DORNII
KLEERMAKERIJ
BEEKMAN
VRIJDAG 9 MAART 1934
üE LEIDSCHE COURANT
MrtLKUE. BLAD PAG. 9
DE TEELTREGELING VOOR HET
RUNDVEE.
Het doel van de teeltregeling voor het
rundvee is om de veestapel, wanneer die
eenmaal tot het gewensohte peil is terug
gebracht, zooveel mogelijk op dit gewensch-
te peil te houden. Op grond van statistische
gegevens is de Crisis Rundveecentrale tot
de conclusie gekomen, dat het aantal aan
te houden kalveren voor het seizoen 1933/34
dan niet meer mag bedragen dan 410.000
stuks. Aannemende dat de verhouding tus-
schen het aantal vaars- en stierkalveren
normaal moet blijven, zal deze kalveren-
stapel dan mogen bestaan uit ongeveer
350.000 stuks vaarskalveren en ongeveer
60.000 stuks stierkalveren.
Deze aantallen kalveren zijn over de ver
schillende Gewestelijke Centrales verdeeld
naar de maatstaf van het aantal in 1933 ge
telde stuks vrouwelijk jongvee beneden één
jaar. Bij deze verdeeling is rekening gehou
den met de volgende overwegingen:
a. het percentage bedrijven met zeer
kleine aantallen kalveren dat in de ver
schillende gewesten aanwezig is.
b. de ontwikkeling van de rundveefok
kerij in de verschillende gewesten in den
loop der jaren, zooals deze uit de resultaten
van vorige veetellingen blijkt.
Deze verdeeling is gevolgd bij de vaars
kalveren en de niet-geregistreerde stier
kalveren. Daarnaast is nagegaan hoeveel
geregistreerde stierkalveren in de verschil
lende gewesten vermoedelijk aan de hier
beneden te noemen eischen zullen voldoen.
Op grond van deze overwegingen zijn aan
de verschillende gewesten de volgende aan
tallen kalveren toegewezen. (Het eerste cij
fer geeft aan het toegewezen aantal vaars-
kalveren en niet geregistreerde stierkalve
ren, het tweede cijfer het geschat aantal
geregistreerde stierkalveren en het derde
cijfer het totaal):
Groningen 23571 1060 24631
Friesland 62892 9600 72492
Drenthe 28572 680 29252
Overijssel 49230 2080 51310
Gelderland zond. Rijk v.
Nijmegen en land v.
Maas en Waal) 55502 3720 59222
Utrecht 20150 800 20950
Noord-Holland 22362 2240 24602
Zuid-Holland 35368 2560 37928
Noord-Brabant (met Rijk
v.Nijmegen en landv.
Maas en Waal) 49407 280Q 52207
Zeeland 16259 180 16439
Limburg 19807 1160 20967
Totaal Nederland 383120 26880 410000
Deze kalveren (d.w.z. de vaarskalveren
en niet-geregistreerde stier kalveren) wor
den door de Gewestelijke Centrales volgens
denzelfden maatstaf verdeeld over de dis
tricten waarna de Districts-Commissies de
voordrachten voor de Gewestelijke Cen
trales voor de verschillende bedrijven op
maken.
Bij deze toewijzing gaat de Districts
commissie wederom uit van het aantal in
1933 getelde stuks vrouwelijk jongvee be
neden één jaar.
Vervolgens is opgedragen voor. ieder be
drijf aan de hand van het in het najaar van
1933 afgekalfde of in het voorjaar van 1934
te kalven aantal koeien, uit te maken of
dit aantal normaal was, ja dan neen, reke
ning houdende met de plaatselijke bedrijfs
omstandigheden.
Is aldus het normale aantal fokkalveren
voor ieder bedrijf vastgesteld, dan wordt
hierop een vermindering toegepast, welke
toeneemt bij de grootere aantallen, behal
ve bij die bedrijven waar de rundveehou
derij een uitgesproken onderdeel van het
bedrijf uitmaakt.
In deze gevallen kan ook bij kleinere aan
tallen kalveren het maximum kortingsper
centage worde toegepast.
Binnen korten tijd zullen derhalve door
de Gewestelijke Rundveecentrales aan de
veehouders toewijzigingskaarten worden
verstrekt, op welke wordt vermeld hoeveel
kalveren voor de op de kaart vermelde pe
riode zijn toegestaan. Deze periode loopt
van 1 November 1933 tot 1 November 1934.
De toegestane vaarskalveren zullen in de
loop van den zomer, doch in elk geval vóór
1 November 1934 ter schetsing moeten wor
den aangemeld.
Van de toegestane stierkalveren zal zoo
dra mogelijk een schets moeten worden
gemaakt.
Van elk toegestaan en geschetst kalf
wordt een gewaarmerkt en geteekend be
wijs afgegeven, met welk bewijs het betref
fende dier verhandelbaar is.
Ter vervanging van dieren, waarvan het
bewijs met schets of omschrijving wordt in
geleverd bij de Gewestelijke Centrale kan
tot een nader vast te stellen aantal een
nieuw bewijs worden afgegeven, mits dit
bewijs wordt aangevraagd vóór 1 Januari
1935. Het in voorraad hebben van niet door
een bewijs gedekte stierkalveren, af of niet
gecastreerd, wegens tusschen 60 en 200 kg
zal na 1 Mei 1934 niet meer zijn toegestaan;
bij vaarskaiveren zal dit het geval zijn na
1 November 1934 voor dieren, wegende tus-
sohen 150 en 300 kg, welk verbod weldra bij
wettelijken maatregel zal worden vastge
legd.
Aan de veehouders zeiven wordt over
gelaten, te bepalen binnen het hun toege
wezen aantal kalveren, hoeveel vaars- en
hoeveel stierkalveren zij willen houden.
Alle niet-toegelaten stierkalveren moeten
als nuchtere kalveren worden opgeruimd,
benevens een aantal vaarskalveren. Daar
van worden uitgezonderd die kalveren, te
welker aanzien de eigenaren zich verbin
den ze te mesten en binnen een zekeren
tijd als gemeste kalveren af te leveren. De
Gewestelijke Rundveecentrales kunnen
daarvoor mestvergunningen afgeven. Deze
vergunningen kunnen worden aangevraagd
bij de Secretarissen der Districts-Commis
sies.
Vaarskalveren en ongeregistreerde stier-
kalveren, waarvan men idenditeitsbewijzen
wenscht, moeten worden opgegeven aan
den Districts-Secretaris, de nagaat of het
toegestane aantal kalveren niet is over
schreden, het verschuldigde bedrag int en
de opgave doorgeeft aan den betreffenden
schetser. Deze gaat de dieren schetsen en
dient de schets in bij de betreffende Gewes
telijke Rundveecentrale, welke binnen het
voor den betrokkene toegestane aantal kal
veren indentiteitsbewijzen afgeeft aan de
eigenaren.
Zooals boven reeds is medegedeeld zal de
gelegenheid worden gegeven om boven het
gewoon aantal toegewezen kalveren, nog
te houden geregistreerde stierkalveren,
welke aan bepaalde afstammingseischen
voldoen, terwijl tenslotte nog maatregelen
zijn getroffen voor het behouden van meer
waardige fokdieren.
Ten aanzien van deze twee punten kun
nen wij nog het volgende mededeeden:
Wat betreft de stierkalveren worden ex
tra toegelaten alle stierkalveren, van welke
op grond van hun afstamming mag worden
verwacht, dat zij een meer dan gewone fok
waarde bezitten. Zij moeten in dit opzicht
voldoen aan de in bijlage I vermelde pro
ductie eischen geldend voor de moeders of
grootmoeders, vastgesteld in overleg met
de Rundveestamboeken, de Commissies ter
bevordering van de veefokkerij en den
Voorlichtingsdienst van den Landbouw.
Deze eischen gelden bij een gemiddeld
vetgehalte van 3.20% of meer. Voor koeien
met 3 tot 3.20% vet in de melk wordt voor
elk 0.01% vet, met inachtneming van den
leeftijd en den duur der laotatieperiode, het
minimum aantal kg melk met 30 kg ver
meerderd.
Lijsten met éen lager gemiddeld vetge
halte dan 3% zijn altijd onvoldoende.
Van de moeders, resp. grootmoeders der
stierkalveren moet minstens de kleinste
helft van de melklijsten, welke aanwezig
kunnen zijn gerekend vanaf de eerste maal
dat het dier in controle is genomen, aan de
bovenstaande minimum-eischen voldoen.
Uitzonderingen hierop zijn slechts toege
staan in de volgende twee gevallen:
a. bij eerste of tweede kalfskoeien, die
nog geen melklijst kunnen hebben, doch
waarvan beide grootmoeders aan de gestel
de eischen voldoen.
b. bij tweede kalfkoeien, die slechts één
melklijst hebben, welke door bijzondere om
standigheden niet aan deze eischen voldoet
doch waarvan alle normale lijsten van bei
de grootmoeders hieraan wed voldoen.
Bij de aanvrage van deze stierkalveren
is de gang van zaken als volgt:
Voor in een erkende fokvereeniging ge
registreerde stierkalveren wordt op een bij
den Districts-Secretaris verkrijgbaar aan
vraagformulier vergunning tot het aanhou
den van het betreffend kalf verzocht; ddt
formulier wordt door den Secretaris der
Fokvereeniging toegezonden aan den
Hoofdcontroledienst in zijn geheel (zie bij
lage II), die het van zijn verklaring voor
zien, aan de betreffende Gewestelijke Rund
veecentrale toezendt, die op haar beurt, in
dien blijkens de verklaring van den Hoofd
controledienst de afstamming aan de ge
stelde eischen voldoet, het identiteitsbewijs
afgeeft aan den eigenaar.
Voor stamboekstierkailveren wordt door
het betreffende Stamboek bij iedere ge
boorte opgave nagegaan of de afstamming
aan de gestelde eischen voldoet en van zijn
bevinding mededeeling gedaan aan de Ge
westelijke Rundveecentrale. Is aan de pro-
ductie-eischen voldaan, dan wordt voor een
stamboekstienkalf het benoodigde identi
teitsbewijs afgegeven.
Voor de identiteitsbewijzen wordt het ge
wone bedrag geheven.
Betreffende de maatregelen voor het be
houden van meerwaardige fokdieren, dee-
len wij nog mede dat dit alleen is toege
staan aan eigenaren van op grond van de
registratie 'of ziektebestrijdingsmaafregelen
erkende veestapels.
De eischen, te stellen aan op grond van
registratie erkende veestapels zijn als volgt:
Zij moeten, voor zooveel bestaande uit in
een stamboek geregistreerde fokdieren,
minstens 3/4 deel van den geheelen vee
stapel bestaan uit zoodanige dieren, en
voor zooveel bestaande uit in een erkende
Fokstapel bestaan uit zoodanige dieren, en
voor vereen, geregistreerde fokdieren, uit
sluitende uit zoodanige dieren zijn samen-
gestled. Zij moeten gedurende minstens de
drie laatst verloopen jaren aan een gere
geld toegepaste algemeene melkcontrole
zijn onderworpen geweest; er moet gedu
rende minstens de drie laatst verloopen
jaren uitsluitend zijn gewerkt met voorloo-
pig of definitief ingeschreven stamboek-
stieren of stieren, welke zijn geprimeerd
door de desbetreffende Provinciale Com-
missiés ter bevordering van de Rundvee
fokkerij.
Voor bedrijven, welke nog geen drie ja
ren bestaan, wordt tevens de eisoh gesteld,
dat de veestapel voor minstens 3/4 deel uit
in een stamboek of uitsluitend uit door een
erkende Fokvereeniging geregistreerde fok
dieren bestaat; voorts uitsluitend uit ge
controleerde dieren of dieren, welker moe
ders gecontroleerd zijn, terwijl de algemee
ne melkcontrole onmiddellijk bij inrichting
zal moeten zijn of worden ingevoerd.
Eischen aan de overtaliig aan te houden
vaarskalveren van deze veestapels te stel
len:
Deze vaarskalveren zullen moeten zijn óf
volbloedstamboekkalveren, welker moeders
voor zooveel betreft "de grootste helft der
melkstaten welke van die dieren aanwezig
kunnen zijn, voldoen aan de eischen, ge
steld voor de moeders der aan te houden ge-
i registreerde stierkalveren; óf vaarskalve
ren, ingeschreven in het register voor jong
vee van een erkende fokvereeniging, waar
bij alle normale (ter beoordeeling van den
betrokken Hoofdcontroledienst) melkstaten
der moeders, welke aanwezig kunnen zijn,
aan die eischen voldoen.
Eischen te stellen aan op grond van ziek
tebestrijdingsmaatregelen erkende veesta
pels:
Veestapels, uitsluitend bestaande uit tu-
berculosevrije dieren, kunnen door de Cri
sis Rundveecentrale als zoodanig worden
FI.35 FI.40 FI.45
IS VAN
BLIJVENDEN PASVORM
UITSLUITEND
MAATKLEERMAKERS
ARBJD
KOREVAARSTRAAT
Zie onze Stoffen-Galerij
erkend op voordracht van de Gewestelijke
Rundveecentrale.
Onder tuberculosevrije veebeslagen wordt
verstaan, de beslagen van eigenaren, die
lid zijn van een erkende tuberculosebestrij-
dingsorganisatie en in welke gedurende
twee achtereenvolgende jaren geen reactie-
dieren boven den leeftijd van één jaar zijn
voorgekomen, noch van eenige andere vorm
van tuberculose is geconstateerd. Bij het
evt. voorkomen in zulk een veebeslag van
een reactiedier beneden den leeftijd van een
jaar is de eigenaar verplicht het desbetref
fende dier zoo spoedig mogelijk van de
hand te doen.
Eischen aan de overtaliig aan te houden
kalveren van deze veestapels te stellen:
Overgelegd moet worden een bewijs van
een erkende rundertuberculosebestrijdings-
organisatie, dat deze kalveren afkomstig
zijn van het erkende bedrijf en dat het in
het belang van de tuberculosebestrijding in
deze veestapel is, dat deze kalveren worden
aangehouden. Deze verklaring zal moeten
zijn voorzien van het fiat van den betrok
ken Inspecteur van den Veeartsenij kundi-
gen Dienst. t
De gang van zaken is hierij de volgende:
Aanvrage om erkenning van veestapels
zullen moeten worden gericht tot de Ge
westelijke Rundveecentrale, evenals aan
vragen voor hiervan boventallig te houden
kalveren, onder overlegging van 20 per
stuk.
Deze aanvragen zullen voor zoover betreft
kalveren van geregistreerde bedrijven voor
zien moeten zijn van een bewijs van stam
boek of Hoofdcontroledienst, dat zij aan de
gestelde eischen voldoen en voor zoover be
treft die van gezond verklaarde veestapels,
van het bewijs dat zij afkomstig zijn uit
den desbetreffenden veestapel en dat hun
aanhouden is in het belang van de tuber
culosebestrijding in dien veestapel. Dit be
wijs moet zijn gefiatteerd" door den betrok
ken Inspecteur van den Veeartsenij kundi-
gen Dienst. „Rotterdammer".
GEMENGDE BERICHTEN
DOOD ACHTER HET STUUR.
Auto botste tegen tramhuisje.
Gistermorgen reed de 68-jarige J. D. A.
Duynstee uit Hees met zijn auto van de
Dorpstraat naar Nijmegen. Plotseling
zwenkte de wagen van den weg af en bots
te tegen het tramhuisje van de electrische
tram op den hoek Dorpstraat-Voorstadslaan.
Het huisje werd totaal in elkaar gereden.
Voorbijgangers snelden direct te hulp en
vonden den ouden heer dood achter het
stuur.
Dr. van Kessel, die terstond ter assisten
tie aanwezig was, constateerde, dat de heer
Dunstee door hartverlamming was overle
den. Hij moet reeds dood achter het stuur
hebben gezeten, toen de botsing gebeurde.
De auto was slechts licht beschadigd en kon
op eigen krachten worden weggereden.
Het stoffelijk overschot van den heer D.
is naar het St. Carolus Ziekenhuis te Nij
megen overgebracht.
ERNSTIGE AANRIJDING.
Chauffeur reed door.
Op den Pettelaarschenweg te Den Bosch
heeft gisteravond een ernstige aanrijding
plaats gevonden, waarvan jonge menschen
het slachtoffer werden.
De 22-jarige mej. van B. en de 21-jarige
v. E. liepen op den Pettelaarschenweg te
wandelen, toen zij onverwacht door een
auto werden aangereden. Zij werden te
gen den grond gesmaakt en hevig bloe
dend opgenomen. In zorgwekkenden toe
stand zijn beide slachtoffers naar het Groot
Ziekengasthuis te Den Bosch overgebracht,
alwaar zij ter verpleging zijn opgenomen.
De chauffeur van de auto, zekere S. uit
Sint Michielsgestel was na de aanrydmg
doorgereden, doch men heeft hem in zijn
woonplaats kunnen aanhouden. Hij be
weerde met een boomtak in aanraking te
zijn geweest. De auto, die aan de voorzijde
eenigszins beschadigd was, is in beslag ge
nomen. S. is naar Den Bosch overge
bracht.
VERDRONKEN.
Tusschen Zwartsluis en Genemuiden is
de 21-jarige zoon van schipper Veldman uit
Kampen bij het overslaan van het fokzeil
overboord geslagen en in het Zwartewater
veidronken. Het lijk is nog niet gevonden.
BRAND IN MATRASSENFABRIEK.
Gistermiddag 5 uur is brand uitgebroken
in de matrassenfabriek Union van de fir
ma Kok te Drachten. De brand schijnt ont
staan te zijn op de electrische wolverwar-
ming-afdeeling. Het vuur greep zoo snel
om zich heen, dat het personeel, groot 35
man, in allerijl het drie verdiepingen hooge
gebouw moest verlaten. De vlammen von
den gretig voedsel in het aanwezig zeer
brandbare materiaal, zoodat binnen weinig
oogenblikken het pand- in lichter laaie
stond.
De brandweer van Drachten was spoedig
met twee motorspuiten aanwezig. Twee bij
de farbiek gelegen woonhuizen liepen ge
vaar door het vuur te worden aangetast en
de eerste taak gold dan ook deze huizen
voor het vernielend element te sparen.
Van de fabriek zelf kon niets gered wor
den. De schade wordt geraamd op eenige
tienduizenden guldens doch wordt door
verzekering gedekt.
Het personeel zal waarschijnlijk op een
andere fabriek van dezelfde firma, in deze
omgeving, werk kunnen krijgen.
ONREGELMATIGHEID BIJ TREKKING
VAN LOTISICO?
Loten zouden uit den trommel zijn gevallen
en eerst later gevonden.
Uit 's-Gravenhage meldt men aan de
„Tel".: Aan de Lotisico, die in de bevoor
rechte positie verkeert, dat zij naast de
Staatsloterij praotisch de eenige loterij on
derneming is, die ongehinderd haar werk
zaamheden kan voortzetten, is bij de jong
ste trekking op 26 Februari ji. in het ver-
eeniging te Den Haag, naar een polishouder
ons mededeelt, een onaangename gebeurte
nis overkomen.
Degene, die de draaiende trommel met
loten bediende en daarin nog niet zeer be
dreven moet zijn gefeest, zou vergeten
hebben de klep te sluiten na een der trek
kingen, waardoor bij het verder draaien
een groot aantal loten naar buiten zouden
zijn geslingerd. Men moet zich toen toe be
paald hebben de loten op te rapen en zon
der nadere telling of het aantal compleet
was, doorgedraaid hebben. Pas bij het
schoonmaken van de zaal na afloop der
trekking zouden de kellners van het gebouw
onder het tooneel nog zestien loten hebben
gevonden, die uit de trommel gevallen
waren, maar bij het oprapen onopgemerkt
gebleven waren. De kellners, die voorne
mens zouden zijn geweest munt uit deze
vondst te slaan, namen een zaakwaarnemer
in den arm, die hen gesterkt zou hebben in
hun plan.
Toen de raadsman de directie van de Lo
tisico op de hoogte bracht, moet de loterij -
onderneming de loten opgeëischt hebben,
maar de kellners moeten niet genegen ge
weest zijn de stukken zonder meer af te
geven. Later zou de directie van Lotisaco,
die het voornemen te kennen moet gege
ven hebben de zaak bij de politie te zullen
aangeven, zich geneigd getoond hebben wel
eenige vergoeding voor de teruggave der
loten over te hebben, maar het aanbod zou
volgens de kellners niet hoog genoeg zijn
geweest.
Inmiddels was het voorgevallene ter oore
gekomen van een polishouder, die zich be
nadeeld achtte. Op het oogenblik dat de
loten uit de trommel rolden, moesten de
prijzen van 50.000 en van 30.000 nog
vallen, zoodat de zestien verdwenen loten
wel degelijk van belang hadden kunnen
zijn.
De polishouder reclameerde bij de direc
tie van Lotisico: hij vroeg ongeldigverkla-
ring der trekking of uitkeering van een der
hooge prijzen. De directie bleek niet gene
gen aan een van deze verzoeken te voldoen.
Zij moet geantwoord hebben dat de zaak
nog in onderzoek was en dat zij de prijzen
niet aan den vrager kon uitkeeren, omdat
op grond van de gemelde overweging iedere
polishouder daar wel aanspraak op zou kun
nen maken.
De polishouder, die bij Lotisico geen vol
doening kon krijgen, wendde zich daarop
tot de politie. Deze vond in het gebeurde
aan leiding over te gaan tot de arrestatie
van de twee kellners, die verdacht worden
van diefstal.
Hiermede kan de zaak evenwel niet als
geëindigd beschouwd worden voor Lotisico,
want naar ons bleek wordt er gewerkt aan
een georganiseerde actie tot schadevergoe
ding onder de polishouders, die per adver
tentie zijn opgeroepen.
Van deze zijde wil men een civiele actie
tegen de loterijmaatsohappij instellen op
grond der gemelde onregelmatigheid, die
ook ter kennis der politie moet zijn ge
bracht. De polishouders stellen zich op het
standpunt dat de notaris, die de trekking
leidde, niet had mogen laten doordraaien,
alvorens nageteld was of alle loten aanwe
zig waren. Zij stellen de vennootschap dus
in gebreke en willen daarop hun vordering
baseeren. Intusschen zijn de kellners, die
reeds voor hun arrestatie door de directie
vein het Vereenigdngsgebouw moeten zijn
ontslagen, de dupe geworden van hun ver
langen hun vondst te gelde te maken.
SMOKKELAARS BETRAPT AAN DE
BELGISCHE GRENS.
Door de rijksambtenaren werden gister
nacht nabij de grens onder Nispen twee
smokkelaars aangehouden, nJ. zekere B. uit
Wouw en zekere B. uit Steenbergen, van
wie tevens 148 K.G. suiker, vet en marga
rine in beslag werd genomen. Vervolgens
werd van een anderen smokkelaar nog een
partij suiker en meel aangeslagen.
Intusschen had ook de Belgische douane
succes te boeken door de aanhouding van
zekeren K. uit Roosendaal, die nabij Steen-
paal een dorschmotor frauduleus België
trachtte in te voeren. Hem werd bij kort
geding een boete van 9000 frs. opgelegd.
Gisteravond werd te Asperen een auto uit
België aangehouden, welke 650 kg. suiker
bevatte. De chauffeur, zekere v. d. B. uit
Breda, werd gearresteerd.
BOTERSMOKKELAARS PER AUTO.
Revolverschoten hadden geen succes.
Dezer dagefi zag een kommies een auto
dicht bij „de Golf" onder Nieuwkerk. De
auto reed even over de grens en keerde
terug. Dat kwam den ambtenaar verdacht
voor en hij sommeerde den chauffeur halt
te houden. Toen daaraan niet voldaan werd,
volgden er revolverschoten, doch de auto
reed door.
Een onderzoek door den ambtenaar met
den inspecteur Reyntjes ingesteld, leidde
naar een garage in Goirle. Daar vond men
de auto, waarvan de achterzijde de sporen
droeg van een revolverkogel. Nadat de auto
in beslag was genomen, werd de bestuur
der D. uit Tilburg opgezocht, die bekende
vervoerd'te hebben 240 K.G. margarine op
last van S., welke margarine was afgeladen
aan een opslagplaats in de Oerlesche straat.
Daar vond men D. en S. elke met 6 K.G.
boter onder de jas, het laatste restant van
hun vracht, daar de rest reeds was gedistri
bueerd.
ARRESTANT UIT CEL ONTVLUCHT.
Zichzelf later weer aangemeld.
Door de politie te Blaricum werd
Woensdagavond aangehouden zekeren H.
wonende aldaar, die er van verdacht werd
dienzelfden avond een drietal inbraken te
hebben gepleegd.
H. die in het cachot bij het gemeente
huis werd opgesloten, zag Donderdag
avond kans tijdens de afwezigheid van de
politiee de dubbele deuren van rijn cel te
forceeren en te ontvluchten.
De politie die zulks later ontdekte, stel
de onmiddellijk een achtervolging in, doch
het mocht haar niet gelukken den arres
tant te achterhalen. Echter nog denzelf
den avond, om half tien, kwam de ont
vluchte zichzelf weer aanmelden. Als mo
tief voor zijn ontvluchting gaf hij op, dat
hij het niet langer in zijn cel kon uithou
den. Men heeft hem daarop weer ingeslo
ten.
DE BEAMBTEN CONTROLEEREN
STERK.
De Duitsche fiscus heeft de Nederlandsch-
Duitsche grens bij en om Kerkrade zoo goed
als hermetisch afgesloten. Dag en nacht, bij
storm en ontij houden de keurig geünifor
meerde Duitsche beambten de wacht. Des
ondanks gaat nog menig smokkelaar de
grens over, blijkens de inbeslagnemingen,
die nog geschieden. Voor de beambten zijn
houten waterdichte keeten gemaakt, aan
alle naar de grens voerende wegen, dienen
de als schuilplaats en als observatiepost.
Allerlei trucs worden door de smokkelaars
bedacht en aangewend om hun smokkel
waar stiekum over de grens te kunnen
brengen. Maar ook de z.g. klein-smokkelaar
moet op zijn hoede zijn.
Vlak bij de grens werd een man aange
houden, die weer wat nieuws had bedacht
om de beambten te verschalken. Hij had
drie pond koff ie in de been windsels ver
stopt en moet er wel enkele uren aan be
steed hebben om de koffie te verbergen.
De koffieboonen bevonden zich geetaleerd
op de bloote beenen. De leege halfponds-zak-
jes had de smokkelaar gelegd in zijn schoen.
In den anderen schoen liep hij op losse ta
bak. Over de grens moest de koffie weer
verpakt worden in de papieren zakjes. Het
was zijn eigen schuld, dat de smokkelaar in
de gaten liep. Toen hij n.l. een ernstigen
blik op zijn beenen wierp, werd zulks door
den visiteerenden beambte, die hem al wil
de laten passeeren, gezien. Een nauwkeu
rige fouilleering braoht de smokkelaarstruc
aan het licht.
In het Rolducerbosch lagen Duitsche be
ambten op den loer. Smokkelaars passeer
den tot drie keer en toe te voet en per rij
wiel met ledige kartonnen doozen, met het
doel de beambten uit hun hinderlaag te lok
ken. Toen de smokkelaars voor den vierden
keer, thans met gevulde doozen naderden,
grepen de beambten toe, arresteerden de
smokkelaars en namen de smokkelwaar in
beslag.
DRIEKWART TON IN KISTJE.
Aan het „Hbld." wordt uit Heerenveen
gemeld:
Op het platteland van Friesland woont
een man, ruim 70 jaar oud, die altijd heel
eenvoudig leefde en van wien niemand in
zijne omgeving vermoedde dat hij „er
warmpjes in zat". De grijsaard had in den
laatsten tijd ook veel gehoord van verzwe
gen belasting, van de groote bedragen, die
nog werden opgegeven bij den fiscus en hij
achtte zich ook schuldig. Hij besloot zij
het dan ook met looden schoenen zich
te bevoegder plaatse te vervoegen en open
kaart te spelen. Hij deelde mede dat hij
een bedrag van ruim 75.000 gulden aan „pa
piertjes" had, die hij in een eenvoudig hou
ten kistje, dat met een goedkoop hangslot-
je gesloten was, bewaarde. De plaats van
het belangrijke kistje was echter niet altijd
dezelfde, dan stond het hier, dan daar en
des naohts kreeg het een heel veilig
plaatsje.
een situatie, waar zélfs een
Zondagsjager stomverwonderd tegen
over staat. (Lachende Welt