DORNII KLEERMAKERIJ BEEKMAN VRIJDAG 9 MAART 1934 üE LEIDSCHE COURANT MrtLKUE. BLAD PAG. 9 DE TEELTREGELING VOOR HET RUNDVEE. Het doel van de teeltregeling voor het rundvee is om de veestapel, wanneer die eenmaal tot het gewensohte peil is terug gebracht, zooveel mogelijk op dit gewensch- te peil te houden. Op grond van statistische gegevens is de Crisis Rundveecentrale tot de conclusie gekomen, dat het aantal aan te houden kalveren voor het seizoen 1933/34 dan niet meer mag bedragen dan 410.000 stuks. Aannemende dat de verhouding tus- schen het aantal vaars- en stierkalveren normaal moet blijven, zal deze kalveren- stapel dan mogen bestaan uit ongeveer 350.000 stuks vaarskalveren en ongeveer 60.000 stuks stierkalveren. Deze aantallen kalveren zijn over de ver schillende Gewestelijke Centrales verdeeld naar de maatstaf van het aantal in 1933 ge telde stuks vrouwelijk jongvee beneden één jaar. Bij deze verdeeling is rekening gehou den met de volgende overwegingen: a. het percentage bedrijven met zeer kleine aantallen kalveren dat in de ver schillende gewesten aanwezig is. b. de ontwikkeling van de rundveefok kerij in de verschillende gewesten in den loop der jaren, zooals deze uit de resultaten van vorige veetellingen blijkt. Deze verdeeling is gevolgd bij de vaars kalveren en de niet-geregistreerde stier kalveren. Daarnaast is nagegaan hoeveel geregistreerde stierkalveren in de verschil lende gewesten vermoedelijk aan de hier beneden te noemen eischen zullen voldoen. Op grond van deze overwegingen zijn aan de verschillende gewesten de volgende aan tallen kalveren toegewezen. (Het eerste cij fer geeft aan het toegewezen aantal vaars- kalveren en niet geregistreerde stierkalve ren, het tweede cijfer het geschat aantal geregistreerde stierkalveren en het derde cijfer het totaal): Groningen 23571 1060 24631 Friesland 62892 9600 72492 Drenthe 28572 680 29252 Overijssel 49230 2080 51310 Gelderland zond. Rijk v. Nijmegen en land v. Maas en Waal) 55502 3720 59222 Utrecht 20150 800 20950 Noord-Holland 22362 2240 24602 Zuid-Holland 35368 2560 37928 Noord-Brabant (met Rijk v.Nijmegen en landv. Maas en Waal) 49407 280Q 52207 Zeeland 16259 180 16439 Limburg 19807 1160 20967 Totaal Nederland 383120 26880 410000 Deze kalveren (d.w.z. de vaarskalveren en niet-geregistreerde stier kalveren) wor den door de Gewestelijke Centrales volgens denzelfden maatstaf verdeeld over de dis tricten waarna de Districts-Commissies de voordrachten voor de Gewestelijke Cen trales voor de verschillende bedrijven op maken. Bij deze toewijzing gaat de Districts commissie wederom uit van het aantal in 1933 getelde stuks vrouwelijk jongvee be neden één jaar. Vervolgens is opgedragen voor. ieder be drijf aan de hand van het in het najaar van 1933 afgekalfde of in het voorjaar van 1934 te kalven aantal koeien, uit te maken of dit aantal normaal was, ja dan neen, reke ning houdende met de plaatselijke bedrijfs omstandigheden. Is aldus het normale aantal fokkalveren voor ieder bedrijf vastgesteld, dan wordt hierop een vermindering toegepast, welke toeneemt bij de grootere aantallen, behal ve bij die bedrijven waar de rundveehou derij een uitgesproken onderdeel van het bedrijf uitmaakt. In deze gevallen kan ook bij kleinere aan tallen kalveren het maximum kortingsper centage worde toegepast. Binnen korten tijd zullen derhalve door de Gewestelijke Rundveecentrales aan de veehouders toewijzigingskaarten worden verstrekt, op welke wordt vermeld hoeveel kalveren voor de op de kaart vermelde pe riode zijn toegestaan. Deze periode loopt van 1 November 1933 tot 1 November 1934. De toegestane vaarskalveren zullen in de loop van den zomer, doch in elk geval vóór 1 November 1934 ter schetsing moeten wor den aangemeld. Van de toegestane stierkalveren zal zoo dra mogelijk een schets moeten worden gemaakt. Van elk toegestaan en geschetst kalf wordt een gewaarmerkt en geteekend be wijs afgegeven, met welk bewijs het betref fende dier verhandelbaar is. Ter vervanging van dieren, waarvan het bewijs met schets of omschrijving wordt in geleverd bij de Gewestelijke Centrale kan tot een nader vast te stellen aantal een nieuw bewijs worden afgegeven, mits dit bewijs wordt aangevraagd vóór 1 Januari 1935. Het in voorraad hebben van niet door een bewijs gedekte stierkalveren, af of niet gecastreerd, wegens tusschen 60 en 200 kg zal na 1 Mei 1934 niet meer zijn toegestaan; bij vaarskaiveren zal dit het geval zijn na 1 November 1934 voor dieren, wegende tus- sohen 150 en 300 kg, welk verbod weldra bij wettelijken maatregel zal worden vastge legd. Aan de veehouders zeiven wordt over gelaten, te bepalen binnen het hun toege wezen aantal kalveren, hoeveel vaars- en hoeveel stierkalveren zij willen houden. Alle niet-toegelaten stierkalveren moeten als nuchtere kalveren worden opgeruimd, benevens een aantal vaarskalveren. Daar van worden uitgezonderd die kalveren, te welker aanzien de eigenaren zich verbin den ze te mesten en binnen een zekeren tijd als gemeste kalveren af te leveren. De Gewestelijke Rundveecentrales kunnen daarvoor mestvergunningen afgeven. Deze vergunningen kunnen worden aangevraagd bij de Secretarissen der Districts-Commis sies. Vaarskalveren en ongeregistreerde stier- kalveren, waarvan men idenditeitsbewijzen wenscht, moeten worden opgegeven aan den Districts-Secretaris, de nagaat of het toegestane aantal kalveren niet is over schreden, het verschuldigde bedrag int en de opgave doorgeeft aan den betreffenden schetser. Deze gaat de dieren schetsen en dient de schets in bij de betreffende Gewes telijke Rundveecentrale, welke binnen het voor den betrokkene toegestane aantal kal veren indentiteitsbewijzen afgeeft aan de eigenaren. Zooals boven reeds is medegedeeld zal de gelegenheid worden gegeven om boven het gewoon aantal toegewezen kalveren, nog te houden geregistreerde stierkalveren, welke aan bepaalde afstammingseischen voldoen, terwijl tenslotte nog maatregelen zijn getroffen voor het behouden van meer waardige fokdieren. Ten aanzien van deze twee punten kun nen wij nog het volgende mededeeden: Wat betreft de stierkalveren worden ex tra toegelaten alle stierkalveren, van welke op grond van hun afstamming mag worden verwacht, dat zij een meer dan gewone fok waarde bezitten. Zij moeten in dit opzicht voldoen aan de in bijlage I vermelde pro ductie eischen geldend voor de moeders of grootmoeders, vastgesteld in overleg met de Rundveestamboeken, de Commissies ter bevordering van de veefokkerij en den Voorlichtingsdienst van den Landbouw. Deze eischen gelden bij een gemiddeld vetgehalte van 3.20% of meer. Voor koeien met 3 tot 3.20% vet in de melk wordt voor elk 0.01% vet, met inachtneming van den leeftijd en den duur der laotatieperiode, het minimum aantal kg melk met 30 kg ver meerderd. Lijsten met éen lager gemiddeld vetge halte dan 3% zijn altijd onvoldoende. Van de moeders, resp. grootmoeders der stierkalveren moet minstens de kleinste helft van de melklijsten, welke aanwezig kunnen zijn gerekend vanaf de eerste maal dat het dier in controle is genomen, aan de bovenstaande minimum-eischen voldoen. Uitzonderingen hierop zijn slechts toege staan in de volgende twee gevallen: a. bij eerste of tweede kalfskoeien, die nog geen melklijst kunnen hebben, doch waarvan beide grootmoeders aan de gestel de eischen voldoen. b. bij tweede kalfkoeien, die slechts één melklijst hebben, welke door bijzondere om standigheden niet aan deze eischen voldoet doch waarvan alle normale lijsten van bei de grootmoeders hieraan wed voldoen. Bij de aanvrage van deze stierkalveren is de gang van zaken als volgt: Voor in een erkende fokvereeniging ge registreerde stierkalveren wordt op een bij den Districts-Secretaris verkrijgbaar aan vraagformulier vergunning tot het aanhou den van het betreffend kalf verzocht; ddt formulier wordt door den Secretaris der Fokvereeniging toegezonden aan den Hoofdcontroledienst in zijn geheel (zie bij lage II), die het van zijn verklaring voor zien, aan de betreffende Gewestelijke Rund veecentrale toezendt, die op haar beurt, in dien blijkens de verklaring van den Hoofd controledienst de afstamming aan de ge stelde eischen voldoet, het identiteitsbewijs afgeeft aan den eigenaar. Voor stamboekstierkailveren wordt door het betreffende Stamboek bij iedere ge boorte opgave nagegaan of de afstamming aan de gestelde eischen voldoet en van zijn bevinding mededeeling gedaan aan de Ge westelijke Rundveecentrale. Is aan de pro- ductie-eischen voldaan, dan wordt voor een stamboekstienkalf het benoodigde identi teitsbewijs afgegeven. Voor de identiteitsbewijzen wordt het ge wone bedrag geheven. Betreffende de maatregelen voor het be houden van meerwaardige fokdieren, dee- len wij nog mede dat dit alleen is toege staan aan eigenaren van op grond van de registratie 'of ziektebestrijdingsmaafregelen erkende veestapels. De eischen, te stellen aan op grond van registratie erkende veestapels zijn als volgt: Zij moeten, voor zooveel bestaande uit in een stamboek geregistreerde fokdieren, minstens 3/4 deel van den geheelen vee stapel bestaan uit zoodanige dieren, en voor zooveel bestaande uit in een erkende Fokstapel bestaan uit zoodanige dieren, en voor vereen, geregistreerde fokdieren, uit sluitende uit zoodanige dieren zijn samen- gestled. Zij moeten gedurende minstens de drie laatst verloopen jaren aan een gere geld toegepaste algemeene melkcontrole zijn onderworpen geweest; er moet gedu rende minstens de drie laatst verloopen jaren uitsluitend zijn gewerkt met voorloo- pig of definitief ingeschreven stamboek- stieren of stieren, welke zijn geprimeerd door de desbetreffende Provinciale Com- missiés ter bevordering van de Rundvee fokkerij. Voor bedrijven, welke nog geen drie ja ren bestaan, wordt tevens de eisoh gesteld, dat de veestapel voor minstens 3/4 deel uit in een stamboek of uitsluitend uit door een erkende Fokvereeniging geregistreerde fok dieren bestaat; voorts uitsluitend uit ge controleerde dieren of dieren, welker moe ders gecontroleerd zijn, terwijl de algemee ne melkcontrole onmiddellijk bij inrichting zal moeten zijn of worden ingevoerd. Eischen aan de overtaliig aan te houden vaarskalveren van deze veestapels te stel len: Deze vaarskalveren zullen moeten zijn óf volbloedstamboekkalveren, welker moeders voor zooveel betreft "de grootste helft der melkstaten welke van die dieren aanwezig kunnen zijn, voldoen aan de eischen, ge steld voor de moeders der aan te houden ge- i registreerde stierkalveren; óf vaarskalve ren, ingeschreven in het register voor jong vee van een erkende fokvereeniging, waar bij alle normale (ter beoordeeling van den betrokken Hoofdcontroledienst) melkstaten der moeders, welke aanwezig kunnen zijn, aan die eischen voldoen. Eischen te stellen aan op grond van ziek tebestrijdingsmaatregelen erkende veesta pels: Veestapels, uitsluitend bestaande uit tu- berculosevrije dieren, kunnen door de Cri sis Rundveecentrale als zoodanig worden FI.35 FI.40 FI.45 IS VAN BLIJVENDEN PASVORM UITSLUITEND MAATKLEERMAKERS ARBJD KOREVAARSTRAAT Zie onze Stoffen-Galerij erkend op voordracht van de Gewestelijke Rundveecentrale. Onder tuberculosevrije veebeslagen wordt verstaan, de beslagen van eigenaren, die lid zijn van een erkende tuberculosebestrij- dingsorganisatie en in welke gedurende twee achtereenvolgende jaren geen reactie- dieren boven den leeftijd van één jaar zijn voorgekomen, noch van eenige andere vorm van tuberculose is geconstateerd. Bij het evt. voorkomen in zulk een veebeslag van een reactiedier beneden den leeftijd van een jaar is de eigenaar verplicht het desbetref fende dier zoo spoedig mogelijk van de hand te doen. Eischen aan de overtaliig aan te houden kalveren van deze veestapels te stellen: Overgelegd moet worden een bewijs van een erkende rundertuberculosebestrijdings- organisatie, dat deze kalveren afkomstig zijn van het erkende bedrijf en dat het in het belang van de tuberculosebestrijding in deze veestapel is, dat deze kalveren worden aangehouden. Deze verklaring zal moeten zijn voorzien van het fiat van den betrok ken Inspecteur van den Veeartsenij kundi- gen Dienst. t De gang van zaken is hierij de volgende: Aanvrage om erkenning van veestapels zullen moeten worden gericht tot de Ge westelijke Rundveecentrale, evenals aan vragen voor hiervan boventallig te houden kalveren, onder overlegging van 20 per stuk. Deze aanvragen zullen voor zoover betreft kalveren van geregistreerde bedrijven voor zien moeten zijn van een bewijs van stam boek of Hoofdcontroledienst, dat zij aan de gestelde eischen voldoen en voor zoover be treft die van gezond verklaarde veestapels, van het bewijs dat zij afkomstig zijn uit den desbetreffenden veestapel en dat hun aanhouden is in het belang van de tuber culosebestrijding in dien veestapel. Dit be wijs moet zijn gefiatteerd" door den betrok ken Inspecteur van den Veeartsenij kundi- gen Dienst. „Rotterdammer". GEMENGDE BERICHTEN DOOD ACHTER HET STUUR. Auto botste tegen tramhuisje. Gistermorgen reed de 68-jarige J. D. A. Duynstee uit Hees met zijn auto van de Dorpstraat naar Nijmegen. Plotseling zwenkte de wagen van den weg af en bots te tegen het tramhuisje van de electrische tram op den hoek Dorpstraat-Voorstadslaan. Het huisje werd totaal in elkaar gereden. Voorbijgangers snelden direct te hulp en vonden den ouden heer dood achter het stuur. Dr. van Kessel, die terstond ter assisten tie aanwezig was, constateerde, dat de heer Dunstee door hartverlamming was overle den. Hij moet reeds dood achter het stuur hebben gezeten, toen de botsing gebeurde. De auto was slechts licht beschadigd en kon op eigen krachten worden weggereden. Het stoffelijk overschot van den heer D. is naar het St. Carolus Ziekenhuis te Nij megen overgebracht. ERNSTIGE AANRIJDING. Chauffeur reed door. Op den Pettelaarschenweg te Den Bosch heeft gisteravond een ernstige aanrijding plaats gevonden, waarvan jonge menschen het slachtoffer werden. De 22-jarige mej. van B. en de 21-jarige v. E. liepen op den Pettelaarschenweg te wandelen, toen zij onverwacht door een auto werden aangereden. Zij werden te gen den grond gesmaakt en hevig bloe dend opgenomen. In zorgwekkenden toe stand zijn beide slachtoffers naar het Groot Ziekengasthuis te Den Bosch overgebracht, alwaar zij ter verpleging zijn opgenomen. De chauffeur van de auto, zekere S. uit Sint Michielsgestel was na de aanrydmg doorgereden, doch men heeft hem in zijn woonplaats kunnen aanhouden. Hij be weerde met een boomtak in aanraking te zijn geweest. De auto, die aan de voorzijde eenigszins beschadigd was, is in beslag ge nomen. S. is naar Den Bosch overge bracht. VERDRONKEN. Tusschen Zwartsluis en Genemuiden is de 21-jarige zoon van schipper Veldman uit Kampen bij het overslaan van het fokzeil overboord geslagen en in het Zwartewater veidronken. Het lijk is nog niet gevonden. BRAND IN MATRASSENFABRIEK. Gistermiddag 5 uur is brand uitgebroken in de matrassenfabriek Union van de fir ma Kok te Drachten. De brand schijnt ont staan te zijn op de electrische wolverwar- ming-afdeeling. Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat het personeel, groot 35 man, in allerijl het drie verdiepingen hooge gebouw moest verlaten. De vlammen von den gretig voedsel in het aanwezig zeer brandbare materiaal, zoodat binnen weinig oogenblikken het pand- in lichter laaie stond. De brandweer van Drachten was spoedig met twee motorspuiten aanwezig. Twee bij de farbiek gelegen woonhuizen liepen ge vaar door het vuur te worden aangetast en de eerste taak gold dan ook deze huizen voor het vernielend element te sparen. Van de fabriek zelf kon niets gered wor den. De schade wordt geraamd op eenige tienduizenden guldens doch wordt door verzekering gedekt. Het personeel zal waarschijnlijk op een andere fabriek van dezelfde firma, in deze omgeving, werk kunnen krijgen. ONREGELMATIGHEID BIJ TREKKING VAN LOTISICO? Loten zouden uit den trommel zijn gevallen en eerst later gevonden. Uit 's-Gravenhage meldt men aan de „Tel".: Aan de Lotisico, die in de bevoor rechte positie verkeert, dat zij naast de Staatsloterij praotisch de eenige loterij on derneming is, die ongehinderd haar werk zaamheden kan voortzetten, is bij de jong ste trekking op 26 Februari ji. in het ver- eeniging te Den Haag, naar een polishouder ons mededeelt, een onaangename gebeurte nis overkomen. Degene, die de draaiende trommel met loten bediende en daarin nog niet zeer be dreven moet zijn gefeest, zou vergeten hebben de klep te sluiten na een der trek kingen, waardoor bij het verder draaien een groot aantal loten naar buiten zouden zijn geslingerd. Men moet zich toen toe be paald hebben de loten op te rapen en zon der nadere telling of het aantal compleet was, doorgedraaid hebben. Pas bij het schoonmaken van de zaal na afloop der trekking zouden de kellners van het gebouw onder het tooneel nog zestien loten hebben gevonden, die uit de trommel gevallen waren, maar bij het oprapen onopgemerkt gebleven waren. De kellners, die voorne mens zouden zijn geweest munt uit deze vondst te slaan, namen een zaakwaarnemer in den arm, die hen gesterkt zou hebben in hun plan. Toen de raadsman de directie van de Lo tisico op de hoogte bracht, moet de loterij - onderneming de loten opgeëischt hebben, maar de kellners moeten niet genegen ge weest zijn de stukken zonder meer af te geven. Later zou de directie van Lotisaco, die het voornemen te kennen moet gege ven hebben de zaak bij de politie te zullen aangeven, zich geneigd getoond hebben wel eenige vergoeding voor de teruggave der loten over te hebben, maar het aanbod zou volgens de kellners niet hoog genoeg zijn geweest. Inmiddels was het voorgevallene ter oore gekomen van een polishouder, die zich be nadeeld achtte. Op het oogenblik dat de loten uit de trommel rolden, moesten de prijzen van 50.000 en van 30.000 nog vallen, zoodat de zestien verdwenen loten wel degelijk van belang hadden kunnen zijn. De polishouder reclameerde bij de direc tie van Lotisico: hij vroeg ongeldigverkla- ring der trekking of uitkeering van een der hooge prijzen. De directie bleek niet gene gen aan een van deze verzoeken te voldoen. Zij moet geantwoord hebben dat de zaak nog in onderzoek was en dat zij de prijzen niet aan den vrager kon uitkeeren, omdat op grond van de gemelde overweging iedere polishouder daar wel aanspraak op zou kun nen maken. De polishouder, die bij Lotisico geen vol doening kon krijgen, wendde zich daarop tot de politie. Deze vond in het gebeurde aan leiding over te gaan tot de arrestatie van de twee kellners, die verdacht worden van diefstal. Hiermede kan de zaak evenwel niet als geëindigd beschouwd worden voor Lotisico, want naar ons bleek wordt er gewerkt aan een georganiseerde actie tot schadevergoe ding onder de polishouders, die per adver tentie zijn opgeroepen. Van deze zijde wil men een civiele actie tegen de loterijmaatsohappij instellen op grond der gemelde onregelmatigheid, die ook ter kennis der politie moet zijn ge bracht. De polishouders stellen zich op het standpunt dat de notaris, die de trekking leidde, niet had mogen laten doordraaien, alvorens nageteld was of alle loten aanwe zig waren. Zij stellen de vennootschap dus in gebreke en willen daarop hun vordering baseeren. Intusschen zijn de kellners, die reeds voor hun arrestatie door de directie vein het Vereenigdngsgebouw moeten zijn ontslagen, de dupe geworden van hun ver langen hun vondst te gelde te maken. SMOKKELAARS BETRAPT AAN DE BELGISCHE GRENS. Door de rijksambtenaren werden gister nacht nabij de grens onder Nispen twee smokkelaars aangehouden, nJ. zekere B. uit Wouw en zekere B. uit Steenbergen, van wie tevens 148 K.G. suiker, vet en marga rine in beslag werd genomen. Vervolgens werd van een anderen smokkelaar nog een partij suiker en meel aangeslagen. Intusschen had ook de Belgische douane succes te boeken door de aanhouding van zekeren K. uit Roosendaal, die nabij Steen- paal een dorschmotor frauduleus België trachtte in te voeren. Hem werd bij kort geding een boete van 9000 frs. opgelegd. Gisteravond werd te Asperen een auto uit België aangehouden, welke 650 kg. suiker bevatte. De chauffeur, zekere v. d. B. uit Breda, werd gearresteerd. BOTERSMOKKELAARS PER AUTO. Revolverschoten hadden geen succes. Dezer dagefi zag een kommies een auto dicht bij „de Golf" onder Nieuwkerk. De auto reed even over de grens en keerde terug. Dat kwam den ambtenaar verdacht voor en hij sommeerde den chauffeur halt te houden. Toen daaraan niet voldaan werd, volgden er revolverschoten, doch de auto reed door. Een onderzoek door den ambtenaar met den inspecteur Reyntjes ingesteld, leidde naar een garage in Goirle. Daar vond men de auto, waarvan de achterzijde de sporen droeg van een revolverkogel. Nadat de auto in beslag was genomen, werd de bestuur der D. uit Tilburg opgezocht, die bekende vervoerd'te hebben 240 K.G. margarine op last van S., welke margarine was afgeladen aan een opslagplaats in de Oerlesche straat. Daar vond men D. en S. elke met 6 K.G. boter onder de jas, het laatste restant van hun vracht, daar de rest reeds was gedistri bueerd. ARRESTANT UIT CEL ONTVLUCHT. Zichzelf later weer aangemeld. Door de politie te Blaricum werd Woensdagavond aangehouden zekeren H. wonende aldaar, die er van verdacht werd dienzelfden avond een drietal inbraken te hebben gepleegd. H. die in het cachot bij het gemeente huis werd opgesloten, zag Donderdag avond kans tijdens de afwezigheid van de politiee de dubbele deuren van rijn cel te forceeren en te ontvluchten. De politie die zulks later ontdekte, stel de onmiddellijk een achtervolging in, doch het mocht haar niet gelukken den arres tant te achterhalen. Echter nog denzelf den avond, om half tien, kwam de ont vluchte zichzelf weer aanmelden. Als mo tief voor zijn ontvluchting gaf hij op, dat hij het niet langer in zijn cel kon uithou den. Men heeft hem daarop weer ingeslo ten. DE BEAMBTEN CONTROLEEREN STERK. De Duitsche fiscus heeft de Nederlandsch- Duitsche grens bij en om Kerkrade zoo goed als hermetisch afgesloten. Dag en nacht, bij storm en ontij houden de keurig geünifor meerde Duitsche beambten de wacht. Des ondanks gaat nog menig smokkelaar de grens over, blijkens de inbeslagnemingen, die nog geschieden. Voor de beambten zijn houten waterdichte keeten gemaakt, aan alle naar de grens voerende wegen, dienen de als schuilplaats en als observatiepost. Allerlei trucs worden door de smokkelaars bedacht en aangewend om hun smokkel waar stiekum over de grens te kunnen brengen. Maar ook de z.g. klein-smokkelaar moet op zijn hoede zijn. Vlak bij de grens werd een man aange houden, die weer wat nieuws had bedacht om de beambten te verschalken. Hij had drie pond koff ie in de been windsels ver stopt en moet er wel enkele uren aan be steed hebben om de koffie te verbergen. De koffieboonen bevonden zich geetaleerd op de bloote beenen. De leege halfponds-zak- jes had de smokkelaar gelegd in zijn schoen. In den anderen schoen liep hij op losse ta bak. Over de grens moest de koffie weer verpakt worden in de papieren zakjes. Het was zijn eigen schuld, dat de smokkelaar in de gaten liep. Toen hij n.l. een ernstigen blik op zijn beenen wierp, werd zulks door den visiteerenden beambte, die hem al wil de laten passeeren, gezien. Een nauwkeu rige fouilleering braoht de smokkelaarstruc aan het licht. In het Rolducerbosch lagen Duitsche be ambten op den loer. Smokkelaars passeer den tot drie keer en toe te voet en per rij wiel met ledige kartonnen doozen, met het doel de beambten uit hun hinderlaag te lok ken. Toen de smokkelaars voor den vierden keer, thans met gevulde doozen naderden, grepen de beambten toe, arresteerden de smokkelaars en namen de smokkelwaar in beslag. DRIEKWART TON IN KISTJE. Aan het „Hbld." wordt uit Heerenveen gemeld: Op het platteland van Friesland woont een man, ruim 70 jaar oud, die altijd heel eenvoudig leefde en van wien niemand in zijne omgeving vermoedde dat hij „er warmpjes in zat". De grijsaard had in den laatsten tijd ook veel gehoord van verzwe gen belasting, van de groote bedragen, die nog werden opgegeven bij den fiscus en hij achtte zich ook schuldig. Hij besloot zij het dan ook met looden schoenen zich te bevoegder plaatse te vervoegen en open kaart te spelen. Hij deelde mede dat hij een bedrag van ruim 75.000 gulden aan „pa piertjes" had, die hij in een eenvoudig hou ten kistje, dat met een goedkoop hangslot- je gesloten was, bewaarde. De plaats van het belangrijke kistje was echter niet altijd dezelfde, dan stond het hier, dan daar en des naohts kreeg het een heel veilig plaatsje. een situatie, waar zélfs een Zondagsjager stomverwonderd tegen over staat. (Lachende Welt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9