DINSDAG 6 MAART 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. t
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
HET CONFLICT IN DE DUITSCHE
EVANGELISCHE KERK.
De oppositie gebroken?
Meer en meer krijgt men den indruk, dat
het conflict in de Duitsche Evangelische
Kerk zich ontwikkelt ten gunste van den
rijksbisschop dr. Muller, wiens autocrati
sche macht het verzet der oppositioneele
geestelijken sohijnt te hebben gebroken.
De aangekondigde verklaring, welke
naar men verwachtte, een verzoenenden
toon zou doen hooren, is niet afgekondigd,
dooh in plaats daarvan heeft de rijksbis
schop een uitdagende redevoering gehou
den in een groote vergadering van Duitsche
Christenen, gevolgd door een verordening
in zijn functie van staatsbisschop van Prui
sen, waarbij de oud-Pruisische eenheids-
kerk wordt samengevoegd met de Duitsche
Evangelische Kerk..
Het Kerk-ministerie heeft bovendien per
2 Maart jl. een kerkwet uitgevaardgd,
waarbij het beheer over de Pruisische Kerk
overgaat naar de Rijkskerk. Het resultaat
hiervan zal waarschijnlijk zijn, dat de laat
ste oppositiegroepen in de Duitsche Kerk
verdwijnen.
Bovendien worden tal van bestaande re
gelingen in autocratischen zin gewijzigd.
De Bond van oppositioneele geestelijken
in het Rijnlan 1 en in Westfalen heeft een
circulare aan al zijn leden gezonden waar
in zij worden opgewekt in den dienst van
Zondag gebeden te doen voor de geestelij
ken, die voor hun geloof lijden.
In verschillende kerken is dit dan ook
geschied, o. m. in de kerk te Dahlem, waar
de bekende leider der oppositie, dr. Nie-
möller, in strijd met alle uitgevaardigde
verordeningen wederom den dienst heeft
geleid.
De bisschop van Hamburg, dr. Schafel,
een man van gematigde richting, heeft on
der druk van boven af besloten ontslag te
nemen, welk voorbeeld door verschillende
onder hem staande geestelijken is nage
volgd.
ONDERHOUD MET GOEBBELS.
Duitschland wenscht vriendschap met
Frankrijk.
De „Matin" publiceert een onderhoud
dat zijn correspondent te Berlijn dezer da
gen gehad heeft met den rijksminister van
propaganda, dr. Goebbels, over de bedoe
lingen der nationaal-socialistische politiek,
in het algemeen en speciaal ten aanzien
van Frankrijk.
Mijns inziens, aldus Goebbels, zijn de
meeste handelingen van onze regeering
wel geschikt, om het Fransche volk te
toonen, dat wij definitief aan de eeuwen
oude bloedige veete tusschen onze landen
een einde willen maken. De „Führer" heeft
met nadruk gezegd, dat na de regeling der
Saarkwestie waarbij het gaat om zuiver
Duitsch gebied, er geen territoriale kwes
ties tusschen de landen meer zullen be
staan.
Blijft nu, sinds vaststaat, dat de essen-
tieele belangen niet met elkaar in strijd
zijn, het in stand houden van een misver
stand vergeeflijk, alleen omdat het tot een
kwade gewoonte geworden is?
De „Matin"-correspondent merkte op,
dat Duitschland's wensch tot bewapening
Frankrijk verontrustte. Dr. Goebbels ant
woordde: Ik betwijfel, of het Fransche volk
onze positie wel voldoende tracht te begrij
pen. Duitschland is van alle kanten door
sterke, zelfbewuste landen omringd. Het
is toch begrijpelijk, dat wij, die in het cen
trum van het continent liggen, gelijken
tred moeten houden met dë krachten van
de ons omringende landen. Wij hadden
gehoopt, dat op onzfe ontwapening die van
van de andere mogendheden zou volgen,
overeenkomstig het verdrag van Versail
les. Draagt Duitschland er de schuld van,
dat dit niet gebeurd is? zijn de moeder
schepen voor vliegtuigen en de vloten, die
men zoo talrijk in de wereld aantreft, al
leen wegens het Duitsche gevaar gebouwd.
Maar welke ook de motieven van den
vlootbouw moge zijn, geen verantwoorde
lijk staatsman kan toelaten, dat zijn volk
voor altijd zonder eenig verdedigingsmid
del blijft, en zoowel theoretisch als prac-
tisch aan alle aanvallen blijft blootgesteld.
Het nationaal-socialisme respecteert de
rechten van anderen volkomen. Het gaat
dus niet om bewapening, maar veeleer om
het streven de gemoederen gerust te stellen.
De vraag, of het volk het met de poli
tiek der rijksregeering eens is, beantwoord
de dr. Goebbels met de woorden:
De volksstemming van 12 Nov. heeft be
wezen, dat verreweg het grootste deel van
het volk het op vrede gerichte program
van den kanselier toegedaan is.
De liquidatie van het Poolsch-Duitsche
conflict bewijst, dat Duitschland als voor
beeld kan dienen voor moreele ontwape
ning. Wij willen in vrede leven met de vol
ken, die ons rechtsgelijkheid gunnen en
hebben geen belang bq hun binnenlandsche
moeilijkheden.
De recente gebeurtenissen in Frankrijk
hebben aangetoond, dat de Duitsche pers
de grenzen van objectieve reportage ner
gens te buiten is gegaan. Geen enkel Duitsch
blad heeft blijk gegeven van eenig leed.
Wij kunnen trouwens slechts hopen, dat
Frankrijk deze moeilijkheden te boven
komt.
„Zeg vooral goed in uw relaas van ons
onderhoud", aldus Goebbels ten afscheid,
„dat alle geruchten omtrent meeningsver-
schillen binnen de rijksregeering phantasie
zijn. Hitier behoeft geen bevelen te geven.
•Een wenk zijnerzijds; en zijn verlangens
worden uitgevoerd!"
FRANKRIJK
DE MOORD OP PRINCE.
Sporen van vergif in het lijk gevonden.
Een medicus, die belast was met de
autopsie van het lijk van den vermoorden
raadsheer Prince, zou geconstateerd heb
ben, dat Prince vergiftigd zou zijn. Volgens
de meening van den medicus: met een soort
chloroform.
De vermoedens, dat Prince voor den
moord verdoofd zou zijn, zouden hierdoor
worden bevestigd.
Het bericht uit Dij on over het resultaat
der autopsie heeft te Parijs veel sensatie
veroorzaakt.
De medische expert heeft een nauwkeu
rig onderzoek ingesteld van de longen, de
nieren en de lever van den vermoorden
Prince, en daarbij met volkomen zekerheid
vastgesteld, dat zich in die organen ver
gif bevond, een vergif, waarvan de nauw
keurige samenstelling, wegens de weinige
ter beschikking staande organische stoffen,
nog niet vastgesteld kon worden.
De minister van justitie, Chéron, heeft
Hurlaux den substituut van den gewezen
procureur-generaal Pressard, van zijn post
ontheven, op grond van zijn relaties met
Stavisky.
Hurlaux trachtte zich door vergif in te
nemen van het leven te beroaven. Dit werd
hem echter belet. Hij is zoo overspannen
dat hij naar een zenuwinrichting moest wor
den overgebracht.
De rechter van instructie heeft gisteren
den voornaamsten medewerker van Sta
visky, zijn particuieren secretaris Romag-
nino, aan een uitvoerig verhoor, dat ver
scheidene uren duurde, onderworpen.
OOSTENRIJK.
OOSTENRIJKS NIEUWE GRONDWET.
De bevoegdheden van bondspresident en
regeering.
De verklaring van bondskanselier Doll-
fuss over de nieuwe standen-grondwet heeft
algemeen groot opzien gebaard.
Krachtens de overgangsbepalingen, wel
ke zullen gelden tot de definitieve grond
wet is afgekondigd, zal bondskanselier
Dollfuss dictatoriale volmachten krijgen.
Ten aanzien van de nieuwe grondwet is
thans bekend, dat daarin een verregaande
bevoegdheid aan de regeering tot handele in
alle groote vraagstukken, de staatspolitiek
betreffende, zal worden gegeven, alsmede
een speciaal recht voor den bondspresident
en de regeering tot het afkondigen van
noodverordeningen.
De leden van de nieuwe standen-corpo
raties zullen- voor het grootste gedeelte
door de regeering worden benoemd.
Nieuwe regeering in Vorarlberg.
De landdag van Vorarlberg heeft in zijn
Maandag gehouden zitting de nieuwe lands-
regeering gekozen, welke bestaat uit 6
ohristelijk-socialen en een vertegenwoor
diger van de Heimwehr en op corporatieven
grondslag staat.
Voorts heeft de landdag een wetsontwerp
aangenomen, waarbij de landdag, indien
het niet mogelijk is, dat hij bijeenkomt, de
wetgevende werkzaamheden overdraagt aan
den Landeshauptmann.
In de motiveering wordt verklaard, dat
men in Vorarlberg, in tegenstelling met
andere bondslanden, er niet aan denkt, den
landdag te ontbinden of uit te schakelen,
evenmin zullen zijn constitutioneele be
voegdheden worden bekort. In Vorarlberg
wil men het foederal, isme niet begraven.
TERUGKEER DER HABSBURGERS
NAAR OOSTENRIJK?
Naar in politieke kringen verluidt, zal
zich de ministerraad reeds de eerstvolgen
de dagen bezig houden met de opheffing
van paragraaf 2 van de wet van 3 April
1919 over de uitwijzing van de Habsbur-
gers uit Oostenrijk.
Den leden van het huis Habsburg zou
door de opheffing van deze paragraaf het
verblijf in Oostenrijk weder mogelijk ge
maakt worden.
Volgens berichten uit Boedapest, heeft
deze aangelegenheid in Hongarije geenerlei
verrasing teweeg gebracht, daar men om
trent de desbetreffende plannen van Oos
tenrijk reeds vroeger ingelicht was.
Hongarije beschouwt de geheele kwestie
als een zuiver Oostenrijksche aangelegen
heid.
ZUID-AMERIKA
HET GRAN CHACO-CONFLICT.
De bemiddelingsvoorstellen van Genève.
In zijn antwoord op de vredesvoorstellen
der Volkenibondscommissie voor het Chaco-
conflict heeft Paraguay thans eenige eischen
gesteld, welke den voortgang der bespre
kingen dreigen te bemoeilijken.
De concept-overeenkomst der Bondscom-
missie omvatte de volgende punten:
1. De vijandelijkheden eindigen 24 uur
na de inwerkingtreding der overeenkomst.
Binnen 45 dagen trekken beide legers terug
naar punten, welke door de Bonds com
missie worden aangewezen.
2. Binnen drie maanden moeten alle sol
daten naar hun haardsteden worden terug
gezonden.
3. Tot het oogenblik, waarop het Per
manent Hof de grenzen tusschen beide lan
den vaststelt, mogen de legers dezer landen
niet de 5000 man elk te boven gaan.
Paraguay eischt nu, dat nog voor de sta
king der vijandelijkheden veiligheidsgaran
ties worden gegeven, voor welk doel Para
guay politiediensten wil verrichten in den
Gran Chaco, zoolang het Permanent Hof
geen beslissing heeft genomen. Het Haag-
sche Hof mag voorts, naar het oordeel van
Paraguay geen oordeel vellen over de ter
ritoriale kwesties, welke Bolivia heeft op
geworpen, want met die kwesties wil Pa
raguay niets te maken hebben.
Ten slotte verlangt Paraguay, dat wordt
vastgesteld wie de schuld draagt aan het
uitbreken van den oorlog.
De regeering van Bolivia heeft nog niet
geantwoord op de Bondsvoorstellen.
BUITENL. BERICHTEN
SCHEEPSRAMP NABIJ HONKONG.
Driehonderd menschen omgekomen?
Door onbekende oorzaak is in de nabij
heid van Tajioengkau het Chineesche
stoomschip „Sjehai" gezonken, dat zich op
weg bevond naar Canton. Daarbij zouden
meer dan 300 menschen oi^ het leven zijn
gekomen. Naar gemeld wordt, zijn honderd
passagiers en leden der bemanning gered.
SCHIP OP DE ROTSEN DOOR MIDDEN
GESLAGEN.
Zeventien leden der bemanning verdronken
In de nabijheid van Constanza strandde
het van Istamboel komende Italiaansche
petroleumsohip „Santoni" welks machines
onklaar waren geraakt.
Toen de ter hulp gesnelde reddingsbooten
nabij het gestrande schip kwamen, brak
het schip onder den druk der golven, mid
den door. De eene helft zonk onmiddellijk.
Zeventien leden der bemanning, onder
wie eenige officieren, wisten zich in een
reddingsboot te begeven, welke echter om
sloeg. Aan veertien hunner gelukte het na
bovenmenschelijke inspanning den oever te
bereiken. Negen hunner stierven, voordat
zij naar een ziekenhuis konden worden
overgebracht. De toestand der overige vijf
is hopeloos. Drie andere matrozen zijn door
de golven dood aan land gespoeld.
Op de andere helft van het schip, dat nog
op de rotsen hangt, bevinden zich de kapi
tein en de overblijvende elf koppen der be
manning. Alle reddingspogingen zijn tot nog
toe vruchteloos gebleven. Men vreest, dat
ook zij ten doode zijn opgeschreven.
MEER DAN 2800 SLACHTOFFERS
VAN DE PEST.
Uit Lucknau (Britsch-Indië) wordt ge
meld, dat volgens een officieele statistiek
in de vereenigde provincies in drie weken
tijd 2866 personen ten gevolge van de pest
om het leven zijn gekomen.
PASSAGIERSSCHIP IN BRAND.
Op het Amerikaansche stoomschip „City
of Montgomery", dat passagiers vervoert
van Havannah naar New-York, is ter hoog
te van het lichtschip Chesapeake brand uit
gebroken.
Een draadloos telegram van de „City of
Montgomery" meldt, dat men het vuur tot
zijn haard heeft weten te beperken.
BRAND IN JAPANSCHE BADPLAATS.
In de badplaats Atami is een brand uit
gebroken, welke met groote snelheid om
zich heen greep. Een aantal groote hotels
werd in asch gelegd.
Na geweldige inspanning gelukte het de
brandweer gisterochtend den brand te be
perken.
DE SCHIPBREUKELINGEN DER
„TSJELJOESKIN".
De tien vrouwen en twee kinderen, die
behoorden tot de bemanning van de in de
Poolzee verongelukte „Tsjeljoeskin" zijn
door een groot vliegtuig van het ijsveld
overgebracht naar kaap Wellen.
Het is den vlieger Ljapidefski en zijn
metgezel Petrof, die met het vliegtuig „Ant
4" te kaap Wellen waren opgestegen, gelukt
te landen op een door de bemanning daartoe
geschikt gemaakte plek op het ijsveld.
Het vliegtuig had 200 meter uitloop voor
het landen en weer opstijgen. Des te opmer
kelijker is het succes der reddingsexpedi
tie. Tusschen de landingsplaats en het kamp'
van de schipbreukelingen was, tengevolge
van de 40 graden koude, een breed ijsrif
ontstaan, dat het overbrengen van de vrou
wen en kinderen naar het vliegtuig zeer
bemoeilijkte. Alles verliep echter gunstig.
EEN TRIEST BEDRIJF.
Na 15 jaar wacht de dood.
De arbeiders in de radium-mijnen te
Joachimstal (Bohemen) hebben betere ar
beidsvoorwaarden en hooger loon gevraagd
in verband met hun bijzondere werkzaam
heden en als compensatie voor hun vroeg-
tijdigen dood. De invloed van het radium
op de arbeiders is namelijk zoo sterk, dat
deze na ca. vijftien jaar sterven en gemid
deld niet ouder worden dan 37 jaar.
Volgens de bestaande voorwaarden wordt
aan nabestaanden van de arbeiders alleen
•dan een pensioen uitbetaald als gebleken
is, dat de dood 'n rechtstreeksoh gevolg is
van de inwerking van het radium op het
gestel der arbeiders. Geen schadeloosstel
ling wordt uitgekeerd, als dit niet onom-
stootelijk vast staat.
ONVEILIGHEID IN OEGANDA.
Overvallen op auto's met geldzendingen.
Uit Kampala (Oeganda) wordt gemeld:
De politie heeft na een hevigen strijd twee
Europeanen gearresteerd, die schuldig wor
den geacht aan een gewapenden overval
op een auto en diefstal van 1600 pond ster
ling. Het geld is echter nog niet ontdekt.
Drie pogingen om auto's te berooven kon
den verijdeld worden, maar de katoenkoop
lieden zijn niettemin ernstig bezorgd over
den toestand, omdat er eiken dag groote
sommen geld door eenzame landstreken
worden vervoerd, welke dienen voor den
aankoop van katoen.
DOOR ARABIEREN VERMOORD.
Volgens een bericht uit Bagdad zijn de
Amerikaan Fisher en de Duitsche journalist
Rudolf May uit Dusseldorf, die zich met
een vouwboot op weg bevonden naar Indië,
op de Tigris door Arabieren, 100 mijl te
Zuiden van Bagdad neergeschoten. De
Amerikaan bekwam een schot in het hoofd
en viel uit den boot. De Duitscher kon
zwaar gewond geborgen en naar een nabu
rig dorp gebracht worden. Kort voor zijn
dood kon hij nog eenige mededeelingen
verstrekken over den overval. Hij vertelde,
dat hij met zijn kameraad den boot voor
den nacht aan den oever wilde vastmaken,
toen een groep Arabieren verscheen, waar
van één om vuur vroeg. Onmiddellijk daar
op hadden de Arabieren op Fisher en May
geschoten.
KERKNIEUWS
MICHAELA VAN HET
H. SACRAMENT.
Men seint uit Rome d.d. 5 dezer aan de
Msbd.":
Met dë gebruikelijke plechtigheden had
gisteren in de St. Pieter de heiligverkla
ring plaats van de zalige Michaela van
het H. Sacrament. Aanwezig waren groote
scharen pelgrims, onder wie vier duizend
Spanjaarden. Onder de uit Spanje over
gekomen pelgrims bevonden zich ook eeni
ge familieleden van de nieuwe Heilige o.a.
de markies de Valenciana, die naast den
postulator der causa den standaard van de
Heilige volgde, en leden van den Belgi
schen familietak.
Onder enthousiaste toejuichingen deed
de H. Vader zijn intrede in de Vaticaansche
basiliek, begeleid door vijftien kardinalen,
drie patriarchen, vijf en vijftig aartsbis
schoppen en bisschoppen, onder wie mgr.
Diepen. Alle prelaten waren wegens den
Vastentijd gekleed in paarse gewaden.
Na het Te Deum hield de H. Vader een
lofrede op de Heilige.
De feestdag van de nieuwe Heilige is
vastgesteld op den 24sten Augustus, Haar
sterfdag.
Het koor der basiliek voerde de groote
Mis van Palestina uit, terwijl een Bene
dictijnerkoor de Gregoriaansche gezangen
zong.
Op de vorstentribune bevond zich Don
Jaime de Bourbon, infante van Spanje,
terwijl speciale plaatsen op het priester
koor waren gereserveerd voor twee door
voorspraak van de Heilige genezen kloos
terzusters.-,
DE H. VADER OVER DEN VREDE EN
DE EENDRACHT IN HET GELOOF.
Men seint uit Rome d.d. gisteren aan de
„Msbd.":
Hedenmorgen is eerst een geheim en
vervolgens een openbaar consistorie ge
houden voor de heiligverklaring van de
zaligen Cottolengo, Konrad von Parzham
en Teresa Redi.
Nadat kardinaal Laurenti het leven en
de wonderen van de drie zaligen in het
licht had gesteld en de aanwezige kardi
nalen hun stem hadden uitgebracht, werd
tegen 12 Maart een semi-openbaar consi-
ttorie aangekondigd, waarop de kardinalen
en bisschoppen nog eenmaal over de ca
nonisatie der zaligen stemmen moeten.
Vervolgens werd door den H. Vader een
korte toespraak gehouden, waarin hij nog
maals de heldhaftige deugden van de
nieuw te kiezen heiligen belichtte en er op
wees, dat men God in deze moeilijke tij
den daarvoor bijzonder danken moet.
Het Heilig Jaar, aldus vervolgde de H.
Vader zijn toespraak, loopt ten einde en
wij moeten God dankbaar zijn voor de
groote genaden, welke het de menschheid
heeft gebracht.
Zijne Heiligheid sprak er zijn groote
blijdschap over uit, dat hij zoo talloozen
zijner kinderen uit alle landen der wereld,
die den jubilé-aflaat verdiend hadden,
rond zieh geschaard had gezien.
Vol bewondering zijn de oogen der gan-
sche wereld op Rome gericht, omdat noch
oneenigheid van naties, onder elkander,
noch verschil in rang, stand, of sociale
klasse iets veranderd hebben aan de ge
meenschappelijke vroomheid en eensge
zindheid in het geloof. Integendeel zijn
daardoor alle volken nader tot elkander
gekomen.
Waar het aardsche streven de menschen
scheidt, daar vereenigt hen het streven
naar den hemel.
FRATER SERVASIUS 75 JAAR.
Zaterdag vierde de eerwaarde frater
Servasius van de Congregatie der Fraters
van Tilburg, verbonden aan de Andreas-
school, Bossche weg, aldaar, zijn vijf en
zeventigsten verjaardag. Frater Servasius
is thans reeds gedurende 56 jaren aan
het onderwijs verbonden. O.a. was hij 19
jaar op Ruwenberg, 11 jaar te Zwolle,
11/1 jaar aan de Leoschool Goirke (Til
burg) en thans seinds 1917 aan de Andreas-
school te Tilburg werkzaam.
Op uitdrukkelijk verlangen van den ju
bilaris werd dit feest Zaterdag slechts in
intiemen kring gevierd. Op de receptie,
waaraan de jubilaris niet koh ontkomen,
kwamen vele autoriteiten hem huldigen.
RECHTZAKEN
MOORD TE AMSTERDAM.
Eisch: 6 jaar.
In den nacht van 29 op 30 September
1933 werden de bewoners van de Boom
straat te Amsterdam opgeschrikt door een
revolverschot. Begrijpelijkerwijze veroor
zaakte dit in deze volkrijke buurt de
Boomstraat bevindt zich in het hartje van
de Jordaan geweldige opschudding. Het
bleek, dat een logementhouder uit de
Boomstraat, op weg naar zijn café, door
een kogel in de rechterwang was getrof
fen. Het schot was afgevuurd door een
vroegeren buffetbediende van den kaste
lein, die zeer ernstig door het schot ver
wond werd. De kogel had zijn weg geno
men rakelings langs de rechter slaapkwab
der groote hersenen tot achter en onder
het rechter rotsbeen..
Het slachtoffer werd naar het Binnen-
asthuis vervoerd, gedurende enkele da-
en verergerde zijn toestand niet, integen
deel het scheen alsof er verbetering merk
baar was. Doch in den nacht van 5 op 6
October nam de toestand een ongunstigen
keer en overleed het slachtoffer.
Gisteren heeft de dader ich voor de
Amsterdamsche rechtbank te verantwoor
den gehad wegens doodslag, subs, het toe
brengen van zwaar lichamelijk letsel,
subs, mishandeling.
Verdachte bekende de daad gepleegd te
hebben; hii zou echter uit zelfverdediging
hebben gehandeld. Hij was reeds vroeger
voor den logementhouder gewaarschuwd:
deze zou hem al eerder hebben bedreigd.
Verdachte was wel eens erbij tegenwoordig
geweest, dat hij iemand mishandeld had.
Verdachte stond dien avond met de
vrouw en de dochter van den logement
houder te praten, toen de dochter, die ver
dachte tegen haar vader gewaarschuwd
had, uitriep: „Pas op, daar komt vader
aan!"
Tegelijkertijd zag verdachte volgens zijn
verklaring den kastelein op zich toekomen
met de hand op zijn rug. De kastelein
maakte een beweging, alsof hij steken wou,
verdachte haalde de revolver te voorschijn,
alleen om den logementhouder schrik aan"
te jagen.
Op hetzelfde oogenblik stak deze ver
dachte met een mes in zijn hand, tengevol
ge waarvan de revolver, per ongeluk, af
ging zoodat de kastelein in het hoofd werd
getroffen.
Na getuigenverhoor eischte de officier
een gevangenisstraf van zes jaren.
De uitspraak werd bepaald op 12 Maart.
DOODSLAG TE MAASTRICHT.
Eisch: 12 jaar.
Den avond van 26 Februari 1933, Zon
dag van Carnaval, werd in de woning van
den winkelier F. Wolfers te Maastricht de
heer L. H. J. Melotte, die daar inwoonde
vermoord gevonden. Op vele plaatsen in
het huis werden sporen van bloed en van
een hevige worsteling ontdekt. Het lijk
was naar een achterkamer gesleept en lag
daar zwaar verwond aan het hoofd en
met gebroken ribben. Sporen van geweld
aan den hals wezen er op, dat het slacht
offer gewurgd was. De portemonnaie werd
vermist. Aan een ring zat een wolvezel en
tevens werd er op het lijk een haar ge
vonden. Deze voorwerpen konden afkom
stig zijn van den verdachte Duitscher H.
M. van de S., die op 9 Maart werd aange
houden. Hij is een broer van de toenmalige
dienstbode van Mevr. Wolfers. Bij het on
derzoek in zijn kosthuis werden groote
bloedsporen op de revers en de voering van
de achterpanden van zijn overjas gevon
den. Ook werd daar een wollen vest aan
getroffen, waarvan de vezel afkomstig kon
zijn.
Na de vrijspraak door de rechtbank te
Maastricht werd van der S. het land uit
gewezen.
Gisteren moest hij in hooger beroep voor
het Bossche gerechtshof terecht staan, doch
hij was niet verschenen, zoodat de zaak
bij verstek werd behandeld en de hem toe
gevoegde raadsman Mr. J. van de Ven,
hem niet kon verdedigen.
Aan van der S. was moord, subsidiair
doodslag, ten laste gelegd.
Door den getuige-deskundige J. v. Wae-
geningh, directeur van den Keuringsdienst
van waren te Maastricht, waren versche
bloedsporen geconstateerd op de jas en
een das van verdachte. De kleedingstukken
waren overigens reeds gereinigd en keu
rig opgeperst. Het gevonden haar kon van
verdachte zijn evenals de paarse draad
van zijn vest.
De zuster van verdachte ontkende aan
vriendinnen te hebben verzocht niet te pra
ten over het feit, dat verdachte dien avond
niet met hen uit was geweest, omdat hij
ziek zou zijn volgens haar opgave. Haar
vriendinnen, ook twee Duitsche dienstbo
den, bestreden echter haar verklaring.
Getuige Wolfers verklaarde, dat toen hij
met zijn vrouw en de dienstbode des
avonds thuis kwam, de huissleutel op zijn
gewone plaats lag. Hij wist niet of de sleu
tel er lag, toen hij met zijn vrouw uitging,
zoodat het mogelijk was dat de dienstbode
den sleutel aan haar broer had gegeven.
Pe arbeider H. de Graaf en zijn zuster
hadden dien avond iemand om 9 uur het
huis zien binnen gaan, nadat hij de deur
met een sleutel had geopend. De man ge
leek in gestalte op den verdachte. Een uur
later ging ook Melotte naar binnen. Wat er
daarna geschied is, wisten de getuigen
njet.
De kostbaas van verdachte J. Krykalski
deelde mee, dat van der S. dien avond den
geheelen tijd in zijn gezelschap was ge
weest, eerst thuis en later in een café.
Door den caféhouder J. Essenbach werj
dit laatste bevestigd.
De advocaat-generaal mr. Masink noem
de het haar en draad belangrijke aanwij
zingen. De plaats, waar de bloedsporen
op de kleedingstukken zijn gevonden,
klopt niet met verdachte's verklaring, dat
zij ontstaan zijn door neusbloedingen. De
slagen zijn door een kundigen bokser t >e-
gebracht en het is bekend, dat verdachte
lid van een boksclub was. Het motief van
de daad moet berooving zijn geweest, doch
niet is bewezen, dat moord is gepleegd.
Wel doodslag, voor welke spr. in verband
met de gruwelijke omstandigheden twaalf
jaren gevangenisstraf eischte.
De uitspraak werd bepaald op 19 Maar'