PLECHTIGE BEGRAFENIS VAN KONING ALBERT 25ste Jaargang DONDERDAG 22 FEBRUARI 1934 No. 7743 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedtaagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin 1 betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur verhuur, koop en verkoop: 0.50 Het volk der Belgen doet z'n vorst uitgeleide De plechtige H. Mis van Requiem in de St. Gudule EEN INDRUKWEKKENDE MORGEN. Reeds in de zeer vroege ochtenduren toonde de Belgische hoofdstad een onge woon beeld: in alle richtingen trokken men- schen door de stad, in ongeordende drom men of in gesloten gelederen, met nog in de hoezen verborgen of reeds uitgedragen, met rouwfloers omhulde vaandels. Op de boulevards zijn alle groote maga zijnen en verreweg de meeste winkels ge sloten, althans tot één uur in den namid dag. Van huis tot huis verkonden de half stok geheschen en omfloerste vlaggen, dat België rouwt om zijn gestorven vorst. Het mocht dan, nadat de eerste verpletteren de tijding even alle leven in dit land had lamgeslagen, in de achter ons liggende drie dagen even lijken alsof het leven weer zijn gang ging op de groote boulevards, in de drukke zakencentra vandaag ziet men, hoezeer deze gebeurtenis zijn stempel heeft gedrukt op alle leven in België, op het ge- heele maatschappelijke gebeuren. Reeds vanmorgen vroeg begon het, als men tenminste geen rekening houdt met de vele duizenden, die reeds gisteren en de da gen daarvoor in Brussel zijn aangekomen om in het Koninklijk Paleis te defileeren langs het stoffelijk overschot van den Ko ning, in een stoet, die tot gisteren zwijgend en onafgebroken voortstroomde, dag en dacht, zich scharende in de vele straten lange, onafzienbare rjj, die voetje voor voetje voortsohuifelt, de hekken van het Paleis binnen, de voorportalen door en langs de breede marmeren trappen door de in schemerlicht gehulde chapelle arden te, waar de Koning in generaals-urüform rust, weer naar buiten. Vanmorgen van vijf uur af voerden de vele extra-treinen, die voor deze gelegen heid een verlaagd tarief heffen, de duizen den uit alle hoeken van het land aan. Voortdurend komen nieuwe- menschenmas- sa's uit het Gare du Nord, het Gare de Midi, het station Léopoldsville. Langs den Mechelschen, den Namenschen, den Water- loosohen Steenweg komen in schier onaf gebroken file de auto's en autobussen bin nen, en de politie, bijgestaan door de gen darmerie, heeft handen vol werk om het verkeer in goede banen te leiden. Reeds zeer vroeg hadden zich duizenden langs den weg geschaard die de rouwstoet zou volgen, en vooral langs de korte route van het Paleis naar de St. Gudule is het zwart van menschen. De politie heeft voor zeer strenge afzettingsmaatregelen gezorgd, maar de eigenlijke afzetting wordt ge vormd door verschillende troepen-afdeelin- gen, die van het Paleis naar de St. Gudule en vandaar langs den geheelen weg naar Laeken geschaard staan, één gesloten cor don vormend. Tegen half acht werd het stoffelijk over schot van den Koning dat tot dan toe in de chapelle ardente ten Paleize had gerust, naar buiten gedragen en in de kist opge baard voor het Paleis. Een eerewacht schaarde zich om de kist, aan weerskanten waarvan eenige flambouwen brandden, en toen werd op de Place du Tröne het teeken gegeven, dat de stoet van oud-strijders zich in beweging kon zetten om een laatste blik te werpen op hun vroegere aanvoerder en Koning. Het voorbijtrekken der oud-strij ders duurde bijna 2 y3 uur. Tegen tien uur verzamelden de Minis ters, de leden van den Staatsraad, de leden van de beide Kamers, de generaals en de leger-oversten zich in het Paleis, waar te gen kwart over tien Kroonprins Leopold zich bij hen voegde om hen te begroeten. Hier verzamelden zich ook de buitenland- sche staatshoofden met hun gevolg, terwijl een deel van de leden van het diplomatieke corps eveneens in het Paleis bijeenkwam, een ander deel, de hooggeplaatste functio narissen der legaties en ambassades, zich rechtstreeks naar de St. Gudule hadden begeven. Inmiddels hadden zich binnen de afzet ting der verschillende troepen, die deel van de rouwstoet zouden uitmaken, in volgorde opgesteld, gereed om hun plaats in te ne men. De laatste reis vangt aan. Het was ongeveer kwart voor elf toen, nadat eenige hooge geestelijken de laatste ceremoniën hadden verricht, de met zes zwarte paarden bespannen affuit voorreed en onder-officieren van verschillende wa pens de kist op 'de affuit tilden. Op het zelfde oogenblik rolde het eerste schot van het salvo van 101 kanonschoten, dat tijdens den tocht naar de St. Gudule werd afge vuurd, en even later zette de stoet zich langzaam in beweging. Koning Albert had voor goed het Paleis te Brussel verlaten en ving zijn laatste tocht door de Belgische hoofdstad aan. Er lieerschte langs den weg een schier ademlooze stilte, slechts verbroken door het stappen der paarden, het geschuifel der voetstappen en tusschen de menigte hier en daar door het snikken van een vrouw, dik wijls ook van een man wiens uiterlijk elke sentimentaliteit vreemd is. En deze stilte vol van geluiden wordt als het ware ge accentueerd door de regelmatige sombere dreun der kanonschoten die uit de verte aanrolt. DE ROUWSTOET. De stoet werd geopend door een peleton bereden gendarmerie gevolgd door de mu ziekkapel der bereden gidsen. Dan komt de opperbevelhebber der Belgische troepen, Generaal Van Emelen met zijn staf en hierachter de buitenlandsche leger-delega ties. Dan volgen de delegaties van het Belgi sche leger. Elke leger-eenheid is vertegen woordigd door den corps-commandant, een officier van elke lagere rang, een onder luitenant, een sergeant, een korporaal en een soldaat, zoodat van elk corps elke rang vertegenwoordigd is. Achter deze delegaties schrijden alle officieren van den genera- len staf en hierachter de vaandels van alle Belgische regimenten, zoowel de bestaande als de inmiddels ontbonden regimenten. Dan volgt de geestelijkheid. De kardi naal Aartsbisschop Van Roey, begeleid door de bisschoppen en zijn assistenten, onder wie Mgr. Marinis, Deken van de Kerk van St. Gudule, en de veertien pastoors van de stad Brussel. De lijkbaar. Voorafgegaan door een bereden officier, die het bevelhebberslint des Konings draagt, volgt dan de lijkbaar, met de Belgische kleuren bedekt. De kist is geplaatst op een kanonaffuit van het 14e Artillerie Regi ment, getrokken door zes zwarte paarden. De rouwlinten worden vastgehouden door den President van den Senaat Digneffe, den President van de Kamer Poncelet, Minister president Graaf de Broqueville, den Minis ter van Justitie Janson, den Minister van Binnenlandsche Zaken Pierlot en de gene raals Biebuyck en De Ceuninck. Het af fuit was omgeven door de leden van het Militair Huis van den Koning en links en rechts door een haag van soldaten, bestaan de uit een afdeeling van het 13e Regiment Grenadiers, die het geweer aan de riem droegen. Onmiddellijk achter de lijkbaar werd het lievelingspaard van Koning Al- bert aan den teugel geleid. Dan volgden de leden der Koninklijke fa milie, in de eerste plaats Prins Leopold en Prins Karei Graaf van Vlaanderen de ove rige familieleden en de leden van het Bur gerlijk Huis van den Koning. De buitenlandsche staatshoofden. Sommigen in uniform, velen ook in civiel gekleed, schrijden achter de baar de bui tenlandsche staatshoofden of hun vertegen woordigers. Er is een regeerende koning in de stoet, nl. Koning Boris van Bul garije, die vergezeld wordt door Prins Cyrli, den Bulgaarschen gezant te Parijs en eeni ge leden van zijn gevolg. 't Tweede aanwezige staatshoofd is de Presi dent der Fransche Republiek Lebrun, die vergezeld is door den Franschen Minis ter-president Doumergue, Minister Barthou Maarschalk Pétain en eenige leden van zijn gevolg. Toekomstige regeerende vorsten in den stoet zijn in de eerste plaats Koning Alberts schoonzoon, de Prins van Piemont, die zijn vader, den Koning van Italië vertegenwoor digt, de Prins van Wales, die vergezeld is o.a. door Lord Alleby en Admiraal Sir Roger Keyes, Kroonprins Olaf van Noor wegen, en de zoon van den Zweedschen Kroonprins Gustaaf Adolf, alsmede Prins Karei van Zweden. H. M. de Koningin der Nederlanden is vertegenwoordigd door haar gemaal, Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, die vergezeld wordt door Vice-Admiraal Ram- bonnet, Baron van Hardenbroek tot Har- denbroek en Jhr. Laman Trip, terwijl ook de Nederlandsche gezant zich bij hem heeft aangesloten. Prins Hendrik was gekleed in admiraals uniform en liep in den stoet naast den prins van Wales en de Deensch prinsen. Van de andere gekroonde staatshoofden heeft de Koning van Afghanistan zich la ten vertegenwoordigen door zijn buitenge woon gevolmachtigde te Parijs, Prins Shah Wali Khan, Koning Carol van Roemenië door zijn broer Prins Nicolaas, in wiens ge volg zich o.a. oud-Minister Angelescu be vindt; de groothertogin van Luxemburg door Prins Felix van Bourbon, de Koning van Denemarken door Prins Axel van De nemarken, de Koning van Egypte door den Egyptischen gezant te Parijs, de Japan- sche Keizer door den Japanschen ambas sadeur te Londen, de Koning van Siam door zijn neef. De Duitsche Rijkspresident Von Hinden burg had als buitengewoon ambassadeur den oud-gezant van Duitschland te Brussel, Von Keiler gezonden, terwijl de overige landen en staatshoofden zich lieten ver tegenwoordigen door hun gezanten te Brus sel, die in dit geval niet bij het diplomatie ke corps, maar bij de vreemde staatshoof den liepen. De staatshoofden werden gevolgd door de leden van het diplomatieke corps en hierop volgde de Belgische Ministerraad, de Ministers van Staat, de hooge rechterlij ke ambtenaren, de verschillende rechter lijke colleges vertegenwoordigend, de le den van den Mijnraad en van den Kolonia len Raad, de militaire attaché's, de hoo- gere leger-officieren, de gouverneurs der Belgische provincies en de delegaties van de provinciale Raden, de hooge ambtena ren, het gemeentebestuur van Brussel en daarachter deputaties van andere gemeen teraden. Hierop volgden dè vertegenwoordigers der geestelijkheid van alle gezindten, de legaties van alle Belgische Academies en Universiteiten, het consulaire corps en tenslotte een ontelbare reeks van delega ties van vereenigingen en corporaties op allerlei gebied, ook uit het buitenland, die zich bij de plechtigheid lieten vertegen woordigen. De plechtigheid in de St. Gudule. De stoet volgt den weg langs de Koninkl. Straat, die vanaf het plein voor het Pa leis is afgezet door een cordon Ardennen- jagers met baret en grenadiers. De rest van de route naar de St. Gudule, langs de Koloniënstraat en de Kanselarij s-straat is, evenals het plein, afgezet door karabi- niers. In dichte drommen staan de men schen achter de afzetting, die op het plein van de St. Gudule is versterkt door hek ken langs de trottoirs te plaatsen. Waar het affuit met het stoffelijk overschot van den Koning nadert, nijgen zich de hoofden en staan de soldaten stram in de houding, terwijl de officieren den sabel presentee ren. Bij het naderen van de kerk passeerde 't gedeelte van den stoet, dat 't afluit voor afging, den hoofdingang en ging verder naar de Treurenberg, waar tot het einde van de plechtigheid in de St. Gudule werd gewacht. Het affuit hield halt voor de hoofdingang, waar de lijkkist ontvangen werd door den Deken van de St. Gudule en andere geestelijken, die de kist, vooraf gegaan door Kardinaal Van Roey, in pro cessie droegen naar de hooge katafalk, die was opgericht op de plaats, waar hoofd en zijbeuk elkaar snijden. Ter weerszijden van de katafalk, die bedekt werd met de nationale kleuren en waarboven een koe pel was aangebracht met neerhangende draperieën, temidden van vier schilden, brandde een drie-dubbele rij kaarsen. Op de katafalk werden tuniek, helm en zwaard van den Koning gelegd. In het midden van de kerk is boven een Belgisch wapenschild een tweede, verlichte koepel aangebracht. In de kerk is, overigens alles omfloerst en ook de drie ingangen zijn voorzien van rouw baldakijnen. Bij het hoofdaltaar is een troon opgericht, voor de Koninklijke Familie en daarachter zijn de plaatsen voor de vreemde staats hoofden en hun vertegenwoordigers. De diplomaten en autoriteiten en overige ge- noodigden vinden nauwelijks een plaats in de kerk, zoodat er van toegang voor een deel van het publiek geen sprake is, en zelfs de pers heeft maar een sporadische verte-» genwoordiger, die de plechtigheid in de St. Gudule kan bijwonen. De dienst werd geleid door den Kardi naal-Aartsbisschop van Mechelen, Kardi naal Van Roey, die werd bijgestaan door den deken van Brussel Mgr. Marinis, en eenige diakenen en kanunniken. De plech tige Mis werd uitgevoerd door het beroemde koor van de St. Romboutskerk te Mechelen versterkt met zangers van het groot-semina rie en het koor Scola Cantorum te Meche len. De absolutie werd door Kardinaal Van Roey persoonlijk gezongen. De plechtig heid in de St. Gudule eindigde met een op gedempte toon in mineur gespeelde „Bra- bangonne" van het muziekkorps der gre nadiers. Naar Laeken. Na afloop van den rouwdienst begeleid den de Kardinaal en de overige geeestlijken het lijk van den Koning tot aan den uit gang der kerk. De hoogste autoriteiten en buitenlandsche vertegenwoordigers stapten voor een der zij-ingangen in rijtuigen, die hen naar de kerk te Laeken brachten. Langs den geheelen weg stonden troe pen geschaard. Tusschen de Schaarbeeksche Poort en het kanaal werd aan één zijde van den weg de eerewacht gevormd door schoolkinderen, die met strakke gezichtjes den indrukwek- kenden stoet zagen voorbijtrekken. In de kerk te Laeken. Bij het naderen van de kerk te Laeken reed het gedeelte van den stoet, dat 't stof felijk overschot voorafging, de Parklaan in, zoodat de troepen, die het affuit volgden, erlangs konden defileeren. De muziekkorp sen defileerden niet mee, doch stelden zich ter zijde op en brachten voor het eerst treurmuziek ten gehoore. Vervolgens werd het lijk de kerk bin nengedragen, waar het opnieuw door den Kardinaal en de Bisschoppen werd ontvan gen. Ook de basiliek was geheel met rouw floers bekleed. Na een door den Kardinaal gezongen ab solutie werd de kist onder doodsche stilte door onderofficieren van verschillende wa penen opgenomen en naar de Koninklijke Grafkelder gedragen. Op hetzelfde oogenblik klonk het eerste kanonschot van een salvo van 21 sohoten, die de wereld kond deden, dat het stoffelijk overschot van Albert I, Koning der Bel gen, een der meest'geliefde vorsten van Europa, diep betreurd door het geheele volk, dat heden op wel zeer treffende wijze aan zijn droefheid had uiting gegeven, was bijgezet in het grafgewelf van zijn verwan ten en voorvaderen. DE RADIO-UITZENDING. Zij, die geen gelegenheid hebben gehad, om persoonlijk de begrafenis plechtigheden te Brussel bij te wonen, hebben aan hun luidspreker de plechtigheden kunnen vol gen, dank zij de uitnemende reportage van den Belgischen omroep, eveneens door de A. V. R. O. en de K. R. O. uitgezonden. Om tien uur precies klonk de stem van den Belgische omroeper, die staande bij het Koninklijk Paleis, met ontroerde stem zijn sobere mededeelingen begon. De hemel is dicht en schijnt met de Bel gische natie te treuren. Er valt een zachte motregen en alles ziet er grijs en troostee- loos uit. De menigte zwijgt en wacht. En kele minuten zwijgt de luidspreker en wij hooren de afgemeten stappen van de dui zenden voorbijtrekkende oud-strijders. Aan dit défilé schijnt geen eind te zullen komen. De verslaggever leest de lange lijst voor van de officieele personen, die de plech tigheid zijn komen bijwonen. De microfoon vangt alle geluiden op; het dreunende marschtempo het gerinkel der medailles, het getik van de wandelstok ken Eindelijk komt er een einde aan het dé filé. Om vijf minuten over half elf Belgische tijd, zet de stoet zich in beweging. De klok ken van de St. Gudule beginnen te luiden. De plechtigheid is begonnen. Het stoffelijk overschot van Koning Albert I is op weg naar zijn laatste rustplaats. Naarmate de stoet de Kathedraal nadert, wordt het klokgelui sterker. Langen tijd hooren wij niets anders dan het paardengetrappel. De microfoon verplaatst ons dan in de St. Gudule. De geheele omgeving van de Kathedraal is afgezet. Korte bevelen van de officieren van de afdeelingen, die de haag vormen, weerklinken. Het klokgelui, een poos on derbroken, zet bij de nadering van den stoet opnieuw in. Droevig klinkt het eentonig gebimbam over het stille kerkplein. Om tien minuten over elf arriveert het affuit met het stoffelijk overschot bij de Kathedraal. Trompetsignalen weerklinken. Dan be treedt de radioverslaggever met de eerste afgevaardigden de kerk. De plechtige tonen van 't Confiteor, het begin van de plechtige Requiem Mis, gezon gen door het koor van de St. Rombouts kerk te Mechelen, vullen de hooge ruimte. De heldere stem van Kardinaal Van Roey klinkt krachtig door de Kathedraal. Impo neerend is het oogenblik van de consecratie als korte commando's weerklinken en de trompetten schallen. De plechtige H. Mis duurde ongeveer één uur. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De plechtige uitvaart van den overleden Belgischen Koning. (1ste blad). Geheimzinnige verdwijning van een hooggeplaatsten Franschen ambtenaar. (Buitenl. Ber., 2de blad). BINNENLAND. Grootsche plannen voor werkverrruimlng (lste blad). Bedrijfsraad voor de typografie in voor bereiding. (4de blad). Dreigend conflict in het meubelmakers- bedrijf. (4de blad). Pater H. Ritselaar, oud-Provinciaal der Paters Jezuieten, is overleden. (Kerkn., 2de blad). Bij een roofmoord op 'n paar oude men schen te Uden werd ƒ750 buitgemaakt. (Gem. Ber. 3de blad). Het liefdesdrama te Woensel. Het lijk van den dader gevonden. (Gem. Ber. 3de blad). De diefstal van den postzak te Enkhui zen. (Gem. Ber. 3de blad). LEOPOLD III. Zijn intrede in Brussel. Koning Leopold zal aanstaanden Vrijdag zijn plechtige intrede in Brussel doen, door zich te paard van het Kasteel van Laeken naar het parlement te begeven, waar hij, zooals men weet, den grondwettelijken eed zal afleggen. Hij zal Laeken om kwart over negen verlaten en rond elf uur in het parlement aankomen. Na de ceremonie in het parlement zal het nieuwe vorstenpaar alvorens zich naar het Paleis van Brussel te begeven, eerst via de Koninklijke straat langs het graf van den Onbekenden Soldaat rijden, om vandaar langs de groote buitenboulevards en het paleis van justitie het koninklijk paleis van Brussel te bereiken. V De dooden-liturgie. Duizenden hebben vanmorgen door de radio geluisterd naar den Uitvaartdienst voor den Koning van België. En velen zullen onder den indruk zijn gekomen van de kerkelijke plechtigheden, die zoo rijk aan inhoud en zoo diep van beteekenis zijn. Die gebeden van den Uitvaartdienst zijn voor alle overledenen dezelfde; alleen zijn er verschillen in ceremoniëel, in „plech tigheid". Ook bij de uitvaart van een koning wordt gebeden de „Dies Irae" welk gezang van morgen werd gezongen in de, naar onze, zeer bescheiden, meening, nog door geen enkelen componist geëvenaarde Grego- riaansche melodie. En bij de lijkbaar van den Vorst, te midden van al dien vorstelij- ken praal, moeten wel diepen indruk heb ben gemaakt die verzen uit de „Dies Irae": „En wanneer de Rechter dan zal gezeten zijn, zal alles, wat verborgen is, aan het licht komen; niets zal ongewroken blijven. Wat zal ik, rampzalige, dan zeggen? Welken voorspreker zal ik aanroepen, als zelfs de rechtvaardige nauwelijks gerust zal mogen zijn". En verder: „Ik zucht als een misda diger; de zondenschuld kleurt mijn gelaat rood; spaar mij toch, smeek ik U, o God". De kerkelijke liturgie, en speciaal die bij de uitvaart en begrafenis is zoo vol schoone overweging, dat hartelijk moet worden toe gejuicht elke poging, om ze te brengen on der de massa van de Katholieken en ook buiten de Kerk V doen kennen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1