ZATERDAG 10 MAART 1934 DE LEIDSCHE COURANT DEKDE BLAD PAU. 9 BUITENLAND ONTWAPENING. ONTWAPENINGSSTUKKEN GEPUBLICEERD. Genève vat standpunten samen. Gisteren is een reeks documenten gepu bliceerd, betrekking hebbend op de onder handelingen, die den laats ten tijd tusschen de groote mogendheden zijn gevoerd over de ontwapeningskwestie. Het dossier bevat twee inleidende brieven van den voorzit ter der ontwapeningsconferentie Hender son, een memorandum van Grandi, de La gerhuisrede van sir John Simon, een schrij ven van Barthou aan Henderson en het Duitsche memorandum van 18 December 1933. In Barthou's schrijven van 10 Februari wordt nog eens het Fransche standpunt uit eengezet. De Fransche regeering kan geen directe vermindering van haar bewapening aanvaarden, als zulk een vermindering ge paard gaat met een kwalitatieve herbewa pening der thans ontwapende staten. De huidige toestand en vooral de snelheid, waarmede zekere staten in strijd met de verdragen herbewapenen, vorderen naar de meening van Barthou een snelle beslissing over de kwesties* die aan de ontwapenings conferentie zijn voorgelegd. Vergelijking der legersterkten is slechts mogelijk, als men ook rekening houdt met de semi-mili- taire organisaties. In het Duitsche memorandum komen naar men weet de volgende eischen voor: Duitschland krijgt volkomen rechtsgelijk heid; de zwaarbewapende staten handha ven den status quo wat de bewapening aan gaat; Duitschland verplicht zich van de rechtsgelijkheid slechts een zoo gematigd gebruik te maken, dat geen staat er zien door bedreigd voelt; alle staten verplichten zich wederkeerig, den oorlog te humanisee- ren en bepaalde tegen de burgerbevolking gerichte wapens niet te gebruiken; alle sta ten aanvaarden een gelijke en algemeene controle en garandeeren de handhaving van den vrede door het sluiten van nonagressie pacten. BELGIE. DE REDE VAN DE BROQUEVILLE. Dreigende kabinetscrisis geweken. De opwinding, welke de bekende rede var. de Broqueville heeft veroorzaakt, heeft bijna aanleiding gegeven tot een regee- ringscrisis. Dit gevaar schijnt thans be zworen. Van liberale zijde worden reeds pogingen in het werk gesteld om met de katholieken, die in groote meerderheid ach ter den premier staan, tot overeenstemming te komen over een motie, welke door de jegeering aanvaard kan worden. Overigens heeft naar verluidt, de heer De Broqueville gistermiddag in den Kabi netsraad verklaard, dat hij iedere motie zal aannemen, die gebaseerd is op de katho lieke motie van 31 Dec. j.l. betreffende de veiligheid van België. Men kan aannemen, dat een dergelijke motie met groote meerderheid van stem men zal worden aangenomen. Alle crisis- gevaar schijnt dus voorloopig weer van de baan te zijn. Geen overleg met Parijs en Londen. Het Belgisch Tel. Ag. is gemachtigd het bericht tegen te spreken in de Londensche „Morning Post" volgens hetwelk minister president De Broqueville alvorens zijn re de in den Senaat te houden met Barthou en Eden overleg heeft gepleegd. DUITSCHLAND. STATUS DER DUITSCHE JODEN. Het jaar 1812 beslissend. Reuter verneemt, dat een nieuwe wet, waarbij het Duitsche staatsburgerschap en de toekomstige status van de Joden in Duitschland worden omschreven, vóór het einde van deze maand zal worden afgekon digd. Het ontwerp van deze wet, welke thans op het ministerie van Binnenlandsche Za ken in onderzoek is, maakt onderscheid tus schen burgers met volledige politieke rech ten, waaronder het kiesrecht, en tweede rangs burgers, die geen politieke rechten zullen hebben. Alleen die Joden, welke in staat zijn te bewijzen, dat hun voorouders reeds in 1812 Duitsche staatsburgers waren, zullen tot de eerste categorie burgers kunnen behoo- ren. Men heeft het jaar 1812 gekozen, omdat toen de in Duitschland wonende Joden fa milienamen hebben aangenomen. Het is niet mogelijk het aantal Joden te schatten, dat in staat is te bewijzen, dat zij aanspraak kunnen maken op het staatsburgerschap, doch men gelooft, dat iets minder dan de helft van het aantal Joden in Duitschland hiertoe wel de noodige bewijzen zal kun nen overleggen. Talrijke families stellen reeds een onderzoek in naar hun stamboom om de noodige bewijzen te kunnen leveren. OOSTENRIJK. TEGEN HERSTEL DER HABSBURGERS. De kleine entente zou er zich tegen verzetten. De speciale verslaggever van de „Petit Parisien" te Praag heeft een onderhoud ge had met den Tsjecho-Slowaakschen minis ter van buitenlandsche zaken, dr. Benes over de kwestie van de restauratie der Habsburgers in Oostenrijk en Hongarije. Dr. Benes verklaarde in dit verband het volgende: Met bondskanselier Dollfuss en vice-kan- selier Fey ben ik van meening, dat de kwes tie van het herstel der monarchie in Oos tenrijk een internationale kwestie is, wel ke overigens niet actueel is. Zij maakt daar om nog geen deel uit van mijn huidige of toekomstige zorgen. Maar gesteld, dat door een putsch of op andere wijze de Habsburgers morgen zou den worden hersteld, dan zou de Tsjecho- Slowaaksche gezant te Weenen terstond te ruggeroepen worden. Ik meen te kunnen zeggen, dat ditzelfde geldt voor den Roemeenschen en Joego- Slavischen gezant. De landen der kleine entente zouden zich met alle mogelijke middelen verzetten tegen het herstel der Habsburgers. De kleine entente wil liever elke andere oplossing dan juist deze, daar de heer schappij der Habsburgers nieuw leven zou inblazen aan de gedachten der verdragsher ziening". SPANJE. LERROUX TEGEN DE EXTREMISTEN Sluiting van Roode en Fascistische Bureaux De SpaaAsche minister van binnenland sche zaken heeft, zooals gisteren reeds in een gedeelten onzer oplaag medegedeeld, gistermorgen de sluiting gelast van alle bureaux der syndicalistische vakvereeni- gingen (C.N.T.) ,der communistische orga nisaties, van den socialistischen jeugdbond en van de fascistische organisaties, de z.g. „Spaansche Phalanx". Bovendien werden talrijke arrestaties verricht. Het blad „El Socialista" zegt, van con- fidentieele, maar vrij zekere bron te heb ben vernomen, dat de regeering van plan is, de socialistische partij onwettig te ver klaren. In den kabinetsraad, zegt het blad, is de ernstige beslissing gevallen. De socia listische partij zal buiten de wet worden gesteld en het volkshuis te Madrid geslo ten. Na afloop van den ministerraad heeft minister-president Lerroux de inlichtingen van „El Socialista" tegengesproken. De regeering, aldus Lerroux, heeft geen bij zonderen maatregel tegen de socialisti sche partij of tegen de arbeiders-organisa ties op het oog. Een der redenen daarvan is, dat de ministers niet gelooven, dat de socialisten van plan zijn hem tot een der- gelijken maatregel te dwingen. Ook sprak Lerroux tegen, dat het kabi net voornemens zou zijn, de doodstraf weer in te voeren of aan de cortes specia le bevoegdheden te vragen. Uitbreiding der staking Ook de metaalbewerkers zijn gisteren m staking gegaan, zoodat er thans in de metaalindustrie de bouwvakken en de daarmede verwante takken van bedrijf, in totaal 45.000 arbeiders staken. In het centrum van Madrid hebben vechtpartijen plaats gehad tusschen socia listen en fascisten, Vijf personen zijn hier bij gewond. In de buitenwijken der stad zijn twee krachtige bommen ontploft, als gevolg waarvan een electrische transformator is vernield. Er zijn echter geen slachtoffers te betreuren. In de naaste omgeving der stad zijn op een opslagplaats van hout twee flesschen met brandende vloeistof gewor pen. Een hevige brand ontstond, welke groote schade aanrichtte. In een ver ver het centrum gelegen wijk heeft de politie een geheime vergadering van anarcho- syndicalisten overvallen. Negen personen zijn daar gearresteerd. Voorts zijn te Ma drid nog zeven -communisten in hechtenis genomen. Ook de Valencia heeft men een transfor mator in de lucht laten vliegen. Als gevolg hiervan waren de straten en uizen in het grootste deel van Valencia gisternacht in duisternis gedompeld. In de havens van Valencia, Alicante en Castellon hebben de transportarbeiders het werk neergelegd, terwijl de stakinsbewe- ging zich ook uitbreidt tot de electrici- teitswerken. Gisternacht zijn acht paler, voor het electrisch licht met behulp van dynamiet onbruikbaar gemaakt; militairen zijn thans in eenige electrische centrales te werk gesteld. Waarschijnlijk in verband met de vrees voor ernstige onlusten zijn te Gibral tar, op Engelsch grondgebied, een groot aantal vluchtelingen uit Spanje aangeko men, meest vrouwen en kinderen uit Se- villa, Cadiz en Malaga. BUITENL. BERICHTEN GEWELDIGE FABRIEKSBRAND TE ERFURT. In een der grootste fabriekscomplexen te Erfurt, de etikettenfabriek Zander en Co., is een groote brand uitgebroken, wel ke zeer snel om zich heen greep. Bij het blusschingswerk hebben reeds drie brandweerlieden rookvergiftiging op- geloopen. Zij moesten, naar het ziekenhuis overgebracht worden. Tegen- middernacht woedde de- brand nog met onverminderde hevigheid voort. De Erfurtsche etiketten-fabriek is de grootste onderneming van haar soort in Duitschland. HET HUWELIJK VAN EEN PRINS. Thans gewoon meneer Bernadotte. Te Londen is dezer dagen de Zweedsche prins Sigvard in het huwelijk getreden met een mej. Patzek uit Berlijn. Het hu welijk werd gesloten zonder toestemming van den Zweedschen koning. In den Zweedschen ministerraad heeft gisteren de kroonprins, die tijdens de af wezigheid van den koning het regent schap waarneemt, medegedeeld, dat prins Sigvard door zijn huwelijk zijn erfrecht verbeurd heeft en alle voorrechten, die hij als erfprins genoot', verloren heeft. De ministerraad stemde met dezen maatregel in. ;-'r- De kroonprins verklaarde, dat prins Sigvard in de toekomst den familienaam Bernadotte voeren moet. DE „TSJELJOESKINM-EXPEDITIE NOG STEEDS IN MOEILIJKHEDEN. Verschillende tegenslagen. Als gevolg van de uiterst' ongunstige weersgesteldheden der laatste dagen heeft men tot dusver geen verdere vluchten kunnen ondernemen vanuit Kaap Wellen naar het kamp van professor Schmidt op het ijs. Het stoomschip „Stalingrad", dat uit Fe- tropawlowsk was uitgevaren met vlieg tuigen en brandstof, is tijdens den over tocht in een zwaren storm terechtgekomen, zoodat het schip van koers moest verande ren. Het stoomschip „Smolensk", dat even eens reddingsmateriaal aan boord heeft genomen voor de bemanning van de „Tsjel- joeskin" is te Petropawlowsk aangekomen eri zal, naar het zich laat aanzien, vandaag weer zee kiezen. Een derde schip is naar Wladiwostok gezonden, om aldaar propellersleden te haJen. Uit Kaap Wellen wordt gemeld, dat de per vliegtuig uit het kamp van professor Schmidt geredde vrouwen en kinderen in behoorlijke woongelegenheden goed zijn ondergebracht. Naar verluidt zijn zij ge zond en vol goeden moed. Ook in het kamp van professor Schmidt gaat alles goed. UIT DE OMGEVING KATWIJK AAN DEN RIJN. Geen diepspitten. Naar we thans mei "°kerheid vernemen zal in dit seizoen var een delven of diepspitten met steun van Rijk en gemeente niets komen. Niet alleen is de animo hiervoor vrij onbelangrijk, doch eer aan alle Rijksvoorschriften is voldaan, zal het veel te laat zijn om hieraan nog te beginnen. De meeste tuinders beginnen reeds aan het spitten voor het planten van vroege aardappelen. Het diepdelven ge beurt als regel in de maanden Januari en Februari. Aan de regeering is bericht, dait er thans geen gebruik meer van kan wor den gemaakt. RIJNSBURG. Slechte uitkomst. De maand Februari was voor de trekkers vrij ongunstig, nog slechter dan vorig jaar. De omzet aan de yeilimgvereeniging „Flora" was over de maand Februari 157.471.87 tegen een be drag van 165.554.29 in dezelfde maand van 1933 of 8082.33 minder. En dit niet tegenstaande de aanvoer zeker even groot was terwijl de inkoopprijzen der te trek ken bollen in het algemeen hooger waren dan vorig seizoen. Een dergelijke uitkomst is niet moedgevend. LEIDSCHENDAM. Raadslid. Het stembureau heeft in de vacature L. de Groot wegens het niet-aan- nemen door den heer P. v. d. Meer verko zen verklaard den heer A. Waaijer. De heer A. Waaijer had reeds zitting van 19271931. Is de kamer wel zindelijk? Zindelijk mijnheer? Hier heeft een Bulgaar gewoond en toen hij bij z'n ouweheer terug kwam, zag hij er zóó frisch uit, dat z'n vader hem niet meer erkennen wilde cn ont erfd heeft. (Bouillabaisse) UIT DE RIJNSTREEK ZOETERWOUDE. Burgerwacht. De Zoeterwoudsche Bur gerwacht hield op Donderdagavond een bij eenkomst in het Patronaatsgebouw aan den Schenkel weg. Na de behandeling van enkele agenda punten van huishoudelijken aard opende de heer C. P. J. Paardekooper, bij ontstentenis van den eersten voorzitter, het officieele gedeelte. Spr. verwelkomde de autoriteiten, die door hunne opkomst blijk gaven van belangstelling in de Burgewacht. Bijzonder verwelkomde spr. den heer J. de Graaf, loco-Burgemeester, den heer J. J. Cramer, chef van den economischen dienst der Haagsche Burgerwacht, den edelachtb. heer K. Brug, burgemeester van Leider dorp, voorzitter van den Kring „Rijnland", den commandant der Leiderdorpsche Bur gerwacht, den heer J. Koning en de vele opgekomen Burgerwachtleden. Spr. betreurde het ontbreken van eenige belangstelling bij autoriteiten, een belang stelling waarop de Burgerwacht zeker aan spraak mooht maken. Bericht van verhindering was ingekomen van wethouder van Leeuwen, van den zeer- eerw. heer I. Meijer, pastoor, en van den heer J. Schouten, hoofd der R. K. Jongens school. De Sint Jansfanfare zette nu het volks lied in en uit volle borst werd nu het Wil helmus gezongen. De Commandant, de heer A. v. Remmen, nam vervolgens het woord om het doel van de bijeenkomst te belichten. De Burgerwacht is voor velen slechts ten deele bekend en men ziet in de Burger wacht vaak slechts een schietliefhebberij- tje. Spr. toont aan, dat de Burgerwacht een ernstige zaak is, waaraan zeer velen zich sinds 15 jaar ten volle gegeven hebben en het verheugt spr. te kunnen mededeelen dat door het Bestuur van de Ned. Bond \'an Burgerwachten, den heeren A. van Vliet en A. Slingerland, de medaille voor „Bijzon dere Toewijding" is toegekend. Spr. richt zich nu tot den heer A. v. Vliet de heer Slingerland was wegens ziekte afwezig en wijst op de bijzondere toewijding jegens het vaderland. Na eerst als gemobiliseerde te hebben deelgenomen aan de bewaking van het land op de grenzen van twee landen, nam de heer van Vliet aanstonds deel aan de op richting van de Burgerwacht en bleef met de Burgerwacht actief tot heden, bij dit derde lustrum. Spr. verzoekt den Kring- Voorzitter de medaille uit te reiken. Onder daverend applaus hecht de edel achtb. heer K. Brug den heer A. v. Vliet de fraaie medaille op de borst. Voortgaande memoreert spr. het derde lustrum; de burgerwachters hebben welis waar meermalen aan H. M. de Koningin van hunne aanhankelijkheid blijk gegeven. Doch deze gelegenheid nu allen present zijn wil spr. benutten om ieder voor zich en allen te samen hunne eed van trouw te her nieuwen en stelt voor dit in een telegram aan Hare Majesteit te doen, hetwelk een daverende instemming vond en welk tele gram onmiddellijk werd verzonden. De heer J. J. Cramer verkreeg nu het woord om te spreken over den economi schen dienst van de Burgerwacht. In een duidelijk en eenvoudig betoog wijst spr. op de ernstige taak, die wegge legd is bij allerlei woelingen die kunnen voorkomen. Uit eigen ervaringen kan spr. duidelijk maken hoe de burgerij by revolu ties de regeering kan steunen, vooral door hulpverleening bij de voedselvoorziening Na deze zeer interessante lezing werd ge pauzeerd, waarna door den voorzitter het belangrijkste gedeelte werd aangevangen, de vlaguitreiking. De voorzitter stelde deze officieele plech tigheid in handen van den Kring-Voorzit ter. De vlag werd ontrold en voor het po dium geplaatst terwijl de Kring-Voorzitter van het spreekgestoelte een toespraak hield. Spr. begon de groote beteekenis te schet sen van de pijlers, die onze maatschappij steunen, n.l. godsdienst, gezag en huisge- FEUILLETON. DE TWEELINGZUSTERS Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. (Nadruk verboden). 42) John deed haar verhalen over zijn toch ten met Rudolphus Peterson; hoe hij met deze door gevaarlijke moerassen was ge kropen om gevaarlijke slangen van nabij te photografeeren. De voorraad spannende en grappige episoden uit dit avontuurlijke tijdperk van zijn leven scheen onuitputte lijk; daarbij toonde John zich een aller amusantste verteller en Anne, de oogen soms half gesloten, luisterde geboeid. Op een gegeven moment luisterde hij een geschiedenis zelfs op met een even vroolijk als muzikaal geneuried liedje om daarna wetenswaardigheden mee te deelen over een pad, Caractus geheeten, die hij eens het leven had gered. Het was schemerdonker toen ze terug kwamen. Ze stopten op den hoek van Mal- mesbury Terrace en toen ze stilstonden zij John zakelijk: „Als je me een lijstje stuurt van de kleeren, die je noodig hebt, kan juffrouw Jones zorgen, dat je ze krijgt." „Och neen", antwoordde Anne een beetje onthutst, „alsjeblieft niet." „Ik heb nog nooit van mijn leven iemand ontmoet die zooveel neen zegt als jij", pro testeerde John lachend. „Pas maar op, dat het geen gewoonte wordt, dan zou je het misschien niet meer kunnen afleeren." „Ik denk niet...." „Je hoeft niet te denken. Je hebt een jas noodig, want het zal niet altijd zoo warm zijn als vandaag. Ik veronderstel, dat je kleeren ook wel ergens zullen zijn. Als dat „ergens" op Waterdane is, dan kan juffrouw Jones ze daar vandaan halen. Wanneer ze op Waveney zijn, rijden we daar den volgenden keer heen; dan kun je zelf zien, wat je kunt meenemen." „Neen, dat zou ik onmogelijk kunnen.' Nu had hij haar al weer pijn gedaan. Je kon ook niets zeggen zonder haar te be- zeeren. „Nu goed. Dan kan juffrouw Jones wel gaan." „Neen, ik wil niet. „Daar heb je het alweer! Je moet je kleeren hebben. Maak nu maar een lijstje op en stuur me dat. Maak je maar niet on gerust, juffrouw Jones zal heusch wel niet achter je adres komen, hoor, als dat soms de reden is van je bezwaren. Ik zal haar alles laten inpakken en dan moet ze het aan mij sturen; ik zal je den boel laten bezorgen door bode Peterson. Het is zoo eenvoudig als 't maar kan." Hij was vreeselijk, koppig en vasthou dend als een terrier. Maar het zou toch ook wel prettig zijn haar eigen dingen weer te hebben. Die twee gedachten kruis ten elkaar in Anne's brein. „Zul je aan niemand vertellen waar ik ben?" „Op dezelfde voorwaarden 'als de vorige week", verklaarde John beslist. „Als je die snoezige mevrouw Fossick Yates ver moordt, en er vandoor gaat, verwacht ik dat je me zult laten weten waar je een schuilplaats hebt gezocht." Anne lachte met een lichte huivering; er was iets triests in haar lach. Nu was haar zalige vrije dag weer .voorbij. In alle hui zen brandde nu licht; de zon, die over een wereld vol zomerschen gloed en geur had geschenen, was ondergegaan. Ze gaf John een hand en-zei, zöó luchtig als ze kon: „Dank je wel voor. de heerlijke picnic en den prettigen dag." Hij hield haar hand enkele seconden in de zijne; daarop liet hij haar abrupt los. Anne was nog maar een paar passen van hem verwijderd, toen ze achter zich hoorde roepen: „Goeden nacht,.miss Jones." Juffrouw Brownling liet Anne binnen met een waarschuwend gebaar in de rich ting van den salon, waarvan de deur op een kier stond. „Ben jij het, Anne?" klonk de stem van mrs. Fossock Yates toen ze voorbijliepen. „Ja mevrouw." Het schrikbeeld van de honderd drie en tachtig dagen doemde weer voor Anne's geestesoog op. „Ik ben blij, dat-je op tijd bent. Ik ver wacht het in het vervolg altijd van je". „Ja mevrouw." De keuken was rommeliger en viezer dan ze die ooit eerder gezien had, Anne was er als vanzelf toe gekomen, meer dan de helft van juffrouw Borwnling's werk op te knappen en in de uren dat ze was weg geweest, had zich een onwaarschijnlijke hoeveelheid gebruikte borden en schalen opgehoopt. Tusschen de onafgewasschen thee- en dinergerei was een spel patience in vollen gang. Iets met een onaangename geur was op het fornuis gemorst. „Het is een geluk, dat je niet te laat was", begon juffrouw Brownling, toen ze de deur achter zich gesloten had. „Heb ik je niet vooruit gezegd, dat ze met de deur open op je zou zitten wachten? Eigenlijk zou het haar liever zijn geweest, als je te laat wasdan had ze om zoo te zeggen haar hart kunhen luchten. Nu zal ze het morgen wel op haar heupen hebben, let maar eens op. Ik heb nog een beetje soep voor je bewaard, daar in die pan. Ze vindt het wel niet goed, dat je hier 's avonds nog wat krijgt, als je een vrijen middag hebt gehad, maar ik heb wat voor je overgelaten, want ik weet hoe ellendig het is met een hol gevoel van binnen naar bed te moeten gaan. Eet het nu maar vlug op." Anne apprecieerde de attentie meer dan de soep. Denvolgenden Zaterdag ontvang Anne een pakje. Het bevatte een blocnote, en veloppen, een vulpotlood, een vulpen, voor vijf shillings aan postzegels.... en een brief van John Waveney. Beste Miss Jones, Ik geloof, dat 't het beste zal zijn me oefenen om je Miss Jones te noemen. Maar dat zal me toch niet makkelijk afgaan. Ga jij je nu oefenen om me als Sir John te betitelen. Of zal ik ook den familienaam Jones aannemen? Als jou dat liever is, mij kan het niet schelen. Maar John Jones klinkt niet erg, hè? Je zou me dan met mr. Jones kunnen aanspreken, als je daar erg op gesteld bent. Denk er maar eens over en deel me Zondag je besluit mee; dezen Zon dag ben je toch vrij, nietwaar? Om half drie zal ik op de bekende plaats op je wachten. Hierbij zend ik je wat schrijfmateriaal, omdat je me nog niet geschreven hebt; ik dacht, dat je misschien geen blocnote had en niet uit kon om er een te koopen. Voor zoo ver ik kan nagaan, ben je me nog vijf brieven schuldig. Wil je het lystje op maken van de kleeren, die je noodig hebt, en het me Zondag geven? Je J. M. W. alias Jones." Anne staarde hulpeloos naar het epistel. Ze kon hem eenvoudig niet afschepen.... zijn vasthoudendheid spotte met iedere po ging daartoe. Ze pleitte voor de rechtbank van haar geweten, dat ze eerlijk had ge tracht hem van 't lijf te houden, maar als hij nu met alle geweld den omgang met haar wilde voortzetten, lieve hemel, wat kon ze er dan tegen doen? Maar de stem van dat geweten gaf met gestrengen ernst onmiddellijk een ant woord: „Je kunt toch je ontmoetingen met hem staken en zijn brieven ongeopend terug sturen." „Maar dat zou toch vreeselijk onhebbe lijk zijn", voerde Anne hier tegen aan. „Ga morgen niet met hem uit", ver maande de onpleizierig-gestrenge stem. „Ja, maar i* w;l zoo dolgraag!" „Je behoort het niet graag te willen!" Anne schudde eenrgiek het hoofd. „Ik ben niet van plan met op die manier de wet te laten voorscurijven." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9