargang DONDERDAG 15 MAART 1934 No. 7761 S)e Ccki&efieSoii/ia/nt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkooD: f 0.5P DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EEBS7E KAMER Interpellatie over een circulaire van professoren Ontevredenheid over de uit voering van de crisiswetgeving De interpellatie van den heer Citters (A.-R.), die reeds vroeger aangekondigd is, werd gisceren aan de orde gesteld. Men weet dat eenigen tijd geleden een comité van professoren en studenten een circu laire heeft rondgestuurd, waarin aangedron gen werd een verklaring te onderteekenen die de belofte inhield, dat men nooit ofte nimmer zijn wetenschappelijke bekwaam heid in dienst zou stellen van den oorlog. De heer Citters heeft naar aanleiding hiervan aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen vragen gesteld. Het, eveneens schriftelijk, antwoord van den minister had den interpellant niet be vredigd, zoodat hij nu overgegaan is tot een mondelinge interpellatie. De heer Citters memoreerde dit alles in zijn rede en zeide, dat de verklaring van den minister, als zouden de betrokken hoogleeraren zich niet voldoende hebben gerealiseerd wat de inhoud van de verkla ring eigenlijk beteekende en welke gevol gen deze met zich kon dragen, onvoldoende was. Er moest ofwel een disciplinaire maatregel worden getroffen, ofwel moest de minister eischen, dat deze verklaring zou worden teruggetrokken., Aan de bij zondere hoogleeraren (in welke kwaliteit de meeste professoren onderteekend heb ben) moet men niet meer toestaan dan aan gewone en buitengewone hoogleeraren. Dus ook zij moeten op een of andere ma niet kunnen worden getroffen indien zij hun boekje te buiten gaan. Spr. vroeg dan ook aan den minister of hij tegen deze bij zondere hoogleeraren maatregelen kon ne men. Kon hij dit niet, dan moest de minis ter er zoo spoedig mogelijk voor zorgen, dat dit wel mogelijk zou worden. Tenslotte vroeg spr. of de minister de stelling juist achtte die verschillende professoren in een nader verklarend schrijven verkondigd heb ben, n.l. dat de wettelijke plicht voorden dienstplicht niet het aanwenden van we tenschappelijke bekwaamheden zou inslui ten. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer Marchant, zegt in zijn antwoord op deze vragen, dat de bedoeling van het bedoelde comité zeker zuiver is geweest. Zij trachten den oorlog als verschijnsel te bestrijden. Wel vindt spr. ook, dat de ma nier, waarop zij dit in het onderhavige ge val hebben gedaan, niet de juiste is. Men moet het er niet op aanleggen anderen door een verklaring te binden, en zeker niet een professor, wiens zedelijk overwicht een zekere pressie uitoefent op de onder teekenaars. De verklaring is ook niet dui delijk; men kan er uit halen, dat men ge hoorzaamheid moet weigeren aan het open baar gezag. Dit temeer daar de Grondwet voorschrijft, dat de milicien zich met zijn volle persoonlijkheid aan zijn taak moet wijden. Ofschoon dit. alles waar is, zal spr. toch geen disciplinairen maatregel nemen, daar de bedoeling zeker anders is geweest. Wel zal spr. den Rijkshoogleeraar van zijn afkeuring blijk geven, en hem tevens in overweging geven, zijn handteekening te rug te nemen. Tegen de bijzondere hoog leeraren kan geen maatregel worden geno men. Ook acht spr. het vooralsnog niet noodig, dat hij bevoegdheden tegen deze ca tegorie van hoogleeraren krijgt. Dit antwoord vond geenszins algemeene instemming. De interpellant zelf was van meening, dat ook de bijzondere hooglee raren moesten kunnen worden gestraft, en zeker als zij buiten eigen terrein gaan. Hierbij sloten zich de heeren Van Lan- schot (R.-K.), De Savornin Loli- ma n (C.-H.) aan. De heer W i b a u t (S.-D.) vond, dat men goed moest onder scheiden tusschen militairen in dienst en wetenschappers. De laatste mogen zich niet wijden aan de verbetering van de oorlogs techniek, al moeten de eersten wel gifgas sen maken als het er op aankomt. De vrij zinnig-democraat, de heer Kranenburg, vond, dat men de heele zaak veel te veel had opgeblazen. Men moet kijken naar de bedoeling van de onderteekenaars, niet naar wat men juridisch uit de betreffende verklaring kan halen. Anderzijds achtte de heer Fock (V.-B.) de groote fout, dat het gevaar voor bevoorrechting door de pro fessoren van de studenten-onderteekenaars boven de niet-onderteekenaars niet denk beeldig zou zijn. In ieder geval ontstaat er 1 eigenaardige toestand. De Minister legde den nadruk op de vrije meeningsuiting, die zoolang mogelijk moet bewaard blijven. Ieder moet op zijn wijze in het belang van het vaderland wer ken, maar zoolang mogelijk in vrijheid. Toen hierna de heer Citters nogmaals aandrong op de mogelijkheid om maatre gelen te nemen tegen de bijzondere hoog leeraren en de wenschelijkheid, dat zij de circulaire zouden moeten intrekken, ant woordde de Minister, dat de interpel lant dit maar aan spr. moest overlaten. Op deze sisser is deze interpellatie, die nu en dan tot een -vinnig debat aanleiding gaf, uitgeloopen. Nu minister Verschuur weer beter is, kan de Eerste Kamer weer voortgaan met de behandeling der begrooting, en wel het Hoofdstuk Economische Zaken. Onder de 3 sprekers van gistermiddag, vermelden wij vooral den heer Ruyter (R.-K.), die klaagde over de uitvoering van de crisis wetgeving. Er moet meer overleg worden gepleegd met de belanghebbenden, om zoo doende ook hun medewerking te verkrij gen. Bijna alles wordt door de Regeering zelf gedaan. Men moet een organisatie op richten die boven de crisis-organisaties staat, waarin de landbouworganisaties zijn afgevaardigd, en die den minister van ad vies dient enz. Door de opheffing van het baconcontract, welke opheffing op zichzelf toegejuicht moet worden, is de varkensrege ling hopeloos in de war geraakt. Een geheel nieuwe regeling is misschien nog het beste. De binnenlandsche markt moet worden vrijgelaten. Ook de beperking van den vee stapel gaat niet goed. Jong vee moet uit de markt worden genomen, met het oog op een behoorlijken prijs van het vleeseh. Tenslotte zegt spr., dat de landbouwvoor- lichtingsdienst gewijzigd moet worden. De twee andere sprekers, de heeren Danz (S.-D.) en Gelderman (V.-B.), welke laatste kritiek leverde op het stel sel van contingenteering, brachten weinig of geen nieuwe ideeën ten berde, zoodat hierover gevoegelijk kan worden gezwegen. Slechts vermelden we even, dat eerstge noemde spreker aandrong op de oprichting van een industriebank, hetgeen ook in de Tweede Kamer door zijn partijgenooten werd voorgesteld. Morgen worden de algemeene beschouwi Heden zijn de algemeene beschouwingen o^er Economische Zaken voortgezet. B'nnen- en buitenlandsche Inzendingen De verwachtingen van het bestuur van de Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs zijn voor wat betreft de deelneming aan deze dertigste jaarbeurs niet beschaamd en het laat zich aanzien, dat ook het aan tal bezoekers grooter zal zijn dan voor heen. De medewerking van de Nederland sche spoorwegen die drie extra-jaarbeurs- treinen, een uit het noorden, een uit Twen te en een uit Zeeland laten loopen, vormt hierbij een stimulans. Bovendien worden gedurende de jaar beurs te Utrecht steeds meer vergaderin gen van handelsorganisaties gehouden. Vandaag vergaderde de Nederlandsche Grossiers Bond en in den loop van deze week zullen ook de Nijverheidsraad en de secretarissen van Vereenigingen voor Vreemdelingenverkeer te Utrecht bijeen komen. Door de uitbreiding welke de jaarbeurs gebouwen in den loop der jaren hebben ondergaan, is het mogelijk geworden de exposities der deelnemers beter tot haar recht te doen komen en meer groepsge wijze te rangschikken. Behalve de belangwekkende inzending van het Handelsmuseum van het Koloniaal Instituut te Amsterdam, waarvan wij reeds melding maakten, zijn er nog eenige offi- cieele exposities, n.l. van de P. T. T. en van het Ministerie van Economische Zaken, af- deeling Handel en Nijverheid. In de koloniale afdeeling is ditmaal een groote plaats ingeruimd aan de Kroepoek. Kroepoek wordt gemaakt uit garnalen, wel ke met door de inlandsche bevolking be reid tapiocameel tot een deegachtige mas sa verwerkt wordt. Het deeg wordt in broodvorm gebracht en dan in plakjes ge sneden, die in de felle tropische zon wor den gedroogd. De fabricatie is in handen van Chineezen. Alvorens kroepoek genut tigd kan worden, moet ze in heete olie ge bakken worden, waarbij een zeer sterke volume-vermeerdering optreedt. Deze ge bakken kroepoek zal zoowel in Nederland als in het buitenland bij zeer velen in den smaak. Een ander product van kolonialen oor sprong is markiza-limonade,siroop, bereid uit de vrucht van Passiflora edulis, een den laatsten tijd in de hoogere streken van Sumatra's Oostkust, door de bevolking ge kweekte klimplant. De vruchten zelf zijn gevuld met een oranje-gekleurde vrucht massa; geur en smaak zijn fijn, het mid den houdend tusschen die van een perzik en een sinaasappel. De groote 50 M.2 beslaande handelssta tistiek van Nederlandsch-Indië draagt tot opschrift: „Nederland let op uw zaak en op den handel van Nederlandsch-Indië!" Tal van andere producten uit onze kolo niën zijn verder in deze interessante af deeling van de jaarbeurs te vinden. Niet alleen voor direct-belanghebbenden bij den handel met Nederlandsch-Indië is een be zoek aan deze afdeeling aan te bevelen, doch ook voor hen, die plannen hebben in Indië bedrijven te stichten. De P. T. T. heeft ook op deze jaarbeurs drie stands, voor algemeene voorlichting voor het publiek, voor huistelefoon-inrich tingen en voor de modernste telegraaf-ver- reschrijvers, met bijbehoorende inrichtin gen. Op de eerste verdieping van het jaar beursgebouw heeft de afdeeling Handel en Nijverheid van het Ministerie van Eco nomische Zaken een informatiebureau in gericht, waar inlichtingen zijn te verkrij gen over handelspolitiek, handelsinforma ties, de Nederlandsche industrie, de mid denstand, de scheepvaart enz. Duidelijk blijkt van welke economische beteekenis de Voorlichtingsdienst van deze afdeeling van het Ministerie van Economi sche Zaken is. De belangrijkste ondernemingen van handel- en industrie zijn op deze jaarbeurs vertegenwoordigd. Heemaf trekt in het bijzonder de aandach'; door een wandta- bleau met den tekst „Heemaf en het mo derne verkeer", hetwelk toont wat Heemaf op dit gebied presteert. Er zijn tal van modellen, o.a. van de hef brug te Spijkenis- se, van electrische treinen en locomotieven, een Diesel-electrisch treinstel, enz. Bijzon dere vermelding verdienen verder de expo sities van geoctroieerde artikelen, waaron der inzendingen van Van Rossum's moto- renfabrieken te Papendrecht, de N.V. Ma chinefabriek en ijzergieterij „Holland"' te Bergen op Zoom, het Nederlandsch Neon Laboratorium Feige te Amsterdam, de N.V. Ijzergieterij en Emailleerfabrieken „De Etna" te Breda, de N.V. Arnhemsche Fayencefabriek te Arnhem, de N. V. Noord-Ned. Fabrieken van Ledikanten, v.h. C. Radmaker en Zn. te Winschoten, de N.V. Deventer Matrassen- en Ledikantenfa- briek v.h. A. J. Holtkamp te Deventer en de N.V. Noord-Hollandsche Asbestfabriek v.h. J .de Boer en Co. te Amsterdam. Het aantal nieuwe artikelen geen uit vindingen is zoo groot, dat het ondoen lijk is nu reeds te trachten de belangrijkste daarvan op te sommen. Tal van bekende Nederlandsche firma's en fabrieken heb ben getracht op de Jaarbeurs met iets nieuws voor den dag te-komen. Van de buitenlandsche inzendingen trekt het Zwitsersche paviljoen op het Vree burg de meeste aandacht. In de ruime hall welke voor de Zwitsersche industrie is ge reserveerd is een expositie bijeenge bracht uit welke den bezoekers duidelijk blijkt, dat Zwitserland niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats toeristenland is, doch industrieland. Allerlei machines, de meeste in bedrijf, zijn ten toongesteld. Breimachines, vouwmachines voor de cho coladefabrieken, tal van electro-technische apparaten, schakelapparaten, electrische kachels en andere huishoudelijke artikelen enz. De Zwitsersche aluminium-industrie is goed vertegenwoordigd en men kan hier het product in zijn ruwen vorm en in af geleverde artikelen aanschouwen. De ook in Nederland bekende fabriek der gebrs. Sulzer in Winterthur vertoont behalve foto's modellen, waarbij een complete ver kleinde Dieselmotor van 4000 P.K. Brown Boveri brengt nieuwe schakelaar-sonstruc- ties en bijzonder belangwekkend is een collectie electrische meetinstrumenten van de firma Trüb Taber en Co. te Zürioh. Tegenover den ingang van het Zwitser sche paviljoen bevindt zich een officieele inlichtingenbureau met wandplaten en gra fische voorstellingen der Zwitsersche cen trale ter bevordering van den handel. Een industriekaart van Zwitserland geeft een goed beeld van de belangrijkste export industrieën van Zwitserland. Het spreekt vanzelf, dat naast deze reclame voor de Zwitsersche industrie ook de propaganda voor Zwitserland als toeristenland niet is vergeten. De Fransche afdeeling is gevestigd op de tweede verdieping van het Jaarbeursge bouw, verbonden met de groote inzending uit Algiers. Behalve vele kunstvoorwerpen en andere bekende Fransche producten, vindt men hier ook tal van artikelen van de Fransche industrie, bestemd voor dage lij ksch gebruik. De „Foire de Paris" heeft een afzonder lijke stand en zal zeker de belangstelling trekken. Te meer daar het in het voorne men ligt onder leiding van de Nederland sche Jaarbeurs een collectieve Nederland sche inzending te exposeeren op de eerst volgende jaarbeurs te Parijs. Belangrijke inzendingen uit het buiten land zijn er verder van Oostenrijk, n.l. van de Landsregeering te Weenen, van het Oostenrijksche ministerie van handel en verkeer, van Oostenrijksche Bonds- spoorwegen en van de Oostenrijksche Ka mer voor Handel en Industrie te Weenen, van Polen en van Zuid-Afrika. Hoewel er geen officieele inzending uit Japan is blijkt toch uit tal van stands, waar importeurs hun goederen den Nederland sche koopers te koop aanbieden, hoe Ja pan zich op het oogenblik inspant haar af zet op de wereldmarkt te vergrooten. On telbare artikelen, van welke men vroeger niet veronderstelde, dat zij in Japan ge maakt worden, worden thans aangeboden. De Japansche industrie blijkt ook op de Nederlandsche Jaarbeurs een ernstige con current voor verschillende landen te zijn. De meeste artikelen zijn echter van goed- koope soort, maar worden dan ook tot zeer lage prijzen aangeboden. STADSNIEUWS MALARIA EN DE DROOGMAKING VAN DEELEN VAN DE ZUIDERZEE. Lezing Prof. Dr. N. H. Swellengrebel. Voor de Medische Faculteit der Leidsche Studenten heeft Prof. Dr. N. H. Swellen grebel een lezing gehouden over bovenge noemd onderwerp. Spr. begon met er op te wijzen, dat het reeds vroeg een bekend feit was, dat elke droogmaking een gevaar meebrengt voor de eerste bewoners en ook voor hen die in de onmiddellijke omgeving ervan wonen. In de Vereenigde Staten trad de meening echter naar voren, dat juist droogmakerij en malaria-bestrijding identiek zijn. Ook in Engeland trad een verdediger van deze meening op, die op ondervindingen in de Gangesdelta wees. Hier is een westelijk, on gezond deel, dat droog is en een oostelijk malaria-vrij deel, dat jaarlijks tot October overstroomd wordt. Het blijkt, dat de ano- pheleslarven in het slibrijke water niet kun nen broeden, zoodat de anopheles pas na October aan te treffen is. In het Westelijk deel is het broedseizoen (in vegetatie-rijke regenplassen) van Juli tot September. De periode, waarin de anopheles malaria over brengt eindigt nu juist in September. Dit blijkt dus de oorzaak van het feit, dat het oostelijk deel malar ia-vrij is. Door de over strooming te belemmeren (indijking etc.) werd de anopheles gelegenheid geboden ook bier malaria te verspreiden. Er werd een volkenbondscommissie voor de Delta's ingesteld, die ook de toestand in Nederland onderzocht. De bodem werd op zoutgehalte van het water onderzocht. De oude ervaring was, dat het in het gebied van het brak water malaria voorkwam en dat dit niet het geval was in het zoetwater- gebied. Onderzoekingen in het begin van deze eeuw leerden, dat de overbrenger anophe les naculipennis, vooral inzoet, maar óók in brak water broedde. Men zocht de oor zaak toen alleen in den waterrijkdom, meer dan in het zoutgehalte van een bepaald gebied. Het blijkt nu, dat het verbreidings gebied van de anopheles niet met dat van de malaria overeen komt. Dit malarialooze gebied is juist het zoetwatergebied. Er is een verschil tusschen de zoetwater-anophe- les, die onschuldig is en de zout water-ano- pheles die malaria overbrengt. De zoutwa- ter-anopheles kan zich weliswaar ook in zoet water ontwikkelen, maar toch niet vol doende. De oude brak-water-theorie werd in eere hersteld. Dit is van groot belang voor onze hou ding ten opzichte van de Zuiderzee droog making. De mensch heeft zich tot nu toe schuldig gemaakt aan het brak maken van vroeger zeewater-gebied (te zout voor ano pheles). Op dezelfde wijze is de Wieringer- meer uit een anopheles-vrij gebied gemaak,t dat zeer geschikt voor de malaria-overbren gende zoutwater-anopheles. De Wieringermeer werd drooggemaakt in 1930: er kwam toen geen anopheles voor, doch in 1931 was ze reeds in de sloot aan wezig en in '32 reeds veel meer. Malaria is er nog wel niet, doch zal wel komen. Een droogmakerij is dus niet brak door het oor spronkelijke zeewater, maar door zijn lage ligging. Toen het Naardermeer droog was, waren de sloot zout. Nu het weer met wa- i ter gevuld is, blijkt dit zoet te zijn. Om de- j zelfde reden heeft men geadviseerd de door I turfafgraving ontstane veenplassen niet droog te maken. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Eden geeft indrukken van zijn diploma tieke reis ten behoeve der ontwapening. (3e blad). De conferentie van drie te Rome van daag begonnen. (3e blad). Dynamiet-ontploffing in San Salvador zou honderd dooden hebben geëischt. (Bui- tenl. Ber. 2e blad). BINNENLAND. Minister Verschuur over de wijziging van de Winkelsluitingswet. (2de blad). De anti-rev. en de wijziging in de Win kelsluitingswet (2de blad). Valsche munterij te Rotterdam opge spoord. Slechte kwartjes vervaardigd. Vijf personen gearresteerd. (Laatste, Ber.) Auto op onbewaakten overweg Aalsmeer Uithoorn door trein gegrepen. (Gem. Ber. (3de en 2de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De Zesdaagschen te Parijs en Berlijn. (3de en 1ste blad). We moeten ons echter afvragen of dit zoutwater-reservoir wel bestaat. Is dit zoo dan zouden de Zuiderzeepolders steeds zout hieruit putten, dat vervolgens in het IJssel- meer wordt gepompt, zoodat dit nooit zoet zou worden, maar brak. Er is echter reden om aan te nemen, dat de Zuiderzee zelf juist de bron van het zoute polderwater is. In dat geval zal dus de droogmaking zeker een verzoeting van het polderwater in N.Holland en Friesland tengevolge hebben. De verwachtingen ten opzichte van het malaria-vraagstuk zijn dus gunstig, hoewel er niets met zekerheid te zeggen valt, daar er nog een volslagen ge mis aan overeenstemming tusschen de des kundigen is. Met een hartelijk applaus dankten de aanwezigen den spreker voor de hoogst in teressante en vlotte voordracht. FILMLIGA LEIDEN. Afwijkend van het oorspronkelijk pro gramma Tsjechische films, die nog niet gearriveerd waren gaf de Filmliga Lei den gistermiddag in het Luxor-Theater 'n voorstelling van Jeanne d'Arc, haar lijden en sterven, van Cael Th. Dreyer. De film begint, waar Jeanne d'Arc, nog gehuld in mannenkleeren, voor rechters wordt gebracht. Zooals bekend, was Jeanne d'Arc bij een uitval uit Compiegne door de Bourgondiërs gevangen genomen, die haar uitleverden aan de Engelschen, die Noord en West-Frankrijk bezet hadden. Deze brachten haar naar Rouaan, waar zij voor een kerkelijke rechtbank werd gevoerd. Jeanne d'Arc is hier, ondanks haar man nenkleeren, het eenvoudige boeren meisje, dat door God met een helder verstand begaafd de meest rake ant woorden geeft op hetgeen haar rechters haar vragen. Deze rechters zijn een aantal monniken. Wij kunnen ons moeilijk voor stellen, dat die geestelijken er zoo hebben uitgezien als zij ons in deze film worden voorgesteld, doch des te sterker komt de tegenstelling tusschen hen en het eenvou dige boerenmeisje tot uitdrukking. Veel heeft Jeanne d'Arc te lijden, omdat men haar onder allerlei bedreigingen dwingt haar verklaringen als valsch te herroepen. Zij teekent ten slotte, doch even spoedig herroept zij het verklaarde weer. Daarop wordt zij als ketter veroordeeld en 30 Mei 1431 te Rouaan verbrand. Met haar dood op den brandstapel eindigt de film. 't Is goed erbij te vertellen, dat het von nis door paus Callixtus III werd vernietigd en Jeanne d'Arc in 1920 werd heilig ver klaard. Kamer van Koophandel voor Rijnland. Als aanvulling op de agenda van Vrijdag a.s. komt nog aan de orde een voorstel van het Bureau om den Minister van Economi sche Zaken te berichten, dat de Kamer on der zeker voorbehoud zich met de door den Minister voorgestelde wijziging van het Reglement der Bevrachtingscommissie kan vereeni0,>n.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1